Wonen en bouwen
Beleidskaders, -monitors en wetgevingGroei van de woningvoorraad en aantrekkelijke woonmilieus.
Woningvoorraad met toekomstwaarde.
Basis op orde.
Voortgang 2021
Ga naar vorig P&C-documentDe hoofddoelstellingen van het woonbeleid van de gemeente Rotterdam zijn aantrekkelijkere woonmilieus, een woningvoorraad met voldoende kwaliteit en duurzame toekomstwaarde, en borging dat de basis van de woningmarkt op orde blijft.
Visies en beleid
In Rotterdam is er behoefte aan veel nieuwe woningen om de druk op de woningmarkt te verlichten, daarbij wordt ingezet op een constant hoge bouwstroom in de komende jaren. Tijdens deze woningkrapte staat met name woningen voor het middensegment en woningen voor starters onder druk. Wij zetten daarbij stevig in om juist ook voor deze groepen nieuwbouw te realiseren.
De gemeente Rotterdam zet zich in op het versterken van de positie van de koopstarter op de Rotterdamse woningmarkt. Eén van de instrumenten die de gemeente voornemens is om in te zetten is de starterslening, naast bijvoorbeeld meer sturing op de nieuwbouw van koopwoningen in het middensegment en het aanpakken van het verdienmodel van particuliere beleggers die oneigenlijke hoge huren vragen. Kopers kunnen met de Starterslening, die loopt via het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten (SVn), een extra lening krijgen als onderdeel van de totaal benodigde financiering voor een koopwoning tot de Nationale Hypotheek Garantie (NHG)-grens. Door deze steun in de rug kunnen zij net iets meer besteden, waardoor een groter deel van de koopwoningvoorraad binnen hun bereik komt. Rotterdammers tussen de 18 en 35 jaar kunnen een starterslening aanvragen voor de aankoop van hun eerste woning. Ook Rotterdammers ouder dan 35 jaar die een sociale huurwoning van een woningcorporatie achterlaten, kunnen de starterslening aanvragen. De regeling is alleen beschikbaar voor starters uit Rotterdam die voor het eerst een huis kopen, bijvoorbeeld omdat ze uit huis gaan, omdat ze doorstromen uit een studentenkamer of uit de sociale woningvoorraad van corporaties (ter aansluiting bij Actieplan Beschikbaarheid).
De eerste maanden van 2021 is er extra ingezet op het middensegment huur- en koopwoningen. Dit onderdeel van de programmering, komt als gevolg van de stijgende woningprijzen steeds verder onder druk te staan. Desondanks resulteert onze ingezette sturing in een steeds beter effect in onze bouwprogrammering. Via tendervoorwaarden en het maken van afspraken hierover in privaatrechtelijke overeenkomsten worden de afspraken hierover tussen de gemeente en marktpartijen vastgelegd. Naast de programmering zelf wordt hierin ook afspraken gemaakt over zelfbewoningsplicht en een anti-speculatiebeding. De aantallen die worden gerealiseerd in het middensegment koop zijn nog niet naar tevredenheid. Daarom worden aanvullend op het Actieplan middenhuur momenteel gewerkt aan een Actieplan middenkoop.
Door de gespannen woningmarkt staat ook de betaalbaarheid van de bestaande woningvoorraad onder druk. In de verhuur van deze voorraad vinden geregeld misstanden plaats. Het actieplan Goed (ver)huren is gericht op het optreden tegen deze misstanden en het bevorderen van goed verhuurderschap. Door onder andere ondersteuning en advisering van huurders en voorlichting aan verhuurders, maar ook door inzet van nieuw instrumentarium zoals een verhuurdersvergunning wordt gestuurd op goed verhuurderschap. Nieuwe regelgeving is in ontwikkeling voor een zelfbewoningsplicht in de particuliere voorraad in de vorm van de regeling Opkoopbescherming. Daarnaast is het wetsvoorstel Goed Verhuurderschap is onlangs in consultatie gegaan. Hierin is een landelijke verhuurvergunning opgenomen.
Binnen Rotterdam wordt al jaren gewerkt met een verordening op de Huisvestingswet om te sturen op de toegang tot de woningmarkt en de samenstelling van de woningvoorraad. Via deze verordening wordt onder meer de Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek (Rotterdamwet) geïmplementeerd, alsmede het vergunningstelsel voor woningonttrekking, kamerbewoning, woningvorming en splitsing. Per 1 juli 2021 is er een nieuwe verordening van kracht. Met deze nieuwe verordening wordt een betere onderbouwing van de inzet van de instrumenten geregeld, een aanpassing van de straten waar de Rotterdamwet van toepassing is, een aanscherping van de regels rond kamerbewoning en worden regels ingevoerd ten aanzien van toeristische verhuur van woonruimte.
Doelgroepen verordening:
Het opstellen van een Doelgroepenverordening middensegment is één van de maatregelen die zijn aangekondigd in het Actieplan Middenhuur. Met deze verordening kan invulling worden gegeven aan de wens om meer sociale koop en middensegment huur te realiseren en te waarborgen.
Het is een publiekrechtelijke ‘stok achter de deur’; verwijzing naar de toepassing van het instrument kan een privaatrechtelijke onderhandeling alsnog de gewenste kant op sturen.
De feitelijke toepassing van de verordening via een haakje in het bestemmingsplan, is een terugvaloptie om de haalbaarheid van de doelstellingen van ‘wijken in balans’, zoals beschreven in de Gebiedsatlas, te vergroten. De inwerkingtreding is beoogd in 2021.
Woningbouwproductie
De bouwproductie in deze Collegeperiode is tot augustus 2021 gestegen tot circa 12.000 woningen. Sinds 2018 is door het college fors ingezet op het beschikbaar maken van voldoende bouwlocaties om de hogere bouwproductie te faciliteren. Mede doordat in de vorige crisis een tekort aan beschikbare bouwlocaties is opgebouwd kent de versnellingsopgave een lange aanlooptijd. Ook de tijd die nodig is geweest om het ambtelijk apparaat te versterken heeft ervoor gezorgd dat de productie niet direct kon worden opgeschroefd. De resultaten worden echter steeds zichtbaarder:
-
In 2020 is een fors hoger aantal aangevraagde omgevingsvergunningen tot 6.600 woningen ingediend.
-
Het tekort aan bouwlocaties die nodig zijn om een continue bouwstroom te realiseren, is grotendeels teruggebracht. De planvoorraad voor de Midden Langere Termijn (2022 – 2030) is gestegen met circa 20.000 woningen tot 42.000 woningen totaal. In 2018 was voor deze periode voor slechts circa 22.000 woningen bouwlocaties.
-
Het “doorbouwmanifest” dat de gemeente gesloten heeft met marktpartijen en corporaties heeft richting gegeven om de versnellingsopgave ook tijdens de corona epidemie door te zetten.
Risico’s:
Het College blijft zich maximaal inzetten om de bouwproductie in de huidige collegeperiode te maximaliseren en om voldoende bouwlocaties op te starten zodat ook in de komende jaren een hoge productie gerealiseerd kan worden. Nu de planvoorraad en de ambtelijke capaciteit in belangrijke mate op orde zijn, wordt geconstateerd dat vertragingsfactoren steeds vaker buiten de invloedsfeer van de gemeente liggen.
Oorzaken van vertraging liggen bijvoorbeeld in het moeten doorlopen van bezwaar- of beroepsprocedures, het moeten herontwikkelen als gevolg van sterk stijgende bouwkosten, de bouwmaterialen schaarste en de achterblijvende beschikbaarheid van voldoende capaciteit bij ontwikkelaars en aannemers.
Op de bouwlocaties waar vertraging vanuit externe factoren zijn ontstaan, wil het College deze vertragingen tot een minimum beperken, en zo veel als mogelijk inlopen in het begin van 2022. Daar waar de formele startbouwhandeling doorschuift naar 2022 wordt daarom ook stevig ingezet op het, nog in 2021, opstarten van de voorbereidende werkzaamheden zoals sloop van bestaande opstallen, omleggen van kabels en leidingen, uitvoeren van bodemsanering en overige werkzaamheden voor het bouwrijp maken. Marktpartijen en corporaties worden hierop aangesproken aan en leggen dit zo nodig vast in aanvullende afspraken.
Versterken bestaande woningvoorraad
Begin 2021 is het Vitaliteitsonderzoek naar de toekomstbestendigheid van de bestaande woningvoorraad opgeleverd. Dit onderzoek toont aan dat als gevolg van het huidige kwaliteitsniveau van de woningvoorraad, maar ook door toekomstige kwaliteitsambities bijvoorbeeld in het kader van het Klimaatakkoord tot aan 2050 forse investeringen in de bestaande voorraad nodig zijn. Dit onderzoek is benut voor lobby. Het onderzoek vormt tevens de onderlegger voor toekomstige aanpak van de voorraad.
Op verschillende manieren zet Rotterdam in op het versterken van de bestaande woningvoorraad. Het vitaliteitsonderzoek toont aan dat de Rotterdamse woningvoorraad deels niet aan de huidige kwaliteitseisen voldoet, maar dat er bovendien nog een grote opgave is om de voorraad toekomstbestendig te maken.
Via diverse programma’s worden eigenaren gestimuleerd, gefaciliteerd en - als het niet anders kan - gedwongen om hun woning te onderhouden Zo is het programma funderingsaanpak gericht op onderzoek- en herstel en heeft Rotterdam een asbestdaken loket ten behoeve van asbestsanering. Onder de vlag van het Nationaal Programma Rotterdam Zuid (NPRZ) vindt de aanpak basiskwaliteit Steigers op Zuid plaats. Daarnaast wordt gewerkt aan een ingrijpende aanpak van de particuliere woningvoorraad door middel van herstructurering en wordt samenvoegen en vergroten van woningen gestimuleerd met een aantrekkelijke subsidieregeling.
Gedurende de zomer zijn de aanbestedingsprocedures voor de aanpak Steigers op Zuid 2021 uitgevoerd, waarna de uitvoering en het benaderen van de VvE’s in het derde kwartaal plaatsvindt. De aanpak van dit programma verloopt conform planning.
Onlangs is bekend gemaakt dat de Rotterdamse aanvraag voor het Volkshuisvestingsfonds 2021 voor ingrijpende aanpak NPRZ is toegekend waardoor nieuwe kwaliteitsimpuls mogelijk wordt. De diverse aanpakken worden indien mogelijk gecombineerd met verduurzaming en/of het aardgasvrij/aardgasvrij-ready maken. Ook de woningcorporaties zijn actief met het toekomstbestendig maken van hun voorraad.
COVID-19 was en is van invloed op de werkzaamheden in de gebiedsaanpakken aardgasvrij: energiecoaches kunnen niet bij mensen thuis langs, een aantal wijkacties/ events is uitgesteld en (bewoners)bijeenkomsten vinden online plaats. De ene doelgroep is hierdoor makkelijker te bereiken en de andere juist lastiger. Onlangs hebben gebouweigenaren in Pendrecht Zuid een financieel aanbod ontvangen om over te stappen op stadsverwarming. De komende maanden moet blijken in hoeverre zij bereid zijn de overstap te maken en wat de invloed van COVID-19 hierop is. Daarnaast is eind maart door de gemeente een duurzaamheidslening gelanceerd, die een aantrekkelijke financiering biedt voor huiseigenaren om hun woning te verduurzamen.
Vanuit het landelijk Klimaatakkoord ontstond de verplichting voor een gemeentelijke transitievisie warmte, waaraan invulling is gegeven met de Rotterdamse Transitievisie Warmte 1.0. Op basis van de resultaten van de 14 verkenningen aardgasvrij die in 2020 hebben plaatsgevonden, zijn gebieden geïdentificeerd waar het kansrijk is om vóór 2030 te starten met de aanleg van collectieve warmteoplossingen. De uitvoering is afhankelijk van de invulling van de benodigde randvoorwaarden, onder andere door het Rijk.
Bestuursopdracht Financiële sturing Stadsontwikkeling
Tijdens de voorjaarsretraite 2021 heeft het college besloten de concerndirecteur Stadontwikkeling en de Concerncontroller de Bestuursopdracht Financiële sturing Stadsontwikkeling te geven. De opdracht vraagt om antwoord te geven op de vraag of de terugloop in algemene middelen voor de bouwopgave en duurzaamheidsopgave vanaf 2024 (gedeeltelijk) kan worden opgevangen door reallocatie van de totale beschikbare middelen (incidentele en (semi-)structurele middelen. De structurele opgave voor economie moet hierbij worden betrokken. De bestuursopdracht loopt in totaal twee jaar en is opgeknipt is twee fases. De eerste fase bestaat uit voorstellen op hoofdlijnen welke in deze begroting waar mogelijk al worden verwerkt en uit beter inzicht in de samenhang tussen doelstellingen, capaciteit en middelen van stadsontwikkeling. De tweede fase richt zich op de verdere implementatie van de gesignaleerde organisatorische en financiële verbeteringen binnen het concern.
Door de opdrachtnemers zijn voorstellen voor de oplossingen voor de drie opgaves gedaan. Een deel van deze oplossing richt zich op een andere manier van dekking dan via de algemene middelen zoals door een reële raming van de te verwachten Rijksbaten voor de Duurzaamheidsopgave (conform gebruikelijke werkwijze zoals o.a., bij jeugdhulp) of het toerekenen van kosten in de bouwopgave aan initiatiefnemers. Voor verwerking van al deze voorstellen is nadere uitwerking noodzakelijk.
In deze begroting wordt wel, voor de jaarschijven 2023 en 2024, een raming van reële Rijksbijdragen aan de gedecentraliseerde taken voortkomende uit het Klimaatakkoord opgenomen. Daardoor kunnen de lasten evenredig worden opgehoogd. In lijn met de concernbrede methodologie wordt deze raming periodiek, voor het eerst bij de Begroting 2023, naar nieuwe inzichten geactualiseerd om zodoende een reëlere raming voor 2023 en verder op te leveren. De concerndirectie en het college erkennen de noodzaak om ten aanzien van deze drie opgaven de continuïteit naar de organisatie te bevestigen. Deze erkenning zorgt voor rust en stabiliteit naar de organisatieonderdelen die werken aan deze opgaven.
Ontwikkelingen 2022-2025
Visies en beleid
De focus binnen het domein wonen en bouwen voor de periode 2022 en 2025 ligt op uitvoering van al vastgesteld of dit jaar nog vast te stellen visies en beleid, inclusief diverse aanpakken en-/of actieplannen. Verwachting is dat in 2022 het wetsvoorstel Goed Verhuurderschap in werking treedt, waarvoor Rotterdams beleid moet worden ontwikkeld.
Woningbouwproductie
Het College heeft afgelopen periode ingezet op het verhogen van de planvoorraad voor de (middel)lange termijn, door het benoemen, uitwerken en vaststellen van diverse nieuwe ontwikkellocaties, zoals Feyenoord City, Rijnhaven/Codrico, Nieuw Kralingen en Merwevierhavens. Ook zijn er voor de uitvoerbaarheid van diverse gebiedsontwikkelingen financiële middelen geregeld (bijv. via Woningbouwimpuls voor Noordrand Zuiderpark en Feyenoord City). De komende periode zal dit onverminderd doorgaan en zal voor veel ontwikkellocaties planologische ruimte in nieuwe bestemmingsplannen en financiële haalbaarheid geregeld moeten worden.
Het doorbouwmanifest heeft niet alleen richting gegeven in de versnellingsopgave tijdens COVID-19, maar ook de verkenning gestart om samen met marktpartijen te kijken hoe een continue en gedifferentieerde bouwstroom kan worden bewerkstelligd, waarbij de inzet qua prijssegmenten is gericht op 20-30-30-20.
Risico’s:
- Planologische en juridische procedures (bezwaren, milieuwetgeving, omgevingsvisie etcetera) Veel planaanbod voor de middellange termijn heeft nog geen harde status (passend in het planologische kader).
- Financiële haalbaarheid gebiedsontwikkelingen.
- Voorwaardelijke investeringen in infrastructuur, buitenruimte, maatschappelijke voorzieningen, etcetera.
- De mate van stijging bouwkosten heeft gevolgen voor de betaalbaarheid van woningen in relatie tot gedifferentieerd planaanbod.
- Onder de Wet kwaliteitsborging voor de bouw (Wkb) zijn de leges niet langer toereikend voor het dekken van de kosten zoals nu het geval is. De minister is schriftelijk geïnformeerd dat het uitgangspunt van de gemeente voor invoering van de wet is dat de gemeente gecompenseerd wordt.
Versterken bestaande woningvoorraad
Het recent uitgevoerde vitaliteitsonderzoek toont aan dat een groot deel van de Rotterdamse woningvoorraad niet toekomstbestendig is. De stapeling van fysieke problemen en ambities tot aan 2050 leiden tot een urgente een forse opgave. Door het vitaliteitsonderzoek worden de verschillende opgaven in de woningvoorraad – asbestdaken, klimaatadaptatie, funderingsproblematiek, achterstallig onderhoud en verduurzaming en aardgasvrij maken van de woningvoorraad - met elkaar in verband gebracht. Het vitaliteitsonderzoek vormt daardoor de onderlegger voor de toekomstige aanpak van de bestaande woningvoorraad. Zoals via het Nationaal Programma Rotterdam Zuid (NPRZ) en het programma funderingsaanpak. Het onderzoek is een bevestiging van de noodzaak van een langdurige aanpak in de particuliere voorraad op Zuid, maar laat ook zien dat op de noordoever nog een opgave ligt.
In de Rotterdamse Transitievisie Warmte wordt aangegeven welke gebieden kansrijk zijn om vóór 2030 te starten met een gebiedsaanpak aardgasvrij. De ambitie is om bij 83.000 van de 263.000 aardgasaansluitingen in Rotterdam voor 2030 gestart te zijn met een aanpak aardgasvrij. Dit vindt plaats met een haalbaar en betaalbaar alternatief tegen de laagst mogelijke maatschappelijke kosten. Om over te gaan tot de uitvoering in de kansrijke gebieden zijn extra middelen en mandaat nodig op gemeentelijke niveau. De manier waarop invulling wordt gegeven aan deze randvoorwaarden, onder andere door het Rijk bepaalt het tempo en de omvang van de uitvoering de komende jaren.
Wat willen we bereiken
Groei van de woningvoorraad en aantrekkelijke woonmilieus
- Versnelde groei van de Rotterdamse woningvoorraad door een hogere woningbouwproductie, meer concreet de start bouw van 18.000 woningen. Waarbij de groei ook voor een deel vorm krijgt via de transformatie van kantoorruimte.
- Een diverse woningbouw qua woningtypen (nieuw en bestaand) met een focus op toevoegingen in het middensegment en bijzondere aandacht voor toevoeging van huisvesting voor studenten en woningen geschikt voor ouderen en /of mensen met een beperking. Veranderingen in de woningvoorraad dragen bij aan wijken in balans zoals beschreven in de Gebiedsatlas.
- Een woningbouw die qua architectuur en stedenbouw recht doet aan de woonmilieus waarin de woningen toegevoegd worden en cultuurhistorische waarden zo goed mogelijk respecteert.
- Een woningbouw die waar mogelijk onderdeel uitmaakt van een integraal plan waarbij ook investeringen in groen, verblijfs- en speelruimte, parkeren en voorzieningen plaatsvinden.
- Een woningbouwproductie die het resultaat is van een goede ruimtelijke afweging tussen diverse ruimtelijke opgaven binnen de stadsgrenzen, die optimaal wordt aangehaakt op verschillende type stadsinfrastructuren, zoals onder meer OV- en fietsnetwerken en warmtenet.
Woningvoorraad met toekomstwaarde
- Woningen (nieuw en bestaand) hebben een goede bouwtechnische, energetische, ruimtelijke en woontechnische kwaliteit.
- Woningen (nieuw en bestaand) dragen bij aan de energietransitie door bijvoorbeeld aardgasvrij, gebruik van duurzame energie, opwekken en opslag van duurzame energie, een ontwerp dat leidt tot een verlaagd energieverbruik.
- (Ver)bouwprocessen van woningen en infrastructuren zijn ingericht volgens circulaire principes: materiaalstromen in en rondom woningen zijn ingericht op minimaliseren van afval, bevorderen van recycling en inzet van materialen met een minimale CO2-emissie.
- Woningen (nieuw en bestaand) dragen bij aan klimaatadaptie op het gebied van water en hittestress: bijvoorbeeld door groene daken, groene tuinen, zuinig watergebruik.
- Woningen (nieuw en bestaand) zijn ingericht op de eisen en mogelijkheden die de snel veranderende digitale omgeving stelt (bv. aansluiting op glasvezel, goede dekking snelle mobiele netwerken).
- Door bovenstaande ambities te combineren en met de sociale en economische context te verbinden wordt er gebouwd aan de weerbaarheid en veerkracht (de Resilience) van de mensen, de organisaties, en de systemen in de stad.
Basis op orde
- Een voorrangspositie voor bepaalde doelgroepen op de woningmarkt omdat zij nu minder kans maken, maar wel van economisch of maatschappelijk belang zijn voor de stad, zoals middeninkomens en hulpverleners.
- Extra ondersteuning in het voorzien in de woonbehoefte voor de doelgroepen die verminderd zelfredzaam zijn, zoals ouderen en mensen met een psycho- /sociale problematiek die uitstromen uit een opvangsituatie naar (semi)zelfstandig wonen.
- Afname van woonoverlast als gevolg van reguliere of niet-reguliere bewoning en aanpak en inzet hierop.
Wat gaan we daar voor doen
Groei van de woningvoorraad en aantrekkelijke woonmilieus
- Groei van de woningvoorraad en aantrekkelijke woonmilieus Gemeentelijke inzet: initiëren, faciliteren en kaders stellen
- Inzet is de versnelde groei van de Rotterdamse woningvoorraad door te starten met de bouw van 18.000 nieuwbouwwoningen in de komende vier jaar. De rekenwijze van wat als nieuwbouw telt is als volgt, er zijn vier categorieën die meetellen:
- Nieuwbouw
- Nieuwbouwwoningen die worden gerealiseerd op een bestaand complex (optopping)
- Transformatie naar nieuwe woningen (functiewijziging van bijvoorbeeld kantoren in combinatie met fysieke transformatie werkzaamheden)
- Vernieuwbouw, Grootschalige renovatie in onbewoonde staat tot nieuwbouw kwaliteit
Wat nadrukkelijk niet meetelt: splitsingen, legalisaties en renovaties in bewoonde staat.
Initiëren
- De gemeente spant zich hiervoor op verschillende manieren in, zonder zelf daadwerkelijk woningen te bouwen. De gemeente kan initiëren, faciliteren en kaderstellen.
- Als basis hiervoor organiseert de gemeente een goede monitoring van de ontwikkeling van de woningvoorraad als geheel, naar prijssegment en eigendomssituatie; dit gebeurt mede in regionaal verband. De prijsontwikkeling binnen de particuliere (huur)voorraad krijgt hierin bijzondere aandacht.
- De gemeente werkt integraal: de fysieke en economische opgave wordt in relatie tot de sociale en maatschappelijke opgave bezien. Daarnaast is er nauwe samenwerking met betrokken stakeholders. Bijvoorbeeld via de vereniging Rotterdam Central District (het platform waar de verschillende stakeholders samenwerken aan de gebiedsontwikkeling) en de aanpak in Middelland (waar door kracht van bewoners in te zetten de wijk verbetert).
- Waar de gemeente zelf grond bezit, wordt deze actief in de markt gezet om ontwikkelingen op gang te krijgen. Dit zal in de regel om permanente, maar kan ook om tijdelijke woningbouw gaan. De gemeente stuurt bij het tot ontwikkeling brengen van eigen grond specifiek op de gewenste verdeling aan segment zoals volgt uit het Addendum en de Gebiedsatlas Wonen.
- Met experimenten en pilots wordt de markt uitgedaagd tot nieuwe woonvormen. Dit gebeurt bijvoorbeeld door preferente verkoop van 5 gemeentelijke panden aan woon coöperaties en de uitvoering van het Actieplan coöperatieve woonvormen. Dit gebeurt onder meer via het Actieplan Coöperatieve Woonvormen. In deze collegeperiode is € 2,4 mln. gereserveerd voor de verschillende maatregelen uit het actieplan coöperatieve woonvormen. Zo wordt er gekeken naar alternatieven voor het traditionele eigenaarschap of verhuur van woningen.
- Ter uitvoering van de Woondeal zuidelijke Randstad zal de gemeente:
- Het planaanbod (middel)lange termijn (>2025) aanvullen; keuzes over nieuwe verstedelijkingslocaties om ook op termijn voor een stabiele bouwstroom te kunnen zorgen.
- Een pilot flexwonen starten waarvoor het rijk een bijdrage van maximaal € 0,3 mln. vrijmaakt. Er wordt een oplossing gecreëerd waar zowel studenten als statushouders in kunnen worden gehuisvest (mogelijk aangevuld met andere doelgroepen zoals (kwetsbare) jongeren). Momenteel loopt een verkenning naar mogelijke locaties.
- De gemeente rolt diverse doelgroepgerichte aanpakken uit, gericht op toevoeging van woningen voor middeninkomens, studenten, ouderen/mensen met een beperking:
- Ter uitvoering van het Actieplan Middenhuur wordt meer gestuurd op het opnemen van een percentage middenhuur in nieuwbouwplannen. Binnen de gemeentelijke begroting is voor deze collegeperiode € 1 mln. in 2019 oplopend naar € 2 mln. in 2021 en 2022 gereserveerd voor dit actieplan. Dit budget zal worden ingezet ter stimulering van kwaliteitsaspecten, bijvoorbeeld het afdekken van extra investeringen door specifieke voorwaarden aan woninggrootte (grotere woningen voor gezinnen >85 m2) of huurhoogte (betaalbare huur tot 850 euro).
- Samen met Universiteiten, Hogescholen en studentenhuisvesters wordt gewerkt aan het realiseren van 2.000 extra studentenkamers, al dan niet in tijdelijke of mobiele varianten. Maar nadrukkelijk door middel van (verdere) verkamering van reguliere woningen.
- Met de betreffende stakeholders in de stad wordt invulling gegeven aan het eind 2019 te sluiten Langer Thuis akkoord, mede om te zorgen dat er meer geschikte woningen voor ouderen en mensen met een beperking komen.
- Aanvullend creëert de gemeente gunstige randvoorwaarden voor ontwikkelingen van burgers en bedrijven door te investeren in buitenruimte, groen, speel- en verblijfsruimtes, voorzieningen en boven- en ondergrondse infrastructuren. Zie hiervoor de inspanningen in andere taakvelden binnen dit programma.
Faciliteren
Bij initiatieven op grond van burgers en bedrijven faciliteert de gemeente de ontwikkelingen.
- We delen onze kennis over de Rotterdamse woningmarkt en woonwensen van Rotterdammers met ontwikkelende partijen, mede op grond van de nieuwe grote Omgevingstest (onderzoek naar woonwensen van Rotterdammers, als vervolg op de Grote Woontest).
- We brengen geselecteerde ontwikkellocaties nadrukkelijk onder de aandacht van potentiële investeerders en/of makelen tussen partijen.
- We zorgen er bij niet-standaard initiatieven in het kader van transformatie van kantoren of zorgcomplexen, of innovatieve woonconcepten voor dat gemeentelijke processen goed lopen.
- Bouwprocedures worden versneld door:
- zo vroeg mogelijk in het proces goede informatie te verschaffen over de toetsingskaders, regelgeving en risico’s
- door middel van vooroverleg tijdig de knelpunten in beeld te hebben en daarvoor te faciliteren
- te zorgen voor een efficiënt en duidelijk proces voor het afhandelen van vergunningaanvragen
Kaderstellen
Tot slot stelt de gemeente kaders op en stuurt de gemeente op grond daarvan bij:
- De gemeente stuurt op balans in het Rotterdamse woningbestand uitgaande van de Gebiedsatlas Wonen, waarbij de uiteindelijke verdeling over de komende vier jaar van de totale nieuwbouwopgave 20% sociaal; 30% middensegment, 30% hoger segment en 20% topsegment leidend is voor de nieuwbouw (deze percentages gelden dus niet voor elk project, het gaat over het totaal van de stad en het totaal van de komende vier jaar).
- Het woningkwaliteitsbeleid wordt vernieuwd in het licht van de nieuwe Omgevingswet zodat vooraf in planontwikkeling beter gestuurd kan worden op de gewenste (woontechnische) kwaliteit van de woningen. De architectuurnota wordt herijkt, met het oog op de energietransitie, transformaties kantoren/winkels /zorgvastgoed, de verdichtingsopgave en de opgave tot klimaatadaptief bouwen, maar ook vanuit de groeiende aandacht voor de rol van het cultureel erfgoed voor de ruimtelijke kwaliteit in de stad. Ook hier staat het gedachtegoed van de Omgevingswet centraal. Het monumentenbeleid wordt doorgezet (zie taakveld Cultureel erfgoed – Monumenten)
- Er wordt een ruimtelijk afwegingskader voor de groei van de stad gecreëerd, dat geïntegreerd zal worden in de Omgevingsvisie. (Zie hiervoor ook het taakveld Ruimtelijke Ordening).
- We verkennen nieuwe woningbouwlocaties voor de korte, middellange en lange termijn, waarbij onder meer noodzakelijke infrastructurele aanpassingen (grond, water, wegen, energie) verkend worden om daarmee de mogelijke woningbouwlocaties te vergroten.
- De Rotterdamse vuistregels zijn een overzicht van het ruimtelijk beleid van de gemeente. De vuistregels voor de verschillende gebieden in de stad geven de hoofdzaken weer van het gemeentelijk beleid voor het ontwikkelen en bouwen voor verschillende gebieden in de stad en brengen regels en uitgangspunten voor beleid voor het bouwen en ontwikkelen in de betreffende gebieden samen in een handig instrument. Ze vormen daarmee een belangrijk kader voor overzicht van de gemeentelijke houding ten aanzien van voorstellen voor concrete nieuwe ontwikkelingen in aanvulling op de reguliere bouwregels, zoals het bestemmingsplan en het Bouwbesluit. Aan deze laatste moeten plannen voldoen.
- Door aanpassing van de verordening op de Huisvestingswet worden de mogelijkheden beperkt om woningen kamergewijs te verhuren. Het doel hiervan is de reguliere woningvoorraad zoveel mogelijk beschikbaar te houden voor Rotterdamse huishoudens.
- De richtlijn Goed Verhuurderschap biedt kaders voor het goed verhuren van woonruimte.
Woningvoorraad met toekomstwaarde
- De gemeente stimuleert en faciliteert bij de bouw van nieuwe woningen en de renovatie van bestaande woningen opdrachtgevende en ontwikkelende partijen om de volgende kwaliteitsvereisten te realiseren (een verder invulling hiervan is beschreven onder het taak\veld Milieubeheer):
- De nieuwe energie-eisen en nieuwe energie-infrastructuur (energiezuinig, aardgasvrij en eigen opwek en opslag, buurtbatterijen, warmtenet 3.0, smart grids).
- Klimaatadaptatie-eisen en duurzame waterinfrastructuur (watergebruik, wateropvang, groene daken, ontsteende omgeving, riool).
- Mobiliteit (aanbieden van schone deelconcepten inclusief fietsvoorzieningen en ligging nabij OV-verbindingen).
- Circulariteit (gebouwd met duurzame en te recyclen materialen, architectuur ingericht op meervoudig gebruik).
- Digitale infrastructuur (snel internet, hoogwaardige wifi)
- De gemeente maakt afspraken met verhuurders, m.n. woningcorporaties om ervoor te zorgen dat 5.000 goedkope woningen met een grondige opknapbeurt worden verbeterd en toegevoegd aan het sociale euro segment.
- De gemeente zet in op diverse aanpakken samenvoegen en vergroten om te komen tot een gedifferentieerde woningvoorraad. Hiervoor is onder andere een subsidieregeling voor particulieren beschikbaar in de focuswijken NPRZ.
- De gemeente zet de aanpak van de bestaande (particuliere) voorraad door met het programma Steigers op Zuid. Centraal staat de stimulerende aanpak om gedrag te beïnvloeden en we blijven eigenaren aanspreken op de eigen verantwoordelijkheid.
- De gemeente zet de regierol in de warmtetransitie door. Gefaseerd wordt per wijk een haalbaar en betaalbaar alternatief voor aardgas aangeboden, tegen de laagst maatschappelijke kosten. In het lopende gebiedsaanpakken doen we hiermee ervaringen op en leren we wat er precies nodig is voor het aardgasvrij maken van een wijk. Op basis hiervan verbeteren we onze aanpak.
- De gemeente zet de funderingsaanpak door. We experimenteren met digitale monitoring in funderingsrisicogebieden, voeren wijkgerichte aanpakken ten behoeve van funderingsonderzoek uit en jagen funderingsherstel aan met procesbegeleiding en inzet van het landelijk fonds funderingsherstel. Daarnaast bemensen we het funderingsloket en is onlangs een nieuwe interactieve website gelanceerd om burgers beter van dienst te kunnen zijn.
- De gemeente zet de aanpak van asbestdaken door met behulp van het Asbestdakenloket.
- De gemeente werkt met het toepassen van Resilience scans op belangrijke projecten voortdurend aan de weerbaarheid en veerkracht van de mensen, de ecosystemen, de organisaties, de sociaaleconomische en fysieke systemen die samen de stad maken.
Basis op orde
In dit verband zijn nadrukkelijk ook acties binnen andere taakvelden van belang, in het bijzonder Volksgezondheid en zorg en Maatschappelijke ondersteuning. Denk aan het voorgenomen actieplan Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGZ) en het masterplan en akkoord Langer thuis. Op het gebied van wonen zijn de volgende doelstellingen expliciet verwoord:
Woongenot van alledag
- Herijking van de verordening Woonruimtebemiddeling, met daarin de urgentieregeling en voorrangsregelingen in geval van schaarste aan bepaalde woonruimte voor bepaalde doelgroepen Woonoverlast tegengaan door de Wet aanpak woonoverlast (initiatiefwet Tellegen) toe te passen, mede via het Actieplan Woonoverlast.
- Verdere uitrol van de stedelijke aanpak Goed Huren en Verhuren, gericht op het verbeteren van goed verhuurderschap en tegengaan van misstanden op de huurmarkt.
- Skaeve Huse, als tijdelijke woonvorm voor mensen die door hun gedrag ernstige overlast in de woonwijken veroorzaken, voortzetten en de huidige locatie uitbreiden.
- De gemeente blijft, in samenwerking met het Openbaar Ministerie, misstanden rond kraken, waarbij eigenaren en omwonenden gedupeerd worden, streng handhaven. Het doel is om zo snel mogelijk tot ontruiming over te gaan.
- Toepassing van het afwegingskader voor de artikelen 8, 9 en 10 van de Wet Bijzondere Maatregelen Grootstedelijke Problematiek (‘Rotterdamwet’) op straatniveau start begin 2020. Over de resultaten van de analyse op straatniveau en een (nieuwe) aanvraag gebiedsaanwijzing voor artikel 9 en 10 van de Rotterdamwet wordt in de 2e helft van 2020 besloten. Conform het coalitieakkoord vindt geen nieuwe aanvraag meer plaats voor artikel 8 van de Rotterdamwet.
Bijzondere doelgroepen en kwetsbare personen
- Implementatie van het geactualiseerde convenant HBD (huisvesting bijzondere doelgroepen) en zoneringskader
Ouderen
- Uitrol van het Langer Thuis-akkoord. Doel is te komen tot voldoende, geschikte en nieuwe woonvormen voor ouderen en mensen met een beperking, vooral in die wijken waar een tekort is. Belangrijk hierin zijn innovatieve woonzorgcombinaties die prettig langer thuis wonen mogelijk maken. Hierbij houden we nadrukkelijk rekening met roze ouderen en culturele achtergronden.
Statushouders
- Statushouders: De afspraak met de woningcorporaties is dat zij in 2021 70% van de taakstelling m.b.t. de huisvesting van statushouders voor hun rekening nemen. Voor de huisvesting van de overige 30% (circa 250 personen) komt een huisvestingsplan waarin verschillende huisvestingsmogelijkheden worden verkend en wordt bepaald waar de komende tijd op ingezet gaat worden.
Effectindicatoren |
|
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
Collegetarget 12: Binnen 4 jaar start bouw van 18.000 woningen* |
Streef-waarde
|
4.500 |
9.000 |
13.500 |
18.000 |
|
|
Realisatie |
4.547 |
7.250 |
10.383 |
12.000 (01-08-2021) |
|
|
|
Transformatie van 180.000 m2 kantoren |
Streef-waarde |
45.000 |
90.000 |
135.000 |
180.000 |
|
|
Realisatie |
45.000 |
102.000 |
159.000 |
289.000 (t/m Q1 2021) |
|
|
|
Ten minste 15.000 bestaande woningen zijn verduurzaamd, waarvan 10.000 aardgas vrij of daarop voorbereid** |
Streef-waarde |
|
1.750 |
5.500 |
9.750 |
15.000 |
|
Realisatie
|
|
5.748 |
11.737 |
n.n.b. *** |
|
|
|
* Streefwaarde binnen 4 jaar start bouw van 18.000 nieuwe woningen, gemiddeld 4.500 start bouw woningen per jaar realiseren. |
|||||||
** opgave verdeeld over 4 jaar |
|||||||
***Het totaalcijfer voor deze effectindicator is nog niet bekend. Dit betekent echter niet dat er nog geen woningen verduurzaamd zijn en/of aardgasvrij gemaakt. Er worden volop stappen gezet met de verduurzaming en het aardgasvrij maken van woningen, bijvoorbeeld via de verschillende gebiedsaanpakken. Aan deze target wordt gewerkt in samenwerking met verschillende partners en organisaties in de stad en er zal z.s.m. over gerapporteerd worden. De rapportage over deze cijfers zal eens per jaar plaatsvinden, in lijn met de rapportage over de Prestatieafspraken met de woningcorporaties. |
Prestatie indicatoren
|
|
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2.000 studentenkamers (al dan niet tijdelijk of mobiel)
|
Streef-waarde |
|
500 |
1.000 |
1.500 |
2.000 |
|
Realisatie |
583 |
1.113 |
1.344 |
n.n.b. |
|
|
|
NPRZ: Steigers op Zuid (SoZ); Basiskwaliteit woningen (aantal woningen) |
Streef-waarde |
|
750 |
1.500 |
2.250 |
3.000 |
|
Realisatie |
|
780 |
1.176 |
2.040* |
|
|
|
Vergunningaanvragen in behandeling genomen. |
Streef-waarde |
|
2.400 |
4.800 |
7.200 |
9.600 |
|
Realisatie
|
|
2.723 |
4.981 |
6545 |
|
|
|
Wijkgerichte aanpak funderingsproblematiek (aantal woningen) |
Streef-waarde |
|
1.500 |
3.000 |
4.500 |
6.000 |
|
Realisatie |
|
2.750 |
7.750 |
12.600 adressen |
|
|
|
*NPRZ, Steigers op Zuid: Jaarlijks worden door het college adressen in de focuswijken aangewezen voor de projectmatige aanpak binnen het programma Steigers op Zuid. Voor het jaar 2021 zijn dit 864 adressen. De aanbestedingsprocedure voor de selectie van adviesbureaus is gestart. Naar verwachting wordt dit traject na de zomer afgerond en wordt in het 3de kwartaal gestart met de voorbereidingen om eigenaren en VvE’s te benaderen. Het eerste contactmoment (veelal met een wethoudersbrief) geldt als start van het project. |
Wat kost het
Overzicht van baten en lasten Wonen en bouwen | Realisatie 2020 | Begroting 2021 | Begroting 2022 | Raming 2023 | Raming 2024 | Raming 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Baten exclusief reserves | 64.862 | 58.799 | 50.019 | 47.447 | 47.148 | 47.839 |
|
Bijdragen rijk en medeoverheden | 12.951 | 12.656 | 6.254 | 6.469 | 6.169 | 6.861 | |
Financieringsbaten | 172 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Overige opbrengsten derden | 50.207 | 39.333 | 43.765 | 40.978 | 40.978 | 40.978 | |
Overige baten | 1.531 | 6.810 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Lasten exclusief reserves | 132.050 | 160.035 | 131.452 | 112.510 | 90.633 | 88.593 |
|
Apparaatslasten | 99.343 | 114.850 | 111.540 | 111.673 | 106.450 | 105.307 | |
Inhuur | 19.402 | 27.834 | 21.539 | 21.786 | 16.562 | 15.420 | |
Overige apparaatslasten | 1.446 | 1.999 | 2.230 | 2.229 | 2.229 | 2.229 | |
Personeel | 78.495 | 85.017 | 87.772 | 87.658 | 87.658 | 87.658 | |
Intern resultaat | -26.997 | -26.830 | -22.622 | -20.615 | -18.705 | -18.563 | |
Intern resultaat | -26.997 | -26.830 | -22.622 | -20.615 | -18.705 | -18.563 | |
Programmalasten | 59.704 | 72.015 | 42.533 | 21.451 | 2.889 | 1.849 | |
Financieringslasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Inkopen en uitbestede werkzaamheden | 48.026 | 61.977 | 33.342 | 11.919 | -6.700 | -12.635 | |
Kapitaallasten | 2.901 | 3.830 | 4.973 | 6.901 | 8.705 | 14.351 | |
Overige programmalasten | -216 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Subsidies en inkomensoverdrachten | 8.993 | 6.208 | 4.218 | 2.631 | 883 | 133 | |
Saldo voor vpb en reserveringen | -67.189 | -101.236 | -81.433 | -65.062 | -43.485 | -40.754 | |
Saldo voor reserveringen | -67.189 | -101.236 | -81.433 | -65.062 | -43.485 | -40.754 | |
Reserves | 40.447 | 61.936 | 37.296 | 27.893 | 26.732 | 24.233 |
|
Onttrekking reserves | 46.347 | 68.636 | 41.796 | 27.893 | 26.732 | 24.233 | |
Toevoeging reserves | 8.500 | 6.700 | 4.500 | 0 | 0 | 0 | |
Vrijval reserves | 2.600 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Saldo | -26.742 | -39.300 | -44.137 | -37.169 | -16.754 | -16.521 |
Beleidskaders, beleidsmonitoren en wet- en regelgeving
-
Hotelkader
-
Kadernota grondbeleid 2003
-
Rotterdam Kaart van de Stad - Verkenning ontwikkelkansen lange termijn
-
Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs Rotterdam 2015
Omschrijving taakveld
Rotterdam groeit. Goed wonen zorgt voor een stabiele (thuis)basis in een dynamische stad en vergroot daarmee de kans dat Rotterdammers actief en gezond opgroeien, leren, participeren in de samenleving en economie en zichzelf ontwikkelen onder veranderende omstandigheden. De gemeente faciliteert uiteenlopende woonwensen binnen de stadsgrenzen waardoor iedereen die iets voor Rotterdam kan betekenen (en andersom) een plek kan vinden en het voor bedrijven ook aantrekkelijk is zich hier te vestigen vanwege de aanwezige talenten en capaciteiten. De groei van de stad, samen met bijvoorbeeld de nieuwe economie, energietransitie en klimaatverandering brengen ook allerlei risico’s met zich mee. Rotterdam ziet juist kansen in deze dynamiek en werkt aan een positieve vertaling daarvan. Tegelijkertijd werkt de gemeente daarmee aan de weerbaarheid en de veerkracht (resilience) van de stad.
Huidige en nieuwe Rotterdammers kunnen in de komende vier jaar in onze stad nog beter een huis passend bij hun wensen en mogelijkheden vinden, in een prettige, veilige en groene woonomgeving. De gemeente pakt door op de ambities van de Woonvisie 2030, maar beseft dat de stad harder moet groeien qua woningaantallen en versneld moet verduurzamen en inspelen op andere transities (klimaat, mobiliteit, circulair bouwen, digitalisering) om ook in de toekomst een aantrekkelijke én resilient (veerkrachtig en toekomstbestendige) woonstad te kunnen blijven. Deze versnelling op de uitvoering van ambities is vastgelegd in het Addendum op de Woonvisie 2030.
Tegelijkertijd ligt er een opgave om te zorgen dat de basis op orde blijft in de bestaande woningvoorraad. Groepen woningzoekenden die nu tussen wal en schip dreigen te vallen en/of een maatschappelijke meerwaarde hebben, worden door de gemeente extra ondersteund in hun zoektocht naar een woning. Met als inzet het wonen voor Rotterdammers zo veel mogelijk betaalbaar, toegankelijk en overlastvrij te maken en houden.
Belangrijke ontwikkelingen die effect hebben op het wonen en bouwen, waarvan de aard en omvang van het effect nog lang niet allemaal duidelijk zijn:
- Demografische ontwikkelingen zoals de ontwikkelingen in de huishoudensamenstelling, levensverwachting en migratie.
- Nationale energietransitie en de vertaling daarvan naar Rotterdam. Een woning verhoogt haar toekomstwaarde (en daarmee ook WOZ-waarde) door volledig te zijn aangepast op schone energie
- voortdurende klimaatveranderingen zodat woningen anders ingesteld moeten zijn op wateroverlast, waterschaarste en hittestress
- stedelijke mobiliteitstransitie, waarbij ingezet wordt op schone deelconcepten voor modaliteiten en meer ruimte voor fietsen, OV en lopen in de directe woonomgeving wordt geboden
- nationale en internationale ontwikkelingen ten aanzien van financiering van wonen zoals ontwikkelingen rondom het hypothecaire stelsel, de ontwikkeling van de rentestanden en de huurtoeslag en het landelijk fonds Duurzaam Funderingsherstel
- landelijke ontwikkelingen ten aanzien van wetgeving zoals de evaluatie van de Woningwet, de komst van de Omgevingswet en eventuele veranderingen in de Wet maatschappelijke ondersteuning
- landelijke subsidieregelingen en deals met het rijk ten aanzien van respectievelijk verduurzaming en het Nationaal Programma Rotterdam Zuid (NPRZ)
- ontwikkelingen in de corporatiesector zoals fusies en saneringstrajecten
- ontwikkelingen en afspraken rond wonen op bovenlokaal niveau zoals de regionale woningmarktafspraken in de regio Rotterdam en op Zuidvleugelniveau de afspraken in het kader van de Verstedelijkingsalliantie
- ontwikkelingen in de markt (bijvoorbeeld prijspeil bouwmaterialen)
Strategische opgaven gebiedsontwikkelingen
Een aantal programma’s en gebiedsontwikkelingen in Rotterdam heeft belangrijke betekenis voor de sociaal-economische ontwikkeling van de stad. In deze ontwikkelingen wordt (in samenhang met andere beleidsambities) een belangrijke bijdrage aan de woningbouwopgave van de korte, middellange en lange termijn geleverd. Het betreft de navolgende ontwikkelingen.
Merwe4Havens
Het Merwe-Vierhavengebied (M4H), de plek voor de innovatieve maakindustrie, wordt verder ontwikkeld. Binnen M4H ontwikkelt het deelgebied Merwehavens zich tot een aantrekkelijk en duurzaam woongebied dat goed in verbinding staat met de directe omgeving en waarbij er (milieutechnisch) evenwicht is en uitwisseling plaatsvindt met de directe omgeving die bestaat uit het naastgelegen Makersdistrict en de wijken Oud Mathenesse Witte Dorp, Bospolder Tussendijken en Spangen.
Stadionpark (incl. Feyenoord City)
Stadionpark is een grote gebiedsontwikkeling op Rotterdam Zuid, waar wonen, sporten en beleven samenkomt. Op de Sportcampus vindt een herschikking plaats van sportvelden en worden nieuwe accommodaties gerealiseerd, waarbij de 1e fase is afgerond en de overige delen in uitvoering zijn. Een stedenbouwkundig ontwerp voor woningen en onderwijs in de noordoosthoek van de Sportcampus is juli 2020 door het college vastgesteld en wordt aangeboden aan de Gemeenteraad. De herinrichting van Park de Twee Heuvels is vrijwel afgerond en de tender voor de woningbouw heeft een bijzonder winnend ontwerp opgeleverd. Start bouw van de parkvilla’s in 2021. Juli 2020 is gestart met bouwrijp maken van de GAMMA/P+R locatie op de Noorderhelling. Medio juli 2020 zal het eerste binnenstedelijke FastNed snellaad station op het Zuiddiepje worden geopend.
Het planproces voor de stadionontwikkeling en gebiedsontwikkeling Feyenoord City is in volle gang. De gebiedsontwikkeling is vastgelegd in het Masterplan Feyenoord City dat in november 2019 door de Gemeenteraad is vastgesteld. Het bestemmingsplan wordt in 2020 opgeleverd. Het ontwerp voor het Nieuwe stadion en aangrenzende openbare gebied vordert volgens planning, de aanvraag omgevingsvergunning is gedaan. Vanaf oktober 2020 worden de plannen getoetst aan de door de raad opgestelde voorwaarden, zoals vastgelegd in de Position Paper. De Corona crisis heeft invloed op het Stadionpark. Externe partners zoals Stadion Feyenoord en de Stichting Gebiedsontwikkeling hebben extra hordes te nemen in hun financiering. De participatie is complex gebleven, maar het uitgangspunt dat de projecten zoveel als mogelijk ongestoord doorgaan is vergaand gerealiseerd.
Hart van Zuid
De gebiedsontwikkeling Hart van Zuid (HvZ) heeft als doel het nieuwe centrum voor Rotterdam Zuid te realiseren. HvZ bestaat uit een integraal programma dat moet leiden tot economische en sociale verbetering, het verbeteren van verblijfsklimaat, -duur en comfort, verhogen van werkgelegenheid, borgen van goede vervoersverbindingen, borgen van duurzaamheid en verbeteren van veiligheid.
Nationaal Programma Rotterdam Zuid (NPRZ): pijler Wonen
Binnen de pijler Wonen zetten we via het Werkprogramma NPRZ Wonen 2019 – 2022 door op de transformatie van de focuswijken. Ingrepen in de goedkope woningvoorraad en de woonmilieus van Rotterdam-Zuid moeten ervoor zorgen dat gemengde woonmilieus op Zuid gerealiseerd worden, zodat er voldoende duurzame woonruimte beschikbaar komt voor sociale stijgers uit Zuid en nieuwe bewoners met midden- en hoge inkomens.
Duurzame gebiedsaanpak
Verspreid over de stad bestaat een aantal aandachtsgebieden voor de energietransitie van de gebouwde omgeving. Het betreft de gebieden Reyerdijk/Groot IJsselmonde, Pendrecht-Zuidoost, Rozenburg, Lage Land Oost (Prinsenland) en Bospolder-Tussendijken. Hier komt een samenhangende, duurzame gebiedsaanpak. Ook wordt waar mogelijk een relatie gelegd met andere transities, denk aan langer thuis wonen.
Korte termijn ontwikkelingen woningbouw
Voorbeelden van actuele ontwikkelingen die direct bijdragen aan de groei van de woningvoorraad en aantrekkelijke woonmilieus zijn Park16Hoven, Nesselande, Lloydkwartier, Parkstad en de Binnenstad als city-lounge. Hier blijft de gemeente de marktpartijen en particuliere initiatiefnemers faciliteren en uitdagen naar de opgave te kijken vanuit een uitgekiende, lange termijnvisie.
De bouwopgave wordt steeds zichtbaarder in de stad, op tal van plekken, waaronder op Katendrecht, de Binnenstad, Parkstad, het Motorstraatgebied en nabij de Coolhaven, zijn volop bouwactiviteiten aan de gang.
Ook wordt volop ingezet op het in ontwikkeling nemen van nieuwe bouwlocaties, het vermarkten van gemeentelijke bouwlocaties en het ruimte geven aan marktinitiatieven.