Financiën
Overzicht baten en lasten
Overzicht van baten en lasten Algemene middelen | Oorspr. Begroting 2023 | Bijgestelde Begroting 2023 | Realisatie 2023 | Afwijking | |
---|---|---|---|---|---|
Baten exclusief reserves | 2.193.212 | 2.317.116 | 2.302.377 | -14.739 |
|
Bijdragen rijk en medeoverheden | 2.102.829 | 2.217.223 | 2.201.270 | -15.953 | |
Dividenden | 88.557 | 96.585 | 96.610 | 25 | |
Financieringsbaten | 2.095 | 4.173 | 5.186 | 1.013 | |
Overige opbrengsten derden | 7 | 7 | 196 | 189 | |
Overige baten | -276 | -872 | -884 | -12 | |
Lasten exclusief reserves | -4.016 | -15.112 | -24.932 | -9.819 |
|
Apparaatslasten | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Inhuur | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Overige verrekeningen | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Overige verrekeningen | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Programmalasten | -4.016 | -15.112 | -24.932 | -9.819 | |
Financieringslasten | 26.709 | 22.415 | 15.375 | -7.040 | |
Inkopen en uitbestede werkzaamheden | 17.929 | 6.462 | 4.035 | -2.428 | |
Kapitaallasten | -48.994 | -44.929 | -45.129 | -200 | |
Overige programmalasten | 340 | 340 | 127 | -213 | |
Subsidies en inkomensoverdrachten | 0 | 600 | 661 | 61 | |
Saldo voor vpb en reserveringen | 2.197.228 | 2.332.228 | 2.327.309 | -4.920 | |
Vennootschapsbelasting | 0 | 0 | 0 | 0 |
|
Saldo voor reserveringen | 2.197.228 | 2.332.228 | 2.327.309 | -4.920 | |
Reserves | -169.830 | 11.407 | 8.069 | -3.337 |
|
Onttrekking reserves | 70.686 | 204.611 | 204.773 | 163 | |
Toevoeging reserves | 240.516 | 195.103 | 198.603 | 3.500 | |
Vrijval reserves | 0 | 1.899 | 1.899 | 0 | |
Saldo | 2.027.398 | 2.343.635 | 2.335.378 | -8.257 |
Toelichting afwijkingen tov bijgestelde begroting 2023
Een negatief bedrag (met een – ervoor) is een financiële tegenvaller: de gemeente geeft meer geld uit of er komen minder opbrengsten binnen. Een positief bedrag is een financiële meevaller: de gemeente geeft minder geld uit of er komen meer opbrengsten binnen.
Overzicht afwijkingen programma | Afwijking baten | Afwijking lasten | Afwijking reserves | Afwijking saldo |
---|---|---|---|---|
1. Gemeentefonds | -15.953 | 0 | 0 | -15.953 |
2. Financieringsbaten | 1.013 | 0 | 0 | 1.013 |
3. Dividenden | 25 | 0 | 0 | 25 |
4. Overige baten | 176 | 0 | 0 | 176 |
5. Externe rente financiering | 0 | -4.163 | 0 | 4.163 |
6. Interne rente financiering | 0 | -1.351 | 0 | 1.351 |
7. Stelpost waardering onroerende zaken (WOZ) | 0 | -3.955 | 0 | 3.955 |
8. Overige Lasten | 0 | -350 | 0 | 350 |
9. Reserves | 0 | 0 | -3.337 | -3.337 |
Totaal afwijkingen | -14.739 | -9.819 | -3.337 | -8.257 |
Het saldo van programma Algemene middelen bedraagt € 8,3 mln nadelig. De belangrijkste oorzaken hiervan zijn:
1. Gemeentefonds
Het resultaat van het gemeentefonds bedraagt € 16 mln negatief, wat nog geen 1% van de begroting is. De belangrijkste reden hiervoor is de actualisatie van de maatstaf ‘huishoudens met een laag inkomen’ in de decembercirculaire. Deze aantallen stijgen landelijk, maar blijven voor Rotterdam gelijk. Verhoudingsgewijs neemt hierdoor het aantal huishoudens met een laag inkomen in Rotterdam af ten opzichte van andere gemeenten. Dit heeft een negatief effect van € 12,8 mln. Het restant van het effect komt door taakmutaties, integratie- en decentralisatieuitkeringen uit de september- en decembercirculaire (€ 1,3 mln) en actualisatie van overige maatstaven (1,9 mln.). Door het tijdstip waarop de september- en decembercirculaire verschijnen kunnen, zoals aangegeven in de Begroting 2024/Tweede Herziening 2023, deze effecten voor het lopende jaar niet verwerkt worden.
Volgens het raadsbesluit wordt sinds 2023 het saldo van de taakmutaties, decentralisatie- en integratie-uitkeringen die zijn toegekend in de decembercirculaire rechtstreeks toegevoegd aan de Bestemmingsreserve Taakmutaties Gemeentefonds. Deze methodiek is ingevoerd, omdat deze mutaties laat in het jaar worden toegekend waardoor besteding van deze middelen in het lopend jaar niet meer mogelijk is. Als gevolg van dit besluit is er op basis van de decembercirculaire 2023 € 4,1 mln aan deze bestemmingsreserve toegevoegd.
2. Financieringsbaten
De rente ontvangsten van het schatkistbankieren (zie paragraaf Financiering voor een nadere verklaring) over het vierde kwartaal 2023 zijn de oorzaak van de hogere baten van € 1 mln. Vooral door achterblijvende investeringen heeft er een langere periode meer geld op het schatkistbankieren gestaan dan geraamd. Dat heeft geresulteerd in hogere rente-inkomsten.
3. Dividenden
Van het Havenbedrijf Rotterdam N.V. is € 14.659 minder aan dividend ontvangen dan geraamd, terwijl Evides N.V. € 39.384 juist meer dividend heeft uitgekeerd dan was geraamd.
4. Overige baten
De hogere baten van € 176.000 worden voornamelijk veroorzaakt door een ontvangst vanuit de Rotterdamse Electrische Tram N.V. (RET) en de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) voor hun bijdrage in de gemaakte juridische onderzoeks- en advieskosten voor het dossier van de RET.
5. Externe rente financiering
Het achterblijven van de realisatie van de investeringen in 2023 binnen de gemeentelijke organisatie is een van de voornaamste redenen voor een lagere financieringsbehoefte. Door de lagere financieringsbehoeftes zijn voor € 7 mln lagere externe rentelasten doorgerekend dan geraamd. In de begroting 2023 is rekening gehouden met de planningsoptimisme (zie een nadere toelichting onder Voortgang financiën) waardoor er is uitgegaan van een lagere financieringsbehoefte. De lagere financieringsbehoefte is door een stelpost planningsoptimisme apart inzichtelijk gemaakt. Deze stelpost beperkt het effect van de lagere externe rentelasten met € 2,9 mln. Hiermee komt het resultaat van de lagere externe rentelasten uit op € 4,2 mln. In de paragraaf Financiering staat een nadere toelichting over de ontwikkelingen van de financieringsbehoefte
6. Interne rente financiering
Aan de programma’s wordt een omslagrente van 1,5% over de gemiddelde boekwaarde van de vaste activa doorgerekend. Door het achterblijven van de geplande investeringen is er € 1,8 mln minder omslagrente doorgerekend. In de begroting 2024 is al gewezen op het risico van de financiële effecten van planningsoptimisme (zie een nadere toelichting onder Voortgang financiën). De lagere financieringsbehoefte is door een stelpost planningsoptimisme inzichtelijk gemaakt. Rekening houdend met de stelpost planningsoptimisme van € 1,2 mln komt het nadeel door de lager toegerekende omslagrente uit op € 640.668.
Voor de grondexploitaties geldt dat er over de gemiddelde boekwaarde een andere omslagrente wordt toegerekend. Deze wordt bij de begroting volgens BBV-richtlijnen - het Besluit Begroting en Verantwoording - berekend en bij de jaarrekening geactualiseerd. Dit percentage was bij de begroting 1,2% en is na actualisatie 0,79%. De ontwikkeling van boekwaarde van de grondexploitaties en het lagere toe te rekenen omslagpercentage leiden tot een voordeel van € 2,0 mln.
Per saldo is het resultaat van de interne rente € 1,4 mln voordelig. Zie paragraaf Financiering voor een nadere toelichting over de toerekening van de omslagrente.
7. Stelpost waardering onroerende zaken (WOZ)
De waarde van de stad voor onroerende zaken is mede bepalend voor aan de hoogte van de uitkering uit het gemeentefonds en wordt ten vroegste twee jaar later definitief vastgesteld. Als regel geldt: hoe hoger de waarde van de stad, hoe lager de uitkering uit het gemeentefonds. De waarde van de stad is voor de jaren 2021 en 2022 naar boven bijgesteld. Deze actualisatie heeft plaatsgevonden in 2023 waardoor Rotterdam minder geld heeft ontvangen uit het gemeentefonds. Om dit op te vangen is in 2023 deze stelpost waardering onroerende zaken (WOZ) aangelegd. Deze stelpost is bedoeld om het nadelig effect onder het onderdeel 1. Gemeentefonds met € 4 mln te beperken.
8. Overige lasten
Door de lagere financieringsbehoefte zijn voor de provisie- en bankkosten ook minder kosten van € 350.000 gemaakt dan geraamd.
9. Reserves
Onder het onderdeel 1. Gemeentefonds is toegelicht dat het niet in 2023 te besteden deel van de decembercirculaire - € 4,1 mln - aan de bestemmingsreserve taakmutatie gemeentefonds toegevoegd is. Deze toevoeging was niet begroot en resulteert in een hogere toevoeging in de reserves. Hiertegenover staat een lagere toevoeging dan geraamd van de erfpachtbaten aan de bestemmingsreserve Rotterdamse Investeringsmotor (RIM) voor een bedrag van € 568.703. Dit komt doordat de gerealiseerde erfpachtbaten bij de definitieve afronding van de erfpachtconversies in 2023 lager blijken te zijn dan geraamd. Daarnaast heeft er een hogere onttrekking van € 162.850 dan geraamd plaatsgevonden voor de dekking van kapitaallasten voor de voertuigen.