Lokale heffingen

De paragraaf Lokale heffingen geeft inzicht in de samenstelling van de gemeentelijke belastingen en heffingen in 2023; de relatieve druk van de lokale belastingen en heffingen en het kwijtscheldingsbeleid.

 

Beleid

Inwoners en ondernemers in Rotterdam betalen lokale heffingen. Hiermee dragen zij bij aan het welzijn, de leefbaarheid en voorzieningen in onze stad. Deze lokale heffingen zijn een belangrijk onderdeel van de inkomsten van de gemeente. 

Belastingheffing is een ingrijpende bevoegdheid van overheden in relatie tot de belastingbetalers. Dat vraagt om helderheid over de besteding van het belastinggeld, maar evenzeer om een correcte benadering van de belastingbetaler. Voor de relatie overheid - belastingbetaler gelden de volgende uitgangspunten:

  • Rechtmatigheid
  • Rechtszekerheid
  • Rechtsgelijkheid
  • Doelmatigheid
  • Doeltreffendheid

 

De Kadernota Lokale Lasten 2022-2026 beschrijft naast de vertaling van de uitgangspunten uit het coalitieakkoord ‘Eén Stad’, het Rotterdamse beleid op het gebied van lokale heffingen. De Kadernota geeft antwoord op vragen als: welke lokale lasten worden in Rotterdam geheven, op grond waarvan, wie betalen deze lasten, wat zijn de opbrengsten, en welke beleidsuitgangspunten gelden hierbij. Daarmee stelt de gemeenteraad de kaders voor het door het college te voeren lokale lastenbeleid voor de komende jaren vast. En daarover legt het college periodiek verantwoording af richting raad. Vanwege wijzigingen in wet- en regelgeving en beleid is de kadernota tijdens de begrotingsbehandelingen herzien en opnieuw vastgesteld door de gemeenteraad.

 

Bij de begrotingsbehandelingen van 2022 heeft de gemeenteraad besloten om voor het heffingsjaar 2023 op een aantal vlakken af te wijken van de Kadernota. Zo is bijvoorbeeld besloten om de afvalstoffenheffing niet te laten stijgen. Rotterdamse huishoudens hebben in 2023 hetzelfde bedrag betaald als in 2022. Hiermee zijn Rotterdammers tegemoet gekomen in de stijgende kosten van bestaan. Daarnaast heeft de gemeenteraad bij de voorjaarsnota van 2023 besloten om de invoeringsdatum van de cruisebelasting, in afwijking van het coalitieakkoord, te verschuiven naar 2025. 

 

Bij de begrotingsbehandelingen van 2023, afgelopen november, heeft de gemeenteraad opnieuw besloten om de Kadernota op een aantal onderwerpen te herzien. Hiermee is de Kadernota licht gewijzigd. Deze wijzingen hebben effect voor het heffingsjaar 2024. De financiële uitgangspunten blijven onverkort overeind. 

Inkomsten

De totale opbrengsten uit de heffing van gemeentelijke belastingen in 2023 bedraagt € 775 mln. In onderstaande tabel staat een specificatie van de opbrengsten van de belangrijkste belasting- en heffingsoorten. 

Inkomsten lokale heffingenBijgest. Begroting
2023
Realisatie
2023
Afwijking
Onroerende zaakbelasting 330.480 332.519 2.039
Logiesbelasting 15.648 15.785 137
Reclame- en precariobelasting 13.691 14.335 644
Algemene parkeerbelasting 136.600 135.443 -1.157
Leges omgevingsvergunningen 28.620 41.959 13.339
Rioolheffing 95.604 95.701 97
Bedrijfsreinigingsrecht 4.700 5.447 747
Afvalstoffenheffing 102.730 103.330 600
Totaal 728.072 744.519 16.447

Kostendekkendheid tarieven

Tijdens de begrotingsbehandeling 2023 zijn door de gemeenteraad ook de belastingverordeningen 2023 (inclusief de tarieven 2023) vastgesteld. Op grond van het Besluit Begroten en Verantwoorden provincies en gemeenten (BBV) dient in de paragraaf Lokale Heffingen van de jaarstukken de gemeente zich te verantwoorden of en in welke mate de tarieven voor heffingsjaar 2023 kostendekkend zijn geweest. Deze bepaling geldt overigens alleen voor tarieven waarvoor uitsluitend maximaal kostendekkende tarieven mogen worden geheven (zoals riool- en afvalstoffenheffing, leges publiekszaken, lijkbezorgingsrechten en omgevingsvergunningen) en niet voor algemene belastingen (waaronder onroerendezaakbelasting (OZB), precario- en reclamebelasting, precario standplaatsen, liggeld woonschepen en parkeerregulering en -belastingen). De algemene belastingen worden derhalve in deze paragraaf verder buiten beschouwing gelaten. 

De kostendekkendheid wordt berekend op basis van de methode die vastgesteld is in de Kadernota Lokale Lasten 2022-2026. De realisatiecijfers over heffingsjaar 2023 worden daarbij afgezet tegen de begrote cijfers uit de primaire begroting 2023 die de gemeenteraad heeft vastgesteld. Deze begrotingscijfers gelden namelijk als onderbouwing van de geraamde kostendekkendheid van de vastgestelde tarieven 2023. Per verordening wordt de gerealiseerde kostendekkendheid toegelicht aan de hand van de totaal begrote en totaal gerealiseerde kosten en baten toegeschreven aan de tarieven 2023.

Kostendekkendheid per hoofdstuk

De Algemene legesverordening bestaat uit hoofdstukken die de tarieven van een veelheid van uiteenlopende dienstverlening regelt. In onderstaande tabel wordt per hoofdstuk de gerealiseerde kostendekkendheid toegelicht.

Lokale lastendruk

De onroerendezaakbelasting, afvalstofheffing en rioolheffing die de gemeente aan Rotterdammers oplegt, vormen samen de gemeentelijke woonlasten. Voor een beeld van de lokale lastendruk volgt hierna een schets van de recente tarievenontwikkeling in de gemeente. Bedragen zijn in hele euro’s tenzij anders vermeld.

 

Ontwikkeling woonlasten 2022-2024

In tabel hieronder is een verdeling van de gemeentelijke woonlasten voor een meerpersoonshuishouden naar jaar weergeven, uitgesplitst per belastingsoort. Het bedrag dat bij OZB is vermeld, betreft het gemiddelde aanslagbedrag voor koopwoningen. Bron: COELO - kerngegevens belastingen grote gemeenten (voor de jaren 2022 en 2023). 

Woonlasten meerpersoonshuishouden20222023 2024 
OZB aanslag 260 282 292
ASH - meerpersoons 384 384 287
RIO (basistarief) 236 259 437
Totale woonlasten 880 925 1016

Vergelijking G4-niveau

De lokale lastendruk verschilt ook per gemeente. In de onderstaande tabellen maken wij een vergelijking voor een meerpersoonshuishoudens in Rotterdam en de andere G4-gemeenten. 

In de tabel hieronder zie je de vergelijking voor een meerpersoonshuishouden voor 2023. De bedragen die bij OZB zijn vermeld, betreffen de aanslagbedragen per gemeente bij een WOZ-waarde van € 433.000 (gemiddelde WOZ-waarde koopwoningen in Rotterdam voor 2023). Merk op: deze vergelijking met G4-gemeenten staat los van het gemiddelde aanslagbedrag in andere gemeenten aangezien de gemiddelde WOZ-waarde per koopwoning per gemeente verschilt. 

Gemeenten 2023OnroerendezaakbelastingRioolheffingAfvalstoffenheffingTotaal
Utrecht 342 237 366 945
Amsterdam 187 160 459 806
Rotterdam 282 259 384 925
Den Haag 220 177 460 857

In de tabel hieronder zie je de vergelijking voor een meerpersoonshuishouden voor 2024. De bedragen die bij OZB zijn vermeld, betreffen de aanslagbedragen per gemeente bij een WOZ-waarde van € 441.000 (gemiddelde WOZ-waarde koopwoningen in Rotterdam voor 2024). Merk op: deze vergelijking met G4-gemeenten staat los van het gemiddelde aanslagbedrag in andere gemeenten aangezien de gemiddelde WOZ-waarde per koopwoning per gemeente verschilt. 

Gemeenten 2024OnroerendezaakbelastingRioolheffingAfvalstoffenheffingTotaal
Utrecht 372 246 442 1060
Amsterdam 204 167 469 840
Rotterdam 301 287 437 1025
Den Haag 240 185 480 905

Kwijtscheldingsbeleid

Voor het heffingsjaar 2023 bedroeg het maximale kwijtscheldingspercentage 76,5% van de aanslag afvalstoffenheffing. 

In 2023 is in ongeveer 37.300 gevallen kwijtschelding verleend, waarvan in circa 27.500 gevallen sprake is van automatische kwijtschelding. Met de automatische kwijtschelding probeert de gemeente Rotterdammers die er recht op hebben direct kwijtschelding te verlenen. Daarnaast zijn er ook Rotterdammers die zelf kwijtschelding aanvragen. Het toekenningspercentage daarover was 30%.