Begroting 2020

Met nieuwe energie bouwen aan de stad van morgen

Stedelijke inrichting en ontwikkeling Pagina 70

Stedelijke inrichting en ontwikkeling

De stijging van de CO2-uitstoot wordt in deze collegeperiode omgebogen naar een dalende trend die leidt tot 49% CO2-reductie in 2030, gemeten t.o.v. het jaar 1990

Stijging van het percentage panden dat geen verhoogde kans op wateroverlast bij hevige regen heeft van 88% naar 90%

Tenminste 15.000 bestaande woningen zijn verduurzaamd en 10.000 aardgas vrij of daarop voorbereid

TAAKVELD 1

Beheer overige gebouwen en gronden

Vastgoed en gronden inzetten als middel voor behalen maatschappelijke doelen

Goed rentmeesterschap uitoefenen

Sturing geven aan en handhaving van het gebruik van onroerend goed

TAAKVELD 2

Cultureel erfgoed - Monumenten

De gemeente Rotterdam draagt zorg voor haar gebouwde en aangelegde cultuurhistorisch erfgoed waaronder de beschermde monumenten en stadsgezichten. Dit wordt bereikt door middel van de thema’s: Bescherming en instandhouding, kennisontwikkeling en kennisoverdracht (Erfgoedagenda Rotterdam)

De gemeente Rotterdam zet gebouwd erfgoed in als aanjager bij transformaties en gebiedsontwikkelingen.

TAAKVELD 3

Openbaar groen en (openlucht) recreatie - Landschap

Een aantrekkelijke en leefbare stad voor iedereen, nu en in de toekomst

Meer gezonde Rotterdammers die bewegen, spelen, sporten, ontmoeten, ontspannen en recreëren

Een investering in de doorontwikkeling van de klimaat adaptieve deltastad

Samenwerking met Rotterdammers en gedeeld eigenaarschap

TAAKVELD 4

Milieubeheer - Duurzaam, bodem, geluid en handhaving

Het realiseren van de energietransitie (gezamenlijk met alle betrokken partijen in en rondom de stad) om te voldoen aan doelen van Parijsakkoord en economische kansen worden benut

Een betere luchtkwaliteit

Regisseren van het stimuleren van circulariteit in het grondstoffengebruik binnen de stad (verminderen gebruik grondstoffen, hergebruik en recyclen van afval)

Het realiseren van een klimaatadaptieve stad

Verminderen van geluidsoverlast

Een betere regie op het gebruik van de ondergrond

Een adequaat extern veiligheidsniveau voor alle inwoners

Verduurzaming van de gemeentelijke bedrijfsvoering en verduurzaming gemeentelijk vastgoed

TAAKVELD 5

Ruimtelijke Ordening - Ontwikkeling

Ontwikkelen van een integrale omgevingsvisie en strategie voor de ontwikkeling en groei van de stad

Zorgen voor de Implementatie van de Omgevingswet

Zorgen voor actuele, flexibele en toekomstgerichte juridische kaders voor de ontwikkeling van de stad

TAAKVELD 6

Grondexploitatie (niet-bedrijventerreinen)

Het initiëren en sturen van ruimtelijke ontwikkelingen door actief gemeentelijk grondbeleid: verwerving, verkoop, sanering, bouwrijp maken en inrichten van gronden

TAAKVELD 7

Wonen en bouwen

Groei van de woningvoorraad en aantrekkelijke woonmilieus

Woningvoorraad met toekomstwaarde

Basis op orde

Omschrijving programma

Vervolg programmadoelstellingen:

  • 20 hectare groen erbij in 2022 t.o.v. 2018
  • Binnen vier jaar start bouw van 18.000 nieuwe woningen

 

Omschrijving

Fijn wonen en leven in Rotterdam begint bij een fijne woning in een prettige, groene buurt voorzien van alle essentiële voorzieningen en infrastructuren (water, riool, energie, groen, fietspaden etc). Nieuwe of huidige bewoners moeten in onze stad een woning van hun wensen en mogelijkheden kunnen vinden. De komende jaren zal de stad en het aantal inwoners flink gaan groeien. We bouwen kwalitatieve, duurzame en toekomstbestendige woningen voor elke portemonnee, waarbij huizen voor de middeninkomens prioriteit hebben. Door de doorstroming op de woningmarkt te bevorderen en kantoren en winkels te transformeren tot woningen, kunnen ook meer mensen een fijne woonplek in Rotterdam vinden.

Bouwen en ontwikkelen in Rotterdam moet voor nu en voor de lange termijn. Wonen in Rotterdam wordt toekomstbestendiger en klimaatadaptiever. We anticiperen op ontwikkelingen op het gebied van klimaat en onze bevolkingssamenstelling, we zorgen voor groen en mooie buitenruimte, een veilige en gezonde ondergrond.

De gemeente doet dit door de ontwikkeling en groei van de stad goed te plannen. We koppelen de bouwopgave van nu aan de lange termijn ontwikkeling van de stad. Onder andere de klimaatopgaven uit het Akkoord van Parijs vragen om een transitie hoe we de stad inrichten en ontwikkelen.

De gemeente werkt hieraan door zich in te zetten voor een duurzaam en energiezuinig Rotterdam, met een betere luchtkwaliteit. Daarvoor werken we aan belangrijke overeenkomsten, zoals het Klimaat- en energieakkoord. En werken we aan lange termijn visies en kaders die terug gaan komen in de omgevingswet en omgevingsvisie die nu ontwikkeld worden. Daarnaast voert de gemeente de wettelijke taken uit, zoals de behandeling van aanvragen om een omgevingsvergunning, aandacht voor erfgoed en het maken van bestemmings- (en straks omgevings-) plannen.

Door bovenstaande inzet te combineren met de sociale en economische context wordt gebouwd aan de weerbaarheid en veerkracht (de resilience) van de mensen, de organisaties en de systemen in de stad.

Dit doet de gemeente uiteraard niet alleen. Bewoners en ondernemers dragen bij aan een fijne stad door eigen initiatieven, bijvoorbeeld meer groen, betere speelruimte voor de kinderen, een prettige en gezellige buitenruimte en het oprichten van energie-coöperaties of buurtontmoetingsplekken. De gemeente faciliteert dergelijke initiatieven graag.

BBV-indicatoren

Beschrijving BBV-indicatorEenheid  Bron
Hernieuwbare elektriciteit % Streefwaarde N.v.t. RWS
Realisatie 15,9 (2017)
Gemiddelde WOZ-waarde Duizend euro Streefwaarde N.v.t. CBS
  Realisatie 166 (2018)
Nieuw gebouwde woningen Aantal per 1.000 woningen Streefwaarde N.v.t. Basisregistratie adressen en gebouwen
Realisatie 2,4 (2016)
Demografische druk (groene + grijze druk tov 20-64) % Streefwaarde N.v.t. CBS
Realisatie 58,4% (2019)
Meer informatie over de BBV-indicatoren is te vinden op www.waarstaatjegemeente.nl.

Overzicht baten en lasten

Overzicht van baten en lasten Stedelijke inrichting en ontwikkelingRealisatie 2018Begroting
2019
Begroting
2020
Raming
2021
Raming
2022
Raming
2023
Baten exclusief reserves302.285277.377259.402220.302204.858193.497

Bijdragen rijk en medeoverheden 10.512 19.151 7.019 3.549 2.694 2.694
Financieringsbaten 92 0 0 0 0 0
Overige opbrengsten derden 286.606 306.884 245.743 210.004 204.222 189.196
Overige baten 5.075 -48.658 6.640 6.750 -2.057 1.607
Lasten exclusief reserves356.686372.302405.177335.499293.999242.080

Apparaatlasten 112.389 128.735 131.596 130.675 129.911 135.258
Inhuur 20.500 19.643 16.719 16.012 15.248 20.841
Overige apparaatslasten 2.256 2.657 2.767 2.730 2.730 2.729
Personeel 89.632 106.435 112.110 111.933 111.933 111.688
Interne resultaat -147.092 -122.334 -122.803 -123.277 -127.655 -132.320
Interne resultaat -147.092 -122.334 -122.803 -123.277 -127.655 -132.320
Programmalasten 391.389 365.902 396.384 328.102 291.743 239.142
Financieringslasten 0 0 0 0 0 0
Inkopen en uitbestede werkzaamheden 227.031 221.549 255.589 193.832 152.874 96.073
Kapitaallasten 129.399 96.486 97.737 91.145 97.464 103.844
Overige programmalasten 22.885 18.486 18.869 18.844 19.071 19.055
Salariskosten WSW en WIW 0 0 0 0 0 0
Sociale uitkeringen 0 0 0 0 0 0
Subsidies en inkomensoverdrachten 12.074 29.381 24.189 24.280 22.334 20.170
Saldo voor vpb en reserveringen -54.401 -94.925 -145.775 -115.197 -89.141 -48.583
Saldo voor reserveringen -54.401 -94.925 -145.775 -115.197 -89.141 -48.583
Reserves65.75640.30474.07465.93753.16925.112

Onttrekking reserves 68.430 87.967 110.260 81.637 56.869 25.312
Toevoeging reserves 96.108 89.053 60.169 16.860 7.570 200
Vrijval Reserves 93.434 41.390 23.983 1.160 3.870 0
Saldo 11.355 -54.621 -71.701 -49.261 -35.972 -23.471

Baten

De opbrengsten derden en overige baten bestaan grotendeels uit grondopbrengsten, huurinkomsten (extern), canonopbrengsten en het uitvoeren van opdrachten voor externe opdrachtgevers. Voor de grondopbrengsten geldt dat op basis van de wet- en regelgeving de baten van grondverkopen in de exploitatie worden verwerkt met een tegenboeking onder de overige baten. Waardoor er geen effect is op het saldo. Daarnaast zijn opbrengsten van aangevraagde omgevingsvergunningen, opbrengsten die in rekening worden gebracht voor beheersvergoedingen hennep ontmantelingen en opbrengsten door Uitvoering Van Gemeentewege onder de opbrengsten derden opgenomen. Inkomsten uit brandstofverkooppunten en reclamecontracten, verkoopopbrengsten van verkochte vastgoed, uitpondingen en conversieopbrengsten (omzetten naar eeuwigdurend erfpacht) maken ook onderdeel uit van de opbrengsten derden en overige baten.

Onder bijdragen van Rijk en medeoverheden zijn de subsidies aan de grondexploitaties geraamd. Verder hebben de baten betrekking op rijksbijdragen, subsidies van de provincies en opbrengsten van derden.

Lasten

De lasten vloeien voort uit de uitvoering van diverse activiteiten en projecten ten behoeve van de bestemmingsplannen, inspectie, toezicht, woningverbeteringen en hennepontmantelingen. Daarnaast worden uitgaven verantwoord voor grondexploitaties ten behoeve van gebiedsontwikkelingen, kosten voor personele inzet, kosten ten behoeve van de exploitatie van onroerend goed zoals onderhoud, beheerkosten en eigenaarslasten (zakelijke lasten en verzekeringen), verkoopkosten (taxaties, kosten verkoop gereedmaken) en afboekingen van de boekwaarde van het verkochte vastgoed. Doorbelastingen naar andere programma’s binnen het concern Rotterdam, zoals Onderwijs, Verkeer en Vervoer en Cultuur, Sport & Recreatie zijn opgenomen onder de interne lasten.

Reserves

De mutaties op de reserves hebben betrekking op bestemmingsreserves Investeringsfonds Rotterdam, de reserve Gebiedsontwikkelingsfonds, Parkeerfonds (Nieuwe Stijl), Stelselwijziging Afschrijving Vastgoed en het Nationaal Programma Rotterdam Zuid (NPRZ). De onttrekkingen aan de bestemmingsreserves worden ingezet voor Hart van Zuid, Stadshavens, Binnenstad, herinrichting Coolsingel, Sportcampus, NPRZ, inrichting buitenruimte gebieden, Kansrijke Wijken, Aanlegsteigers Schie, Rivierzones en andere projecten.

Meerjarig verloop

De opbrengsten derden en de hieraan gerelateerde overige baten laten voor de jaren 2019 tot en met 2022 meerjarig een dalend verloop zien. Dit wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door de daling van begrote grondopbrengsten. Hier staan ook lagere lasten tegenover. Daarnaast dalen de verwachte bijdragen van Rijk en medeoverheden doordat het aantal bijdragen in de toekomstige jaren 2020 en verder nog moet worden toegekend. Voor wat de lasten en mutaties op bestemmingsreserves betreft is een nagenoeg evenredige daling te zien.