In Rotterdam hoeft niemand op straat te slapen.

Mensen wonen zo zelfstandig mogelijk in de wijk, eventueel met ambulante ondersteuning gericht op versterking of behoud van de zelfredzaamheid en participatie.

Eerder en beter in beeld brengen huiselijk geweld en het duurzaam oplossen hiervan.

In Rotterdam hoeft niemand op straat te slapen

Het plan van aanpak kwetsbare Rotterdammers (2019 – 2022) vormt het uitgangspunt voor de verbetering van de zorg en ondersteuning aan kwetsbare Rotterdammers. Op basis hiervan wordt samen met partners gewerkt aan het voorkomen van dakloosheid en het bieden van passende ondersteuning en opvang en uitstroom. In de eerste helft van dit jaar is de grootste uitstroom ooit gerealiseerd door honderd daklozen aan een (eigen) woning te helpen. Deze operatie heeft duurzaam perspectief geboden aan deze doelgroep zodat ze kunnen werken aan hun toekomst. Ook zijn twee ‘doorstroomvoorzieningen’ gerealiseerd waar mensen tot rust kunnen komen voordat ze de stap naar volledig zelfstandig wonen maken. Mede dankzij deze acties is per half maart definitief afscheid genomen van de eerste tijdelijke nachtopvanglocatie (het hotel) met 40 plekken voor daklozen die aanvullend waren gecreëerd als gevolg van corona.

Gevolgen van de coronacrisis
De uitbraak van het coronavirus heeft Rotterdam voor een grote uitdaging gesteld. Voor de maatschappelijke opvang zijn het afgelopen jaar diverse maatregelen getroffen om verspreiding van het virus onder deze kwetsbare groepen tegen te gaan. Hierbij gaat het onder andere om de inzet van extra tijdelijke opvanglocaties, ook voor niet rechthebbenden (Maassilo) om te kunnen voldoen aan de 1,5 meter richtlijn en de openstelling van de opvanglocaties overdag. Conform de landelijke richtlijn ‘opvang dak- en thuisloze mensen’ die op basis van de corona-ontwikkelingen wordt aangepast, is per april toegewerkt naar de afbouw van de noodopvang voor niet-rechthebbenden. Zo zijn per 1 april geen nieuwe mensen meer toegelaten tot de noodopvang en is per 19 mei een definitieve afbouwperiode van twee weken ingegaan. In lijn hiermee is de noodopvang voor de niet-rechthebbende daklozen met ingang van 2 juni gesloten. De komende tijd blijft de focus op het realiseren van meer duurzame oplossingen om zo ook eind dit jaar afscheid te kunnen nemen van de laatste tijdelijke nachtopvanglocatie (het schip).

Extra impuls kabinet in de aanpak dakloosheid
Medio vorig jaar heeft de gemeente Rotterdam in het kader van de brede landelijke aanpak dak- en thuisloosheid een bedrag van in totaal 19,6 mln. euro toegekend gekregen voor de jaren 2020 en 2021. Deze extra middelen worden ingezet voor de versnelling en versterking van het plan van aanpak kwetsbare Rotterdammers langs de volgende thema’s:

  • Van opvang naar (zelfstandig) wonen met begeleiding.
  • Kwaliteitsslag nacht- en crisisopvang.
  • Voorkomen van dakloosheid.
  • Ontwikkeling beschermd wonen plus.

Deze thema’s zijn in samenwerking met aanbieders en woningcorporaties verder uitgewerkt en er is een start gemaakt met specifieke projecten en activiteiten vanuit deze thema’s. Naast extra impuls voor het realiseren van versnelde uitstroom uit de opvang, Project010 en Housing First is ingezet op 24-uurs openstelling van de opvang en de ombouw van klassieke ‘slaapzalen’ naar kleinschaligere slaapruimtes met een eigen ‘slaaphoekje’ voor daklozen. Om dakloosheid zoveel mogelijk te voorkomen is gestart met drie innovatieve projecten: flexwonen voor bankslapers, Pilot ‘voorkom verder van huis’ en resourcegroepen voor bankslapers.

Mensen wonen zo zelfstandig mogelijk in de wijk
Het regionaal plan van aanpak doordecentralisatie beschermd wonen en maatschappelijke opvang dat begin 2020 is vastgesteld, vormt het uitgangspunt voor de samenwerking met de regiogemeenten. Gezamenlijk met de regio wordt gewerkt aan een nieuw regionaal beleidsplan voor beschermd wonen 2022-2026. Dit plan zal eind dit jaar aan de raad worden aangeboden. Daarnaast zal de samenwerking met de regio met ingang van 2022 formeel vastgelegd worden in de vorm van een gemeenschappelijke regeling. Hierbij gaan we uit van een gezamenlijke verantwoordelijkheid om beschermd wonen cliënten een passende plek te bieden in de gehele regio. De ambitie is om evenwichtiger spreiding van cliënten, bijbehorende voorzieningen en uitstroom naar zelfstandig wonen mogelijk te maken. Binnen 5 – 10 jaar wordt toegewerkt naar de invulling van de spreidingsopgave.

Per 2021 is de Wet langdurige zorg (Wlz) opengesteld voor de GGZ-doelgroep. Het gaat hierbij om de mensen die permanent toezicht of 24 uurs zorg in de nabijheid nodig hebben. De indicatiestelling aan de kant van het CIZ heeft vertraging opgelopen en daarom was er in de eerste helft van 2021 een landelijke overgangsregeling getroffen zodat de zorg en ondersteuning vanuit gemeenten aan deze doelgroep gecontinueerd blijft. Uit een vergelijking van data die met het ministerie van VWS, het CBS en gemeenten is uitgevoerd, blijkt dat er in Rotterdam in totaal 925 burgers met een Wmo indicatie zijn uitgestroomd naar de Wlz; 695 hiervan hadden een indicatie voor beschermd wonen (intramurale indicatie) en 230 ontvingen zorg vanuit een extramurale indicatie. In de Septembercirculaire 2021 zal een definitieve uitname plaatsvinden in het gemeentebudget op basis van de werkelijke uitstroom.

Voorkomen, signaleren en oplossen van huiselijk geweld, kindermishandeling en seksueel geweld

Het beleidskader Bouwen aan een toekomst zonder geweld, de Rotterdamse aanpak om huiselijk geweld, kindermishandeling en seksueel geweld terug te dringen is in juni 2019 vastgesteld door de gemeenteraad. Op basis van dit beleidskader gaan we in de periode 2019 - 2022 aan de slag met zowel wettelijke taken (VTRR, opvang slachtoffers huiselijk geweld, meldcode, tijdelijk huisverbod) als specifiek Rotterdamse ambities, zoals bijvoorbeeld de plegeraanpak, het versterken van preventie, het samen met partners werken aan vakmanschap en aandacht voor specifieke vormen van huiselijk geweld. De doelen voor 2021 zijn vastgelegd in een uitvoeringsagenda.

Naar aanleiding van de resultaten van het onderzoek Complexe problemen vragen om onorthodoxe oplossingen, is in 2020 gestart met het Rotterdams Actieprogramma Verandertraject aanpak
Huiselijk geweld. Dit actieprogramma heeft op onderdelen een overlap met het beleidskader. Waar mogelijk worden projecten en acties aan elkaar verbonden zoals bijvoorbeeld bij het verbeteren van de toegang tot opvang, zorgen voor beschikbaarheid van effectieve hulp en het verbeteren van de aanpak binnen de gemeentelijke keten.

Vanuit het actieprogramma is, wegens de complexiteit van huiselijk geweld zaken, besloten om een apart inkooptraject voor tweedelijns hulp bij huiselijk geweld en kindermishandeling te starten. Er wordt ingezet op passende, integrale hulp voor slachtoffers en plegers (zowel volwassenen als kinderen). Om snel de eerste noodzakelijke hulp te kunnen bieden en als ondersteuning bij het opstellen van de probleemanalyse en het ondersteuningsplan wordt een startarrangement ontwikkeld.

Een ander onderdeel van het actieprogramma is de pilot Vrouwenopvang plus. Deze pilot is gericht op een snellere toegang tot de crisisopvang huiselijk geweld en een uitbreiding van het opvang- en hulpverleningsaanbod voor slachtoffers van huiselijk geweld. De bevindingen van de pilot Vrouwenopvang plus worden meegenomen bij het inkooptraject. Verder is de pilot risicotaxatie en vroegdiagnostiek in de plegeraanpak gestart waarbij plegers eerder en meer passende hulp krijgen aangeboden.

In 2021 is een fysieke locatie voor het Centrum Huiselijk geweld en kindermishandeling in het GGD-gebouw gerealiseerd. Hiermee is de nauwe samenwerking met het Centrum Seksueel geweld bestendigd. Verder heeft Veilig Thuis Rotterdam Rijnmond in opdracht van de gemeente het netwerk ervaringsdeskundigen opgericht. Dit netwerk genaamd ‘Ervaring in huis’ is tijdens de bijeenkomst van het platform Stop geweld tegen vrouwen op 12 juli gelanceerd. Het doel van het netwerk is voormalig slachtoffers en plegers een stem te geven en structureel in te zetten om huiselijk geweld te doorbreken en te bouwen aan herstel.

Vanuit het beleidskader is veel aandacht voor preventie. Zo zijn de eerste stappen gezet in de uitvoering van het plan Complexe scheidingen en het plan Preventie (een plan van aanpak voor het versterken van preventie van huiselijk geweld en kindermishandeling). Tot slot zijn er in 2021 al diverse bijeenkomsten voor deskundigheidsbevordering georganiseerd. Deze bijeenkomsten zijn tot nu toe allemaal digitaal.

Tijdens de coronacrisis is er veel aandacht voor huiselijk geweld en kindermishandeling. Doordat gezinnen, door de genomen maatregelen, meer thuis zijn is het aannemelijk dat huiselijk geweld toeneemt. We hebben verschillende acties ondernomen om ervoor te zorgen dat deze Rotterdammers in beeld blijven. Zo is de campagne ‘Let op elkaar’ gestart waarin we burgers en professionals oproepen alert te blijven op signalen en hulp in te schakelen als dat nodig is, in april herhaald. In het voorjaar van 2021 was de campagne met name gericht op het onderwijs. Via nieuwsbrieven worden professionals geïnformeerd over alle (extra) mogelijkheden die er zijn voor deze kwetsbare gezinnen. De chatfunctie die Veilig Thuis in mei van 2020 is gestart loopt goed zodat er laagdrempelig om hulp kan worden gevraagd. Vanuit de gemeente worden er SIM-kaarten verstrekt aan kwetsbare vrouwen, zodat ze laagdrempelig via internet hulp kunnen zoeken.

Ontwikkelingen 2022-2025

Mensen wonen zo zelfstandig mogelijk in de wijk
De zorg en ondersteuning aan cliënten in het kader van beschermd wonen en de extramurale GGZ loopt eveneens mee in de nieuwe inkoop die medio 2022 ingaat. Voor de nieuwe aanbesteding beschermd wonen ligt een duidelijk kader, passend bij de huidige en toekomstige vraag naar diverse soorten beschermd wonen voorzieningen in de regio. Dit binnen het bredere palet aan woon- en zorg voorzieningen. De gehele strategie, vraagontwikkeling en opgave tot 2030 op het gebied van opvang, beschermd wonen en zelfstandig wonen met ondersteuning is uiteengezet in het plan van aanpak Wonen en Zorg voor kwetsbare Rotterdammers dat medio dit jaar aan de raad is toegezonden.

Voorkomen, signaleren en oplossen van huiselijk geweld, kindermishandeling en seksueel geweld

Het verbeterprogramma aanpak Huiselijk geweld, dat is gestart naar aanleiding van het onderzoek Complexe problemen vragen onorthodoxe oplossingen, wordt in de periode 2021 – 2023 uitgevoerd. Er wordt ingezet op verbeteringen in de interne uitvoeringsorganisatie, zoals een snellere toegang tot hulp, als in het gehele netwerk, zoals een betere samenwerking tussen zorg en veilig partners in casuïstiek.

Door het opleveren van het plan Preventie zijn de eerste stappen gezet om meer te doen aan preventie in de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling. Vanaf 2021 en verder worden de activiteiten uit het plan opgepakt en uitgevoerd. Het plan Preventie richt zich op alle vormen van huiselijk geweld en kindermishandeling. In 2021 en 2022 wordt het inkooptraject huiselijk geweld verder vormgegeven. De inzet is om geschikt hulpaanbod in te kopen voor slachtoffers en plegers en de realisatie van een integraal hulpaanbod voor gezinnen waar huiselijk geweld speelt.

Wat willen we bereiken

Effect indicatoren

Wat gaan we daar voor doen

Effectindicatoren 201820192020202120222023
Toename van het aantal meldingen waarbij de duur van huiselijk geweld bij melding korter is dan 1 jaar Streefwaarde >55% >55% >55% >55% >55%  
Realisatie 59% 64% 76%      
Toename van het aantal gezinnen dat na 1 jaar passende zorg stabiel en veilig is (indicator bij aanpak huiselijk geweld). Streefwaarde >66% >66% >66% >66% >66%  
Realisatie 75% 86% 85%      

Toelichting indicatoren

  • Voor de berekening van deze indicatoren wordt in het systeem van Veilig Thuis Rotterdam Rijnmond hierop geregistreerd sinds 2017. De registratie is sindsdien nauwkeuriger en vollediger geworden.
  • Voor de indicator ‘duur geweld’, wordt bij VTRR de duur van het geweld (in maanden) geregistreerd dat plaatsvond voor de eerste melding. Cliënten kunnen dit niet altijd aangeven. Het percentage is berekend over het aantal casussen waarvan de duur bekend is.
  • Voor de periode januari t/m december 2020 geldt dat van de 7.779 casussen waarvan de duur bekend is, deze in 76% van de gevallen korter is dan een jaar.
  • Voor de indicator ‘duurzaam oplossen’, wordt bij VTRR geregistreerd of de situatie van de cliënt na 12 maanden stabiel en veilig is. Dit wordt alleen geregistreerd voor de casussen die door VTRR in onderzoek zijn genomen. De Rotterdamse cijfers van januari t/m december 2020 laten zien dat van de 256 beoordeelde casussen in 85% van de gevallen sprake is van een veilige en stabiele situatie (al dan niet met ondersteuning).

Wat kost het

Overzicht van baten en lasten Geëscaleerde zorg 18+Realisatie
2020
Begroting
2021
Begroting
2022
Raming
2023
Raming
2024
Raming
2025
Baten exclusief reserves7.1858.1788.4988.4988.4988.498

Bijdragen rijk en medeoverheden 4.953 5.495 5.361 5.361 5.361 5.361
Overige opbrengsten derden 2.233 2.683 3.137 3.137 3.137 3.137
Lasten exclusief reserves152.244165.700147.699134.357130.252131.693

Apparaatslasten 6.592 11.034 10.882 9.817 9.817 9.818
Inhuur 182 261 251 157 157 157
Overige apparaatslasten 94 202 216 249 249 250
Personeel 6.316 10.572 10.415 9.411 9.411 9.411
Intern resultaat 1.162 856 605 523 523 523
Intern resultaat 1.162 856 605 523 523 523
Programmalasten 144.490 153.810 136.212 124.017 119.913 121.353
Inkopen en uitbestede werkzaamheden 14.313 26.541 11.710 12.627 9.414 9.440
Overige programmalasten 210 0 0 0 0 0
Sociale uitkeringen 82.470 69.359 71.419 59.730 59.085 60.499
Subsidies en inkomensoverdrachten 47.497 57.910 53.084 51.660 51.414 51.414
Saldo voor vpb en reserveringen -145.059 -157.522 -139.202 -125.859 -121.755 -123.196
Saldo voor reserveringen -145.059 -157.522 -139.202 -125.859 -121.755 -123.196
Reserves07.7240000

Onttrekking reserves 0 8.924 0 0 0 0
Toevoeging reserves 0 1.200 0 0 0 0
Saldo -145.059 -149.798 -139.202 -125.859 -121.755 -123.196

Beleidskaders, beleidsmonitoren en wet- en regelgeving

Beleidskaders

Beleidsmonitor

Wet- en regelgeving

Omschrijving taakveld

Tot dit taakveld behoren alle opvang- en beschermd wonen-voorzieningen met inbegrip van eventuele maatwerk-dienstverlening en maatwerkvoorzieningen voor personen die in de betreffende opvangvoorzieningen verblijven. Hierbij valt te denken aan vrouwenopvang, aanpak huiselijk geweld (Veilig thuis); beschermd wonen voor personen met psychische of psychosociale problemen; inloopfunctie GGZ; maatschappelijke opvang voor cliënten met een meervoudige problematiek, waaronder verslaving en Wmo maatwerkdienstverlening en - maatwerkvoorzieningen bij opvang.

Rotterdam heeft een centrumgemeentefunctie voor de maatschappelijke opvang, waaronder vrouwenopvang, en voor beschermd wonen.
Hierdoor voert de gemeente de maatschappelijke opvang en beschermd wonen ook uit voor de inwoners van Albrandswaard, Barendrecht, Capelle aan den IJssel, Krimpen aan de IJssel, Lansingerland en Ridderkerk. Door de gefaseerde afbouw van de centrumgemeentefunctie (doordecentralisatie Beschermd Wonen) wordt de samenwerking met de regiogemeenten verstevigd. Dit betekent op termijn een aanpassing van dit taakveld.