BBV-indicator | Bron | ||
---|---|---|---|
Gemeentelijke woonlasten eenpersoonshuishouden | Realisatie 2018 | € 672,61 | COELO |
Prognose 2019 | € 670,01 | ||
Prognose 2020 | € 691,20 | ||
Gemeentelijke woonlasten meerpersoonshuishouden | Realisatie 2018 | € 716,91 | COELO |
Prognose 2019 | € 744,11 | ||
Prognose 2020 | € 774,90 | ||
Gemiddelde WOZ waarde woningen 2018 | Nederland | € 230.000 | CBS |
Rotterdam | € 166.000 |
Bij de Voorjaarsnota 2019 is besloten de tarieven van leges en rechten in principe met maximaal de CPI-trend (1,5%) ten opzichte van 2019 te laten stijgen.
Een uitzondering hierop zijn de tarieven afvalstoffenheffing. Met ingang van 2019 kent Rotterdam naast het tarief afvalstoffenheffing voor een eenpersoonshuishouden dan ook een tarief voor een tweepersoons- en een tarief voor een drie- of meerpersoonshuishouden. Bij de Voorjaarsnota 2019 is besloten om vanaf 2020 de, door het Rijk opgelegde, belasting op het verwerken van restafval (de afvalstoffenbelasting) op te nemen in de tarieven afvalstoffenheffing. Een andere uitzondering is het basistarief rioolheffing.
Bij de vaststelling van het huidige Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP4) in 2015 is besloten dat het tarief jaarlijks met € 5,00 en de CPI-trend stijgt. Ondanks de gemiddelde waardestijging van woningen met 16%, wordt verder voorgesteld de gemiddelde OZB-aanslag voor een eigenaar/bewoner ten opzichte van 2019 gelijk te houden.
De gemeentelijke woonlasten (dat wil zeggen de som van afvalstoffenheffing, rioolheffing en gemiddelde OZB-aanslag eigenaar/bewoner) stijgen hierdoor in 2020 voor een eenpersoonshuishouden met € 19,30 (2,88%), voor een tweepersoonshuishouden met € 26,50 (3,68%) en voor een drie- of meerpersoonshouden met € 30,10 (4,04%) ten opzichte van 2019.
Voor 2020 wordt het kwijtscheldingspercentage verhoogd van 75% naar 76,5%. Hiermee leidt de stijging van de tarieven afvalstoffenheffing in 2020 niet tot een lastenverzwaring voor Rotterdammers, die voor kwijtschelding in aanmerking komen (zie voor een nadere toelichting de paragraaf Lokale Heffingen).
De gemiddelde WOZ-waarde van woningen in 2018 ligt in Rotterdam (€ 166.000) onder het landelijke gemiddelde (€ 230.000). In Rotterdam is sinds 2017 weer sprake van een stijging van de gemiddelde WOZ-waarde van woningen. Wanneer deze stijging de komende jaren relatief hoger is dan in de rest van Nederland zal de indicator dichter naar het landelijk gemiddelde groeien. Deze indicator is landelijk verplicht en betreft geen streefwaarde waar de gemeente Rotterdam op stuurt.
Het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) schrijft voor dat er bij programmabegrotingen een programmaplan hoort dat naast de verschillende programmakosten een overzicht bevat van de kosten voor overhead, het bedrag voor te betalen vennootschapsbelastingen, het bedrag voor onvoorzien en een overzicht van algemene dekkingsmiddelen.
Het programma Overhead bevat een overzicht van de kosten voor overhead, de te betalen vennootschapsbelasting wordt verantwoord op het taakveld Vennootschapsbelasting en het bedrag onvoorzien op het taakveld Overige baten en lasten – Beheer algemene middelen. De algemene dekkingsmiddelen onderscheiden zich van de andere dekkingsmiddelen doordat de gemeente deze middelen vrij kan aanwenden.
In het overzicht van baten en lasten omvat de volgende algemene dekkingsmiddelen.
Lokale heffingen
Tot de algemene dekkingsmiddelen worden ook de baten uit heffingen van de algemene belastingen gerekend. Anders dan bij bestemmingsheffingen is de besteding van de baten uit heffing van deze algemene belastingen niet gebonden. Tot de algemene belastingen behoren de onroerendzaakbelasting (OZB), de roerendzaakbelasting, de logiesbelasting en de reclame- en precariobelasting. Dit is exclusief de baten uit de bestemmingsheffingen, zoals de afval- en rioolheffing, bedrijfsreinigingsrecht en leges omgevingsvergunningen, en de inkomsten uit parkeren. In de paragraaf Lokale heffingen is een toelichting opgenomen. In onderstaande tabel zijn betreffende baten opgenomen.
Lokale heffingen | Jaarrekening 2019 | Begroting 2020 (1) | Programma |
---|---|---|---|
Onroerendezaakbelasting (1) (2) | 244.779 | 254.027 | Algemene middelen |
Logiesbelasting (3) | 6.602 | 11.988 | Algemene middelen |
Hondenbelasting (3) | 20 | 0 | Algemene middelen |
Reclame- en precariobelasting | 26.579 | 26.111 | Algemene middelen |
Totaal | 278.105 | 292.126 | |
(1) Stand na Eerste Herziening 2020 | |||
(2) inclusief intragemeentelijke aanslagen OZB | |||
(3) deze heffingen worden, op grond van het BBV, tezamen met de inkomsten uit de rioolheffing in het Overzicht van baten en lasten verantwoord onder Belastingen |
Algemene uitkeringen Gemeentefonds
Dit betreft het totaal van de verschillende soorten uitkeringen uit het Gemeentefonds: de integratie-uitkeringen (waaronder het Sociaal Domein), de decentralisatie-uitkeringen en de algemene uitkering. Deze baten worden verantwoord op het programma Algemene middelen en op het taakveld Algemene uitkeringen en overige uitkeringen Gemeentefonds.
Dividend
De dividenden die de gemeente van deelnemingen ontvangt, behoren eveneens tot de algemene dekkingsmiddelen. Deze dividenden worden verantwoord op de programma's Algemene middelen, Overhead en Bestuur en Dienstverlening.
Dividend |
Jaarrekening 2019 | Begroting 2020 (1) | Programma |
---|---|---|---|
Bank Nederlandse Gemeenten NV | 916 | 408 | Algemene middelen |
BV Gemeenschappelijk bezit Evides | 8.959 | 7.590 | Algemene middelen |
Eneco Holding NV | 21.548 | 21.548 | Algemene middelen |
Stedin Holding NV | 14.460 | 16.476 | Algemene middelen |
Havenbedrijf Rotterdam NV | 68.335 | 69.703 | Algemene middelen |
Royal Schiphol NV | 2.585 | 0 | Algemene middelen |
Erasmus MC Biomedical Fund | 41 | 0 | Algemene middelen |
Sportbedrijf | 150 | 150 | Algemene middelen |
RET | 27.500 | 0 | Algemene middelen |
Multidiensten | 1.000 | 0 | Bestuur en dienstverlening |
Multi Employment Rotterdam BV (MER) | 0 | 0 | Overhead |
SSC Flex | 675 | 0 | Overhead |
Totaal | 146.169 | 115.875 | |
(1) Stand na 1e Herziening 2020 |
Saldo financieringsfunctie
Het saldo van de financieringsfunctie betreft het saldo van de betaalde rente over de leningen, rekening-courant en de ontvangen rente over uitzettingen. De baten worden verantwoord binnen de betreffende programma’s, met name Algemene middelen en Stedelijke inrichting en ontwikkeling.
Overzicht van baten en lasten Algemene middelen | Realisatie 2019 | Begroting 2020 | Begroting 2021 | Raming 2022 | Raming 2023 | Raming 2024 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Baten exclusief reserves | 2.126.447 | 3.449.855 | 2.194.556 | 2.150.835 | 2.166.331 | 2.166.331 |
|
Bijdragen rijk en medeoverheden | 1.681.187 | 1.741.035 | 1.776.572 | 1.746.401 | 1.762.661 | 1.762.661 | |
Belastingen | 255.785 | 263.438 | 268.395 | 269.403 | 269.403 | 269.403 | |
Dividenden | 144.495 | 115.876 | 111.387 | 110.901 | 110.739 | 110.739 | |
Financieringsbaten | 10.635 | 1.295.762 | 5.829 | 5.262 | 4.663 | 4.663 | |
Overige opbrengsten derden | 32.079 | 33.891 | 33.090 | 19.584 | 19.579 | 19.579 | |
Overige baten | 2.266 | -147 | -717 | -716 | -714 | -714 | |
Lasten exclusief reserves | 6.997 | -4.992 | 5.820 | 8.474 | 12.302 | 12.302 |
|
Apparaatslasten | 15.069 | 15.669 | 15.395 | 15.352 | 15.352 | 15.352 | |
Inhuur | 838 | 519 | 487 | 487 | 487 | 487 | |
Overige apparaatslasten | 431 | 569 | 531 | 531 | 531 | 531 | |
Personeel | 13.800 | 14.581 | 14.377 | 14.335 | 14.335 | 14.335 | |
Intern resultaat | -12.169 | -13.128 | -11.850 | -11.850 | -11.850 | -11.850 | |
Intern resultaat | -12.169 | -13.128 | -11.850 | -11.850 | -11.850 | -11.850 | |
Programmalasten | 4.097 | -7.533 | 2.276 | 4.972 | 8.800 | 8.800 | |
Financieringslasten | 37.371 | 22.824 | 60.017 | 63.803 | 67.281 | 67.281 | |
Inkopen en uitbestede werkzaamheden | 8.150 | 11.762 | -7.588 | -7.568 | -7.231 | -7.231 | |
Kapitaallasten | -53.802 | -52.982 | -57.248 | -58.358 | -58.345 | -58.345 | |
Overige programmalasten | 8.462 | 6.960 | 7.095 | 7.095 | 7.095 | 7.095 | |
Subsidies en inkomensoverdrachten | 3.916 | 3.903 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Saldo voor vpb en reserveringen | 2.119.450 | 3.454.847 | 2.188.736 | 2.142.361 | 2.154.029 | 2.154.029 | |
Vennootschapsbelasting | 4.799 | 1.440 | 800 | 800 | 800 | 800 |
|
Saldo voor reserveringen | 2.114.651 | 3.453.407 | 2.187.936 | 2.141.561 | 2.153.229 | 2.153.229 | |
Reserves | -34.765 | -1.214.907 | -51.377 | -43.482 | -125.091 | -125.091 |
|
Onttrekking reserves | 8.614 | 115.197 | 143 | 7.290 | -333 | -333 | |
Toevoeging reserves | 68.965 | 1.345.292 | 68.572 | 68.072 | 142.058 | 142.058 | |
Vrijval reserves | 25.586 | 15.188 | 17.053 | 17.300 | 17.300 | 17.300 | |
Saldo | 2.079.886 | 2.238.500 | 2.136.559 | 2.098.079 | 2.028.138 | 2.028.138 |
Programma / Taakveld | Mutatie 2020 (€) | Mutatie 2020 (%) |
|
---|---|---|---|
Algemene middelen | 69.518 | 2% | |
Algemene uitkeringen en overige uitkeringen gemeentefonds | -41.576 | 2% | |
Belastingen overig | -640 | 2% | |
Economische promotie - Opbrengsten Logiesbelasting | -2.703 | 23% | |
Overige baten en lasten - Beheer algemene middelen | -1.180.981 | 407362% | |
OZB niet-woningen | -1.335 | 1% | |
OZB woningen | 589 | 1% | |
Treasury | 1.296.804 | 1300% | |
Vennootschapsbelasting (VpB) | -640 | 80% | |
Algemene uitkeringen en overige uitkeringen gemeentefonds | -41.576 | 2% | |
Belastingen overig | -640 | 2% | |
Economische promotie - Opbrengsten Logiesbelasting | -2.703 | 23% | |
Overige baten en lasten - Beheer algemene middelen | -1.180.981 | 407362% | |
OZB niet-woningen | -1.335 | 1% | |
OZB woningen | 589 | 1% | |
Treasury | 1.296.804 | 1300% | |
Vennootschapsbelasting (VpB) | -640 | 80% |
Het programma Algemene middelen levert een bijdrage aan de manier waarop het college werkt aan structureel houdbare gemeentefinanciën. Dit programma gaat in op de volgende zaken:
Het programma Algemene middelen omvat:
Het programma Algemene middelen is, anders dan de overige programma's van deze begroting, relatief beleidsarm te noemen en wijkt in opzet en inhoud hiervan af. In hoofdstuk 1 Financiële Beschouwingen en in de paragrafen Lokale heffingen, Weerstandsvermogen en risicobeheersing, Verbonden partijen en Financiering zijn de inhoudelijke doelstellingen, indicatoren en kengetallen opgenomen.
Voor het programma Algemene middelen gelden de volgende indicatoren en kengetallen: