10-maandsrapportage 2021

Met nieuwe energie bouwen aan de stad van morgen

Wonen en bouwen Pagina 78

Groei van de woningvoorraad en aantrekkelijke woonmilieus.

Woningvoorraad met toekomstwaarde.

Basis op orde.

De hoofddoelstellingen van het woonbeleid van de gemeente Rotterdam zijn aantrekkelijkere woonmilieus, een woningvoorraad met voldoende kwaliteit en duurzame toekomstwaarde, en borging dat de basis van de woningmarkt op orde blijft.

Visies en beleid

In Rotterdam is er behoefte aan veel nieuwe woningen om de druk op de woningmarkt te verlichten, daarbij wordt ingezet op een constant hoge bouwstroom in de komende jaren. Tijdens deze woningkrapte staat met name woningen voor het middensegment en woningen voor starters onder druk. Wij zetten daarbij stevig in om juist ook voor deze groepen nieuwbouw te realiseren.

De gemeente Rotterdam zet zich in op het versterken van de positie van de koopstarter op de Rotterdamse woningmarkt. Eén van de instrumenten die de gemeente voornemens is om in te zetten is de starterslening, naast bijvoorbeeld meer sturing op de nieuwbouw van koopwoningen in het middensegment en het aanpakken van het verdienmodel van particuliere beleggers die oneigenlijke hoge huren vragen. Kopers kunnen met de Starterslening, die loopt via het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten (SVn), een extra lening krijgen als onderdeel van de totaal benodigde financiering voor een koopwoning tot de Nationale Hypotheek Garantie (NHG)-grens. Door deze steun in de rug kunnen zij net iets meer besteden, waardoor een groter deel van de koopwoningvoorraad binnen hun bereik komt. Rotterdammers tussen de 18 en 35 jaar kunnen een starterslening aanvragen voor de aankoop van hun eerste woning. Ook Rotterdammers ouder dan 35 jaar die een sociale huurwoning van een woningcorporatie achterlaten, kunnen de starterslening aanvragen. De regeling is alleen beschikbaar voor starters uit Rotterdam die voor het eerst een huis kopen, bijvoorbeeld omdat ze uit huis gaan, omdat ze doorstromen uit een studentenkamer of uit de sociale woningvoorraad van corporaties (ter aansluiting bij Actieplan Beschikbaarheid).

De eerste maanden van 2021 is er extra ingezet op het middensegment huur- en koopwoningen. Dit onderdeel van de programmering, komt als gevolg van de stijgende woningprijzen steeds verder onder druk te staan. Desondanks resulteert onze ingezette sturing in een steeds beter effect in onze bouwprogrammering. Via tendervoorwaarden en het maken van afspraken hierover in privaatrechtelijke overeenkomsten worden de afspraken hierover tussen de gemeente en marktpartijen vastgelegd. Naast de programmering zelf wordt hierin ook afspraken gemaakt over zelfbewoningsplicht en een anti-speculatiebeding. De aantallen die worden gerealiseerd in het middensegment koop zijn nog niet naar tevredenheid. Daarom worden aanvullend op het Actieplan middenhuur momenteel gewerkt aan een Actieplan middenkoop.

Door de gespannen woningmarkt staat ook de betaalbaarheid van de bestaande woningvoorraad onder druk. In de verhuur van deze voorraad vinden geregeld misstanden plaats. Het actieplan Goed (ver)huren is gericht op het optreden tegen deze misstanden en het bevorderen van goed verhuurderschap. Door onder andere ondersteuning en advisering van huurders en voorlichting aan verhuurders, maar ook door inzet van nieuw instrumentarium zoals een verhuurdersvergunning wordt gestuurd op goed verhuurderschap. Nieuwe regelgeving is in ontwikkeling voor een zelfbewoningsplicht in de particuliere voorraad in de vorm van de regeling Opkoopbescherming. Daarnaast is het wetsvoorstel Goed Verhuurderschap is onlangs in consultatie gegaan. Hierin is een landelijke verhuurvergunning opgenomen.

Binnen Rotterdam wordt al jaren gewerkt met een verordening op de Huisvestingswet om te sturen op de toegang tot de woningmarkt en de samenstelling van de woningvoorraad. Via deze verordening wordt onder meer de Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek (Rotterdamwet) geïmplementeerd, alsmede het vergunningstelsel voor woningonttrekking, kamerbewoning, woningvorming en splitsing. Per 1 juli 2021 is er een nieuwe verordening van kracht. Met deze nieuwe verordening wordt een betere onderbouwing van de inzet van de instrumenten geregeld, een aanpassing van de straten waar de Rotterdamwet van toepassing is, een aanscherping van de regels rond kamerbewoning en worden regels ingevoerd ten aanzien van toeristische verhuur van woonruimte.

Doelgroepen verordening:

Het opstellen van een Doelgroepenverordening middensegment is één van de maatregelen die zijn aangekondigd in het Actieplan Middenhuur. Met deze verordening kan invulling worden gegeven aan de wens om meer sociale koop en middensegment huur te realiseren en te waarborgen.

Het is een publiekrechtelijke ‘stok achter de deur’; verwijzing naar de toepassing van het instrument kan een privaatrechtelijke onderhandeling alsnog de gewenste kant op sturen.

De feitelijke toepassing van de verordening via een haakje in het bestemmingsplan, is een terugvaloptie om de haalbaarheid van de doelstellingen van ‘wijken in balans’, zoals beschreven in de Gebiedsatlas, te vergroten. De inwerkingtreding is beoogd in 2021.

Woningbouwproductie

De bouwproductie in deze Collegeperiode is tot augustus 2021 gestegen tot circa 12.000 woningen. Sinds 2018 is door het college fors ingezet op het beschikbaar maken van voldoende bouwlocaties om de hogere bouwproductie te faciliteren. Mede doordat in de vorige crisis een tekort aan beschikbare bouwlocaties is opgebouwd kent de versnellingsopgave een lange aanlooptijd. Ook de tijd die nodig is geweest om het ambtelijk apparaat te versterken heeft ervoor gezorgd dat de productie niet direct kon worden opgeschroefd. De resultaten worden echter steeds zichtbaarder:

  • In 2020 is een fors hoger aantal aangevraagde omgevingsvergunningen tot 6.600 woningen ingediend.

  • Het tekort aan bouwlocaties die nodig zijn om een continue bouwstroom te realiseren, is grotendeels teruggebracht. De planvoorraad voor de Midden Langere Termijn (2022 – 2030) is gestegen met circa 20.000 woningen tot 42.000 woningen totaal. In 2018 was voor deze periode voor slechts circa 22.000 woningen bouwlocaties.

  • Het “doorbouwmanifest” dat de gemeente gesloten heeft met marktpartijen en corporaties heeft richting gegeven om de versnellingsopgave ook tijdens de corona epidemie door te zetten.

Risico’s:

Het College blijft zich maximaal inzetten om de bouwproductie in de huidige collegeperiode te maximaliseren en om voldoende bouwlocaties op te starten zodat ook in de komende jaren een hoge productie gerealiseerd kan worden. Nu de planvoorraad en de ambtelijke capaciteit in belangrijke mate op orde zijn, wordt geconstateerd dat vertragingsfactoren steeds vaker buiten de invloedsfeer van de gemeente liggen.

Oorzaken van vertraging liggen bijvoorbeeld in het moeten doorlopen van bezwaar- of beroepsprocedures, het moeten herontwikkelen als gevolg van sterk stijgende bouwkosten, de bouwmaterialen schaarste en de achterblijvende beschikbaarheid van voldoende capaciteit bij ontwikkelaars en aannemers.

Op de bouwlocaties waar vertraging vanuit externe factoren zijn ontstaan, wil het College deze vertragingen tot een minimum beperken, en zo veel als mogelijk inlopen in het begin van 2022. Daar waar de formele startbouwhandeling doorschuift naar 2022 wordt daarom ook stevig ingezet op het, nog in 2021, opstarten van de voorbereidende werkzaamheden zoals sloop van bestaande opstallen, omleggen van kabels en leidingen, uitvoeren van bodemsanering en overige werkzaamheden voor het bouwrijp maken. Marktpartijen en corporaties worden hierop aangesproken aan en leggen dit zo nodig vast in aanvullende afspraken.

Versterken bestaande woningvoorraad

Begin 2021 is het Vitaliteitsonderzoek naar de toekomstbestendigheid van de bestaande woningvoorraad opgeleverd. Dit onderzoek toont aan dat als gevolg van het huidige kwaliteitsniveau van de woningvoorraad, maar ook door toekomstige kwaliteitsambities bijvoorbeeld in het kader van het Klimaatakkoord tot aan 2050 forse investeringen in de bestaande voorraad nodig zijn. Dit onderzoek is benut voor lobby. Het onderzoek vormt tevens de onderlegger voor toekomstige aanpak van de voorraad.

Op verschillende manieren zet Rotterdam in op het versterken van de bestaande woningvoorraad. Het vitaliteitsonderzoek toont aan dat de Rotterdamse woningvoorraad deels niet aan de huidige kwaliteitseisen voldoet, maar dat er bovendien nog een grote opgave is om de voorraad toekomstbestendig te maken.

Via diverse programma’s worden eigenaren gestimuleerd, gefaciliteerd en - als het niet anders kan - gedwongen om hun woning te onderhouden Zo is het programma funderingsaanpak gericht op onderzoek- en herstel en heeft Rotterdam een asbestdaken loket ten behoeve van asbestsanering. Onder de vlag van het Nationaal Programma Rotterdam Zuid (NPRZ) vindt de aanpak basiskwaliteit Steigers op Zuid plaats. Daarnaast wordt gewerkt aan een ingrijpende aanpak van de particuliere woningvoorraad door middel van herstructurering en wordt samenvoegen en vergroten van woningen gestimuleerd met een aantrekkelijke subsidieregeling.

Gedurende de zomer zijn de aanbestedingsprocedures voor de aanpak Steigers op Zuid 2021 uitgevoerd, waarna de uitvoering en het benaderen van de VvE’s in het derde kwartaal plaatsvindt. De aanpak van dit programma verloopt conform planning.

Onlangs is bekend gemaakt dat de Rotterdamse aanvraag voor het Volkshuisvestingsfonds 2021 voor ingrijpende aanpak NPRZ is toegekend waardoor nieuwe kwaliteitsimpuls mogelijk wordt. De diverse aanpakken worden indien mogelijk gecombineerd met verduurzaming en/of het aardgasvrij/aardgasvrij-ready maken. Ook de woningcorporaties zijn actief met het toekomstbestendig maken van hun voorraad.

COVID-19 was en is van invloed op de werkzaamheden in de gebiedsaanpakken aardgasvrij: energiecoaches kunnen niet bij mensen thuis langs, een aantal wijkacties/ events is uitgesteld en (bewoners)bijeenkomsten vinden online plaats. De ene doelgroep is hierdoor makkelijker te bereiken en de andere juist lastiger. Onlangs hebben gebouweigenaren in Pendrecht Zuid een financieel aanbod ontvangen om over te stappen op stadsverwarming. De komende maanden moet blijken in hoeverre zij bereid zijn de overstap te maken en wat de invloed van COVID-19 hierop is. Daarnaast is eind maart door de gemeente een duurzaamheidslening gelanceerd, die een aantrekkelijke financiering biedt voor huiseigenaren om hun woning te verduurzamen.

Vanuit het landelijk Klimaatakkoord ontstond de verplichting voor een gemeentelijke transitievisie warmte, waaraan invulling is gegeven met de Rotterdamse Transitievisie Warmte 1.0. Op basis van de resultaten van de 14 verkenningen aardgasvrij die in 2020 hebben plaatsgevonden, zijn gebieden geïdentificeerd waar het kansrijk is om vóór 2030 te starten met de aanleg van collectieve warmteoplossingen. De uitvoering is afhankelijk van de invulling van de benodigde randvoorwaarden, onder andere door het Rijk.

Bestuursopdracht Financiële sturing Stadsontwikkeling

Tijdens de voorjaarsretraite 2021 heeft het college besloten de concerndirecteur Stadontwikkeling en de Concerncontroller de Bestuursopdracht Financiële sturing Stadsontwikkeling te geven. De opdracht vraagt om antwoord te geven op de vraag of de terugloop in algemene middelen voor de bouwopgave en duurzaamheidsopgave vanaf 2024 (gedeeltelijk) kan worden opgevangen door reallocatie van de totale beschikbare middelen (incidentele en (semi-)structurele middelen. De structurele opgave voor economie moet hierbij worden betrokken.  De bestuursopdracht loopt in totaal twee jaar en is opgeknipt is twee fases. De eerste fase bestaat uit voorstellen op hoofdlijnen welke in deze begroting waar mogelijk al worden verwerkt en uit beter inzicht in de samenhang tussen doelstellingen, capaciteit en middelen van stadsontwikkeling. De tweede fase richt zich op de verdere implementatie van de gesignaleerde organisatorische en financiële verbeteringen binnen het concern.

Door de opdrachtnemers zijn voorstellen voor de oplossingen voor de drie opgaves gedaan. Een deel van deze oplossing richt zich op een andere manier van dekking dan via de algemene middelen zoals door een reële raming van de te verwachten Rijksbaten voor de Duurzaamheidsopgave (conform gebruikelijke werkwijze zoals o.a., bij jeugdhulp) of het toerekenen van kosten in de bouwopgave aan initiatiefnemers. Voor verwerking van al deze voorstellen is nadere uitwerking noodzakelijk.

In deze begroting wordt wel, voor de jaarschijven 2023 en 2024, een raming van reële Rijksbijdragen aan de gedecentraliseerde taken voortkomende uit het Klimaatakkoord opgenomen. Daardoor kunnen de lasten evenredig worden opgehoogd. In lijn met de concernbrede methodologie wordt deze raming periodiek, voor het eerst bij de Begroting 2023, naar nieuwe inzichten geactualiseerd om zodoende een reëlere raming voor 2023 en verder op te leveren. De concerndirectie en het college erkennen de noodzaak om ten aanzien van deze drie opgaven de continuïteit naar de organisatie te bevestigen. Deze erkenning zorgt voor rust en stabiliteit naar de organisatieonderdelen die werken aan deze opgaven.

Ontwikkelingen 2022-2025

Visies en beleid

De focus binnen het domein wonen en bouwen voor de periode 2022 en 2025 ligt op uitvoering van al vastgesteld of dit jaar nog vast te stellen visies en beleid, inclusief diverse aanpakken en-/of actieplannen. Verwachting is dat in 2022 het wetsvoorstel Goed Verhuurderschap in werking treedt, waarvoor Rotterdams beleid moet worden ontwikkeld.

Woningbouwproductie

Het College heeft afgelopen periode ingezet op het verhogen van de planvoorraad voor de (middel)lange termijn, door het benoemen, uitwerken en vaststellen van diverse nieuwe ontwikkellocaties, zoals Feyenoord City, Rijnhaven/Codrico, Nieuw Kralingen en Merwevierhavens. Ook zijn er voor de uitvoerbaarheid van diverse gebiedsontwikkelingen financiële middelen geregeld (bijv. via Woningbouwimpuls voor Noordrand Zuiderpark en Feyenoord City). De komende periode zal dit onverminderd doorgaan en zal voor veel ontwikkellocaties planologische ruimte in nieuwe bestemmingsplannen en financiële haalbaarheid geregeld moeten worden.

Het doorbouwmanifest heeft niet alleen richting gegeven in de versnellingsopgave tijdens COVID-19, maar ook de verkenning gestart om samen met marktpartijen te kijken hoe een continue en gedifferentieerde bouwstroom kan worden bewerkstelligd, waarbij de inzet qua prijssegmenten is gericht op 20-30-30-20.

Risico’s:

  • Planologische en juridische procedures (bezwaren, milieuwetgeving, omgevingsvisie etcetera) Veel planaanbod voor de middellange termijn heeft nog geen harde status (passend in het planologische kader).
  • Financiële haalbaarheid gebiedsontwikkelingen.
  • Voorwaardelijke investeringen in infrastructuur, buitenruimte, maatschappelijke voorzieningen, etcetera.
  • De mate van stijging bouwkosten heeft gevolgen voor de betaalbaarheid van woningen in relatie tot gedifferentieerd planaanbod.
  • Onder de Wet kwaliteitsborging voor de bouw (Wkb) zijn de leges niet langer toereikend voor het dekken van de kosten zoals nu het geval is. De minister is schriftelijk geïnformeerd dat het uitgangspunt van de gemeente voor invoering van de wet is dat de gemeente gecompenseerd wordt.

Versterken bestaande woningvoorraad

Het recent uitgevoerde vitaliteitsonderzoek toont aan dat een groot deel van de Rotterdamse woningvoorraad niet toekomstbestendig is. De stapeling van fysieke problemen en ambities tot aan 2050 leiden tot een urgente een forse opgave. Door het vitaliteitsonderzoek worden de verschillende opgaven in de woningvoorraad – asbestdaken, klimaatadaptatie, funderingsproblematiek, achterstallig onderhoud en verduurzaming en aardgasvrij maken van de woningvoorraad - met elkaar in verband gebracht. Het vitaliteitsonderzoek vormt daardoor de onderlegger voor de toekomstige aanpak van de bestaande woningvoorraad. Zoals via het Nationaal Programma Rotterdam Zuid (NPRZ) en het programma funderingsaanpak. Het onderzoek is een bevestiging van de noodzaak van een langdurige aanpak in de particuliere voorraad op Zuid, maar laat ook zien dat op de noordoever nog een opgave ligt.

In de Rotterdamse Transitievisie Warmte wordt aangegeven welke gebieden kansrijk zijn om vóór 2030 te starten met een gebiedsaanpak aardgasvrij. De ambitie is om bij 83.000 van de 263.000 aardgasaansluitingen in Rotterdam voor 2030 gestart te zijn met een aanpak aardgasvrij. Dit vindt plaats met een haalbaar en betaalbaar alternatief tegen de laagst mogelijke maatschappelijke kosten. Om over te gaan tot de uitvoering in de kansrijke gebieden zijn extra middelen en mandaat nodig op gemeentelijke niveau. De manier waarop invulling wordt gegeven aan deze randvoorwaarden, onder andere door het Rijk bepaalt het tempo en de omvang van de uitvoering de komende jaren.

Wat willen we bereiken

Wat gaan we daar voor doen

Effectindicatoren

 

2018

2019

2020

2021

2022

2023

Collegetarget 12: Binnen 4 jaar start bouw van 18.000 woningen*

Streef-waarde

 

4.500

9.000

13.500

18.000

 

 

Realisatie

4.547

7.250

10.383

12.000 (01-08-2021)

 

 

Transformatie van 180.000 m2 kantoren

Streef-waarde

45.000

90.000

135.000

180.000

 

 

Realisatie

45.000

102.000

159.000

289.000 (t/m Q1 2021)

 

 

Ten minste 15.000 bestaande woningen zijn verduurzaamd, waarvan 10.000 aardgas vrij of daarop voorbereid**

Streef-waarde

 

1.750

5.500

9.750

15.000

 

Realisatie

 

 

5.748

11.737

n.n.b. ***

 

 

* Streefwaarde binnen 4 jaar start bouw van 18.000 nieuwe woningen, gemiddeld 4.500 start bouw woningen per jaar realiseren.

** opgave verdeeld over 4 jaar

***Het totaalcijfer voor deze effectindicator is nog niet bekend. Dit betekent echter niet dat er nog geen woningen verduurzaamd zijn en/of aardgasvrij gemaakt. Er worden volop stappen gezet met de verduurzaming en het aardgasvrij maken van woningen, bijvoorbeeld via de verschillende gebiedsaanpakken. Aan deze target wordt gewerkt in samenwerking met verschillende partners en organisaties in de stad en er zal z.s.m. over gerapporteerd worden. De rapportage over deze cijfers zal eens per jaar plaatsvinden, in lijn met de rapportage over de Prestatieafspraken met de woningcorporaties.

Prestatie indicatoren

 

 

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2.000 studentenkamers (al dan niet tijdelijk of mobiel)

 

Streef-waarde

 

500

1.000

1.500

2.000

 

Realisatie

583

1.113

1.344

n.n.b.

 

 

NPRZ: Steigers op Zuid (SoZ); Basiskwaliteit woningen (aantal woningen)

Streef-waarde

 

750

1.500

2.250

3.000

 

Realisatie

 

780

1.176

2.040*

 

 

 Vergunningaanvragen in behandeling genomen.

Streef-waarde

 

2.400

4.800

7.200

9.600

 

Realisatie

 

 

2.723

4.981

6545

 

 

Wijkgerichte aanpak funderingsproblematiek (aantal woningen)

Streef-waarde

 

1.500

3.000

4.500

6.000

 

Realisatie

 

2.750

7.750

 12.600 adressen

 

 

*NPRZ, Steigers op Zuid: Jaarlijks worden door het college adressen in de focuswijken aangewezen voor de projectmatige aanpak binnen het programma Steigers op Zuid. Voor het jaar 2021 zijn dit 864 adressen. De aanbestedingsprocedure voor de selectie van adviesbureaus is gestart. Naar verwachting wordt dit traject na de zomer afgerond en wordt in het 3de kwartaal gestart met de voorbereidingen om eigenaren en VvE’s te benaderen. Het eerste contactmoment (veelal met een wethoudersbrief) geldt als start van het project.  

Wat kost het

Overzicht van baten en lasten Wonen en bouwenRealisatie
2020
Begroting
2021
Begroting
2022
Raming
2023
Raming
2024
Raming
2025
Baten exclusief reserves64.86258.79950.01947.44747.14847.839

Bijdragen rijk en medeoverheden 12.951 12.656 6.254 6.469 6.169 6.861
Financieringsbaten 172 0 0 0 0 0
Overige opbrengsten derden 50.207 39.333 43.765 40.978 40.978 40.978
Overige baten 1.531 6.810 0 0 0 0
Lasten exclusief reserves132.050160.035131.452112.51090.63388.593

Apparaatslasten 99.343 114.850 111.540 111.673 106.450 105.307
Inhuur 19.402 27.834 21.539 21.786 16.562 15.420
Overige apparaatslasten 1.446 1.999 2.230 2.229 2.229 2.229
Personeel 78.495 85.017 87.772 87.658 87.658 87.658
Intern resultaat -26.997 -26.830 -22.622 -20.615 -18.705 -18.563
Intern resultaat -26.997 -26.830 -22.622 -20.615 -18.705 -18.563
Programmalasten 59.704 72.015 42.533 21.451 2.889 1.849
Financieringslasten 0 0 0 0 0 0
Inkopen en uitbestede werkzaamheden 48.026 61.977 33.342 11.919 -6.700 -12.635
Kapitaallasten 2.901 3.830 4.973 6.901 8.705 14.351
Overige programmalasten -216 0 0 0 0 0
Subsidies en inkomensoverdrachten 8.993 6.208 4.218 2.631 883 133
Saldo voor vpb en reserveringen -67.189 -101.236 -81.433 -65.062 -43.485 -40.754
Saldo voor reserveringen -67.189 -101.236 -81.433 -65.062 -43.485 -40.754
Reserves40.44761.93637.29627.89326.73224.233

Onttrekking reserves 46.347 68.636 41.796 27.893 26.732 24.233
Toevoeging reserves 8.500 6.700 4.500 0 0 0
Vrijval reserves 2.600 0 0 0 0 0
Saldo -26.742 -39.300 -44.137 -37.169 -16.754 -16.521

Beleidskaders, beleidsmonitoren en wet- en regelgeving

Omschrijving taakveld

Rotterdam groeit. Goed wonen zorgt voor een stabiele (thuis)basis in een dynamische stad en vergroot daarmee de kans dat Rotterdammers actief en gezond opgroeien, leren, participeren in de samenleving en economie en zichzelf ontwikkelen onder veranderende omstandigheden. De gemeente faciliteert uiteenlopende woonwensen binnen de stadsgrenzen waardoor iedereen die iets voor Rotterdam kan betekenen (en andersom) een plek kan vinden en het voor bedrijven ook aantrekkelijk is zich hier te vestigen vanwege de aanwezige talenten en capaciteiten. De groei van de stad, samen met bijvoorbeeld de nieuwe economie, energietransitie en klimaatverandering brengen ook allerlei risico’s met zich mee. Rotterdam ziet juist kansen in deze dynamiek en werkt aan een positieve vertaling daarvan. Tegelijkertijd werkt de gemeente daarmee aan de weerbaarheid en de veerkracht (resilience) van de stad.

Huidige en nieuwe Rotterdammers kunnen in de komende vier jaar in onze stad nog beter een huis passend bij hun wensen en mogelijkheden vinden, in een prettige, veilige en groene woonomgeving.  De gemeente pakt door op de ambities van de Woonvisie 2030, maar beseft dat de stad harder moet groeien qua woningaantallen en versneld moet verduurzamen en inspelen op andere transities (klimaat, mobiliteit, circulair bouwen, digitalisering) om ook in de toekomst een aantrekkelijke én resilient (veerkrachtig en toekomstbestendige) woonstad te kunnen blijven. Deze versnelling op de uitvoering van ambities is vastgelegd in het Addendum op de Woonvisie 2030.

Tegelijkertijd ligt er een opgave om te zorgen dat de basis op orde blijft in de bestaande woningvoorraad. Groepen woningzoekenden die nu tussen wal en schip dreigen te vallen en/of een maatschappelijke meerwaarde hebben, worden door de gemeente extra ondersteund in hun zoektocht naar een woning. Met als inzet het wonen voor Rotterdammers zo veel mogelijk betaalbaar, toegankelijk en overlastvrij te maken en houden.

Belangrijke ontwikkelingen die effect hebben op het wonen en bouwen, waarvan de aard en omvang van het effect nog lang niet allemaal duidelijk zijn:

  • Demografische ontwikkelingen zoals de ontwikkelingen in de huishoudensamenstelling, levensverwachting en migratie.
  • Nationale energietransitie en de vertaling daarvan naar Rotterdam. Een woning verhoogt haar toekomstwaarde (en daarmee ook WOZ-waarde) door volledig te zijn aangepast op schone energie
  • voortdurende klimaatveranderingen zodat woningen anders ingesteld moeten zijn op wateroverlast, waterschaarste en hittestress
  • stedelijke mobiliteitstransitie, waarbij ingezet wordt op schone deelconcepten voor modaliteiten en meer ruimte voor fietsen, OV en lopen in de directe woonomgeving wordt geboden
  • nationale en internationale ontwikkelingen ten aanzien van financiering van wonen zoals ontwikkelingen rondom het hypothecaire stelsel, de ontwikkeling van de rentestanden en de huurtoeslag en het landelijk fonds Duurzaam Funderingsherstel
  • landelijke ontwikkelingen ten aanzien van wetgeving zoals de evaluatie van de Woningwet, de komst van de Omgevingswet en eventuele veranderingen in de Wet maatschappelijke ondersteuning
  • landelijke subsidieregelingen en deals met het rijk ten aanzien van respectievelijk verduurzaming en het Nationaal Programma Rotterdam Zuid (NPRZ)
  • ontwikkelingen in de corporatiesector zoals fusies en saneringstrajecten
  • ontwikkelingen en afspraken rond wonen op bovenlokaal niveau zoals de regionale woningmarktafspraken in de regio Rotterdam en op Zuidvleugelniveau de afspraken in het kader van de Verstedelijkingsalliantie
  • ontwikkelingen in de markt (bijvoorbeeld prijspeil bouwmaterialen)

Strategische opgaven gebiedsontwikkelingen

Een aantal programma’s en gebiedsontwikkelingen in Rotterdam heeft belangrijke betekenis voor de sociaal-economische ontwikkeling van de stad. In deze ontwikkelingen wordt (in samenhang met andere beleidsambities) een belangrijke bijdrage aan de woningbouwopgave van de korte, middellange en lange termijn geleverd. Het betreft de navolgende ontwikkelingen.

Merwe4Havens

Het Merwe-Vierhavengebied (M4H), de plek voor de innovatieve maakindustrie, wordt verder ontwikkeld. Binnen M4H ontwikkelt het deelgebied Merwehavens zich tot een aantrekkelijk en duurzaam woongebied dat goed in verbinding staat met de directe omgeving en waarbij er (milieutechnisch) evenwicht is en uitwisseling plaatsvindt met de directe omgeving die bestaat uit het naastgelegen Makersdistrict en de wijken Oud Mathenesse Witte Dorp, Bospolder Tussendijken en Spangen.

Stadionpark (incl. Feyenoord City)

Stadionpark is een grote gebiedsontwikkeling op Rotterdam Zuid, waar wonen, sporten en beleven samenkomt. Op de Sportcampus vindt een herschikking plaats van sportvelden en worden nieuwe accommodaties gerealiseerd, waarbij de 1e fase is afgerond en de overige delen in uitvoering zijn. Een stedenbouwkundig ontwerp voor woningen en onderwijs in de noordoosthoek van de Sportcampus is juli 2020 door het college vastgesteld en wordt aangeboden aan de Gemeenteraad. De herinrichting van Park de Twee Heuvels is vrijwel afgerond en de tender voor de woningbouw heeft een bijzonder winnend ontwerp opgeleverd. Start bouw van de parkvilla’s in 2021. Juli 2020 is gestart met bouwrijp maken van de GAMMA/P+R locatie op de Noorderhelling. Medio juli 2020 zal het eerste binnenstedelijke FastNed snellaad station op het Zuiddiepje worden geopend. 

Het planproces voor de stadionontwikkeling en gebiedsontwikkeling Feyenoord City is in volle gang. De gebiedsontwikkeling is vastgelegd in het Masterplan Feyenoord City dat in november 2019 door de Gemeenteraad is vastgesteld. Het bestemmingsplan wordt in 2020 opgeleverd. Het ontwerp voor het Nieuwe stadion en aangrenzende openbare gebied vordert volgens planning, de aanvraag omgevingsvergunning is gedaan. Vanaf oktober 2020 worden de plannen getoetst aan de door de raad opgestelde voorwaarden, zoals vastgelegd in de Position Paper. De Corona crisis heeft invloed op het Stadionpark. Externe partners zoals Stadion Feyenoord en de Stichting Gebiedsontwikkeling hebben extra hordes te nemen in hun financiering. De participatie is complex gebleven, maar het uitgangspunt dat de projecten zoveel als mogelijk ongestoord doorgaan is vergaand gerealiseerd.

Hart van Zuid

De gebiedsontwikkeling Hart van Zuid (HvZ) heeft als doel het nieuwe centrum voor Rotterdam Zuid te realiseren. HvZ bestaat uit een integraal programma dat moet leiden tot economische en sociale verbetering, het verbeteren van verblijfsklimaat, -duur en comfort, verhogen van werkgelegenheid, borgen van goede vervoersverbindingen, borgen van duurzaamheid en verbeteren van veiligheid.

Nationaal Programma Rotterdam Zuid (NPRZ): pijler Wonen

Binnen de pijler Wonen zetten we via het Werkprogramma NPRZ Wonen 2019 – 2022 door op de transformatie van de focuswijken. Ingrepen in de goedkope woningvoorraad en de woonmilieus van Rotterdam-Zuid moeten ervoor zorgen dat gemengde woonmilieus op Zuid gerealiseerd worden, zodat er voldoende duurzame woonruimte beschikbaar komt voor sociale stijgers uit Zuid en nieuwe bewoners met midden- en hoge inkomens.

Duurzame gebiedsaanpak

Verspreid over de stad bestaat een aantal aandachtsgebieden voor de energietransitie van de gebouwde omgeving. Het betreft de gebieden Reyerdijk/Groot IJsselmonde, Pendrecht-Zuidoost, Rozenburg, Lage Land Oost (Prinsenland) en Bospolder-Tussendijken. Hier komt een samenhangende, duurzame gebiedsaanpak. Ook wordt waar mogelijk een relatie gelegd met andere transities, denk aan langer thuis wonen.

Korte termijn ontwikkelingen woningbouw

Voorbeelden van actuele ontwikkelingen die direct bijdragen aan de groei van de woningvoorraad en aantrekkelijke woonmilieus zijn Park16Hoven, Nesselande, Lloydkwartier, Parkstad en de Binnenstad als city-lounge. Hier blijft de gemeente de marktpartijen en particuliere initiatiefnemers faciliteren en uitdagen naar de opgave te kijken vanuit een uitgekiende, lange termijnvisie.

De bouwopgave wordt steeds zichtbaarder in de stad, op tal van plekken, waaronder op Katendrecht, de Binnenstad, Parkstad, het Motorstraatgebied en nabij de Coolhaven, zijn volop bouwactiviteiten aan de gang.

Ook wordt volop ingezet op het in ontwikkeling nemen van nieuwe bouwlocaties, het vermarkten van gemeentelijke bouwlocaties en het ruimte geven aan marktinitiatieven.