Binnen het product Beheer Algemene Middelen wordt invulling gegeven aan een sluitende begroting met een gezond meerjarenperspectief. De belangrijkste onderdelen zijn: het Gemeentefonds, de Algemene reserve, concernbrede reserves, concernbrede stelposten en post onvoorzien.
Binnen het product Deelnemingen vinden het beheer en de verantwoording plaats over de privaatrechtelijke verbonden partijen. Tot de privaatrechtelijke verbonden partijen behoren deelnemingen in vennootschappen (BV, NV en CV), stichtingen of in verenigingen. De dividendopbrengsten verbonden aan deze deelnemingen worden op dit product verantwoord.
Op dit product worden de baten en lasten verantwoord die zijn verbonden aan alle activiteiten die voorzien in de vermogensbehoefte van de gemeente. Dit heeft betrekking op het lenen van geld en het uitzetten van tijdelijk overtollig geld. Daarbij is aandacht voor de financiële risico's die gepaard gaan met geldstromen, de financiële posities en vermogenswaarden.
Op dit product worden de baten en lasten verantwoord die samenhangen met het uitzetten van geldleningen en het verlenen van garanties. De gemeente mag uitsluitend geldleningen uitzetten en garanties verlenen voor de behartiging van de publieke taak. Een publieke taak is een taak die de gemeente noodzakelijk acht om een maatschappelijk belang te realiseren. De gemeenteraad bepaalt wat tot de publieke taak behoort.
Het programma Algemene Middelen levert een bijdrage aan de wijze waarop het college werkt aan een financieel gezonde gemeente, zodat doelstellingen van andere programma's financieel gedekt zijn en gerealiseerd kunnen worden. Het programma Algemene Middelen ziet in dat kader toe op de volgende zaken:
In de begroting 2018 staan de volgende prioriteiten voor 2018 geformuleerd:
De beschikbare weerstandscapaciteit wordt met ingang van de nieuwe bestuursperiode (vanaf 2018) voorzichtiger berekend dan voorheen. Waar voorheen ook het vrij aanwendbare deel van alle bestemmingsreserves en een deel van de stille reserves bij de berekening werden betrokken, wordt vanaf heden - voorzichtigheidshalve - nog slechts gerekend met de volgende bestanddelen:
De algemene reserve;
De bestemmingsreserves die zijn gevormd om een specifiek financieel risico af te dekken (kortweg aangeduid als: de risicoreserves);
De wettelijk verplichte stelpost voor onvoorziene lasten (kortweg aangeduid als: stelpost onvoorzien).
Met deze wijziging wordt beter aangesloten bij het primaire doel van het weerstandsvermogen: het opvangen van plotselinge, niet
begrote financiële tegenvallers, zonder dat er direct moet worden bezuinigd. Stille reserves lenen zich in de praktijk niet of nauwelijks voor het opvangen van plotselinge financiële tegenvallers, omdat ze niet per direct gerealiseerd kunnen worden. En het aanwenden van bestemmingsreserves, die voor een specifiek doel worden aangehouden, moet de facto worden opgevat als een bezuiniging. Met de wijziging wordt bovendien beter aangesloten bij de wijze waarop de andere G4-gemeenten de beschikbare weerstandscapaciteit berekenen. Dit betekent dat in de voorliggende jaarstukken 2018 ook de gewijzigde berekening van beschikbare weerstandscapaciteit wordt gehanteerd. Het beleid is er daarbij op gericht om de verhouding tussen de beschikbare en de benodigde weerstandscapaciteit ten minste 1,0 te laten zijn.
Daarnaast gelden in het kader van Van Werk Naar Werk als prioriteit:
terugdringing van het aantal herplaatsingskandidaten. Dit gebeurt door een gecoördineerde terugplaatsing voor medewerkers die vallen onder het Sociaal Statuut 2005 en Sociaal Statuut 2010 en voor medewerkers die vallen onder Sociaal Statuut 2013 op basis van de voorrangsstatus voor geïntensiveerde matching met vacatures
verhoogde uit- en doorstroom van herplaatsingskadidaten, door intensivering van begeleiding bij ziekte, verzuim en disciplinaire trajecten
bemiddeling en ondersteuning via het transfertraject voor vrijwillige mobiliteit om daarmee onder meer een instroom van toekomstige herplaatsingskandidaten te vermijden
Voor het programma Algemene Middelen gelden de volgende indicatoren:
De paragraaf Weerstandsvermogen geeft inzicht in de financiële positie van de gemeente. De ontwikkeling in de lastendruk wordt eergegeven in de paragraaf Lokale heffingen. De paragraaf Financiering bevat een uitgebreide toelichting op de ontwikkeling van de financiering (investeringen en financieringsmiddelen), van de rente en het risicobeheer. De paragraaf Bedrijfsvoering geeft inzicht in de ontwikkeling van de mobiliteit van het gemeentepersoneel. De paragraaf BBV Indicatoren van dit programma geeft inzicht in de gemeentelijke woonlasten. De overige indicatoren worden toegelicht in de paragrafen Financiering en Weerstandsvermogen en in de Financiële kengetallen.
Overzicht baten en lasten Algemene middelen | Rekening 2017 | Oorspr. Begroting 2018 | Bijgestelde Begroting 2018 | Realisatie 2018 | Afwijking | |
---|---|---|---|---|---|---|
Baten exclusief reserves | 1.954.833 | 1.971.289 | 1.983.415 | 2.055.696 | 72.281 |
|
Totaal baten | 1.954.833 | 1.971.289 | 1.983.415 | 2.055.696 | 72.281 | |
Belastingen | 248.466 | 246.679 | 251.554 | 251.361 | -193 | |
Bijdragen rijk en mede-overheden | 1.521.306 | 1.578.503 | 1.580.780 | 1.646.950 | 66.170 | |
Dividenden | 114.136 | 107.577 | 109.139 | 109.139 | 0 | |
Financieringsbaten | 29.256 | 9.705 | 9.061 | 9.373 | 312 | |
Opbrengsten derden | 35.770 | 31.416 | 34.047 | 35.126 | 1.080 | |
Overige baten | 5.899 | -2.591 | -1.165 | 3.747 | 4.913 | |
Lasten exclusief reserves | 13.857 | 38.516 | 16.794 | 41.193 | 24.399 |
|
Apparaatslasten | 25.623 | 23.292 | 23.162 | 22.083 | -1.078 | |
Inhuur | 2.575 | 198 | 2.865 | 2.137 | -728 | |
Overige apparaatslasten | 391 | 557 | 514 | 350 | -164 | |
Personeel | 22.657 | 22.537 | 19.782 | 19.596 | -186 | |
Interne Lasten | -6.685 | -4.681 | -6.134 | -5.859 | 275 | |
Overige doorbelastingen | -6.685 | -4.681 | -6.134 | -5.859 | 275 | |
Programmalasten | -5.081 | 19.905 | -234 | 24.969 | 25.203 | |
Financieringslasten | 50.233 | 52.747 | 42.243 | 41.000 | -1.244 | |
Inkopen en uitbestede werkzaamheden | 2.382 | 20.137 | 7.315 | 6.148 | -1.168 | |
Kapitaallasten | -69.603 | -64.205 | -62.318 | -34.286 | 28.032 | |
Overige programmalasten | 8.002 | 7.320 | 8.620 | 8.204 | -416 | |
Subsidies en inkomensoverdrachten | 3.905 | 3.905 | 3.905 | 3.903 | -2 | |
Saldo voor vpb en reserveringen | 1.940.976 | 1.932.773 | 1.966.621 | 2.014.503 | 47.881 | |
Vennootschapsbelasting | -788 | -500 | -800 | -728 | 72 | |
Saldo voor reserveringen | 1.940.188 | 1.932.273 | 1.965.821 | 2.013.775 | 47.954 | |
Mutaties reserves | 52.578 | 34.450 | -36.850 | -37.838 | -988 | |
Toevoeging aan reserves | 125.871 | 64.853 | 148.914 | 148.914 | 0 | |
Onttrekking aan reserves | 131.826 | 10.264 | 10.347 | 9.358 | -989 | |
Vrijval reserves | 46.622 | 89.039 | 101.717 | 101.718 | 1 | |
Saldo voor overhead | 1.992.766 | 1.966.722 | 1.928.971 | 1.975.937 | 46.966 |
Toerekening overhead aan Algemene middelen | Rekening 2017 | Oorspr. begroting 2018 | Bijgestelde Begroting 2018 | Realisatie 2018 | Afwijking | |
---|---|---|---|---|---|---|
Overhead concernondersteuning en concernhuisvesting | 8.418 | 7.423 | 7.423 | 7.423 | 0 | |
Overhead clustermanagement en ondersteuning | 2.220 | 1.780 | 1.829 | 1.980 | 151 | |
Saldo na overhead | 1.982.128 | 1.957.519 | 1.919.719 | 1.966.534 | 46.815 |
Op het programma Algemene middelen is sprake van een voordeel van € 47 mln. De belangrijkste oorzaken hiervan zijn:
Meeropbrengsten en vrijval voorziening debiteuren
Op 19 maart 2019 heeft het gerechtshof van Den Haag de Gemeente Rotterdam in het gelijk gesteld in een juridisch geschil inzake de precariobelasting. Dit heeft geleid tot € 5.9 mln hogere opbrengsten precariobelasting. Verder heeft onder andere opschoning in de plicht bezwaren administratie tot en met boekjaar 2018 geleid tot een vrijval dubieuze debiteuren van € 2 mln.
Decembercirculaire gemeentefonds
De decembercirculaire Gemeentefonds bevatte een aantal aanpassingen in de algemene uitkering. Daarmee wordt in totaal € 66,1 mln aan hogere baten ontvangen. De aanpassingen komen door wijzigingen in taken en decentralisatie- en integratie-uitkeringen die betrekking hebben op het lopende begrotingsjaar 2018. Deze aanpassingen konden, zoals aangegeven in de 10-maandsbrief, niet eerder verwerkt worden in de begroting 2018. Ze bestaan voor € 64,19 mln uit extra toegekende taakmutaties, waaronder:
De raad wordt bij behandeling van de jaarstukken voorgesteld in te stemmen een deel van deze gelden ad € 40,7 mln te bestemmen en toe te voegen aan de bestemmingsreserve Taakmutatie. Dit betreft de taakmutaties die juridisch verplicht zijn of waar een collegebesluit aan ten grondslag ligt. Van de ontvangen € 64,1 mln is € 17,8 mln ontvangen ter dekking van gemaakte kosten binnen het sociaal domein in 2016 en 2017. Derhalve hoeft hiervoor geen taak te worden uitgevoerd. Het restant bedrag taakmutaties (€ 5,6 mln) maakt deel uit van de integrale afwegingen bij Voorjaarsnota.
Ook is op basis van de decembercirculaire een hogere algemene uitkering van € 2,0 mln ontvangen vanwege het aanpassen van waarden van maatstaven en een herziening van de uitkeringsfactoren voor de jaren 2016 tot en met 2018.
Warmtebedrijf
Bij de 10-maandsbrief is de garantie ten behoeve van het Warmtebedrijf verlengd tot 2019. Hiertoe is de verschuldigde borgpremie van € 1,7 mln verwerkt. Overeenkomstig het raadsbesluit van 7 februari 2019 over het Warmtebedrijf is besloten om de geraamde garantiepremie niet in rekening te brengen.
Bestemmingsreserves
In 2018 is voor € 0,9 mln minder aan baten dan geraamd aan de bestemmingsreserves RIO 40 en Krimp (Motie31) onttrokken.
Afboeking deelneming Warmtebedrijf
Het nadeel wordt veroorzaakt door de gedeeltelijke afboeking van de boekwaarde van de deelneming Warmtebedrijf Rotterdam van € 25,6 mln. Dit als gevolg van de afspraken uit de Bestuursovereenkomst met provincie Zuid-Holland inzake de realisatie van de warmteleiding van Rotterdam naar Leiden (Leiding over Oost). Deze Bestuursovereenkomst leidt tot een extra kapitaalstorting vanuit de gemeente in het bedrijf en gewijzigde eigendomsverhoudingen met een lager aandelenpercentage voor de gemeente. Dit lagere aandelenpercentage geeft aanleiding de boekwaarde te herzien. De raad heeft op 7 februari 2019 hiermee ingestemd.
Diverse overige afwijkingen
De resterende afwijking van € 0,6 mln wordt veroorzaakt door diverse afwijkingen. Enerzijds zijn de gerealiseerde lasten inhuur en incassokosten (€ 1,0 mln) lager dan begroot en zijn de post Onvoorzien (€ 0,3 mln) en een bedrag aan taakmutaties (€ 0,3 mln) niet ingezet. Anderzijds is het financieringsresultaat € 0,9 mln aan lasten lager dan begroot. Dit komt enerzijds door lager te betalen externe rentelasten en anderzijds door lagere interne toegerekende rente.
De lokale lastendruk voor een meerpersoonshuishouden lag in 2018 net onder het landelijk gemiddelde.