Weerstandsvermogen
Eén van de uitgangspunten van het gevoerde financieel beleid is dat het weerstandsvermogen minimaal 1,0 bedraagt. Indien op enig moment het weerstandsvermogen als gevolg van forse financiële tegenvallers minder dan 1,00 bedraagt, worden er maatregelen getroffen die het aannemelijk maken dat het weerstandsvermogen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk in het laatste jaar van de meerjarenraming weer 1,00 of meer zal bedragen. Voor ontwikkelingen van het weerstandsvermogen wordt verwezen naar de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing.
Concernbrede reserves
Omwille van een sluitend financieel meerjarenbeeld is op dit taakveld tot toevoegingen en onttrekkingen aan de Algemene reserve besloten. Voor ontwikkelingen van deze en andere reserves zoals de bestemmingsreserve Taakmutaties Gemeentefonds en de bestemmingsreserve Rotterdamse Investeringsmotor wordt verwezen naar de balanspagina Reserves. Voor laatst vermelde bestemmingsreserve wordt ook verwezen naar de balansbladen Rotterdamse Investeringsmotor (RIM) en Verloopstaat Rotterdamse Investeringsmotor (RIM).
Concernbrede stelpost: Koers van de Stad
Op 7 november 2019 heeft de raad de motie Koers van de stad aangenomen. Met de motie wordt beoogd de raad de gelegenheid te geven om voorafgaand aan het opstellen van de Voorjaarsnota aan het college wensen en bedenkingen mee te geven. In de begroting 2021 is voor 2021 eenmalig € 1 mln. gereserveerd. Bij Voorjaarsnota 2021 is om invulling aan deze motie te geven voor 2022 opnieuw een bedrag ad € 1 mln. gereserveerd. Dit gereserveerde budget wordt, in afwachting van bestedingsbesluiten door de raad, voorlopig als concernbrede stelpost op dit taakveld opgenomen. Na besluitvorming door de raad wordt het bijhorend bedrag verwerkt op betreffend taakveld en verdwijnt dit op het taakveld Beheer Algemeen Middelen.
Indexatie
De algemene uitkering van het gemeentefonds is geïndexeerd op basis van de loon- en prijsontwikkelingen van het Centraal Planbureau (CPB) zoals verwerkt in de meicirculaire gemeentefonds 2021. De begroting 2022 is gebaseerd op inschattingen van inflatiepercentages van het Centraal Planbureau (CPB) van maart 2021. Verder wordt verwezen naar Grondslagen.
Naast bovenstaande genoemde ontwikkelingen en verwijzingen, wordt hierbij tevens verwezen naar de paragraaf Financiële Kengetallen voor de ontwikkelingen in de houdbaarheid van onze financiële positie.
Tweede Herziening | Begroting 2022 | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Overzicht van baten en lasten Overige baten en lasten - Beheer algemene middelen | Realisatie 2020 | Begroting 2021 | Begroting 2022 | Raming 2023 | Raming 2024 | Raming 2025 | |
Lasten exclusief reserves | 57.889 | 2.798 | -514 | 4.208 | 10.667 | 10.941 |
|
Programmalasten | 57.889 | 2.798 | -514 | 4.208 | 10.667 | 10.941 | |
Inkopen en uitbestede werkzaamheden | 1.987 | 2.798 | -514 | 4.208 | 10.667 | 10.941 | |
Kapitaallasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Overige programmalasten | 52.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Subsidies en inkomensoverdrachten | 3.903 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Saldo voor vpb en reserveringen | -57.889 | -2.798 | 514 | -4.208 | -10.667 | -10.941 | |
Saldo voor reserveringen | -57.889 | -2.798 | 514 | -4.208 | -10.667 | -10.941 | |
Reserves | -1.234.506 | -19.269 | 95.623 | -26.549 | -74.346 | -60.173 |
|
Onttrekking reserves | 80.563 | 24.962 | 146.653 | 39.464 | 23.623 | 25.533 | |
Toevoeging reserves | 1.382.258 | 47.582 | 51.030 | 66.013 | 97.969 | 85.706 | |
Vrijval reserves | 67.190 | 3.350 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Saldo | -1.292.395 | -22.067 | 96.137 | -30.757 | -85.014 | -71.114 |
Tweede Herziening | Begroting 2022 | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Bijstellingen Overige baten en lasten - Beheer algemene middelen | Begroting 2021 | Begroting 2022 | Raming 2023 | Raming 2024 | Raming 2025 |
|||
Eerste Herziening / Voorjaarsnota 2021 | 38.325 | 25.490 | -83.913 | -133.080 | -124.941 | |||
Bijstellingen Tweede Herziening 2021 / Begroting 2022 | -60.392 | 70.647 | 53.157 | 48.066 | 53.827 | |||
Actualisatie allocatie bestemmingsreserve Rotterdamse Investeringsmotor | Ramingsbijstellingen onvermijdelijk | 527 | 961 | 961 | 961 | 961 | ||
Actualisatie kapitaallasten | Ramingsbijstellingen onvermijdelijk | -906 | -89 | 652 | 812 | 376 | ||
Actualisatie lasten | Ramingsbijstellingen onvermijdelijk | 184 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Bestemmingsreserve Rotterdamse Investeringsmotor | Ramingsbijstellingen onvermijdelijk | 0 | 0 | 0 | 160 | 230 | ||
Koers van de Stad | Ramingsbijstellingen onvermijdelijk | 0 | 993 | 0 | 0 | 0 | ||
Vrijval restbedrag indexatie 2021 | Ramingsbijstellingen onvermijdelijk | 2.453 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Bestemmingsreserve Rotterdamse Investeringsmotor | Reserves | 143 | 866 | 784 | -433 | 1.024 | ||
Sluitpost Algemene Reserve | Reserves | -62.886 | 27.859 | 15.049 | 12.971 | 17.914 | ||
Sluitpost Algemene Reserve na amendement | Reserves | -160 | 160 | 0 | 0 | 0 | ||
Technische wijzigingen | Technische wijzigingen | 252 | 39.898 | 35.711 | 33.596 | 33.322 | ||
Begroting na wijzigingen | -22.067 | 96.137 | -30.757 | -85.014 | -71.114 |
Actualisatie allocatie bestemmingsreserve Rotterdamse Investeringsmotor
De kapitaalverstrekking aan deelneming Stedin en het Energietransitiefonds Rotterdam waartoe de raad bij behandeling van de Voorjaarsnota 2021 besloten heeft, leidt tot hogere kapitaallasten. Deze lasten (Stedin € 521 in 2021 en € 951 in 2022 en verdere jaren en Energietransitiefonds Rotterdam € 6 in 2021 en € 10 in 2022 en verdere jaren) worden, conform de hiervoor geldende beleidsregels, gedekt uit de bestemmingsreserve Rotterdamse Investeringsmotor.
Actualisatie kapitaallasten
Conform de vastgestelde beleidsregels omtrent vervangingsinvesteringen wordt de vrijval van de begrote kapitaallasten toegevoegd aan de bestemmingsreserve Rotterdamse Investeringsmotor (RIM) ter dekking van de toekomstige kapitaallasten; de extra benodigde kapitaallasten worden aan de RIM onttrokken.
Actualisatie lasten
Dit betreft voor € 150 vrijval van onze jaarlijkse bijdrage aan de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) in het kader van de Gezamenlijke Gemeentelijke Uitvoering (GGU). Gemeenten worden voor grote maatschappelijke en organisatorische opgaven gesteld. Een aantal daarvan is beter te realiseren als gemeenten gezamenlijk optrekken. Te denken daarbij is aan onder meer digitale veiligheid, informatievoorziening, raamcontracten in het sociaal domein en (inkoop-)standaarden. Daarom zijn gemeenten (VNG) in 2018 gestart met de GGU, waarvoor er jaarlijks een fonds beschikbaar wordt gesteld voor de financiering van collectieve activiteiten om de uitvoering in alle gemeenten te versterken. Verder betreft dit de vrijval van het ongebruikte deel stelpost Koers van de stad € 34 voor 2021.
Bestemmingsreserve Rotterdamse Investeringsmotor
Met de vaststelling van de Beleidsnota Investeringen Rotterdam 2020 wordt vanaf 2024 een derde deel van de reële groei van de algemene uitkering uit het gemeentefonds en van de inkomsten uit belastingen ingezet voor het borgen van de investeringsruimte voor nieuwe, financieel onrendabele investeringen in de jaren 2020 e.v. Bij de Begroting 2021 heeft dit bij de toenmalige groeiverwachtingen geleid tot een structurele claim vanaf 2024 van € 4,5 mln. Op basis van actuele inzichten moet het bedrag voor 2024 met € 160 en 2025 met € 230 worden verlaagd.
Koers van de Stad
Bij de behandeling van de Voorjaarsnota 2021 zijn verschillende moties aangenomen met betrekking tot het invullen van de motie Koers van de Stad 2022. Bij de Begroting 2022 vindt verwerking plaats op de betreffende taakvelden waar de moties op betrekking hebben.
Vrijval restbedrag indexatie 2021
Dit betreft vrijval van het niet benodigde budget met betrekking tot indexering 2021.
Bestemmingsreserve Rotterdamse Investeringsmotor
De apparaatslasten voor het opstellen en beheren van investeringsstrategie, en de bestemmingsreserves RIM en Gebiedsontwikkeling maken voortaan deel uit van het budget van de desbetreffende taakveld en worden verrekend met lagere toevoeging aan de bestemmingsreserve RIM. Daarnaast vindt actualisatie van de kapitaallasten plaats voor moderniseren van de investeringen zoals bruggen en openbare verlichting, € 16 in 2021, -€ 68 in 2022, € 13 in 2023, € 1,2 mln in 2024 en -€ 226.
Sluitpost Algemene Reserve
Voor een sluitende meerjarenbegroting wordt het geraamde saldo verrekend met de Algemene reserve.
Sluitpost Algemene Reserve na amendement
Als gevolg van het Amendement Wintervouchers Rotterdamse ondernemers heeft een kasschuif plaatsgevonden, waardoor de lasten in begrotingsjaar 2021 zijn verlaagd met 160. Dit resulteert in een mutatie aan de algemene reserve van 160 verlaging in 2021 en ophoging in 2022.
Technische wijzigingen
In taakveld Beheer Algemene Middelen zijn diverse technische wijzigingen geweest. De grootste wijziging is dat de budgetten vanaf het jaar 2022 geactualiseerd zijn naar het prijspeil 2022 (€ 268 in 2021 tot € 33,3 mln in 2025). Deze zijn opgenomen bij de taakvelden. Bij de Voorjaarsnota 2021 is meerjarig een bedrag gereserveerd voor indexatie van jaarlijks € 35 mln. Deze middelen zijn doorgezet naar de betreffende taakvelden en hebben daarmee concernbreed een budgettair neutraal effect. Het uitgangspunt is dus dat er reguliere indexatie van de begroting plaatsvindt. De ontvangsten worden als baten verwerkt op het taakveld Algemene uitkeringen en overige uitkeringen Gemeentefonds en de doorgezette bijdragen vooralsnog als lasten op dit taakveld. Nog niet gepubliceerde werkgeverspremies 2022 en een nog niet afgesloten cao voor het jaar 2022 kunnen leiden tot financiële consequenties. Nadere informatie over deze risico’s is opgenomen in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing. Daarnaast vindt technische verschuiving plaats tussen de cilinders binnen de bestemmingsreserve Rotterdamse Investeringsmotor (€ 0).
Wet- en regelgeving
Beleidskaders
Dit taakveld bevat de Algemene Reserve, de bestemmingsreserve Rotterdamse Investeringsmotor, de bestemmingsreserve Taakmutaties gemeentefonds, concernbrede stelposten en de post onvoorzien.
De Algemene reserve behoort tot het weerstandsvermogen, dat middelen omvat die de gemeente vrij kan inzetten om het begrotingsbeeld sluitend te houden en om onvoorziene financiële risico’s af te dekken. Het onderdeel Reserves bevat het meerjarig verloop van deze reserve.
In het coalitieakkoord is als uitgangspunt opgenomen dat er gestuurd wordt op een weerstandsvermogen van minimaal 1,0. Daarbij is het weerstandsvermogen geënt op de financiële risico’s. Verwezen wordt naar de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing.
De Rotterdamse Investeringsmotor (RIM) is een bestemmingsreserve. De gelden in deze reserve zijn bedoeld om in het kader van de meerjarige investeringsplanning concernbrede investeringsprojecten te kunnen dekken.
Het BBV schrijft voor dat de begroting een post onvoorzien bevat, zonder hiervoor een maximale of minimale hoogte voor te schrijven. Rotterdam heeft in 2017 de hoogte van dit bedrag structureel begroot op € 600. Dit komt neer op circa € 1,00 per inwoner.