Overzicht van baten en lasten Algemene middelen | Realisatie 2021 | Begroting 2022 | Begroting 2023 | Raming 2024 | Raming 2025 | Raming 2026 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Baten exclusief reserves | 2.022.409 | 2.288.340 | 2.193.212 | 2.237.762 | 2.222.694 | 2.100.153 |
|
Bijdragen rijk en medeoverheden | 1.921.701 | 2.177.015 | 2.102.829 | 2.138.825 | 2.126.736 | 2.004.509 | |
Dividenden | 92.427 | 87.143 | 88.557 | 97.521 | 94.887 | 94.887 | |
Financieringsbaten | 7.942 | 24.446 | 2.095 | 1.691 | 1.347 | 1.033 | |
Overige opbrengsten derden | 385 | 12 | 7 | 2 | 0 | 0 | |
Overige baten | -47 | -276 | -276 | -276 | -276 | -276 | |
Lasten exclusief reserves | 61.697 | 49.084 | -4.016 | 10.058 | 15.613 | 15.392 |
|
Apparaatslasten | 0 | 30 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Inhuur | 0 | 30 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Intern resultaat | 2 | 48 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Intern resultaat | 2 | 48 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Programmalasten | 61.695 | 49.006 | -4.016 | 10.058 | 15.613 | 15.392 | |
Financieringslasten | 15.088 | 14.510 | 26.709 | 34.736 | 39.934 | 42.525 | |
Inkopen en uitbestede werkzaamheden | 2.918 | 77.873 | 17.929 | 29.341 | 33.097 | 33.333 | |
Kapitaallasten | -48.465 | -43.717 | -48.994 | -54.359 | -57.759 | -60.807 | |
Overige programmalasten | 92.155 | 340 | 340 | 340 | 340 | 340 | |
Subsidies en inkomensoverdrachten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Saldo voor vpb en reserveringen | 1.960.712 | 2.239.256 | 2.197.228 | 2.227.704 | 2.207.082 | 2.084.761 | |
Vennootschapsbelasting | 1.578 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
|
Saldo voor reserveringen | 1.959.133 | 2.239.256 | 2.197.228 | 2.227.704 | 2.207.082 | 2.084.761 | |
Reserves | -79.436 | -240.028 | -169.830 | -128.680 | -143.685 | -64.293 |
|
Onttrekking reserves | 24.962 | 36.213 | 70.686 | 29.443 | 32.236 | 32.541 | |
Toevoeging reserves | 107.748 | 276.641 | 240.516 | 158.123 | 175.922 | 96.834 | |
Vrijval reserves | 3.350 | 400 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Saldo | 1.879.698 | 1.999.228 | 2.027.398 | 2.099.024 | 2.063.397 | 2.020.468 |
Baten
De baten bestaan uit de bijdragen van het Rijk en medeoverheden (o.a. het gemeentefonds), dividenden en financieringsbaten over verstrekte leningen en garanties.
Lasten
De twee grootste posten onder de programmalasten bestaan uit de financieringslasten over extern aangetrokken geldleningen en de kapitaallasten, waaronder de interne verrekening van de omslagrente plaatsvindt. Verder zijn de belangrijkste posten onder ‘overige programmalasten’ de ingeschatte risico's voor verstrekte leningen en garanties en concernbrede stelposten. De concernbrede stelposten zijn bedoeld om de nog over de programma’s te verdelen concernbrede taakstellingen en trendcorrecties op te vangen.
Reserves
De reserves die onder het programma Algemene middelen zijn opgenomen, zijn een aantal concernbrede reserves. Het gaat hoofdzakelijk om de Algemene reserve, de Kredietrisicoreserve, de Rotterdamse Investeringsmotor (RIM) en de bestemmingsreserves Taakmutaties.
Meerjarig verloop
Ten opzichte van 2022 laten de totale baten een meerjarig dalend beeld zien. De daling van de baten komt hoofdzakelijk door lagere verwachte rijksmiddelen en lagere financieringsbaten uit verstrekte leningen en garanties. De totale lasten laten meerjarig een stijging zien. Dit komt hoofdzakelijk door verwachte hogere financieringslasten en kapitaallasten. Verder wordt het meerjarige saldo beïnvloed door diverse stelposten die vooralsnog centraal zijn verwerkt.
Bijstellingen Algemene middelen | Begroting 2022 | Begroting 2023 | Raming 2024 | Raming 2025 | Raming 2026 |
|||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Eerste Herziening 2022 (na conversie) | 2.088.351 | 1.904.503 | 1.859.837 | 1.865.581 | 1.866.489 | |||
Bijstellingen Tweede Herziening 2022 / Begroting 2023 | -89.123 | 122.895 | 239.187 | 197.816 | 153.979 | |||
Tekort Zorg | Coalitieakkoord - Hoofdstuk 5 | 0 | 69.065 | 60.088 | 36.005 | 17.433 | ||
Afwikkeling Warmtebedrijf | Coalitieakkoord - Hoofdstuk 7 | -50.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Organisatie | Coalitieakkoord - Hoofdstuk 7 | 0 | 6.000 | 5.300 | 5.200 | 5.200 | ||
Toevoeging erfpachtconversies aan RIM | Coalitieakkoord - Hoofdstuk 7 | -127.900 | -131.000 | 0 | 0 | 0 | ||
Afbouw dividend Eneco | Coalitieakkoord – Overig | 0 | 0 | 0 | 0 | -1.000 | ||
Afdracht Rotterdamse Investeringsmotor | Coalitieakkoord – Overig | 0 | 0 | -5.529 | -6.910 | 10.394 | ||
Bijstellingen dividenden | Coalitieakkoord – Overig | 1.444 | -580 | -1.280 | -1.980 | -1.980 | ||
Diverse technische correcties | Coalitieakkoord – Overig | 0 | 0 | 0 | 0 | 204 | ||
Gemeentefondsmutaties | Coalitieakkoord – Overig | 123.529 | 82.614 | 106.667 | 124.427 | 47.021 | ||
Indexatie materieel 2,8% (i.p.v. 4,8%) | Coalitieakkoord – Overig | 0 | 9.100 | 8.500 | 7.500 | 7.500 | ||
Indexatie subsidies 3,9% (i.p.v. 4,9%) | Coalitieakkoord – Overig | 0 | 2.100 | 2.100 | 2.100 | 2.000 | ||
Nieuwe jaarschijf vervangingsinvesteringen | Coalitieakkoord – Overig | 0 | 0 | 0 | 0 | -7.400 | ||
Planningsoptimisme investeringen | Coalitieakkoord – Overig | 0 | 2.000 | 2.000 | 2.000 | 2.000 | ||
Actualisatie dividenden | Ramingsbijstellingen onvermijdelijk | 0 | -10.100 | 0 | 0 | 0 | ||
Actualisatie kapitaallasten | Ramingsbijstellingen onvermijdelijk | -585 | -2.607 | -1.371 | -244 | 873 | ||
Actualisatie rente | Ramingsbijstellingen onvermijdelijk | 322 | -8.885 | -10.334 | -11.544 | -13.343 | ||
Actualisatie uitkering gemeentefonds | Ramingsbijstellingen onvermijdelijk | 18.223 | 11.298 | 20.497 | 22.916 | 0 | ||
Algemene Reserve | Reserves | -165.301 | 26.912 | -10.906 | -39.334 | 29.064 | ||
Bestemmingsreserve Energietransitie | Reserves | -4.210 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Bestemmingsreserve Gebiedsontwikkeling | Reserves | -1.072 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Bestemmingsreserve Kredietrisicoreserve | Reserves | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Bestemmingsreserve Rotterdamse investeringsmotor | Reserves | -164 | 309 | -260 | -153 | 1.091 | ||
Bestemmingsreserve Gebiedsontwikkeling | Reserves | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Actualisatie uitkering gemeentefonds | Taakmutaties | 35.750 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Gemeentefondsmutaties | Taakmutaties | 80.689 | 10.350 | 10.169 | 6.323 | 4.593 | ||
Valpreventie bij ouderen | Taakmutaties | 0 | 436 | 645 | 661 | 717 | ||
Technische wijzigingen | Technische wijzigingen | 154 | 55.881 | 52.901 | 50.850 | 49.612 | ||
Begroting na wijzigingen | 1.999.228 | 2.027.398 | 2.099.024 | 2.063.397 | 2.020.468 |
Tekort Zorg
Het kabinet stelt voor 2023 landelijk incidenteel € 1,4 mld extra beschikbaar om de tekorten in de jeugdzorg te compenseren. Daarvan is € 69 mln bestemd voor Rotterdam. Gemeenten mogen in 2024, 2025 en 2026 in hun begroting opvoeren dat ze extra rijksgeld krijgen voor de taken jeugdzorg. Of ze dat geld ook daadwerkelijk krijgen, blijft onzeker. Tussen het Rijk en de koepels van gemeenten en provincies, IPO en VNG, is afgesproken dat gemeenten in hun meerjarenraming voor de jaren 2024 tot en met 2026 rekening mogen houden met de volledige bijdragen uit de Hervormingsagenda Jeugd. Het kabinet spreekt de komende tijd met gemeenten en andere organisaties verder over de Hervormingsagenda Jeugd. Deze agenda moet bestaan uit een combinatie tussen te nemen maatregelen en een financieel kader. De bedoeling hiervan is te komen tot een structureel houdbaarder jeugdstelsel. Het kabinet besluit bij het afsluiten van de Hervormingsagenda Jeugd ook over extra geld dat het in 2024 en verder aan gemeenten beschikbaar stelt. Het advies van de Commissie van Wijzen is hiervoor het uitgangspunt.
Afwikkeling Warmtebedrijf
Voor de laatste ontwikkelingen rondom de afwikkeling van de verkoop van de aandelen in het Warmtebedrijf Rotterdam reserveert het college budget. Omdat het verkoopproces zich in de laatste onderhandelingsfase bevindt, kan het college bij de 2e Herziening 2022 / Begroting 2023 slechts beperkte informatie worden delen. Vooralsnog wordt uitgegaan voor de verdere afwikkeling van onze deelname in het Warmtebedrijf een bedrag van € 50 mln gereserveerd te dekken uit de inkomsten uit erfpachtconversie.
Organisatie
Om aan de hand van het coalitieakkoord 2022-2026 de Begroting 2023 sluitend te maken keert het college de index personeel (inhuur derden en dergelijke) niet uit: 0% in plaats van 4,96%. Dit levert in 2023 € 6 mln op, aflopend naar € 5,2 mln in 2025 en verder.
Toevoeging erfpachtconversies aan RIM
Met twee grote woningcorporaties is een overeenkomst gesloten voor eeuwigdurende afkoop van erfpachtcanonverplichtingen. De hieruit voortvloeiende baten worden verspreid over de jaren 2022 en 2023. Een deel van de opbrengst heeft het college in het coalitieakkoord 2022-2026 al een bestemming gegeven. Het restant voegt het college aan de bestemmingsreserve Rotterdamse Investeringsmotor (RIM) toe.
Afbouw dividend Eneco
Door de verkoop van de aandelen Eneco ontvangt de gemeente sinds 2021 minder inkomsten uit dividend. Tegelijkertijd leverde de verkoop voor langere tijd een financieringsvoordeel op. Dit voordeel wordt geraamd op structureel € 6,5 mln. Per saldo leidt de verkoop van Eneco tot een structureel begrotingsknelpunt van € 8,4 mln. Met de vaststelling van de Beleidsnota Investeringen Rotterdam 2020 heeft de gemeenteraad besloten dat, als door de verkoop van bezit begrote inkomsten wegvallen, het college de verkoopopbrengst kan inzetten om de begrotingstegenvaller op te vangen. Op grond hiervan stelt het college voor om een deel van de verkoopopbrengst Eneco te gebruiken om geleidelijk, in 8 jaar en in een aflopende reeks van bijdragen het eerdergenoemde structurele begrotingsknelpunt van € 8,4 mln op te vangen. Voor 2026 leidt dit tot een extra dekkingsopgave van € 1 mln ten opzichte van 2025.
Afdracht Rotterdamse Investeringsmotor
Volgens het investeringsbeleid zal het college een derde deel van de groei van de algemene dekkingsmiddelen – de algemene uitkering uit het Gemeentefonds en gemeentelijke belastingen - inzetten voor investeringen die de groei van de stad mogelijk maken: ‘groei-met-groei’. Deze ‘groeimiddelen’ voegt het college toe aan de bestemmingsreserve Rotterdamse Investeringsmotor (RIM). Met de huidige inzichten lijken de algemene dekkingsmiddelen in 2026 te krimpen en wordt er in dat jaar, bij wijze van uitzondering, geld aan de RIM onttrokken.
Bijstellingen dividenden
Op basis van recente informatie over de deelnemingenportefeuille zijn de bestaande meerjaren verwachtingen over de te ontvangen dividendinkomsten bijgesteld. Deze actualisatie leidt in 2022 tot hogere dividendopbrengsten en voor de jaren 2023 tot 2026 tot lagere dividendopbrengsten dan eerder geraamd. De lagere dividendopbrengsten zijn vooral toe te schrijven aan de luchthaven Schiphol (- € 600 in 2023, - € 1,3 mln in 2024, - € 2 mln in 2025 en 2026) en aan Stedin (- € 100 in 2022). Hiertegenover verwacht het college wordt voor het Havenbedrijf Rotterdam juist meer dividend van € 1,3 mln in 2022 en voor de Bank Nederlandse Gemeenten € 200 in 2022.
Diverse technische correcties
Op het boekjaar 2026 zijn technische en administratieve correcties uitgevoerd.
Gemeentefondsmutaties
Bij gemeentefondsmutaties zijn de in het Rotterdamse coalitieakkoord 2022-2026 opgenomen mutaties verwerkt. Het gaat om algemene en specifieke taakmutaties uit de september- en de decembercirculaire 2021 en een inschatting van de meicirculaire 2022 voor de algemene uitkering van het Gemeentefonds. Daarnaast is een raming voor coronacompensatie voor mindere inkomsten (€ 25,1 mln) voor het boekjaar 2021 opgenomen. Deze compensatie kent het Rijk naar verwachting in de decembercirculaire 2022 aan gemeenten toe.
Specificatie van de mutatie gemeentefondsmutaties:
Betreft (x € 1.000) | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 |
algemene uitkering | 86.349 | 166.380 | 189.143 | 207.034 | 129.384 |
vervallen stelpost coronacompensatie | -6.400 | -3.800 | -1.400 | -700 | |
reservering voor indexatie | -5.000 | -86.076 | -86.982 | -87.348 | -86.444 |
coronacompensatie in septembercirculaire | 5.000 | ||||
coronacompensatie voor inkomstenderving 2021 | 25.100 | ||||
taakmutaties september- en decembercirculaire 2021 (laten bij gemeentefonds; baten bij clusters) | 18.480 | 6.110 | 5.906 | 5.441 | 4.081 |
Totaal | 123.529 | 82.614 | 106.667 | 124.427 | 47.021 |
Indexatie materieel 2,8% (i.p.v. 4,8%)
Om de Begroting meerjarig op basis van het coalitieakkoord 2022-2026 sluitend te maken keert het college de index materieel/materieele lasten niet volledig uit: 2,8% in plaats van 4,8%. Dit levert in 2023 € 9,1 mln op, aflopend naar € 7,5 mln in 2025 en verder.
Indexatie subsidies 3,9% (i.p.v. 4,9%)
Om de begroting meerjarig op basis van het coalitieakkoord 2022-2026 sluitend te maken keert het college de indexatie op subsidies niet volledig uit: 3,9% in plaats van 4,9%. Dit levert in 2023 € 2,1 mln op, aflopend naar € 2 mln in 2026 en verder.
Nieuwe jaarschijf vervangingsinvesteringen
Volgens het investeringsbeleid reserveert het college jaarlijks aanvullende dekkingsmiddelen. Deze moeten de gemeente in staat stellen om bezittingen tijdig te vervangen, renoveren of restaureren. De aanvullende dekkingsmiddelen voegt het college toe aan de bestemmingsreserve Rotterdamse Investeringsmotor (RIM).
Planningsoptimisme investeringen
In het coalitieakkoord 2022-2026 is geconcludeerd dat het mogelijk is om structureel € 2 mln te korten op de beschikbare dekkingsmiddelen voor investeringen. Dit is geconcludeerd op basis van het feit dat de gemeente jaarlijks minder wordt geïnvesteerd dan begroot (planningsoptimisme. Vanaf 2023 stelt het college de voeding van de bestemmingsreserve Rotterdamse Investeringsmotor (RIM) met dit bedrag neerwaarts bij.
Actualisatie dividenden
Als aandeelhouder van netbeheerder Stedin verwacht de gemeente voor 2023 circa € 10,1 mln minder dividend. De belangrijkste reden is een lagere winst door toegenomen kosten van netverliezen die onvermijdelijk optreden tijdens het energietransport. Ook treedt er netverlies op door het illegaal aftappen van elektriciteit. Stedin moet energie inkopen om het netverlies te compenseren. De kosten hiervan zijn fors gestegen door de sterk toegenomen prijzen van gas en elektriciteit.
Actualisatie kapitaallasten
De kapitaallasten zijn aangepast door nieuwe en bijgestelde investeringskredieten en door geactualiseerde ramingen per jaarschijf. In de paragraaf investeringen staat een gedetailleerd overzicht.
Actualisatie rente
De rente wordt jaarlijks vastgesteld op basis van richtlijnen van de commissie BBV (Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten), zie ook Grondslagen. De omslagrente op investeringen blijft met 1,50% in 2023 dezelfde als in 2022. Ook de bespaarde rente over de reserves en voorzieningen blijft in 2023 met 1,50% gelijk. Het begrote interne omslagpercentage dat wordt toegerekend aan de bouwgronden in exploitatie (BIE) blijft 0,8%. Het rentepercentage voor de pensioenvoorziening voor bestuurders is met ingang van 2022 verhoogd naar 0,528%. Dit alles bij elkaar leidt tot de reeks van € 322 in 2022 tot - € 13,3 mln in 2026.
Actualisatie uitkering gemeentefonds
Het gemeentefonds beweegt mee met het grootste gedeelte van de rijksuitgaven. Meerdere partijen, waaronder het Centraal Planbureau, waarschuwden na bekendmaking van het regeerakkoord van het Rijk voor onderbesteding van rijksuitgaven. Het Rotterdamse coalitieakkoord 2022 - 2026 loopt hierop vooruit. De VNG heeft voor de zomer 2022 met het Rijk de afspraak gemaakt het accres voor de periode 2022-2025 vast te zetten op de standen van de meicirculaire 2022. Er zijn enkele uitzonderingen, bijvoorbeeld voor aanpassingen waarden en inflatie. Voor het coalitieakkoord Rotterdam betekent dit een voordeel van € 18,2 mln in 2022 oplopend tot € 22,9 mln in 2025.
Algemene Reserve
Voor een sluitende meerjarenbegroting wordt het geraamde saldo verrekend met de Algemene reserve.
Bestemmingsreserve Energietransitie
Uit het Energietransitiebudget (ETB) is geld beschikbaar voor verduurzaming van het gemeentelijk wagenpark. Met dit geld schaft de gemeente emissieloze voertuigen aan. Dit leidt tot meerjarige kapitaallasten. Bestemmingsreserves lenen zich niet goed voor het dekken van dergelijke lasten, behalve de bestemmingsreserve Rotterdamse Investeringsmotor (RIM). Gezien deze uitzondering hevelt het college het geld voor de voertuigen vanuit de bestemmingsreserve Energietransitie over naar de RIM.
Bestemmingsreserve Gebiedsontwikkeling
De bestemmingsreserve Gebiedsontwikkeling biedt financiële dekking aan projecten in de buitenruimte en voor vergroening. Deze projecten leiden vaak tot meerjarige kapitaallasten. Bestemmingsreserves lenen zich niet goed voor de dekking van kapitaallasten, met uitzondering van de bestemmingsreserve Rotterdamse Investeringsmotor (RIM). Gelet hierop hevelt het college het geld voor deze projecten van de bestemmingsreserve Gebiedsontwikkeling over naar de bestemmingsreserve.
Bestemmingsreserve Kredietrisicoreserve
Bij de bestemmingsreserve kredietrisicoreserve gaat het om de vrijval van de geraamde renteopslagen (€ 366) over de verstrekte leningen en garantiepremies. Vooruitlopend op de realisatie in 2022 vallen deze renteopslagen vrij; het college voegt ze volledig toe aan de kredietrisicoreserve. Dit strookt met de relevante gedragslijn.
Bestemmingsreserve Rotterdamse investeringsmotor
Het investeringsbeleid bevat de spelregels voor de voeding en inzet van de bestemmingsreserve Rotterdamse Investeringsmotor. Gezien deze spelregels en de genomen investeringsbesluiten voegt het college geld aan deze bestemmingsreserve toe of onttrekt het daaraan geld. Dit levert het volgende beeld op: toevoeging in 2022 van - € 164, - € 260 in 2024 en - € 153 in 2025. Hiertegenover vindt onttrekking plaats in 2023 van € 309 en € 1.1 mln in 2026.
Actualisatie uitkering gemeentefonds
Het Rijk stelt bij de septembercirculaire 2022 een bedrag van € 35,7 mln beschikbaar voor de opvang van hogere energielasten voor de burgers. Hiervan had het Rijk al 800 euro betaald voor de energietoeslag aan Rotterdammers. Hier komt nog eens 500 euro extra bij om Rotterdammers te ondersteunen bij de hoge energielasten. Het gaat om mensen met een inkomen tot 120% van het wettelijk sociaal minimum.
Gemeentefondsmutaties
Bij de meicirculaire 2022 heeft het Rijk taakmutaties toegekend. Belangrijkste verandering is de toekenning van € 53,9 mln voor energiecompensatie voor mensen met een laag inkomen. In de septembercirculaire 2022 volgt hier bovenop nog een aanvulling. Daarnaast zijn er ingrijpende veranderingen bij Beschermd Wonen, oplopend naar € 7,4 mln vanaf 2024, en Vrouwenopvang: € 1,6 mln tot en met 2025.
Valpreventie bij ouderen
Op dit moment is onduidelijk welk programma de in meicirculaire 2022 opgenomen taakstelling in de begroting verwerkt moet worden voor de decentralisatie-uitkering Valpreventie bij ouderen: van € 436 in 2023 tot € 717 in 2026. Het Rijk heeft aangekondigd in de komende circulaires die duidelijkheid wel te geven.
Technische wijzigingen
In dit programma zijn er diverse technische wijzigingen geweest. De grootste wijzigingen zijn: