Begroting 2021 en Tweede Herziening 2020

Met nieuwe energie bouwen aan de stad van morgen

Algemene middelen Pagina 13

Algemene middelen

Algemene dekkingsmiddelen levert een bijdrage aan de manier waarop het college werkt aan structureel houdbare gemeentefinanciën.

TAAKVELD 1

Algemene uitkeringen en overige uitkeringen gemeentefonds

Tot het taakveld Algemene uitkeringen en overige uitkeringen gemeentefonds behoren de uitkeringen uit het gemeentefonds.

TAAKVELD 2

Belastingen overig

Dit taakveld bevat de roerendezaakbelasting (RZB) op het eigendom en het gebruik van roerende zaken en de precario- en reclamebelasting.

TAAKVELD 3

Economische promotie - Opbrengsten logiesbelasting

Dit taakveld bevat de logiesbelasting en de daarbij behorende uitvoeringskosten voor onder andere de heffing, inning en het afhandelen van bezwaar en beroep.

TAAKVELD 4

Overige baten en lasten - Beheer algemene middelen

Binnen het taakveld Overige baten en lasten - Beheer algemene middelen geeft de gemeente invulling aan een sluitende begroting met een gezond meerjarenperspectief.

TAAKVELD 5

OZB niet-woningen

Dit taakveld bevat de onroerendezaakbelasting (OZB) op het eigendom en het gebruik door bedrijven van onroerende zaken anders dan woningen.

TAAKVELD 6

OZB woningen

Dit taakveld bevat de onroerendezaakbelasting (OZB) op het eigendom van woningen.

TAAKVELD 7

Treasury

Tot dit taakveld behoren de activiteiten van de gemeente voor de treasuryfunctie en het beheer van deelnemingen en van verbonden partijen.

TAAKVELD 8

Vennootschapsbelasting (Vpb)

Op dit taakveld boekt de gemeente de raming van het te betalen bedrag vennootschapsbelasting als last.

BBV-indicatoren

BBV-indicator  Bron
Gemeentelijke woonlasten eenpersoonshuishouden Realisatie 2019 € 668,00 COELO
Prognose 2020 € 691,78
Prognose 2021 € 704,80
Gemeentelijke woonlasten meerpersoonshuishouden Realisatie 2019 € 742,00 COELO
Prognose 2020 € 776,68
Prognose 2021 € 791,10
Gemiddelde WOZ waarde woningen 2019 Nederland € 248.000 CBS
Rotterdam € 192.000

Toelichting BBV-indicatoren

Bij de begrotingsstukken 2021 worden ook de belastingstukken 2021 de raad ter besluitvorming voorgelegd. Voorgesteld wordt om in principe de gemeentelijke tarieven in 2021 met maximaal de CPI-trend (1,7%) ten opzichte van 2020 te laten stijgen.
Het college heeft, gehoord de noden in de stad, ervoor gekozen om de gevolgen van de coronacrisis voor de gemeentelijke schatkist niet op de belastingbetaler te verhalen. Zo wordt voorgesteld om alle tarieven afvalstoffenheffing in 2021 enkel met de trend te verhogen.
Vooruitlopend op het nieuwe Gemeentelijk Rioleringsplan wordt voorgesteld het basistarief met € 6,00  en de CPI-trend te laten stijgen.

Ondanks de gemiddelde waardestijging van woningen met 13%, blijft de gemiddelde OZB-aanslag 2021 voor een eigenaar/bewoner ten opzichte van 2020 nagenoeg gelijk. Dit past binnen de Rotterdamse systematiek dat een stijging de waarde van de stad leidt tot een daling in het OZB tarief en vice versa. Daarmee kennen de OZB-opbrengsten een stabiel verloop, waarbij stijging alleen komt door areaaluitbreiding (4.000 woningen) enerzijds en indexering (1,7% CPI) anderzijds.

De gemiddelde OZB-aanslag eigenaar/bewoner wordt berekend door de totaal begrote OZB-opbrengst woningen te delen door het verwachte aantal woningen (areaal). Bij de berekening van de gemiddelde OZB-aanslag woningen wordt de volledige stijging van het aantal woningen (4.000 woningen) meegenomen, maar nog niet de volledige extra OZB-opbrengst van volwaardige woningen. Dit laatste komt omdat gekeken wordt naar de feitelijke toestand van een woning en een deel van de nieuwe woningen nog in aanbouw is. De gepresenteerde lichte daling in het gemiddelde aanslagbedrag ten opzichte van 2020 is daarmee vooral rekenkundig van aard.

De gemeentelijke woonlasten (dat wil zeggen de som van afvalstoffenheffing, rioolheffing en gemiddelde OZB-aanslag eigenaar/bewoner) stijgen hierdoor in 2021 voor een eenpersoonshuishouden met € 13,02 (1,88 %), voor een tweepersoonshuishouden met € 13,92 (1,86 %) en voor een drie- of meerpersoonshouden met € 14,42 (1,86%) ten opzichte van 2020. Voor 2021 wordt het kwijtscheldingspercentage van 76,5% gehandhaafd. (zie voor een nadere toelichting de paragraaf Lokale Heffingen).
De gemiddelde WOZ-waarde van woningen in 2019 ligt in Rotterdam (€ 192.000) onder het landelijke gemiddelde (€ 248.000). In Rotterdam is sinds 2017 weer sprake van een stijging van de gemiddelde WOZ-waarde van woningen. Wanneer deze stijging de komende jaren relatief hoger is dan in de rest van Nederland zal de indicator dichter naar het landelijk gemiddelde groeien. Deze indicator is landelijk verplicht en betreft geen streefwaarde waar de gemeente Rotterdam op stuurt.
 

Overzicht algemene dekkingsmiddelen

Het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) schrijft voor dat er bij programmabegrotingen een programmaplan hoort dat naast de verschillende programmakosten een overzicht bevat van de kosten voor overhead, het bedrag voor te betalen vennootschapsbelastingen, het bedrag voor onvoorzien en een overzicht van algemene dekkingsmiddelen.
Het programma Overhead bevat een overzicht van de kosten voor overhead, de te betalen vennootschapsbelasting wordt verantwoord op het taakveld Vennootschapsbelasting en het bedrag onvoorzien op het taakveld Overige baten en lasten – Beheer algemene middelen. De algemene dekkingsmiddelen onderscheiden zich van de andere dekkingsmiddelen doordat de gemeente deze middelen vrij kan aanwenden.

In het overzicht van baten en lasten omvat de volgende algemene dekkingsmiddelen.

Algemene dekkingsmiddelenJaarrekening 2019Begroting 2020 (1)Begroting 2021
Lokale heffingen 280.236 284.252 299.532
Algemene uitkeringen gemeentefonds 1.681.897 1.741.035 1.787.688
Dividend 146.169 115.876 87.004
Saldo financieringsfunctie -29.989 -16.210 -14.777
Totaal 2.078.313 2.124.953 2.159.447
(1) Stand na Eerste Herziening 2020  

Lokale heffingen

Tot de algemene dekkingsmiddelen worden om te beginnen de baten uit heffingen van de algemene belastingen gerekend. Anders dan bij bestemmingsheffingen is de besteding van de baten uit heffing van deze algemene belastingen niet gebonden. Tot de algemene belastingen behoren de onroerendzaakbelasting (OZB), de roerendzaakbelasting, de logiesbelasting en de reclame- en precariobelasting. Dit is exclusief de baten uit de bestemmingsheffingen, zoals de afval- en rioolheffing, bedrijfsreinigingsrecht en de leges omgevingsvergunningen. In de paragraaf Lokale heffingen is een toelichting opgenomen. In onderstaande tabel zijn betreffende baten opgenomen.

Lokale heffingenJaarrekening 2019Begroting 2020 *Begroting 2021Programma
Onroerend zaakbelasting** 245.537 248.853 260.855 Algemene middelen
Logiesbelasting 10.063 9.288 13.216 Algemene middelen
Reclame- en precariobelasting 24.636 26.111 25.460 Algemene middelen
Totaal 280.236 284.252 299.532  
(*) Stand na Eerste Herziening 2020
(**) inclusief intragemeentelijke aanslagen OZB

Algemene uitkeringen gemeentefonds
Vervolgens worden de algemene uitkeringen uit het Gemeentefonds tot de algemene dekkingsmiddelen gerekend. Dit betreft het totaal van de verschillende soorten uitkeringen uit het gemeentefonds: de integratie-uitkeringen (waaronder het Sociaal Domein), de decentralisatie-uitkeringen en de algemene uitkeringen. Deze baten worden verantwoord op het programma Algemene middelen en op het taakveld  Algemene uitkeringen en overige uitkeringen gemeentefonds.

 

Dividend
De dividenden die de gemeente van deelnemingen ontvangt, behoren eveneens tot de algemene dekkingsmiddelen. Deze dividenden worden verantwoord op de programma's Algemene middelen, Overhead en Bestuur en Dienstverlening.

Dividend

Jaarrekening  2019

Begroting 2020 (1)Begroting 2021Programma
Bank Nederlandse Gemeenten NV 916 409 500 Algemene middelen
BV Gemeenschappelijk bezit Evides 8.959 7.590 7.286 Algemene middelen
Eneco Holding NV 21.548 21.548 0 Algemene middelen
Stedin Holding NV 14.460 16.476 2.500 Algemene middelen
Havenbedrijf Rotterdam NV 68.335 69.703 76.568 Algemene middelen
Royal Schiphol NV 2.585 0 0 Algemene middelen
Erasmus MC Biomedical Fund 41 0 0 Algemene middelen
Sportbedrijf 150 150 150 Algemene middelen
RET 27.500 0 0 Algemene middelen
Multidiensten 1.000 0 0 Bestuur en dienstverlening
Multi Employment Rotterdam BV (MER) 0 0 0 Overhead
SSC Flex 675 0 0 Overhead
Totaal 146.169 115.876 87.004  
(1) Stand na 1e Herziening 2020

Saldo financieringsfunctie
Ten slotte wordt het saldo van de financieringsfunctie tot de algemene dekkingsmiddelen gerekend. Dit saldo betreft het saldo van de betaalde rente over de leningen, rekening-courant en de ontvangen rente over uitzettingen. De baten worden verantwoord binnen de betreffende programma’s, met name Algemene middelen en Stedelijke inrichting en ontwikkeling.

Saldo financieringsfunctieJaarrekening 2019Begroting 2020 (1)Begroting 2021
Baten 7.382 6.614 5.701
Lasten 37.371 22.824 20.478
Saldo -29.989

-16.210

-14.777
(1) Stand na Eerste Herziening 2020  

Overzicht baten en lasten

Overzicht van baten en lasten Algemene middelenRealisatie 2019Begroting
2020 (2e Herz.)
Begroting
2021
Raming
2022
Raming
2023
Raming
2024
Baten exclusief reserves2.126.4473.537.1202.187.7272.168.8932.186.3652.195.433

Bijdragen rijk en medeoverheden 1.681.187 1.829.463 1.787.688 1.781.535 1.793.245 1.801.733
Belastingen 255.785 262.238 274.195 275.220 275.220 275.300
Dividenden 144.495 115.914 87.004 87.575 93.915 94.958
Financieringsbaten 10.635 1.295.762 5.461 4.918 4.344 3.804
Overige opbrengsten derden 32.079 33.891 33.524 19.789 19.784 19.778
Overige baten 2.266 -147 -147 -145 -143 -140
Lasten exclusief reserves6.99745.429-9.263-10.878-8.826-16.001

Apparaatslasten 15.069 16.462 16.274 16.276 16.304 16.304
Inhuur 838 869 512 496 496 496
Overige apparaatslasten 431 465 541 542 542 542
Personeel 13.800 15.128 15.220 15.238 15.267 15.267
Intern resultaat -12.169 -13.502 -13.558 -13.559 -13.559 -13.559
Intern resultaat -12.169 -13.502 -13.558 -13.559 -13.559 -13.559
Programmalasten 4.097 42.469 -11.979 -13.595 -11.572 -18.746
Financieringslasten 37.371 22.824 20.478 25.503 28.345 28.257
Inkopen en uitbestede werkzaamheden 8.150 9.650 12.438 10.651 11.129 4.144
Kapitaallasten -53.802 -52.328 -51.482 -56.337 -57.634 -57.735
Overige programmalasten 8.462 58.420 6.588 6.588 6.588 6.588
Subsidies en inkomensoverdrachten 3.916 3.903 0 0 0 0
Saldo voor vpb en reserveringen 2.119.450 3.491.692 2.196.989 2.179.771 2.195.192 2.211.434
Vennootschapsbelasting4.7991.440800800800800

Saldo voor reserveringen 2.114.651 3.490.251 2.196.189 2.178.971 2.194.392 2.210.634
Reserves-34.765-1.271.26424.138-49.098-101.076-101.187

Onttrekking reserves 8.614 81.610 92.324 21.582 5.070 8.600
Toevoeging reserves 68.965 1.420.063 85.239 87.980 123.447 122.087
Vrijval reserves 25.586 67.188 17.053 17.300 17.300 12.300
Saldo 2.079.886 2.218.987 2.220.328 2.129.873 2.093.315 2.109.446

Toelichting overzicht baten en lasten

 

Baten
De baten bestaan uit de belastingopbrengsten, bijdrage rijk en medeoverheden (o.a. het gemeentefonds), dividenden en financieringsbaten over verstrekte leningen en garanties.

 

Lasten
De apparaatslasten zijn voornamelijk uitgaven voor de uitvoering van het proces belastingheffing. De twee grootste posten onder de programmalasten bestaan uit de financieringslasten over extern aangetrokken geldleningen en de kapitaallasten waaronder de interne verrekening van de omslagrente plaatsvindt. Verder zijn de belangrijkste posten onder ‘overige programmalasten’ de ingeschatte risico's voor verstrekte leningen en garanties en concernbrede stelposten. De concernbrede stelposten zijn bedoeld om de nog over de programma’s te verdelen concernbrede taakstellingen en trendcorrecties op te vangen.

 

Reserves
De reserves die onder het programma Algemene middelen zijn opgenomen, zijn een aantal concernbrede reserves. Het gaat hoofdzakelijk om de Algemene reserve, de Kredietrisicoreserve, het Investeringsfonds Rotterdam (IFR) / Rotterdamse Investeringsmotor (RIM), de Bestemmingsreserve Verkoopobrengst Eneco, de Bestemmingsreserve Herstelmaatregelen Corona korte termijn en de Bestemmingsreserves Taakmutaties.

 

Meerjarig verloop
Ten opzichte van 2020 laten zowel de totale baten als de totale lasten een meerjarig dalend beeld zien. De daling van de baten komt hoofdzakelijk door lagere verwachte rijksmiddelen, het van rijkswege afschaffen van de heffing precariobelasting op nutsnetwerken, lagere financieringsbaten uit verstrekte leningen en garanties en dividenden (na verkoop van ons deelname in Eneco).
De totale lasten dalen vanaf 2020 vanwege concernbreed stelpost bestuursopdracht Vastgoed. Daarnaast wordt voorgesteld in 2020 om eenmalig een voorziening te treffen voor de risico's die samenhangen met het Warmtebedrijf Rotterdam. Met ingang van 2021 vervalt de jaarlijkse bijdrage aan de herstructurering RET Zuidplein van € 3,9 mln en vindt een structurele verlaging van de lasten van € 1,0 mln plaats door de taakstelling digitaliseringsagenda. Tenslotte wordt in 2020 eenmalige toevoeging gedaan aan de bestemmingsreserve Verkoopopbrengsten Eneco. Hiertegenover stijgen de lasten in 2023 hoofdzakelijk vanwege noodzakelijke hogere toevoeging aan de Algemene Reserve om een financieel sluitend meerjarig beeld te krijgen.

 

Bijstellingen op programmaniveau naar taakvelden

Programma / TaakveldMutatie
2020
(€)
Mutatie
2020
(%)
Mutatie
2021
(€)
Mutatie
2021
(%)
Mutatie
2022
(€)
Mutatie
2022
(%)
Mutatie
2023
(€)
Mutatie
2023
(%)
Mutatie
2024
(€)
Mutatie
2024
(€)
Algemene middelen-19.5135%83.7691%31.7952%65.1782%81.3092%
Algemene uitkeringen en overige uitkeringen gemeentefonds 88.356 5% 11.116 1% 35.134 2% 30.583 2% 39.072 2%
Belastingen overig 1.019 3% 414 1% 1.123 5% 1.512 7% 1.509 7%
Economische promotie - Opbrengsten Logiesbelasting -5.216 58% -546 4% -530 4% -530 4% -530 4%
Overige baten en lasten - Beheer algemene middelen -106.806 9% 79.291 386% -3.142 23% 26.120 27% 34.142 36%
OZB niet-woningen 8.487 5% 8.505 5% 8.493 5% 8.482 5% 8.562 5%
OZB woningen -4.982 8% -3.346 6% -3.358 6% -3.365 6% -3.365 6%
Treasury -371 0% -11.666 13% -5.925 7% 2.377 3% 1.920 2%
Vennootschapsbelasting (VpB) 0 0% 0 0% 0 0% 0 0% 0 0%
Algemene uitkeringen en overige uitkeringen gemeentefonds 88.356 5% 11.116 1% 35.134 2% 30.583 2% 39.072 2%
Belastingen overig 1.019 3% 414 1% 1.123 5% 1.512 7% 1.509 7%
Economische promotie - Opbrengsten Logiesbelasting -5.216 58% -546 4% -530 4% -530 4% -530 4%
Overige baten en lasten - Beheer algemene middelen -106.806 9% 79.291 386% -3.142 23% 26.120 27% 34.142 36%
OZB niet-woningen 8.487 5% 8.505 5% 8.493 5% 8.482 5% 8.562 5%
OZB woningen -4.982 8% -3.346 6% -3.358 6% -3.365 6% -3.365 6%
Treasury -371 0% -11.666 13% -5.925 7% 2.377 3% 1.920 2%
Vennootschapsbelasting (VpB) 0 0% 0 0% 0 0% 0 0% 0 0%

Omschrijving programma

Het programma Algemene middelen levert een bijdrage aan de manier waarop het college werkt aan structureel houdbare gemeentefinanciën. Dit programma gaat  in op de volgende zaken:

  • een sluitende begroting en meerjarenraming
  • een gedegen beheer van deelnemingen en verbonden partijen
  • een weerstandsvermogen van minimaal 1,0, waarbij het weerstandsvermogen is geënt op de financiële risico’s
  • een stabiel beleid voor de gemeentelijke woonlasten en algemene belastingen
  • een gedegen treasury-functie en financieringsbeleid
  • zorgen voor voldoende en gedegen financiële ruimte om investeringen mogelijk te maken, om samen met andere partijen te kunnen werken aan de toekomst van de stad

Het programma Algemene middelen omvat:

  • de uitkeringen uit het gemeentefonds
  • de opbrengsten van de algemene belastingen
  • de opbrengsten uit deelnemingen
  • het treasury-resultaat
  • concernbrede bestemmingsreserves
  • concernbrede stelposten
  • te betalen bedragen vennootschapsbelasting
  • de post onvoorzien

Het programma Algemene middelen is, anders dan de overige programma's van deze begroting, relatief beleidsarm te noemen en wijkt in opzet en inhoud hiervan af. In het Financieel Beeld 2020 - 2024 en in de paragrafen Lokale heffingen, Weerstandsvermogen en risicobeheersing, Verbonden partijenFinanciering en Financiële kengetallen zijn de inhoudelijke doelstellingen, indicatoren en kengetallen opgenomen.

Voor het programma Algemene middelen gelden de volgende indicatoren en kengetallen:

  • gemeentelijke woonlasten (één- en meerpersoonshuishouden)
  • gemiddelde WOZ-waarde woningen
  • weerstandsvermogen
  • structurele exploitatieruimte
  • solvabiliteitsrisico
  • EMU-saldo (vorderingensaldo)
  • kasgeldlimitet
  • renterisiconorm
  • netto schuldquote