Werk en inkomen
Iedereen doet mee (naar vermogen)
Rotterdammers met een arbeidsbeperking (loonwaarde < 100% wettelijk minimum loon) biedt de gemeente passende ondersteuning en (werk)arrangementen
Door het verstrekken van een uitkering biedt de gemeente bestaanszekerheid om Rotterdammers in staat te stellen hun focus te houden op hun arbeidsontwikkeling en –participatie
TAAKVELD 1
Arbeidsparticipatie - Werk
Zoveel mogelijk Rotterdammers werken (naar vermogen) en verdienen zo hun eigen inkomen
Arbeidsontwikkeling: gericht op het versterken van de arbeidsmarktpositie werkzoekenden
Het via (regionale) samenwerking en werkgeversdienstverlening versterken van de arbeidsmarkt
Omschrijving programma
Een van de ambities uit het coalitieakkoord ‘Nieuwe energie voor Rotterdam’ is om het aantal Rotterdammers met een bijstandsuitkering te laten dalen van 37.700 (begin 2018) naar 30.000 aan het einde van deze collegeperiode. We willen niet alleen dat meer Rotterdammers een baan vinden, maar ook dat die baan een duurzame baan is. Meedoen in onze samenleving is veelal gericht op werk. Het hebben van werk is in de ogen van de gemeente Rotterdam niet alleen belangrijk voor iemands inkomen, maar het hebben van werk heeft ook een grote maatschappelijke waarde. Het levert een bijdrage aan de ontwikkeling en ontplooiing van Rotterdammers, het onderhouden van sociale contacten en het toenemen van eigenwaarde, gezondheid en zelfstandigheid.
Mensen die via werk vooruit willen komen in hun leven, maar daar net even wat meer hulp bij nodig hebben, ondersteunt de gemeente met arbeidsontwikkeling en re-integratie. Tegelijkertijd stimuleren we hen om zoveel als mogelijk zelfstandig stappen te zetten. De rol van de gemeente verandert van een controlerende naar een participerende rol, met meer aandacht voor de mens achter de werkzoekende. Iedere Rotterdammer heeft recht op eerlijk en vriendelijk contact. We zetten daarom vol in op het verbeteren van de bejegening en dienstverlening aan Rotterdammers. Dit vraagt ook iets van onze organisatie. Het hebben van een uitkering is niet vrijblijvend: wie een uitkering ontvangt, doet naar vermogen mee. Als betaald werk (nog) niet mogelijk is, vragen we de uitkeringsgerechtigde om een maatschappelijke inspanning te leveren door middel van mantelzorg of vrijwilligerswerk (Prestatie010).
De afgelopen jaren zijn de beschikbare middelen voor re-integratie fors verminderd. Dit betekent dat we keuzes moeten maken. De uitvoering van de Participatiewet is een onderdeel van de ontwikkelingen binnen het bredere sociale domein.
Inkomenszekerheid als basis
Het wegvallen van inkomen of het zetten van de eerste stappen naar werk (parttime werk) leidt bij mensen met een bijstandsuitkering al snel tot nieuwe of een toename van onzekerheden en problemen op andere leefgebieden. Door schulden wordt ook de arbeidsmarktpositie van werkzoekenden verder verzwakt. Inkomenszekerheid dient daarom als basis waarop verder gebouwd kan worden. Gedurende deze collegeperiode is er om die reden focus op het verbeteren van inkomenszekerheid bij werkzoekenden. Door het bieden van de noodzakelijke zekerheid en rust, ontstaat er ruimte om gerichte stappen te zetten richting mens- en arbeidsontwikkeling, waarbij werkzoekenden zoveel mogelijk zelf de regie kunnen pakken, zonder zorgen over de stabiliteit van het inkomen.
Inkomensonzekerheid kan simpelweg te maken hebben met het hebben van te weinig bestaansmiddelen. De bijstandsuitkering voorziet in een tijdelijk vangnet. Maar hiermee eindigt de onzekerheid voor te veel Rotterdammers nog niet. Onvoorspelbare inkomsten en complexiteit van regels en processen kunnen ook leiden tot inkomensonzekerheid. Onzekerheid leidt tot (meer) stress, in combinatie met een doelgroep die vaak toch al moeite heeft om overzicht te houden. Daarom is er in het kader van inkomenszekerheid ook aandacht voor overzicht en rust op het vlak van financiën.
Passende en excellente dienstverlening
De komende jaren willen we de dienstverlening aan de Rotterdammer verder verbeteren. Meer dan ooit staat de Rotterdammer centraal. Dit heeft gevolgen voor de structuur van de dienstverlening, maar ook voor de bejegening richting werkzoekenden.
We zien dat in de afgelopen jaren onze dienstverlening steeds specifieker en doelgerichter is geworden met specialisten voor verschillende typen dienstverlening en verschillende doelgroepen. Hierdoor is de dienstverlening en vooral de manier waarop de Rotterdammer deze ervaart versnipperd geraakt. In de loop van de tijd kan een Rotterdammer in de bijstand zo maar contact hebben met tien professionals die elk vanuit hun eigen opdracht werken aan de re-integratie van de werkzoekende. Ze kunnen goed aan de slag gaan, maar ook vanuit hun eigen opdracht verschillende boodschappen afgeven. En soms en herhaaldelijk dezelfde informatie aan een Rotterdammer vragen. Om dit te verbeteren gaan we de begeleiding van werkzoekenden richting werk van begin tot einde doorlopend organiseren, door het werken met één vaste contactpersoon en een maximum aantal overdrachtsmomenten.
Een passende bejegening is essentieel in de dienstverlening die we de Rotterdammer willen bieden. Van regel- en systeem-gestuurd werken gaat de gemeente deze collegeperiode naar doel- en mensgestuurd werken. Dit betekent dat de gemeente Rotterdam in haar communicatie een nette, vriendelijke en respectvolle toon aanslaat. Hierbij krijgen professionals in de uitvoering de ruimte om degene aan de andere kant van de tafel te leren kennen, te zien welke problematiek er heerst, te achterhalen wat iemand kan en wil en wat ervoor nodig is om dit te realiseren.
Integrale aanpak
De aanpak van de gemeente richting werk, moet integraal worden vormgegeven om zo goed mogelijk aan te sluiten bij de wensen en behoeften van de Rotterdammer. We weten dat van de Rotterdammers in de bijstand er bij ruim 5.500 mensen sprake is van vastgestelde psychische belemmeringen, en bij ruim 6.700 mensen van fysieke belemmeringen. Dit kan niet los worden gezien van een inkomensvraag. En hoewel een groot deel van de mensen in de bijstand voldoet aan de wettelijke eisen van de taaleis, is daarmee niet gezegd dat deze groep het Nederlands ook voldoende beheerst. Ook heeft ca. 40 procent van de Rotterdammers in de bijstand met problematische schulden te maken, en maken duizenden Rotterdammers in de bijstand gebruik van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) of is jeugdhulp actief binnen het gezin. Als er dienstverlening wordt geboden op deze terreinen, moet die integraal en laagdrempelig worden vormgegeven om de aanpak re-integratie naar werk te versterken, en vice versa.
BBV-indicatoren
Beschrijving BBV-indicator | Eenheid | Bron | ||
---|---|---|---|---|
Banen | Aantal per 1.000 inwoners in de leeftijd 15 – 65 jaar | Streefwaarde | N.v.t. | LISA |
Realisatie | 854,8 (2018) | |||
Kinderen in uitkeringsgezin | % kinderen tot 18 jaar | Streefwaarde | N.v.t. | Verwey Jonker Instituut – Kinderen in Tel |
Realisatie | 18,06 (2015) | |||
Netto arbeidsparticipatie | % van de werkzame beroepsbevolking ten opzichte van de beroepsbevolking | Streefwaarde | N.v.t. | CBS |
Realisatie | 62,6% (2018) | |||
Werkloze jongeren | % 16 t/m 22 jarigen | Streefwaarde | N.v.t. | Verwey Jonker Instituut – Kinderen in Tel |
Realisatie | 3,75% (2015) | |||
Personen met een bijstandsuitkering | Aantal per 1.000 inwoners | Streefwaarde | N.v.t. | CBS |
Realisatie | 91,7 (2e halfjaar 2018) | |||
Lopende re-integratievoorzieningen | Aantal per 1.000 inwoners van 15 – 65 jaar | Streefwaarde | N.v.t. | CBS |
Realisatie | 33,2 (1e halfjaar 2018) | |||
Meer informatie over de BBV-indicatoren is te vinden op www.waarstaatjegemeente.nl. |
Overzicht baten en lasten
Overzicht van baten en lasten Werk en inkomen | Realisatie 2018 | Begroting 2019 | Begroting 2020 | Raming 2021 | Raming 2022 | Raming 2023 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Baten exclusief reserves | 566.844 | 552.830 | 518.322 | 484.009 | 475.698 | 474.819 |
|
Bijdragen rijk en medeoverheden | 553.719 | 541.494 | 506.679 | 472.350 | 463.840 | 462.961 | |
Financieringsbaten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Overige opbrengsten derden | 12.341 | 11.400 | 11.644 | 11.659 | 11.859 | 11.859 | |
Overige baten | 784 | -64 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Lasten exclusief reserves | 737.325 | 723.731 | 702.578 | 664.242 | 654.501 | 647.444 |
|
Apparaatslasten | 107.139 | 115.183 | 118.869 | 112.232 | 112.484 | 105.333 | |
Inhuur | 32.385 | 35.592 | 29.779 | 24.273 | 24.204 | 16.378 | |
Overige apparaatslasten | 2.459 | 2.765 | 3.746 | 3.754 | 3.754 | 4.816 | |
Personeel | 72.294 | 76.826 | 85.344 | 84.205 | 84.526 | 84.138 | |
Interne resultaat | -3.659 | -2.339 | -3.310 | -3.495 | -3.495 | -3.495 | |
Interne resultaat | -3.659 | -2.339 | -3.310 | -3.495 | -3.495 | -3.495 | |
Programmalasten | 633.846 | 610.886 | 587.019 | 555.505 | 545.512 | 545.607 | |
Financieringslasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Inkopen en uitbestede werkzaamheden | 30.455 | 29.014 | 27.195 | 26.357 | 26.757 | 27.295 | |
Kapitaallasten | 1.634 | 2.318 | 3.290 | 3.228 | 2.782 | 1.675 | |
Overige programmalasten | 3.001 | 2.341 | 4.372 | 4.345 | 4.313 | 4.313 | |
Salariskosten WSW en WIW | 57.793 | 57.439 | 55.601 | 58.758 | 59.414 | 60.078 | |
Sociale uitkeringen | 535.334 | 513.930 | 490.260 | 455.726 | 444.006 | 444.006 | |
Subsidies en inkomensoverdrachten | 5.628 | 5.844 | 6.302 | 7.092 | 8.241 | 8.241 | |
Saldo voor vpb en reserveringen | -170.482 | -170.901 | -184.256 | -180.233 | -178.802 | -172.625 | |
Saldo voor reserveringen | -170.482 | -170.901 | -184.256 | -180.233 | -178.802 | -172.625 | |
Reserves | 42.902 | 13.869 | 4.190 | -1.300 | 4.000 | 0 |
|
Onttrekking reserves | 2.670 | 5.393 | 10.890 | 4.000 | 4.000 | 0 | |
Toevoeging reserves | 5.895 | 0 | 6.700 | 5.300 | 0 | 0 | |
Vrijval Reserves | 46.127 | 8.476 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Saldo | -127.579 | -157.032 | -180.066 | -181.533 | -174.802 | -172.625 |
Financiële bijstellingen
Bijstellingen | Begroting 2019 | |
---|---|---|
Begroting 2020 (inclusief 2e Herziening 2019) | -160.336 | |
Bijstellingen 10-maandsrapportage | Categorie | |
Actualisatie BUIG 2019 | Ramingsbijstellingen onvermijdelijk | 0 |
Onderbesteding 2019 Actieplan Arbeidsmarktregio Rijnmond | Ramingsbijstellingen onvermijdelijk | 600 |
Bestemmingsreserve Doorontwikkeling Organisatie | Reserves | 0 |
Decentralisatie Uitkering Actieplan Arbeidsmarktregio Rijnmond | Taakmutaties | -1.000 |
Regio Deal Rotterdam Zuid | Taakmutaties | 4.000 |
Taakmutatie Participatiebudget 2019 | Taakmutaties | -315 |
Actualisatie Budgetten Rotterdam Inclusief 2019 | Technische wijzigingen | 20 |
Inzet voordeel arbeidskosten ter invulling bezuinigingsopgave | Technische wijzigingen | 0 |
Begroting na wijzigingen | -157.032 |
Toelichting financiële bijstellingen
Actualisatie BUIG (inclusief bestemmingsreserve BUIG)
De definitieve vaststelling van het BUIG-budget is eind september 2019 door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) gepubliceerd en bedraagt € 529 mln. Dit is € 5,2 mln lager dan het zogeheten nader voorlopig budget. Op grond van de laatste ramingen van de uitkeringslasten en loonkostensubsidies verwacht het college een onderbesteding van € 1,9 mln. Na de definitieve vaststelling van het BUIG-budget 2019 en de naar verwachting lagere uitkeringslasten stelt het college een onttrekking van € 3,3 mln aan de reserve BUIG voor.
Onderbesteding 2019 Actieplan Arbeidsmarktregio Rijnmond
Eind september heeft de gemeente Rotterdam de beschikking ontvangen van het ministerie van SZW, waarin goedkeuring is gegeven aan het voorstel Actieplan voor de Arbeidsmarktregio Rijnmond. Ten opzichte van het toegekende bedrag van € 1 mln voor 2019 is de verwachting dat dit jaar een bedrag van circa € 400 tot besteding zal komen. Vanwege de late toekenning van deze impulsfinanciering lukt het niet om het restant van € 600 dit jaar op verantwoorde wijze uit te geven. De activiteiten lopen tot en met 2020.
Bestemmingsreserve Doorontwikkeling Organisatie
Bij programma Werk en Inkomen worden de loonkosten opgehoogd met € 62. Dit is het gevolg van een dakpanconstructie in het kader van verjonging van het personeelsbestand. De dekking vindt plaats vanuit de bestemmingsreserve Doorontwikkeling Organisatie.
Decentralisatie-uitkering Actieplan Arbeidsmarktregio Rijnmond
In juli heeft de gemeente Rotterdam een Actieplan voor de Arbeidsmarktregio Rijnmond ingediend. Dit actieplan is in lijn met de Intentieverklaring Perspectief op Werk en vanuit het Rijk is een decentralisatie-uitkering 'Perspectief op Werk' van € 1 mln voor 2019 en € 1 mln voor 2020 toegekend. Deze mutatie maakt deel uit van de komende decembercirculaire.
Regio Deal Rotterdam Zuid
Recent is door het Rijk aangegeven dat de ter beschikking gestelde middelen voor de Regio Deal Rotterdam Zuid niet meer via het Gemeentefonds worden uitbetaald, maar via subsidie op basis van de kaderwet EZK- en LNV. Dit betekent dat deze middelen niet meer op het programma Algemene middelen worden begroot maar op de programma’s waar ook de uitgaven plaatsvinden. De hieraan gekoppelde reservemutaties zijn teruggedraaid: Taakmutatie Gemeentefonds, Regio deal onderwijs, cultuur en werk.
Taakmutatie Participatiebudget 2019
In de toedeling van de loon- en prijsbijstelling (LPO) 2019 in de meicirculaire 2019 is een onjuistheid geslopen. Per saldo is hierdoor te weinig LPO toegekend aan de integratie-uitkering Participatie. Het Rijk heeft besloten de foutieve toedeling bij de septembercirculaire te corrigeren. Dit leidt tot extra budgettaire ruimte van € 315.
Actualisatie Budgetten Rotterdam Inclusief 2019
Met deze actualisatie vinden verschillende technische mutaties plaats. Dit betreft een voordeel op de loonkosten van € 1,3 mln door vertraagde instroom in gemeentelijke garantiebanen, een lagere dekking voor het aandeel loonkostensubsidie hierbinnen vanuit de BUIG (€ 650) en een verschuiving van inhuur naar loonkosten (€ 713) voor de vorming van een nieuw organisatieonderdeel. Deze mutaties leiden samen met een aantal andere kleine aanpassingen per saldo tot € 20 extra lasten op het programma Werk en inkomen.
Inzet voordeel arbeidskosten ter invulling bezuinigingsopgave
Om invulling te geven aan een bezuinigingsopgave is op de arbeidskosten een bedrag van € 1,7 mln bezuinigd. Dit is gerealiseerd door contracten met uitzendkrachten niet meer te verlengen en minder uren aan te bieden.