Onderwijsbeleid en leerlingzaken
Beleidskaders, -monitors en wetgevingBevorderen van kansengelijkheid in het onderwijs.
Het stimuleren van een passend, toegankelijk, gedifferentieerd en kwalitatief hoogwaardig onderwijsaanbod in de hele stad.
Voldoende goede leraren, pedagogisch medewerkers, schoolleiders en instructeurs.
Het verminderen van schooluitval.
Voortgang 2021
Ga naar vorig P&C-documentMet het programma ‘Gelijke kansen voor elk talent’ investeren we in kansengelijkheid in het Rotterdamse onderwijs, zodat alle Rotterdamse kinderen het beste uit zichzelf kunnen halen.
Om het effect van de corona crisis te ondervangen is vanuit het Rijk het Nationaal Programma Onderwijs (NPO) beschikbaar gesteld. Met het investeringsprogramma beoogt het Rijk leervertragingen in te lopen en leerlingen te ondersteunen die het moeilijk hebben vanwege de gevolgen van de coronacrisis. Gemeenten krijgen tot en met schooljaar 2022-2023 geld uit het NPO-budget voor hun rol in de voorschoolse educatie en het primair en voortgezet onderwijs. Dit is in aanvulling op en ter ondersteuning van de middelen die scholen zelf krijgen. In Rotterdam werken we aan een integrale aanpak zodat de middelen op een effectieve en duurzame manier ingezet worden. Het programma wordt in overleg met schoolbesturen nader uitgewerkt en wordt de komende twee jaar uitgevoerd.
Om leervertragingen in te halen, is ook in 2021 een zomerprogramma georganiseerd. Zomertalent010 gaf kinderen en jongeren een steuntje in de rug met een inspirerende en uitdagende invulling van de zomervakantie. Zomertalent010 heeft een leerzaam programma geboden verspreid over verschillende locaties in de stad.
Ondanks de extra activiteiten als gevolg van corona, werken we daarnaast aan de uitvoering van ‘Gelijke kansen voor elk talent’. We richten ons op het verkleinen van de kwaliteitsverschillen tussen scholen, een sterk, gevarieerd en aantrekkelijk aanbod aan scholen in de buurt, de aanpak van het lerarentekort en op een succesvolle overgang tussen verschillende onderwijssoorten. We werken daarnaast aan passende zorg en ondersteuning voor leerlingen, een Rotterdamse werkwijze van democratisch burgerschap, de verbinding tussen onderwijs en arbeidsmarkt, talentontwikkeling, ouderbetrokkenheid en veiligheid binnen het onderwijs.
Overgangsmomenten in het onderwijs
De overgangen in het onderwijs zijn cruciale momenten voor de schoolcarrières van leerlingen. In het Rotterdamse onderwijsbeleid ‘Gelijke kansen voor elk talent’ spraken we af om de kansengelijkheid te bevorderen door de overgangen tussen schoolsoorten te verbeteren.
Hieronder enkele voorbeelden van maatregelen die we inzetten om die overgangen te verbeteren:
- Overgang vve-po
Om de kwaliteit van de doorgaande leerlijn te verbeteren, formuleerde de gemeente met alle voor- en vroegschoolse (vve) partners afspraken voor het verbeteren van de doorgaande lijn tussen de voor- en vroegschool en het versterken van de vroegschool (groep 1 en 2). Scholen werken hierdoor doelgericht aan het verder verbeteren van de kwaliteit van groep 1 en 2. Om de resultaatafspraken inzichtelijker te maken, ontwikkelen we momenteel een tool voor de scholen.
- Overgang po-vo
Bij de overgang van het basisonderwijs naar voortgezet onderwijs is een schooladvies van belang voor de verdere schoolloopbaan van een kind. Met alle Rotterdamse vo-besturen maakten we afspraken over goede opstroom- en doorstroommogelijkheden voor alle kinderen. Vanwege de schoolsluitingen en het bieden van thuisonderwijs, liep de uitvoering van de afspraken vertraging op. Dit krijgt komend schooljaar (2021-2022) de aandacht. Om doorlopende leerroutes te realiseren, zetten we onder andere in op een programmatische aansluiting tussen de verschillende onderwijsniveaus. Ook hanteren alle scholen dezelfde overgangsnormen, zodat leerlingen gemakkelijker kunnen doorstromen.
- Overgang vo-mbo-ho
Gewerkt wordt aan de uitvoering van het convenant ‘Samen werken aan een betere aansluiting vo-mbo’. Rotterdamse vo- en mbo-besturen formuleerden in het convenant afspraken voor succesvolle en kansrijke loopbanen voor vmbo- en havo-leerlingen in het mbo. Door beschikbare data te analyseren, wordt gekeken hoe schoolloopbanen verlopen en of de infrastructuur die de stad biedt daar ook op aansluit of om aanpassingen vraagt.
Kwaliteit en toegankelijkheid
Om de kwaliteit en de toegankelijkheid van het onderwijs te verbeteren, zetten we samen met het onderwijs in op onderstaande sporen:
- Voor het verbeteren van de schoolprestaties, het verkleinen van de schoolverschillen en het wegwerken van coronavertragingen, zijn afspraken gemaakt met scholen. De hiervoor verstrekte subsidies zijn onder andere ingezet voor taal en rekenen, mentorprogramma’s en huiswerkbegeleiding. Het beleid van dit college om de schoolverschillen te verkleinen, lijkt de juiste stimulans om leervertragingen te voorkomen en weg te werken. Recent onderzoek toont aan dat het verbeteren van de basiskwaliteit van het reguliere onderwijs het meest duurzaam en effectief is om mogelijke leervertragingen door de coronacrisis weg te werken. Uit inspectiegegevens blijkt dat in Rotterdam in 2021 vijf scholen in het basisonderwijs en twee afdelingen van een school in het voorgezet onderwijs als ‘onvoldoende’ zijn beoordeeld: een stabilisering ten opzichte van het voorgaande jaar. Het goede nieuws is dat er in Rotterdam 35 scholen in het basis- en voortgezet onderwijs zijn met het oordeel ‘goed’. In 2020 waren dit er 32.
- Om het bereik van de voorschool te vergroten, is de subsidieregeling ‘Voorschoolse Educatie’ aangevuld met de indicatie ‘Gelijke kansen’. Met deze indicatie hoeven ouders met schuldproblemen geen ouderbijdrage te betalen voor de voorschool. Hun peuter kan gratis naar de voorschool, want juist deze peuters hebben veel baat bij deelname aan de voorschoolse educatie. Via medewerkers schuldsanering, schuldhulpverlening en bijstandsuitkeringen brengen we de regeling bij deze gezinnen onder de aandacht. In 2020 maakten 74 peuters gebruik van de indicatie ‘Gelijke kansen’. Voor gezinnen die nog niet zijn bereikt startte een gerichte informatiecampagne. Vanuit verschillende principes binnen de gemeente streven wij ernaar ouders goed te informeren. Via de opvangmakelaars willen we ze leiden naar gesubsidieerde ‘Voorschoolse Educatie’. Ook in de wijken zijn wij actief om organisaties te informeren, zodat ook zij ouders van doelgroeppeuters kunnen informeren. Verder zijn we vanaf het nieuwe schooljaar gestart met een campagne waarbij doelgroeppeuters de voorschool kunnen uitproberen zonder dat ouders een vaste verplichting hoeven aan te gaan.
Aansluiting onderwijs en jeugdhulp
Voor een goede aansluiting van onderwijs op jeugdhulp zorgen gemeente, schoolbesturen en de samenwerkingsverbanden passend onderwijs dat de basis op orde is. Voor elk kind is er een passende plek in het onderwijs, een stevige ondersteuningsstructuur op school en een goed pedagogisch klimaat. Verder kan elk kind rekenen op een vroegtijdige signalering van problematiek. Hiervoor zetten we in op een stevige rol van het schoolmaatschappelijk werk, goede afspraken tussen de school en het wijkteam en de voorbereiding van nieuwe inkoop van onderwijszorgarrangementen.
Vooruitlopend op de landelijke ontwikkelingen, heeft Rotterdam het leerrecht van elk kind centraal gezet. Ook voor kinderen met een leerplichtontheffing op fysieke of psychische gronden. Er is een toename van het aantal vrijstellingen van onderwijs. We hebben een nieuwe werkwijze ingevoerd en kijken steeds welke maatregelen nodig zijn om het aantal vrijstellingen terug te brengen. Het aanbieden van passend onderwijs en passende zorg vraagt een goede samenwerking en flexibiliteit van alle partijen. De concrete uitwerking van de stedelijke aanpak zijn de leerrechtpilots. We zijn gestart met de eindevaluatie van de leerrechtpilots. Doel van die evaluatie is om de opgedane inzichten uit de pilots structureel te verankeren.
De aanpak thuiszitters door inzet van de Taskforce Thuiszitters en de landelijke G4 thuiszittersaanpak. De aanpak van de Taskforce om op tijd te zorgen voor een passend aanbod van onderwijs en/of jeugdhulp voor jongeren, is de afgelopen periode verder verfijnd door aansluiting van de wijkteams. Daarnaast zetten we in op preventie om te voorkomen dat (ziekte)verzuim van een leerling leidt tot thuiszitten. Dit doen we bijvoorbeeld met de campagne ‘Oog voor jou, van verzuim naar aanwezigheid’, het beter signaleren en ondersteunen van zieke leerlingen (interventie PATS van het CJG) en met een campagne over het stimuleren van aanwezigheid op school.
Leraren
De Rotterdamse aanpak voor leraren is een samenwerking tussen schoolbesturen en gemeente om het lerarentekort en de tekorten in de kinderopvang tegen te gaan. Het lerarentekort neemt weer toe. Het probleem kan niet opgelost worden door alleen de gemeente en de schoolbesturen. In samenwerking met de G4 en Almere lobbyen we daarom bij het Rijk voor structurele maatregelen.
- Vergroten instroom
Het aantal zij-instromers in het onderwijs dat dit jaar is gestart komt uit op 86 en blijft groeien. Dat is ruim boven de streefwaarde van 53 nieuwe zij-instromers. De eerste lichting van 38 mensen rondde de opleiding af en staat nu volledig zelfstandig voor de klas. Ook het aantal pabostudenten steeg. Potentiële leraren worden via het project ‘Leraar van buiten’ actief begeleid en voorgelicht over de mogelijkheden van werken in het onderwijs.
- Beperken uitstroom, professionaliseren en binden aan de stad
Alle vo-besturen en grote mbo-instellingen zijn aangesloten bij de Opleidingsschool Rotterdam. Hier werken lerarenopleidingen en scholen nauw samen om aankomende leraren voor te bereiden op de onderwijspraktijk. Het aantal opleidingsplaatsen bij de Opleidingsschool is dit jaar uitgebreid van 591 naar 830 plaatsen. Ook zijn er in 2021 subsidies toegekend voor projecten gericht op het verminderen van de werkdruk en het begeleiden van starters en stagiair(e)s. Het is mede hierdoor gelukt om voor alle pabostudenten en studenten van de lerarenopleiding een stageplaats te vinden. Leraren kunnen daarnaast gebruik maken van de lerarenbeurs en de Rotterdampas. Als blijk van waardering zijn er 12.880 gratis Rotterdampassen uitgegeven aan pedagogisch medewerkers en leraren en zijn er ruim 630 lerarenbeurzen toegekend. Ook kunnen leraren onder bepaalde voorwaarden voorrang krijgen op de huizenmarkt.
- Anders organiseren en opleiden
In het kader van anders organiseren werken het Rijk, schoolbesturen en gemeenten samen. Hiervoor zijn extra landelijke middelen beschikbaar. De komende jaren blijft er een tekort aan traditioneel opgeleide leraren. Daarom zetten we steeds vaker andere professionals in, zoals onderwijsassistenten en vakkrachten. Daarnaast stimuleren we nieuwe opleidingsvormen en werken hiervoor samen met de opleidingsinstanties. Zo zijn we gestart met de ‘brede route’: een opleiding waar studenten van verschillende disciplines, zoals onderwijs en zorg en welzijn, gezamenlijk stagelopen. Een mooi voorbeeld van anders organiseren van het onderwijs is het onderwijsconcept Rotterdams Goud. Kern van deze aanpak is de splitsing van zakelijk en onderwijskundig leiderschap: leraren kunnen zich concentreren op het onderwijs en worden ontzorgd op andere terreinen. Vanaf 2021 krijgen leerlingen van zes scholen voor het eerst les op deze manier.
Burgerschap
In 2020 stelden alle onderwijssectoren in Rotterdam gezamenlijk, van voorschool tot en met hoger onderwijs, een manifest op. In lijn met het manifest werken we samen met het scholenveld verder aan een veilige oefenplaats voor burgerschap. Hierdoor kan het Rotterdamse onderwijs beter omgaan met actualiteiten die leven onder jongeren. Dat is namelijk de bedoeling van het manifest: lastige onderwerpen bespreekbaar maken op een manier die past bij de leerlingen en het karakter van de school. Het belangrijkste is dat alle scholen lastige onderwerpen in de klas kunnen bespreken en hun docenten steunen in deze soms moeilijke opgaven. Het uitgangspunt is dat de school een veilige oefenplaats moet zijn. De gemeente ondersteunt scholen onder andere via subsidie voor deskundigheidsbevordering en het ontplooien van goede initiatieven op het gebied van burgerschap.
Aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt
Om loopbaanoriëntatie en -begeleiding (lob) te versterken in het onderwijs, is subsidie verstrekt aan scholen die extra investeren in de doorontwikkeling van lob. Ook is subsidie verstrekt voor bliksemstages en netwerkactiviteiten voor leerlingen in het po en vo.
Door corona blijft het voor veel mbo-studenten lastig om een geschikte stageplek of leerbaan te vinden. Dit heeft mogelijk gevolgen voor het aantal studenten dat een bbl-opleiding volgt. In samenwerking met mbo-instellingen en de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven is een actieplan ontwikkeld om de stage- en leerbaanproblematiek in het mbo aan te pakken. Resultaat is dat de stagetekorten zijn teruggebracht. Hierin neemt de gemeente als erkend leerbedrijf ook haar verantwoordelijkheid door het bieden van (extra) stages en leerbanen. Naast de inzet voor de stageproblematiek zet de gemeente breder in op het verbeteren van de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt:
- via het Leerwerkloket stimuleren we de beroepsbegeleide leerweg (bbl). Het Leerwerkloket helpt en adviseert scholieren, werknemers en werkgevers op het gebied van leren en werken vanuit de visie Leven Lang Ontwikkelen. Omdat de bbl-informatiemarkt 2021 door corona niet fysiek kon plaatsvinden, is er behoefte om de informatiemarkt via een digitaal platform voort te zetten. De functionaliteit van dit platform wordt momenteel vormgegeven;
- door corona is het besef toegenomen dat digitale geletterdheid noodzakelijk is om mee te kunnen doen in de maatschappij. Samen met de schoolbesturen verkent de gemeente de digitalisering van het onderwijs. De beschikbaarheid van (snel) internet, devices en modern lesmateriaal is namelijk cruciaal voor gelijke kansen in schoolsucces;
- net als vorig jaar organiseren we ook in 2021 het begeleidingstraject Expeditie Digitaal. Scholen uit het primair, voortgezet en speciaal onderwijs werken onder professionele begeleiding aan een eigen digitaliseringsplan. Daarnaast wordt digitale geletterdheid in de Dagprogrammering voortgezet en krijgen kinderen in het basisonderwijs en voortgezet onderwijs gratis programmeerlessen;
- de gemeente ondersteunt de verdere ontwikkeling van de IT Campus. Voor de programmering van de IT Campus 2021 is subsidie toegekend;
- de gemeente heeft het Rotterdams Scholingsfonds opgericht, waardoor gediplomeerde jongeren zich kosteloos kunnen om- of bijscholen in kansrijke sectoren, zoals de zorg, bouw of techniek.
- met de Rotterdamse Leerwerkakkoorden werken we samen met het onderwijs en bedrijfsleven aan een toekomstbestendige en inclusieve arbeidsmarkt in de regio Rotterdam-Rijnmond.
Talentontwikkeling
Om gelijke kansen te realiseren en talenten van kinderen beter te benutten, werken wij in het Nationaal Programma Rotterdam-Zuid met onderwijsinstellingen en vele partners aan de Dagprogrammering: tien uur extra schooltijd. In die uren bieden scholen extra activiteiten aan op het gebied van onder andere taal, rekenen, sociaal-emotioneel leren, sport en gezondheid, kunst en cultuur, wetenschap en techniek, ICT en media.
Vanaf het schooljaar 2020-2021 geven alle dertig po-scholen binnen de Children’s Zone invulling aan tien uur Dagprogrammering. Inmiddels zijn er ook zes scholen buiten de Children’s Zone gestart. Daarnaast is een pilot gestart voor acht vo-scholen in het NPRZ-gebied. Deze scholen testen gedurende anderhalf jaar hoe de Dagprogrammering werkt in het voortgezet onderwijs.
Het schooljaar 2020-2021 werd overigens zwaar belast door de corona-epidemie, met opnieuw schoolsluitingen en beperkende maatregelen. Tijdens de lockdown vanaf eind 2020 lag de Dagprogrammering hierdoor grotendeels stil. Scholen boden in sommige gevallen online lessen aan en/of buitenactiviteiten op het schoolplein. Daarnaast werden aanbieders van de Dagprogrammering in de coronanoodopvang ingezet. Ook zijn medewerkers van Dagprogrammering ingezet om schoolteams te ontlasten toen de scholen weer opengingen.
Veiligheid
Het actieplan Veiligheid is in uitvoering. Het doel is het verstevigen van de sociale veiligheid in het voortgezet onderwijs en mbo. Er wordt structureel gewerkt aan een nauwere samenwerking tussen scholen en veiligheidspartners. Verschillende maatregelen uit het actieplan zijn in werking, zoals:
- het doen van aangifte wordt makkelijker voor onderwijspersoneel. Dat moet de drempel voor grensoverschrijdend gedrag verhogen voor leerlingen en studenten;
- inmiddels wordt grenzenstellend jongerenwerk ingezet op vijftien onderwijslocaties in de stad. Grenzenstellend jongerenwerk opereert daarnaast in de onlinewereld van jongeren, in de wijk en bij jongeren thuis;
- in het voortgezet onderwijs kreeg het orthopedagogisch didactisch centrum (OPDC) de opdracht om namens alle Rotterdamse vo-schoolbesturen de kennis op het terrein van veiligheid te verstevigen. Scholen en leerlingen krijgen op basis van onderzoek extra handvatten om (nieuw) grensoverschrijdend gedrag te voorkomen;
- het onderwijs en het Zorg- en Veiligheidshuis Rotterdam Rijnmond werken samen. Zodra een jongere betrokken was bij een steekincident, wordt de school gelijk geïnformeerd en uitgenodigd voor een maatgerichte aanpak;
- het voortgezet onderwijs en het mbo kregen in 2021 een aanvullende subsidie om extra te investeren in de preventieve aanpak van ondermijning onder jongeren.
Voortijdig schoolverlaten
- Met de samenwerkingspartners (scholen, gemeenten en samenwerkingsverbanden) startte het nieuwe programma VSV Rijnmond 2020-2024.
- Jongeren die het vmbo verlaten zijn gevolgd in hun overstap naar een vervolgopleiding. Wanneer ze geen nieuwe schoolinschrijving hadden, zijn ze benaderd en is ondersteuning aangeboden. Hierbij was extra aandacht voor kwetsbare jongeren.
- De doorontwikkeling van de RMC(Regionaal Meld- en Coördinatiepunt)-functie is voorbereid om in het komend schooljaar voortijdig schoolverlaters te benaderen en te begeleiden via zowel schoolgericht- als wijkgericht-werken.
- Een regionale pilot is voorbereid om jongeren op Mbo-scholen die mogelijk uitvallen vroegtijdig te benaderen.
- We voeren de leerplichtwet en de RMC-regelgeving uit en pakken alle verzuimmeldingen van de scholen op.
- Er is contact met de scholen om de (afhandeling van de) verzuimmeldingen verder te verbeteren. Daarbij wordt onder andere het regionale verzuimprotocol gebruikt als stelregel.
- Met scholen en partijen uit het domein arbeid startte een samenwerking rond de aanpak van jeugdwerkloosheid en de bijbehorende regionale rijksmiddelen.
- Leerlingen van praktijkonderwijs en voortgezet speciaal onderwijs zijn gemonitord. Daarbij begeleidden onze partners arbeidsbeperkte jongeren naar garantiebanen.
- Scholen bieden via hun ondersteuningsstructuur extra begeleiding aan hun leerlingen/studenten en werken beter samen met zorgorganisaties.
- In coronatijd werkten we nauw samen met de scholen en andere organisaties om het contact te herstellen met onbereikbaar gemelde scholieren en mbo-studenten.
Leerlingenvervoer
In het leerlingenvervoer constateerden we de afgelopen jaren een groei. Er is een toename van het aantal afgegeven indicaties en een stijging van duurdere vormen van vervoer. Zowel het aantal leerlingen in Rotterdam als het aandeel leerlingen dat gebruik maakt van leerlingenvervoer steeg. Er zijn maatregelen genomen om de (budgettaire) groei terug te dringen. Er is ingezet op een professionalisering en verbetering van de beoordeling van de aanvragen en de kwaliteit van het vervoer.
Daarnaast is onderzocht hoe leerlingen het beste geholpen kunnen worden op weg naar zelfredzaamheid. De opbrengsten van dit onderzoek zetten we in het najaar van 2021 om in concrete acties om de zelfredzaamheid van leerlingen in het vervoer te vergroten en zo het aantal leerlingen dat gebruik maakt van aangepast vervoer te verminderen of om te buigen naar andere vervoersvormen. Het vergroten van de zelfredzaamheid heeft ook een positieve invloed op de ontwikkeling van de leerling.
We sturen op de goede samenwerking met de scholen, vervoerder Trevvel en de Adviesraad Leerlingenvervoer. Het sluiten en vervolgens weer opstarten van het onderwijs vroeg bij elke lockdown veel inzet van alle betrokkenen. Tijdens de schoolsluitingen ging het leerlingenvervoer voor leerlingen in de noodopvang op school gewoon door.
Ontwikkelingen 2022-2025
Het is waarschijnlijk dat de coronacrisis nog lange tijd gevolgen heeft. Om het effect van de corona crisis te ondervangen heeft het Rijk het Nationaal Programma Onderwijs (NPO) in het leven geroepen. Het programma moet onderwijsvertragingen inlopen en leerlingen ondersteunen die het moeilijk hebben door de gevolgen van de coronacrisis.
De onzekerheden van de coronacrisis vragen ook om flexibiliteit en wendbaarheid. Inzet op digitale voorzieningen en vaardigheden is hiervoor noodzakelijk. De gemeente verkent samen met schoolbesturen de digitalisering van het onderwijs: omdat de beschikbaarheid van (snel) internet en modern lesmateriaal cruciaal is voor gelijke kansen in schoolsucces.
Wat willen we bereiken
Effect indicatorenHet nieuwe onderwijsbeleid 2019-2022 “Gelijke kansen voor elk talent” is vastgesteld in de gemeenteraad, inclusief de hierbij horende indicatoren. Aandachtspunten zijn onder meer:
- grotere kansengelijkheid, door het verbeteren van de overgangsmomenten in het onderwijs om kinderen in hun schoolloopbaan vooruit te helpen
- grotere kansengelijkheid, door verhogen van de onderwijsresultaten, verminderen van kwaliteitsverschillen van scholen en beter bereik van (doelgroep)peuters in de voorscholen
- verbeteren van de samenwerking tussen onderwijs en jeugdzorg
- passend en toegankelijk onderwijs voor alle kinderen, waardoor zij zich maximaal kunnen ontwikkelen
- streven naar voldoende en de beste leraren voor de klas
- meer aandacht voor burgerschap in het onderwijs
- talenten van ieder kind herkennen, ontwikkelen en benutten
- bijdrage aan een veilige leeromgeving
- het aantal thuiszitters en de duur van het thuiszitten terugbrengen
- voorkomen dat leerlingen zonder startkwalificatie van school gaan (voortijdige schoolverlaters)
- bieden van passend leerlingenvervoer
Wat gaan we daar voor doen
Prestatie indicatorenOvergangsmomenten in het onderwijs
De verschillende keuze- en overgangsmomenten in het onderwijs zijn cruciale momenten in de schoolcarrières van kinderen. Dat geldt voor elk kind, maar de invloed van die momenten is extra kwetsbaar voor kinderen van ouders met een opleiding zonder startkwalificatie. We zetten verder in op het verbeteren van de keuze- en overgangsmomenten. Hiervoor implementeren en monitoren we de afspraken met het onderwijs conform het uitvoeringsplan Overgangen in het Rotterdams onderwijs.
Kwaliteit en toegankelijkheid - Schoolontwikkeling
Met scholen in het primair en voortgezet onderwijs maken we ieder jaar kwaliteitsafspraken. Ook monitoren we de uitvoering hiervan. Het doel is dat minder scholen risico lopen op het achterblijven in onderwijsprestatie.
Kwaliteit en toegankelijkheid - Voorschoolse educatie
- We verbeteren de overgang tussen de voorschool (opvangvoorziening) en de vroegschool (groep 1 en 2). Dit doen we door best practices in beeld te brengen en concrete handvatten te ontwikkelen.
- Daarnaast ondersteunen we schoolbesturen om resultaatafspraken over de kwaliteit in groep 1 en 2 te monitoren. De resultaatafspraken zijn een wettelijke verplichting. Ze zorgen namelijk dat kinderen beter in staat zijn om de leerdoelen te halen aan het einde van groep 2.
- Ouders/gezinnen met schulden kunnen 16 uur (per week) gratis gebruik maken van voorschoolse educatie voor hun peuter. Het gaat om ongeveer 500 peuters. In 2022 wordt samen met intermediairs een werkwijze ontwikkeld en uitgevoerd om ouders gericht te benaderen met het gratis aanbod van de voorschool voor hun peuters.
- We verkennen we de mogelijkheden om de kosten van de voorschool te beperken voor peuters die opgroeien in gezinnen die in armoede leven.
- We houden toezicht en handhaven de kwaliteit van alle kinderopvangvoorzieningen, met speciale aandacht voor de aanpak en uitvoering van de voorschoolse educatie.
Aansluiting onderwijs en jeugdhulp
Voor een goede aansluiting van onderwijs en jeugdhulp zorgen gemeente, schoolbesturen en de samenwerkingsverbanden passend onderwijs dat de basis op orde is. Voor elk kind is er passend onderwijs, een stevige ondersteuningsstructuur op school en een goed pedagogisch klimaat. Verder kan elk kind rekenen en op een vroegtijdige signalering van problematiek. Hiervoor blijven we inzetten op de pilots leerrecht en de voorbereiding van de nieuwe inkoop van onderwijszorgarrangementen. We werken verder aan de herijking van het schoolmaatschappelijk werk en evalueren de leerrechtpilots om te komen tot een goede nieuwe structurele situatie.
Leraren
De aanpak leraren richt zich op het tegengaan van het lerarentekort en het professionaliseren en binden van onderwijzend personeel.
- Hiervoor zetten we in op het vergroten van de instroom onderwijzend personeel. In 2022 starten minimaal 53 nieuwe zij-instromers in het primair en speciaal onderwijs. Ook ronden minimaal 53 zij-instromers hun opleiding af.
- We zetten in op het beperken van uitval van leraren door projecten van schoolbesturen te subsidiëren die zorgen voor minder werkdruk. Bijvoorbeeld via extra onderwijsassistenten en coaching en begeleiding van startende docenten.
- In het kader van professionaliseren is er de Opleidingsschool Rotterdam. Hiermee worden voldoende opleidingsplaatsen gecreëerd voor studenten van lerarenopleidingen.
- Via het convenant ‘Slim organiseren’ werken rijk, besturen en gemeenten samen aan het anders organiseren van het onderwijs. Vooral op scholen met kans op achterstanden wordt gezorgd voor voldoende en kwalitatief personeel.
Burgerschap
Met het manifest ‘School: dé oefenplaats voor burgerschap’ spraken we samen met het scholenveld een Rotterdamse werkwijze voor democratisch burgerschap af. De komende periode zetten we verder in op de punten uit het manifest. Zo wordt onder andere budget beschikbaar gesteld in de vorm van subsidie voor burgerschapsinitiatieven en deskundigheidsbevordering op het gebied van burgerschap op Rotterdamse scholen. Daarnaast voeren we in 2022 het initiatief Kinderburgemeester uit. Doel van dit initiatief is om meer jongeren te betrekken binnen de gemeente Rotterdam. Het project bevordert niet alleen het leren meedenken en het vormen van een mening. Maar ook om daarover met elkaar te praten en tot besluiten te komen.
Van onderwijs naar arbeidsmarkt
- Stedelijk aanbieden van succesvolle interventies uit het BRIDGE-programma, zoals het project Mentoren op Zuid. Via dit project worden studenten op een zo effectief mogelijke wijze ingezet als mentor voor kinderen.
- Bevorderen van digitale geletterdheid en mediawijsheid in het primair en voortgezet onderwijs via de Dagprogrammering, buitenschoolse programmeerlessen en de IT Campus. Daarnaast zijn scholen toegerust om digitale geletterdheid en mediawijsheid in hun eigen school.
- We vergroten de aandacht voor loopbaanoriëntatie, beroepen en banen.
- We stimuleren de beroepsbegeleidende leerweg (bbl) in het mbo, onder andere door het mede organiseren van de bbl-informatiedag en het gesprek te voeren met mbo-instellingen over meer bbl-aanbod.
- De gemeente Rotterdam biedt mbo- en hbo-studenten (extra) stageplekken en leerbanen aan.
- Economische ontwikkelingen, veranderingen op de arbeidsmarkt en de verdere digitalisering vragen om vernieuwingen in het onderwijs. Met de onderwijsinstellingen verkennen we wat dit betekent voor het onderwijs en tot welke ambities dit leidt.
Talentontwikkeling
Om gelijke kansen te realiseren en de talenten van de kinderen beter te benutten, werken wij in het Nationaal Programma Rotterdam-Zuid met scholen en vele partners aan de Dagprogrammering: tien uur extra schooltijd. In deze uren bieden de scholen extra activiteiten, zoals taal, rekenen, sociaal-emotioneel leren, sport en gezondheid, kunst en cultuur, wetenschap en techniek, ICT en media. Dagprogrammering vindt plaats op alle dertig scholen voor primair onderwijs in de Children’s Zone en vanaf het schooljaar 2021-2022 ook op zes scholen buiten de Children’s Zone. Naast de uitbreiding van het aantal scholen in het primair onderwijs, starten er ook acht scholen in het voortgezet onderwijs op Rotterdam-Zuid met de Dagprogrammering in de vorm van zes extra uren per week voor één derde van de leerlingen.
Veiligheid
In 2020 stemde de gemeenteraad in met het actieplan ‘Veiligheid in het onderwijs’. Het actieplan richt zich op het tegengaan van geweld en onveiligheid in en rondom scholen in Rotterdam. We zetten in op de maatregelen uit het actieplan, zoals:
- Meldings- en aangiftebereid vergroten van scholen.
- Organiseren van grenzenstellend jongerenwerk op en rond scholen die te maken hebben met een populatie die vatbaar is voor grensoverschrijdend gedrag.
- Om agressie onder jongeren te verminderen biedt het OPDC (orthopedagogisch didactisch centrum) scholen en leerlingen extra gedragsmatige handvatten wanneer jongeren terugkeren op school. Daarnaast zet het OPDC extra in op ouders en ondersteunt hen bij grensoverschrijdende gedrag van hun kinderen.
Effectindicatoren |
2018 (2017-2018 |
2019 (2018-2019) |
2020 (2019-2020) |
2021 (2020-2021) |
2022 (2021-2022) |
|
---|---|---|---|---|---|---|
Collegetarget 6: Meer kinderen/jongeren bereiken een hoger onderwijsniveau | ||||||
Doelgroep peuters | Streefwaarde | 89% | 89% | 89% | 89% | |
Realisatie | 80% | 81% | ||||
Referentie taal | Streefwaarde | 55,3% | 55,8% | 56,3% | 56,9% | |
Realisatie | 58% | 57,4% | ||||
Referentie lezen | Streefwaarde | 62,4% | 63,9% | 65,4% | 67,4% | |
Realisatie | 67% | 69,7% | ||||
Referentie rekenen | Streefwaarde | 35,5% | 36,2% | 37% | 37,8% | |
Realisatie | 36% | 42,9% | ||||
Derde leerjaar VO | Streefwaarde | 78% | 78% | 79% | 80% | |
Realisatie | 77% | 77% | 76,4% | |||
Beroepsbegeleidende leerweg (bbl) | Streefwaarde | 14% | 15,5% | 17% | 18% | |
Realisatie | 14% | 16% | 18% | |||
Aantal jongeren/kinderen dat langer dan 3 maanden thuiszit zonder passend aanbod van onderwijs- en/of zorg | Streefwaarde | N.v.t. | 110 |
55 |
28 | 14 |
Realisatie | N.v.t. | 280 | 289 | |||
NPRZ Onderwijsbeleid: Een hogere gemiddelde score op de Centrale Eindtoets | Streefwaarde | - | - | - | - | 531,9 (2021-2022) |
Realisatie | N.v.t. | N.v.t. | N.v.t. |
Prestatie-indicatoren | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Actie leerplichtambtenaar op ongeoorloofd verzuimmelding po en vo | Streefwaarde | 100% | 100% | 100% | 100% | 100% | 100% |
Realisatie | 100% | 100% | 100% | 100% | |||
Actie leerplichtambtenaar op ongeoorloofd verzuimmelding mbo | Streefwaarde | 100% | 100% | 100% | 100% | 100% | 100% |
Realisatie | 100% | 100% | 100% | 100% | |||
Alle Rotterdamse vsv-ers zijn in beeld en we werken met hen aan een passende vervolgstap. | Streefwaarde | 100% | 100% | 100% | 100% | 100% | 1005 |
Realisatie | 100% | 100% | 100% | 100% |
Toelichting indicatoren
Kijkend naar de collegetargets zien we dat we goed op koers zijn als het gaat om de stijging van het aantal Rotterdamse basisschoolleerlingen dat het streefniveau op taal, lezen en rekenen bereikt. Ook het aantal Rotterdammers dat de beroepsbegeleidende leerweg (bbl) volgt aan een Rotterdamse mbo-opleiding stijgt boven verwachting. Wel zien we dat het percentage leerlingen in het derde leerjaar van het voortgezet onderwijs dat op het niveau van het basisschooladvies of op een niveau hoger zit, nog niet gelijk is aan het ambitieniveau van het college. Dat geldt ook voor het bereik van driejarige doelgroeppeuters met het aanbod ‘spelen en leren’. We blijven de komende jaren inzetten op verbetering van het bereik.
De verwachting is dat we volgend jaar de gevolgen van corona voor Rotterdamse kinderen en jongeren terugzien in de cijfers van de collegetargets en beleidsindicatoren. In welke mate is nu nog onzeker. Maar samen met het onderwijsveld blijven we inzetten op gelijke kansen en proberen we de negatieve gevolgen van corona zoveel mogelijk te beperken. Onderstaand de voortgang op de collegetargets:
Meer kinderen/jongeren bereiken een hoger onderwijsniveau
Hieronder vallen vier meetbare sub targets voor de verschillende sectoren van de onderwijsportefeuille:
1. Het percentage driejarige doelgroeppeuters dat gebruik maakt van het extra aanbod ‘spelen en leren’ blijft minimaal gelijk.
Het extra aanbod ‘spelen en leren’ is het wettelijk verplichte aanbod voorschoolse educatie aan peuters met een risico op taalachterstand (zogenaamde doelgroeppeuters). Bij de lancering van ‘Gelijke kansen voor elk talent’ gaven we aan dat het een hele uitdaging wordt om 89% van de driejarige doelgroeppeuters te bereiken vanwege het personeelstekort in de kinderopvang, nieuwe wettelijke eisen, een veranderde definitie van de doelgroep en een toename van het aantal driejarige peuters. Dat bleek ook zo te zijn: in 2019 bereikten we 81% van alle driejarige doelgroeppeuters in Rotterdam.
Als gevolg van de corona-pandemie melden kinderopvang instellingen een daling in het bereik van 10% of meer. Dit zien we ook terug in het bereik van de driejarige doelgroeppeuters. In 2020 was het bereik 80%. Deze geringe daling in het percentuele bereik wordt verklaard doordat de omvang van de doelgroep populatie ook daalde. Mogelijk gaat een deel van de doelgroeppeuters die niet naar een kinderopvanglocatie gaan wel naar de gastouderopvang. Uit landelijke cijfers blijkt dat naar schatting 11-14% van de doelgroeppeuters gebruik maakt van gastouderopvang.
2. Het aantal Rotterdamse basisschoolleerlingen op het streefniveau van de referentieniveaus stijgt in 2021 naar het landelijk gemiddelde van 2017.
De referentieniveaus beschrijven welke basiskennis en vaardigheden leerlingen moeten beheersen voor taal, rekenen en lezen. In het schooljaar 2018-2019 stegen de scores op de referentieniveaus lezen en rekenen ten opzichte van 2017-2018. Bij taal zien we in deze periode een lichte daling. Wel bevinden de referentieniveaus taal en lezen zich boven het jaarlijkse ambitieniveau van dit college en liggen ze stevig op koers voor de collegetargets. De niveaus 1S en 2F bij rekenen zijn vanaf het schooljaar 2018-2019 samengenomen in de DUO-data. Dit betekent dat we geen goede vergelijking kunnen maken met de collegemijlpalen die gebaseerd zijn op niveau 1S.
3. Het percentage leerlingen in het derde leerjaar van het vo dat zit op het niveau van het advies van de basisschool of hoger stijgt van 77% in 2017 naar 80% in 2021.
Rotterdamse leerlingen presteren iets onder het ambitieniveau. Van de Rotterdamse leerlingen in het derde leerjaar van het voortgezet onderwijs zit 76,4% op of boven het door de bassischool geadviseerde niveau. Wat verder opvalt is dat de Rotterdamse leerlingen nauwelijks afwijken van leerlingen in de andere grote steden in Nederland. We zien dat steeds meer kinderen in het derde leerjaar op het geadviseerde niveau onderwijs krijgen. Dit kan erop wijzen dat meer kinderen passend advies krijgen van de basisschool en dat het voortgezet onderwijs erin slaagt om leerlingen op het geadviseerde niveau te houden.
4. Het aandeel Rotterdamse jongeren dat de beroepsbegeleidende leerweg volgt aan een Rotterdamse mbo-instelling stijgt.
De bbl in het mbo is een goede opmaat voor doorstroom naar werk en levert een bijdrage aan de economie. Het is een vorm van een leven lang ontwikkelen. In 2019-2020 is het percentage mbo-studenten dat de bbl volgt toegenomen van 16% in 2018-2019 naar 18% nu. Daarmee is het aandeel bbl’ers groter dan de collegemijlpaal van 15,5% en vergelijkbaar met het percentage in de vier grote steden.
Aantal jongeren/kinderen dat langer dan drie maanden thuis zit zonder passend aanbod van onderwijs- en /of zorg
Het aantal thuiszitters neemt net als in de rest van Nederland nog steeds toe. Deze toename komt met name door het steeds beter in beeld brengen van (on)geoorloofd langdurige thuiszitters en door de complexiteit van de casussen. Tijdige aandacht voor de specifieke situatie van iedere leerling is dan ook van het allergrootste belang.
In het schooljaar 2019-2020 waren er 289 leerlingen langer dan drie maanden thuis zonder aanbod van onderwijs en/of zorg. Goed nieuws is dat het oplossingspercentage op het totaal aantal thuiszitters is gestegen van 85% in 2018-2019 naar 90% in 2019-2020.
Om het aantal thuiszitters te verminderen en de duur van thuiszitten te verkorten, wordt de Taskforce Thuiszitters ingezet. De Taskforce werkt als een doorbraakteam door korte lijnen, heldere communicatie en een doortastende aanpak waarbij jongeren en hun ouders of verzorgers centraal staan. De aanpak van de Taskforce is het afgelopen jaar verder aangescherpt.
NPRZ Onderwijsbeleid: een hogere gemiddelde score op de Centrale Eindtoets
Het hoofddoel van de pijler school van het NPRZ is het behalen van hogere onderwijsresultaten. Het in te lopen verschil in onderwijsresultaten tussen die in Rotterdam Zuid en de rest van de G4 wordt vooralsnog gemeten aan de hand van de prestaties op de Centrale Eindtoets (Cito). Eerder is gemeld dat steeds minder scholen gebruik maken van de Cito en dat er in de komende jaren met andere indicatoren van de onderwijsinspectie zal worden gewerkt; er zal dan gewerkt worden met referentieniveaus (fundamenteel en streef) en daarnaast met eindadviezen. Dit gebeurt echter geleidelijk, en tot dat moment blijft het vastgestelde doel de gemiddelde score op de Centrale Eindtoets te verhogen naar 531,9.
Het afgelopen schooljaar hebben er geen eindtoetsen plaatsgevonden vanwege de coronamaatregelen. Hierdoor is niet meetbaar of de scores van de Cito-toets tussen Rotterdam Zuid en de rest van de G4 is ingelopen.
Wat kost het
Overzicht van baten en lasten Onderwijsbeleid en leerlingzaken | Realisatie 2020 | Begroting 2021 | Begroting 2022 | Raming 2023 | Raming 2024 | Raming 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Baten exclusief reserves | 65.072 | 70.440 | 67.853 | 59.444 | 58.426 | 56.526 |
|
Bijdragen rijk en medeoverheden | 64.618 | 69.671 | 67.279 | 58.871 | 57.852 | 55.953 | |
Overige opbrengsten derden | 454 | 769 | 573 | 573 | 573 | 573 | |
Overige baten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Lasten exclusief reserves | 132.043 | 140.290 | 136.644 | 119.865 | 118.651 | 116.666 |
|
Apparaatslasten | 12.626 | 13.384 | 13.640 | 13.640 | 13.640 | 13.643 | |
Inhuur | 545 | 176 | 394 | 394 | 394 | 394 | |
Overige apparaatslasten | 238 | 292 | 321 | 322 | 322 | 324 | |
Personeel | 11.843 | 12.916 | 12.925 | 12.925 | 12.925 | 12.925 | |
Intern resultaat | 10.006 | 9.672 | 10.276 | 9.917 | 9.917 | 9.917 | |
Intern resultaat | 10.006 | 9.672 | 10.276 | 9.917 | 9.917 | 9.917 | |
Programmalasten | 109.412 | 117.233 | 112.728 | 96.307 | 95.093 | 93.106 | |
Financieringslasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Inkopen en uitbestede werkzaamheden | 6.559 | 10.695 | 6.513 | 7.777 | 7.777 | 7.353 | |
Kapitaallasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 60 | 47 | |
Overige programmalasten | 1 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Sociale uitkeringen | 12.816 | 13.813 | 14.673 | 11.105 | 11.105 | 11.105 | |
Subsidies en inkomensoverdrachten | 90.037 | 92.726 | 91.543 | 77.425 | 76.150 | 74.601 | |
Saldo voor vpb en reserveringen | -66.972 | -69.850 | -68.791 | -60.421 | -60.225 | -60.140 | |
Saldo voor reserveringen | -66.972 | -69.850 | -68.791 | -60.421 | -60.225 | -60.140 | |
Reserves | 1.765 | 164 | 500 | 312 | 289 | 219 |
|
Onttrekking reserves | 1.700 | 225 | 435 | 312 | 289 | 219 | |
Toevoeging reserves | 0 | 126 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Vrijval reserves | 65 | 65 | 65 | 0 | 0 | 0 | |
Saldo | -65.207 | -69.686 | -68.292 | -60.109 | -59.936 | -59.920 |
Beleidskaders, beleidsmonitoren en wet- en regelgeving
- Gelijke kans voor elk talent
- Subsidieregeling Rotterdams Onderwijsbeleid 2021-2022
- VSV aanpak 2020-2024
- Voortgangsrapportage onderwijsbeleid 2019-2022
- VSV monitor RMC regio Rijnmond
- Wet op het primair onderwijs (WPO)
- Wet op het voortgezet onderwijs (WVO)
- Wet op de expertisecentra (WEC)
- Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB)
- Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHO)
- Leerplichtwet
- Jeugdwet
- Wet passend onderwijs
- G4 thuiszittersaanpak
Omschrijving taakveld
Binnen het taakveld Onderwijsbeleid en Leerlingzaken voert de gemeente wettelijke taken uit, zoals leerlingenvervoer, voor- en vroegschoolse educatie (vve), voortijdig schoolverlaten (vsv) en onderwijs aan kinderen van statushouders en asielzoekers. Daarnaast ontwikkelt de gemeente stedelijk beleid – waarvoor ze zowel gemeentelijke als rijksmiddelen inzet - ter verbetering van onderwijsresultaten, kansengelijkheid in het onderwijs, talentontwikkeling, burgerschap, vermindering van het lerarentekort, passend onderwijs en vermindering van schooluitval. Ook voert de gemeente stedelijk beleid uit voor schoolzwemmen.