Bestuurlijke hoofdlijnen 2025-2028

Financiële uitgangspunten

  • Wij zorgen dat de structurele lasten niet groter zijn dan de structurele baten.
  • Wij streven naar een weerstandsvermogen van minimaal 1,0 in alle jaren.
  • Wij respecteren als college van burgemeester & wethouders het budgetrecht van de gemeenteraad. 
  • Middelen worden doelmatig en efficiënt ingezet. Wij zijn hierbij kritisch in onze rol als gemeente: wij vullen niet zonder meer de gaten die andere overheidsinstanties/-lagen laten vallen. 
  • Tegenvallers worden zo veel mogelijk binnen de eigen portefeuille opgelost. Meevallers vallen in principe altijd in het algemeen beeld.

Met  de Voorjaarsnota/Eerste Herziening 2024 geeft het college invulling aan bovenstaande financiële uitgangspunten. Uitzondering hierop is dat het weerstandsvermogen in 2025 tijdelijk onder de norm uitkomt. Het weerstandsvermogen is vanaf 2025 weer op norm.

  • Rijkstaken worden uitgevoerd met Rijksmiddelen. Bij het wegvallen van Rijksmiddelen vallen in principe ook taken weg. Wij compenseren alleen met eigen gemeentelijke middelen als we hiervoor als college expliciet over besluiten. 
  • Wij doen zo min mogelijk aan kaasschaven: wij maken doelbewuste keuzen om beleid minder of niet te doen.
  • Wij houden vast aan de uitgangspunten van het huidige investeringsbeleid:
    • We gebruiken 1/3e deel van de groei van de algemene dekkingsmiddelen voor investeringen in het kader van groei van de stad. 
    • Wij hanteren de vastgestelde kaders rondom de verkoopopbrengst van Eneco.
    • Wij brengen en houden de budgetten voor kapitaallasten van ons huidig bezit, op peil.

In de Voorjaarsnota/Eerste Herziening 2024 zijn de bovengenoemde vastgestelde bestuurlijke hoofdlijnen en kaders gehanteerd. Uitzondering hierop is de tijdelijke inzet van de verkoopopbrengst Eneco. Het voorstel is om op korte termijn dit geld in te zetten om de begroting te dekken. In 2027 en 2028 wordt dit geld, mét rente, weer aan de verkoopopbrengsten toegevoegd.