Inleiding

Bij de Begroting 2022 en tweede herziening 2021 zijn de baten en lasten per programma voor de periode 2021 – 2025 vastgesteld. De 10-maandsrapportage (10M) bevat enkel een actualisatie van het lopende boekjaar. Begrotingswijzigingen die een meerjarig effect hebben, zijn dan ook uitsluitend verwerkt voor de jaarschijf 2021. De meerjarige verwerking volgt zo nodig volgend jaar bij de eerstvolgende gelegenheid maar uiterlijk bij Begroting 2023.

 

De spelregels en kaders van de 10M 2021 zijn ten opzichte van voorgaande jaren aangepast. De primaire focus van de 10M is daarmee (meer) op het voorkomen van begrotingsonrechtmatigheden komen te liggen. Tegelijkertijd is het doel om met de 10M op hoofdlijnen een actueel beeld van de begroting te presenteren. Dit betreft met name de exploitatie. In de 10M worden behalve voorgenomen begrotingsmutaties ook belangrijke prognose inzichten – waaronder meevallende opbrengsten en onderbestedingen – en risico’s gemeld waarvoor géén begrotingsmutaties zijn ingediend, maar die mogelijk een effect zullen hebben op de jaarstukken 2021.  De reden voor het aanpassen van de spelregels 10M hangt vooral samen met de behoefte om de omvang van de P&C producten te reduceren en de administratieve lasten te verlagen.

Financiële bijstellingen

De belangrijkste mutaties met een saldo-effect worden onderstaand benoemd.

De belangrijkste mutaties met een saldo-effect zijn:

  • Algemene middelen: Gemeentefonds € 4,3 mln. negatief. Op Prinsjesdag, dinsdag 21 september jl., zijn onder andere de Miljoenennota, de Rijksbegroting en de septembercirculaire Gemeentefonds 2021 gepubliceerd. Na analyse en het verwerken van de septembercirculaire gemeentefonds 2021 daalt de algemene uitkering met € 4,3 mln.
  • Stedelijke inrichting en ontwikkeling: De verwachte opbrengsten GREX-en zijn voor een bedrag van € 12 mln. positief bijgesteld.
  • Stedelijke inrichting en ontwikkeling: De verkoopresultaten panden zijn € 7,3 mln. negatief bijgesteld. Het betreft hier het doorschuiven van voor dit jaar geplande verkopen naar latere jaren.
  • Werk en Inkomen: De BUIG is als gevolg van hogere baten (uitkomsten BUIG brief september jl.) en lagere lasten per saldo positief bijbesteld voor een bedrag van € 15,6 mln. (na verrekening met reserve BUIG).

De belangrijkste bijstellingen als gevolg van Coronamaatregelen zijn:

  • Algemene Middelen/ Stedelijke inrichting en ontwikkeling: De verwachte uitputting van het budget inzake de coulanceregeling Vastgoed is € 2,5 mln lager dan begroot. In de 10M zijn zowel de lasten (Stedelijke Inrichting) als de baten (Stelpost verwachte compensatie corona bij Algemene Middelen) voor dit bedrag aangepast.
  • Economie: Bij markten worden € 0,9 mln meer kosten gemaakt om de naleving van de corona-regels te kunnen waarborgen.
  • Algemene Middelen: Er is in de septembercirculaire een bedrag van € 2,5 mln beschikbaar gesteld voor cultuur. De stelpost verwachte compensatie corona is hiervoor verlaagd.

Risico's en aandachtspunten

Naast wijzigingen in de begroting worden de risico’s en aandachtspunten beschreven waarvan het (deels) nog onzeker is of er een budgettair effect zal optreden in 2021 en/of hoe hoog dit effect zal zijn.

Vanwege de gewijzigde spelregels is het accent in de 10M meer komen te liggen op het voorkomen van begrotingsonrechtmatigheid en veel minder op verwachte onderbestedingen en meevallende opbrengsten. Alleen wanneer het majeure onderbestedingen en/of meevallende opbrengsten betreft – denk hierbij aan de effecten van de BUIG brief en de septembercirculaire van BZK of aan de GREX-en – zijn deze in de 10M verwerkt. Het is daardoor aannemelijk dat op onderdelen van de begroting het resultaat bij jaarrekening positiever zal uitpakken dan nu verwerkt. Waar substantiëlere onderbestedingen worden verwacht, staan deze gemeld in deze paragraaf.

De belangrijkste risico’s en aandachtspunten betreffen in algemene zin:

  • Verwachte onderbestedingen als gevolg van Corona.
  • Middelen die het Rijk beschikbaar stelt in de september en decembercirculaire die niet (volledig) in het lopende jaar kunnen worden besteed.

En meer specifiek:

  • De onzekerheden die samenhangen met de verdere ontwikkelingen rondom het Warmtebedrijf.

Samenvatting bijstellingen

Zie voor dit onderdeel de pagina Samenvatting bijstellingen.