Niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen
De niet uit balans blijkende verplichtingen zijn langlopende overeenkomsten waaruit één of meerdere verplichtingen voortvloeien. Hiertoe rekenen we ook de verplichtingen die slechts voor één jaar of minder zijn aangegaan, die in de loop van het jaar zijn ontstaan en per ultimo van dat betreffende jaar nog voortduren. Er dient gerapporteerd te worden over alle contracten die boven het drempelbedrag liggen van de Europese aanbestedingsregels. De meerjarige contracten nemen we op voor het volle bedrag waarover het contract is gesloten.
De volgende verplichtingen worden onderscheiden:
- garantieverplichtingen
- inkoop- en afnameverplichtingen
- huurverplichtingen
- subsidieverplichtingen
- leveringsverplichtingen
- arbeidskostengerelateerde verplichtingen
Onderstaand volgt de beschrijving van garanties en borgstellingen zoals wordt voorgeschreven in artikel 57 van het BBV. Vervolgens geven we u, conform artikel 53 van het BBV, een beschrijving van de belangrijkste overige financiële verplichtingen. Ten slotte presenteren wij een overzicht van de niet uit de balans blijkende rechten.
Buiten balanstelling | Gegarandeerd bedrag 31-12-2021 | Gegarandeerd bedrag 01-01-2022 | Gegarandeerd bedrag 31-12-2022 |
---|---|---|---|
Niet uit de balans blijkende verplichtingen | |||
Borgstellingen waarborgfondsen met achtervang gemeente Rotterdam | 9.503.944 | 9.503.944 | 9.849.507 |
Garanties volkshuisvesting particulieren | 30.133 | 30.133 | 26.839 |
Garanties ten behoeve van rechtspersonen | 8.999 | 8.999 | 7.257 |
Indirecte garantstellingen uit hoofde van gemeenschappelijke regelingen | 70.954 | 70.954 | 64.833 |
Totaal | 9.614.030 | 9.614.030 | 9.948.436 |
De onder de buiten balanstelling opgenomen posten worden hieronder nader toegelicht.
Achtervang, garanties en borgstellingen
1. Borgstellingen waarborgfondsen met achtervang gemeente Rotterdam
De gemeente fungeert als achtervanger bij twee verschillende waarborgfondsen, de Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW) en de Stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Als achtervanger is de gemeente verplicht om renteloze leningen te verstrekken aan de waarborgfondsen als die in liquiditeitsproblemen komen door een te laag fondsvermogen. In lijn met de voorgaande jaren wordt het gegarandeerde bedrag weergegeven als het totaal van de borgstellingen die de waarborgfondsen hebben afgegeven op Rotterdams grondgebied. Dit is niet het werkelijke risicobedrag voor de gemeente Rotterdam. Bij aanspraak op alle achtervangers door de waarborgfondsen voor renteloze leningen wordt het hier gepresenteerde bedrag als verdeelsleutel gehanteerd. De VNG is gevraagd een methodiek te ontwikkelen voor de verslaglegging over de achtervangpositie en de berekening van het risico waarmee de achtervangpositie gepaard gaat.
Borgstellingen van waarborgfondsen op Rotterdams grondgebied met achtervang gemeente | Gegarandeerd bedrag 01-01-2022 | Gegarandeerd bedrag 31-12-2022 |
---|---|---|
a. Waarborgfonds Eigen Woning (WEW) | 2.435.000 | 2.273.000 |
b. Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) | 7.068.944 | 7.576.507 |
Totaal borgstellingen van waarborgfondsen | 9.503.944 | 9.849.507 |
Ad 1.a Achtervang Waarborgfonds Eigen Woning
Het WEW biedt via de Nationale Hypotheek Garantie (NHG) aan de geldgevers zekerheid voor het geval de hypotheekgever niet aan zijn financiële verplichtingen voldoet. Geldgevers kunnen het WEW aanspreken voor de restschuld bij gedwongen verkoop. De achtervangfunctie van de gemeente geldt alleen voor hypotheken die tot 1 januari 2011 zijn afgesloten, daarna is sprake van 100% achtervang van het Rijk. De Rotterdamse achtervangpositie bij WEW neemt jaarlijks verder af. Volgens de laatste opgave van het WEW wordt borg gestaan voor leningen onder Rotterdamse achtervang (afgegeven tot 2011) met een oorspronkelijke leningbedrag van € 2,3 mrd. Dit is ongeveer 1,0% van het totaal door het WEW gegarandeerd bedrag (€ 237,2 mrd).
Ad 1.b Achtervang Waarborgfonds Sociale Woningbouw
Het WSW heeft als doel om de toegang tot de kapitaalmarkt voor de deelnemende woningcorporaties te bevorderen. Daarvoor biedt zij zekerheid aan geldgevers van woningcorporaties voor de rente- en aflossingsverplichtingen van de geborgde geldleningen. De woningcorporaties betalen hiervoor een borgstellingsvergoeding aan het WSW. Pas als de buffers van het WSW ontoereikend zijn, wordt de achtervang van het Rijk en de gemeenten aangesproken. In 2018 is het WSW een strategisch programma gestart om het borgstelsel te versterken. In 2021 zijn de gewijzigde afspraken tussen WSW, de corporaties en de achtervangers vastgelegd in verschillende overeenkomsten. Vóór 1 augustus 2021 stonden gemeenten rechtstreeks in de achtervang voor individuele leningen. Voor leningen na 1 augustus 2021 worden leningen achteraf aan gemeenten toegerekend naar rato van het bezit van de betreffende corporatie dat zich in de gemeente bevindt. Van het totaal van € 85 mrd door het WSW geborgde bedrag heeft € 7,6 mrd betrekking op de achtervang van de gemeente Rotterdam.
2. Garanties volkshuisvesting particulieren
Ad 2.a Hypotheekgaranties
Deze hypotheekgaranties zijn in het verleden rechtstreeks door de gemeente ten behoeve van particulieren verstrekt. Tot 1995 gold er een rijksregeling. Eventuele verliezen op grond van deze regeling komen voor 50% voor rekening van het Rijk en voor 50% voor rekening van de gemeente. Het risico voor de gemeente is 50% van het verschil tussen restantschuld en de waarde van de woning bij verkoop. Bij de instelling van het WEW in 1995 eindigde deze rijksregeling.
Ad 2.b Garantielening NRF-leningen
In 1992 is de Samenwerkingsovereenkomst en de Overeenkomst inzake Zekerheidsfonds tussen de gemeente Rotterdam en de Stichting Nationaal Restauratiefonds (NRF) getekend. Hierbij heeft de gemeente Rotterdam zich garant gesteld voor door het NRF uitgegeven geldleningen aan voornamelijk particulieren.
3. Garanties ten behoeve van rechtspersonen
Ultimo 2022 was het totaal gegarandeerde bedrag € 7,3 mln (2021: € 9 mln). Dit betrof 13 verschillende geldnemers (2021: 15) met totaal 17 geldleningen (2021: 23). De meeste borgstellingen zijn vóór 2008 afgegeven. In 2022 zijn geen nieuwe borgstellingen verleend.
Achtervang, garanties en borgstellingen t.b.v. rechtspersonen | Geldnemer | Aandeel Rotterdam | Hoofdsom | Gegarandeerd bedrag 01-01-2022 | Gegarandeerd bedrag 31-12-2022 |
---|---|---|---|---|---|
Garanties ten behoeve van rechtspersonen, niet-deelnemingen | |||||
Kunst | Stichting KunstAccomodatie Rotterdam | 100% | 857 | 171 | 86 |
Stichting Kunstzinnige Vorming | 100% | 945 | 280 | 197 | |
St Muziektheater de Ontmoeting | 100% | 319 | 279 | 274 | |
Zorg | Stichting HefGroep Rotterdam | 100% | 934 | 209 | 0 |
Stichting Argos Zorggroep | 100% | 4.813 | 3.657 | 3.441 | |
Stichting Horizon | 100% | 497 | 213 | 177 | |
Stichting Humanitas | 100% | 1.157 | 613 | 545 | |
Stichting Laurens | 100% | 3.864 | 1.288 | 966 | |
Stichting Lelie Zorggroep | 100% | 327 | 163 | 143 | |
Stichting Zeemanshuis Rotterdam | 100% | 655 | 179 | 0 | |
Sport en recreatie | Stadion Excelsior BV | 100% | 590 | 161 | 107 |
St. Koninklijke Rotterdamse Diergaarde | 100% | 3.800 | 1.114 | 715 | |
Watersportvereniging Aegir | 100% | 25 | 7 | 5 | |
Overig | Woonvereniging De Nieuwe Blauwen | 100% | 349 | 45 | 4 |
Woonwerkvereniging de Lelie | 100% | 763 | 620 | 598 | |
Totaal garanties ten behoeve van rechtspersonen | 19.895 | 8.999 | 7.257 |
De garanties die in het segment Kunst zijn verstrekt, hebben betrekking op drie stichtingen voor aankoop en verbouwing van hun locaties. De garantieverplichtingen in het segment Zorg betreffen voornamelijk leningen ten behoeve van de investeringen in zorginstellingen (Argos, Humanitas, Laurens), waarbij de garanties in eerste instantie in de jaren 1970 – 1990 zijn afgegeven. In de jaren 90 zijn een aantal schulden geherfinancierd en wederom gegarandeerd. In 2022 heeft de Hefgroep alle leningen met de gemeente als garantsteller afgelost. Ook de stichting Zeemanshuis Rotterdam heeft de gegarandeerde lening in 2022 volledig afgelost. Het totale schuldrestant van de leningen in het segment Zorg is teruggelopen van € 6,3 mln ultimo 2021 naar € 5,2 mln ultimo 2022. In het segment Sport en recreatie staat voor € 0,8 mln (2021: € 1,3 mln) aan garanties uit, vooral voor Diergaarde Blijdorp (€ 0,7 mln).
4. Indirecte garantstellingen uit hoofde van gemeenschappelijke regelingen
Indirecte garantiestellingen uit hoofde van gemeenschappelijke regelingen | Gegarandeerd bedrag 01-01-2022 | Gegarandeerd bedrag 31-12-2022 |
---|---|---|
a. Gemeenschappelijke regeling Grondbank RZG Zuidplas | 26.800 | 22.000 |
b. Gemeenschappelijke regeling Nieuw Reijerwaard | 44.154 | 42.833 |
Totaal indirecte garanties u.h.v. gemeenschappelijke regelingen | 70.954 | 64.833 |
Ad 4.a. Indirecte garantstellingen GR Grondbank RZG Zuidplas
De gemeente Rotterdam heeft een deelname van 40% in de rechten en verplichtingen van de gemeenschappelijke regeling Grondbank RZG Zuidplas. Volgens de concept jaarstukken 2022 heeft de gemeenschappelijke regeling Grondbank RZG Zuidplas ultimo 2022 voor € 55 mln aan leningen opgenomen. De gemeente Rotterdam staat indirect voor 40% van dit bedrag garant, dat wil zeggen voor € 22 mln.
Ad 4.b. Indirecte garantstellingen Nieuw Reijerwaard
De gemeente Rotterdam heeft een deelname van 33% in de rechten en verplichtingen van de gemeenschappelijke regeling Nieuw Reijerwaard. Volgens de concept jaarstukken 2022 heeft de gemeenschappelijke regeling voor € 129,8 mln aan leningen opgenomen. De gemeente Rotterdam staat indirect voor 33% van dit bedrag garant, dat wil zeggen voor € 42,8 mln.
In 2022 is de gemeente niet aangesproken op borg- en garantstellingen van leningen.
Overige niet uit de balans blijkende verplichtingen
Bankgaranties
Ultimo 2022 heeft de gemeente Rotterdam voor in totaal € 1,2 mln aan bankgaranties uitstaan.
Renteswaps
De gemeente heeft in 2009 en 2010 renteswaps afgesloten om toekomstige renterisico’s te beperken. Daarna zijn geen nieuwe renteswaps meer afgesloten. Het totale volume van de lange financieringsbehoefte dat door middel van swaps tegen toekomstige renterisico’s is beschermd bedraagt per ultimo 2022 € 185 miljoen. Deze swaps zijn afgesloten bij de Bank Nederlandse Gemeenten, een van de meest veilige banken ter wereld. De renteswaps zijn effectief.
Bedragen x € 1.000 | BNG 253507 | BNG 253508 | BNG 260784 |
---|---|---|---|
Type instrument | Payer swap | Receiver swap | Payer swap |
Tegenpartij | BNG Bank | BNG Bank | BNG Bank |
Onderliggende waarde | 100.000 | -100.000 | 85.000 |
Jaar van afsluiten | 2010 | 2010 | 2010 |
Ingangsjaar | 2010 | 2010 | 2012 |
Looptijd | 50 jaar | 20 jaar | 50 jaar |
Betaalde rente | 3,10% | Euribor | 3,31% |
Ontvangen rente | Euribor | 3,35% | Euribor |
Onderliggende lening(en) | 10017720 | 10018850 | |
Hoofdsom onderliggende lening(en) | 100.000 | 85.000 | |
Marktwaarde per 31-12-2021 | -93.341 | 28.299 | -89.962 |
Marktwaarde per 31-12-2022 | -14.873 | 2.385 | -18.550 |
Een renteswap heeft bij afsluiten een marktwaarde van € 0. Afhankelijk van ontwikkelingen in de marktrente kan zich gedurende de looptijd van een renteswap een (positieve of negatieve) marktwaarde ontwikkelen. De marktwaarde van de renteswaps zal echter aan het einde van de looptijd altijd weer teruglopen tot € 0. De theoretische marktwaarde van de renteswaps bedroeg ultimo 2022 -/- € 31,0 (ultimo 2021 was dit -/- € 155,0 mln). Deze marktwaarde is echter alleen van belang indien er sprake is van een bijstortverplichting – daarbij wordt een bedrag tot maximaal de marktwaarde ter zekerheid aan de tegenpartij in onderpand gegeven – of als er voortijdig moet worden afgekocht. Omdat voor de gemeente geen bijstortverplichting geldt en er contractueel geen bijzondere ontbindende voorwaarden bestaan, is deze theoretische marktwaarde voor de gemeente niet relevant.
Inkoopverplichtingen
Onderstaand worden de lopende contracten vermeld waarvoor langlopende inkoopverplichtingen bestaan.
Inkoop- en afnameverplichtingen | Openstaande verplichting (x € 1.000,-) |
---|---|
Categorie | |
Aankoop | 4.999 |
Activiteiten | 21 |
Automatisering | 98.582 |
Communicatiekosten | 15.865 |
Facilitaire diensten | 498.186 |
Financiele diensten | 3.216 |
Flexibele arbeid | 22.950 |
Gebouwen & Installaties | 76.928 |
GREX | 2.880 |
Horeca | 224 |
Kantoorbenodigdheden | 16.435 |
Maatschappelijke activering | 14.497 |
Materialen | 45.469 |
Medische kosten | 861 |
Natuur en Milieu | 14.083 |
Niet-Inkoop en specifiek | 677 |
Overige materiële kosten | 849 |
Personeelskosten | 19.845 |
Subsidies | 41 |
Telecommunicatie | 1.236 |
Uitbestede werkzaamheden | 460.957 |
Veiligheid & Middelen | 3.806 |
Verkeer & Parkeer | 27.689 |
Vervoer | 1.996 |
Vervoer & Logistiek | 41.260 |
Voorziening | 8.240 |
Werken | 314.078 |
Zorg | 276.440 |
Eindtotaal | 1.972.311 |
Huurverplichtingen
Voor de vastgoedexploitatie wordt een aantal vastgoedobjecten meerjarig gehuurd. Onderstaande tabel toont de huurverplichtingen voor 2023 en de daaropvolgende jaren.
Subsidieverplichtingen
Verplichtingen van subsidies die toegekend zijn in 2022 waarvan de activiteiten gedeeltelijk of geheel plaatsvinden in 2023.
Subsidieverplichtingen | Openstaande verplichting (x € 1.000,-) |
---|---|
Structureel dKC | 89.977 |
Onderwijs Jonge Kind | 25.981 |
Jeugd - Stevige Start | 14.703 |
SO Duurzaamheid | 8.473 |
SO Algemeen | 6.731 |
Jeugd - Overige Jeugd | 4.286 |
Onderwijs PO | 4.138 |
Jeugd - Jeugdhulp B | 3.595 |
179 Sport | 3.249 |
552 - PWVB | 2.139 |
Onderwijs VO | 1.767 |
Zorg en Veilig | 1.318 |
179 Wijkrecreatie | 1.125 |
Zorg en Maatschappelijke Opvang | 804 |
Projectsubsidies cultuur | 579 |
Citylab010 stadsjury | 497 |
Onderwijs MBO-HO | 458 |
Jeugd - Jeugdhulp A | 441 |
SO Duurzaamheid Gebiedsaanpak | 434 |
SO Economie | 279 |
Overig dKC | 232 |
Jeugd - Risicojongeren | 212 |
Mobiliteit | 197 |
Jeugd - Sociaal Medische Indicatie | 170 |
Veiligheid | 131 |
Welzijn Gebied | 130 |
Jeugd - Kansrijk Opgroeien | 129 |
Bijzondere bijstand | 129 |
Samenleving | 102 |
SB Klimaat | 50 |
Onderwijshuisvesting | 30 |
Jongerenloket - Ex Participatiebudget | 23 |
Leefstijl, Leefomgeving en Indicatie | 16 |
Jeugdwerkloosheid | 14 |
Algemeen | 8 |
Gebiedscommissie | 6 |
Werkgelegenheid | 4 |
Totaal | 172.555 |
Leveringsverplichtingen
Huurvorderingen van huurcontracten op jaarbasis op portefeuilleniveau.
Portefeuille | Totaal |
---|---|
Beheer Gebiedsontwikkeling | 76.499 |
BNK Bedrijfsmatig onroerend goed | 15.379 |
BNK Strategisch | 264 |
BNK Wonen | 121 |
Brandstofverkooppunten | 30.136 |
Concernhuisvesting | 940 |
GO Beheer panden NPRZ | 2.489 |
GO Beheer GREX | 708 |
Grond | 24.239 |
Kunst en cultuur | 164.754 |
Onderwijs | 16.428 |
Opvang vluchtelingen Oekraïne | 21 |
Parkeren | 28.443 |
Reclame | 19.910 |
Sport en recreatie | 65.316 |
Water | 896 |
Welzijn en zorg | 27.658 |
Totaal | 474.203 |
Arbeidskostengerelateerde verplichtingen
Voor de arbeidskosten gerelateerde verplichtingen met vergelijkbaar volume is door het college een eenduidige gedragslijn ontwikkeld. Voor de arbeidskostengerelateerde verplichtingen heeft de gemeente geen voorziening getroffen. Uitgangspunt is het BBV waarin staat voorgeschreven dat voor arbeidskostengerelateerde verplichtingen met een jaarlijks vergelijkbaar volume, zoals voor verlofsparen, geen verplichting mag worden opgenomen. Uitzonderingen vormen specifieke posten voor pensioenen van bestuurders. Jaarlijks wordt een inventarisatie gemaakt van de arbeidskostengerelateerde verplichtingen (met onderbouwing). Op grond van de onderbouwing wordt beoordeeld of de geïnventariseerde verplichtingen leiden tot een verstorend effect.
Er is sprake van een verstorend effect indien de mutaties in de omvang van de gemiddelde verplichtingen of de lasten voor arbeidskostengerelateerde verplichtingen, over een periode van vier jaar meer dan 2% bedraagt van het totaal aan personele lasten van de jaarrekening (t-1). Indien sprake is van een verstorend effect, is sprake van een ‘niet vergelijkbaar volume’. In dat geval wordt in de concernjaarrekening een voorziening gevormd voor het deel dat de norm van 2% overschrijdt. Indien het risico zich voordoet, dan beslist het college bij de bestuursrapportages over de budgettaire consequenties. De gemiddelde omvang van de aan arbeidskostengerelateerde verplichtingen in de periode 2023 tot en met 2026 bedraagt € 18,5 mln. De tolerantienorm voor 2022 bedraagt circa € 20,5 mln. De gemeente blijft hiermee onder de norm.
Niet uit de balans blijkende rechten
Eind 2022 hebben we bezwaar ingediend tegen de naheffingsaanslag BCF 2017 in verband met gratis reizen voor onder andere AOW'ers. Ter behoud van rechten is bij het Rijk een bezwaarschrift ingediend tegen de beschikking terug te vorderen compensabele BTW over het jaar 2016.
Niet uit de balans blijkende rechten | Bedrag (x € 1.000,-) |
---|---|
BTW-compensatie gratis openbaar vervoer; bezwaar terug te vorderen compensabele BTW 2016 | 370 |
BTW-compensatie gratis openbaar vervoer; bezwaar terug te vorderen compensabele BTW 2022 | 419 |
Naheffing BCF 2022; project RREW | 12 |
Baten erfpachtconversies | 59.448 |
Totaal | 60.249 |