Overzicht baten en lasten

Overzicht van baten en lasten Werk en inkomenOorspr.
Begroting
2022
Bijgestelde
Begroting
2022
Realisatie
2022
Afwijking
Baten exclusief reserves595.504549.485569.39519.910

Bijdragen rijk en medeoverheden 578.945 541.589 560.106 18.517
Financieringsbaten 0 0 0 0
Overige opbrengsten derden 16.559 7.896 9.327 1.431
Overige baten 0 0 -38 -38
Lasten exclusief reserves837.849811.566813.3021.736

Apparaatslasten 172.280 182.477 181.869 -608
Inhuur 7.685 16.827 16.548 -278
Overige apparaatslasten 4.317 5.346 5.310 -36
Personeel 160.278 160.304 160.011 -293
Intern resultaat -3.798 -6.075 -908 5.167
Intern resultaat -3.798 -6.075 -908 5.167
Programmalasten 669.367 635.165 632.341 -2.824
Financieringslasten 0 0 -2 -2
Inkopen en uitbestede werkzaamheden 45.025 45.136 40.975 -4.161
Kapitaallasten 118 16 16 0
Overige programmalasten 330 5.658 -2.874 -8.532
Salariskosten WSW en WIW 55.167 49.378 48.051 -1.328
Sociale uitkeringen 560.196 523.622 535.023 11.402
Subsidies en inkomensoverdrachten 8.531 11.354 11.153 -202
Saldo voor vpb en reserveringen -242.346 -262.082 -243.907 18.175
Saldo voor reserveringen -242.346 -262.082 -243.907 18.175
Reserves8.64321.02015.895-5.125

Onttrekking reserves 9.423 15.945 10.820 -5.125
Toevoeging reserves 780 4.627 4.627 0
Vrijval reserves 0 9.703 9.703 0
Saldo -233.702 -241.062 -228.012 13.050

Toelichting overzicht baten en lasten

Overzicht afwijkingen programmaAfwijking batenAfwijking lastenAfwijking reservesAfwijking saldo
1.  ESF-subsidie REACT EU 9.400 0 0 9.400
2.  Regionaal Bureau Zelfstandigen 1.900 2.500 0 -600
3.  BUIG 0 -900 -900 0
4.  Voorziening dubieuze debiteuren bijstandsgerechtigden 0 2.000 0 -2.000
5.  Uitvoering Energietoeslag 0 -3.800 0 3.800
6.  Uitvoering TOZO 500 3.900 0 -3.400
7.  Uitvoering Opvang Vluchtelingen Oekraïne 0 -600 0 600
8.  Rotterdam Inclusief 2.000 -1.500 0 3.500
9. Arbeidsparticipatie 300 -1.800 -400 1.700
10. Bestemmingsreserve Steun- en Herstelpakket 1.800 -200 -2.000 0
11. Bestemmingsreserve Statushouders 0 0 -1.000 -1.000
12. Toeslagenaffaire 1.452 0 0 1.452
13. Overig 2.559 2.136 -825 -402
Totaal afwijkingen 19.910 1.736 -5.125 13.050

Het saldo van het programma Werk en Inkomen bedraagt € 13,0 mln voordelig. De belangrijkste oorzaken hiervan zijn:

1. ESF-subsidie REACT EU
De subsidie REACT EU, bedoeld voor het herstel van de economie als gevolg van de coronapandemie, is € 9,4 mln hoger uitgevallen dan begroot. De subsidie is aangewend voor de re-integratie en arbeidsinpassing in de arbeidsmarktregio Rijnmond. Nederland heeft de gelegenheid gekregen om via deze regeling meer geld uit Europa te ontvangen. Een eerste verhoging, een vergoeding van 100% van de gemaakte kosten in plaats van 75%, werd daardoor mogelijk. Verder is ook het subsidiebedrag vanuit Europa verhoogd. Deze informatie is pas na de Tweede Herziening en de 10-maandsrapportage bekend geworden en kon daardoor niet in de begroting 2022 worden verwerkt. 

2. Regionaal Bureau Zelfstandigen 
Regionaal Bureau Zelfstandigen (RBZ) biedt financiële ondersteuning aan ondernemers die niet voldoende geld uit hun bedrijf kunnen halen om in hun levensonderhoud te voorzien. RBZ werkt regionaal. In 2022 hebben in totaal 3.180 Rotterdamse ondernemers een aanvraag ingediend waarvan er 2.500 zijn toegekend. Uit de regio zijn 2.375 aanvragen ontvangen. De afwijking bij RBZ bestaat uit een drietal posten die optellen tot € 600.000 (nadelig) en die allemaal terug te voeren zijn op de coronapandemie. Door het extra werk dat is verricht voor de regio heeft RBZ een veel hoger bedrag kunnen declareren bij de regio. Daardoor is de behaalde omzet met € 1,9 mln gestegen. Om het grote aantal aanvragen af te kunnen handelen heeft RBZ extra personeel moeten inhuren. De kosten hiervan zijn uitgekomen op € 3,6 mln. Door het extra ingezette personeel zijn niet alleen de aanvragen afgehandeld. De aan ondernemers verstrekte uitkeringen voor levensonderhoud zijn ook verrekend met het bedrijfsresultaat. Tot slot zijn er veel minder reguliere aanvragen ingediend, wat een onderbesteding van trajectkosten oplevert van € 1,1 mln.

3. BUIG
Het saldo op de BUIG is het verschil tussen het ontvangen budget voor bijstandsuitkeringen (BUIG) en de uitgaven aan bijstandsuitkeringen en loonkostensubsidies. Het BUIG-budget 2022 bedraagt € 523,7 mln. Ten opzichte van de 10-maandsrapportage zijn de uitkeringslasten € 900.000 lager dan eerder werd geraamd. Dit heeft tot gevolg dat de begrote onttrekking ook lager wordt met hetzelfde bedrag. Voor meer informatie over het BUIG-saldo wordt verwezen naar de Monitor Werk & Inkomen 3e tertaal 2022.

4. Voorziening dubieuze debiteuren bijstandsgerechtigden
Om het risico van het niet volledig innen van vorderingen op bijstandsgerechtigden op te kunnen vangen, wordt er jaarlijks door de gemeente een voorziening getroffen. Op basis van het betaalgedrag van het afgelopen jaar blijkt dat de terugbetalingen achterblijven ten opzichte van het gemiddelde in de afgelopen jaren. Dit is niet geheel onverwacht gezien de grotere aandacht voor sociaal incasseren, de naweeën vanuit de coronacrisis en de huidige energiecrisis. In de 10-maandsrapportage is derhalve een extra toevoeging aan deze voorziening gedaan van € 5,5 mln. Bij de jaarrekening is opnieuw de omvang van de benodigde voorziening bepaald. Het voorzieningspercentage is 70,95%. Hieruit blijkt dat, bovenop de eerdere toevoeging, nog een extra toevoeging aan de voorziening van € 2,0 mln nodig is. 

5. Uitvoering Energietoeslag
Vanwege de forse stijging van de energieprijzen is de regeling Energietoeslag in 2022 tot stand gekomen. Dit is een tegemoetkoming van de overheid in de energiekosten voor huishoudens met een laag inkomen. Hiervoor is vanuit het Rijk budget vrijgemaakt. Vanuit de ontvangen rijksmiddelen is voor de uitvoeringskosten van de Energietoeslag 2022 € 7,0 mln beschikbaar gesteld. De uitvoeringslasten over het jaar 2022 bedragen € 3,2 mln. 

6. Uitvoering TOZO
De regeling Tijdelijke Overbrugging Zelfstandige Ondernemers is in 2020 tot stand gekomen als een tijdelijke regeling voor zelfstandig ondernemers, waaronder zzp'ers, die door de coronacrisis financieel in de problemen kwamen en niet in hun eigen levensonderhoud konden voorzien. Op totaal niveau zijn de meerjarige uitvoeringskosten binnen het totale beschikbaar gestelde uitvoeringsbudget gebleven. In eerdere jaren was een onderschrijding in uitvoeringskosten zichtbaar. Daarvan is een deel in een bestemmingsreserve opgenomen voor doorlopende werkzaamheden en een deel is teruggevloeid naar de algemene middelen. In 2022 is als gevolg van nakomende kosten voorgaande jaren een nadelig saldo van € 3,4 mln ontstaan.

7. Uitvoering Opvang Vluchtelingen Oekraïne
Door het Rijk is als gevolg van de oorlog in Oekraïne budget vrijgemaakt voor de regeling Opvang Vluchtelingen Oekraïne. Het programma Werk en Inkomen zorgt voor de uitvoering van het verstrekken van de leefgelden. Het verschil tussen de ontvangen vergoeding en de gerealiseerde uitvoeringslasten bedraagt € 600.000. Dit betreft een verrekening binnen de organisatie die niet was begroot. 

8. Rotterdam Inclusief
Het voordelige resultaat van € 3,5 mln bij Rotterdam Inclusief is het gevolg van verschillende factoren. Er zijn meer opbrengsten van € 1,5 mln ontvangen waar ook hogere kosten tegenover staan van € 700.000. Daarnaast zijn de personele lasten lager van bijna € 1,4 mln door een daling van het aantal WSW’ers en indexering op de budgetten ten behoeve van WSW. Verder heeft het UWV dit jaar voor € 500.000 vergoedingen uitgekeerd. Tenslotte is een positief saldo van  € 800.000 ontstaan doordat er minder uitgaven zijn gedaan in het kader van de transitie Rotterdam Inclusief en er geen uitgaven zijn gedaan voor de overgang van de medewerkers Nieuw Beschut van SSC Flex naar de gemeente. Deze laatste is vertraagd doordat toestemming om af te wijken van het pensioenfonds ABP pas op 1 januari 2023 is gegeven. De kosten voor de overgang zullen in 2023 komen. Hierover volgt een bestemmingsvoorstel.

9. Arbeidsparticipatie
Het gaat hier om verschillende afwijkingen bij het Jongerenloket en Prestatie010, waaronder extra baten vanuit Europese subsidieregelingen (AMIF) van € 300.000. Uit het Gemeentefonds zijn extra middelen pas beschikbaar gesteld bij de 10-maandsrapportage. Het was niet meer mogelijk om deze middelen van € 1,8 mln in te zetten. Dit heeft tot gevolg dat de hieraan gerelateerde begrote onttrekking van € 400.000 niet nodig was. 

10. Bestemmingsreserve Steun- en Herstelpakket 
Doordat de activiteiten voor de bestrijding van de jeugdwerkloosheid later zijn opgepakt, zijn de kosten € 2,0 mln lager uitgevallen dan begroot. In de programmalasten is echter ook € 1,8 mln kosten voor de regionale mobiliteitsteams (RMT) opgenomen, welke via declaratie weer worden ontvangen van het UWV. Per saldo € 200.000 onderbesteding van de lasten. De ontvangsten van het UWV waren niet begroot, hierdoor zijn er € 1,8 mln meer baten dan begroot. Aangezien de financiering plaatsvind vanuit de bestemmingsreserve, is er ook € 2,0 mln minder onttrokken.

11. Bestemmingsreserve Statushouders
Deze reserve is vanuit het rekeningresultaat 2020 gevormd in 2022. De verwachting was dat in 2022 aan deze reserve zou worden onttrokken. Dat is niet nodig gebleken omdat er niet begrote middelen uit Europa (REACT-EU) beschikbaar waren. In 2022 is alleen de toevoeging aan de reserve geboekt, wat resulteert in een negatief resultaat van € 1,0 mln.

12. Toeslagenaffaire
De toeslagenaffaire (ook wel kinderopvangtoeslagaffaire) is een Nederlandse politieke affaire als gevolg van onterechte fraudeverdenkingen met toeslagen en een streng terugvorderingsbeleid van het Rijk. Burgers die als gevolg hiervan zijn aangemerkt als slachtoffer en die bij de gemeente schulden hebben worden als het ware kwijtgescholden. Hier tegenover staat dat het Rijk 100% risicodrager is.

13. Overig
Het gaat hier om een saldo van verschillende kleine afwijkingen, waaronder:

  • Hogere baten: onder andere voor vergoeding medewerkers die een ziektewetuitkering ontvangen vanwege ziekte of zwangerschap en hogere opbrengsten vanuit de regio voor HalloWerk.
  • Hogere lasten: onder andere door technische verrekening met het deelprogramma Arbeidsparticipatie, hogere inzet op diagnose instrumenten en meer kosten aan assessment Statushouders. 
  • Lagere onttrekking reserves: onder andere door lagere onttrekking voor het Rotterdams Scholingsfonds.