Milieubeheer - Duurzaam, bodem, geluid en handhaving Pagina 74

De CO2-uitstoot van Rotterdam ombuigen in een dalende trend

Het realiseren van een toekomstbestendig, klimaatadaptief, resilient Rotterdam

Een betere luchtkwaliteit

Een adequaat extern veiligheidsniveau voor alle inwoners

Minder gebruik van primaire grondstoffen

Voortgang 2020

Een groene en gezonde stad met schone lucht. Dat is waar we ons als gemeente op richten. De duurzame ambities en doelen om dat te bereiken, zijn opgenomen en geactualiseerd in het Rotterdams Duurzaamheidskompas.

De ontwikkelingen op het gebied van duurzaamheid gaan rap. Daarnaast hebben maatschappelijke ontwikkelingen ook hun invloed op de keuzes die de gemeente en andere partijen maken op het gebied van duurzaamheid. Neem bijvoorbeeld de situatie rondom covid-19. De huidige maatregelen en de lange termijn economische gevolgen bieden kansen en uitdagingen voor de duurzaamheidsopgave in de stad. Juist nu kiezen we ervoor om in te blijven zetten op de energietransitie en te investeren in een toekomstbestendige economie die digitaal, energieneutraal, circulair en inclusief is.

Het investerend vermogen en de koopkracht van Rotterdammers zijn juist nu belangrijk. Hier hebben we extra aandacht voor door enerzijds te blijven investeren in de bedrijven en werkgelegenheid van de toekomst. Maar ook juist door in te zetten op arbeidsintensieve werkzaamheden in de gebouwde omgeving.

Toen de begroting 2020 werd vastgesteld was er nog geen sprake van een coronacrisis, die ons laat zien hoe waardevol begrippen als gezondheid en veiligheid zijn en zorgt voor een opwaardering van het belang van een gezonde en aantrekkelijke woon- en leefomgeving. Daarom blijft aandacht voor de thema’s luchtkwaliteit (collegetarget), geluid, bodem en omgevingsveiligheid onverkort van belang. Dit is met name belangrijk omdat de ambitie om in deze collegeperiode 18.000 woningen te realiseren binnen bestaand gebied ertoe leidt dat ook gebouwd moet worden op locaties nabij snel-, spoor- en vaarwegen of industrieterreinen, waar grote opgaven liggen op het gebied van luchtkwaliteit, geluid, bodem en externe veiligheid.

Tijdens de coronapandemie in 2020 werd het belang van een gezonde en aantrekkelijke leefomgeving nadrukkelijk onderstreept. Dit sterkt ons in de eerdere ambitie om de woon- en leefomgeving voor alle Rotterdammers schoner, groener en gezonder te maken. Deskundigen op het gebied van milieu en duurzaamheid zijn nadrukkelijker dan in het verleden betrokken bij hoe we de bestaande stad en de ontwikkellocaties zo vormgeven en inrichten dat sprake is van een gezonde leefomgeving. Samen met planontwikkelaars en stedenbouwkundigen is in 2020 ingezet op maatregelen die de energietransitie, klimaatadaptatie, circulaire economie, schone lucht, minder geluidsoverlast en schonere en veiliger bodems bevorderen. Overigens is een  ander effect van de coronacrisis dat het personenverkeer op stedelijke wegen gemiddeld met 40-50% is afgenomen, waardoor de luchtkwaliteit sterk is verbeterd. Omdat dit mede het gevolg is van de lockdown is er geen garantie dat die sterke verbetering structureel is.

In 2019 was de prognose dat de opening van de Maastunnel zou leiden tot opnieuw een luchtknelpunt op het Maastunneltracé. Om dit te voorkomen zijn maatregelen genomen om de verkeersintensiteit te verlagen en zo de luchtkwaliteit te verbeteren.

In 2020 is rondom het hele Maastunneltracé voldaan aan de Europese normen voor luchtkwaliteit, lieten de door DCMR gemeten achtergrondconcentratie zien. Deze was lager dan voorspeld. Het aantal voertuigen in het Maastunneltracé is echter afgenomen.

Omdat dit voor een deel een gevolg is van de lockdown en het dus geen garanties biedt voor 2021 wordt het experiment Maastunnel dit jaar vervolgd, om ervoor te zorgen dat ook in de komende jaren rondom het Maastunneltracé wordt voldaan aan de Europese normen voor luchtkwaliteit.

Wat hebben we bereikt?

  • Een ombuiging van de CO2-uitstoot van Rotterdam in een dalende trend, conform de doorvertaling van de afspraken van Parijs en het Nederlands Klimaatakkoord. O.a. door het realiseren van een betaalbaar, schoon, betrouwbaar, veilig en op innovatie ingesteld energiesysteem (het totaal van opwek, opslag, grid en gebruik);
  • Een betere luchtkwaliteit met het oog op gezondheid door te bewerkstelligen dat alle straten in Rotterdam in 2020 voldoen aan de Europese normen en de gemiddelde luchtkwaliteit in heel Rotterdam in 2022 is verbeterd;
  • Minder gebruik van primaire grondstoffen en meer hergebruik en recyclen van afval, en het realiseren van een omslag naar circulair denken bij inwoners en bedrijven (doelstelling circulair wordt verder uitgewerkt onder het taakveld Grondstoffen);
  • Minder geluidsoverlast en meer stille groene gebieden;
  • Een adequaat extern veiligheidsniveau voor alle inwoners;
  • Een betere regie op het gebruik van de ondergrond: rol van ondergrond in energietransitie, vergroening, wateropgave en biodiversiteitsvermeerdering + aanpakken verontreiniging en voorkomen gezondheidsschade;
  • Verduurzaming van vastgoed en een duurzamere gemeentelijke bedrijfsvoering;
  • Samen met partijen in de stad hard gewerkt aan het Rotterdams Klimaatakkoord, de uitvoering van de bestaande deals en het sluiten van zes nieuwe klimaatdeals die bijdragen aan de CO2 reductie doelstelling.

Wat hebben we daarvoor gedaan?

Actieve samenwerking tussen bedrijven, instellingen en experts om de energietransitie in onze stad voor elkaar te krijgen.

  • Ook na het sluiten van het Rotterdamse Klimaatakkoord in november 2019 zijn Rotterdamse partijen samengekomen om te blijven werken aan de uitvoering van het akkoord en de CO2-reductie in onze stad en haven. Zowel in klein verband onder leiding van de voorzitters van de klimaattafels, als in groter verband zoals de online bijeenkomst op 8 oktober waarin zes nieuwe deals zijn gepresenteerd;
  • Een voorbeeld van een nieuwe klimaatdeal is de Werkgeversaanpak van de tafel Mobiliteit. In die deal worden afspraken gemaakt over het werk-gerelateerde verkeer met grote werkgevers in Rotterdam om de (eigen) mobiliteit van bedrijven te verduurzamen en per bedrijf de CO2 uitstoot minimaal 50% te verminderen in 2030. Er wordt gekeken naar alternatieven voor de werknemers – thuiswerken, fiets, e-bike, (elektrische)deelmobiliteit, openbaar vervoer en/of bedrijfsvervoer of elektrische auto;
  • Een voorbeeld van een klimaatdeal die in 2020 in uitvoering is gegaan is het Versnellingshuis energietransitie Haven- en Industriecomplex (klimaatdeal #3). Het Versnellingshuis beoogt barrières weg te nemen voor projecten die een significante bijdrage kunnen leveren aan de verduurzamingsambities van het Haven & Industrieel cluster.In 2020 hebben verschillende projecten zich al gemeld, waaronder een elektrolyser om groene waterstof mee te produceren die goed is voor een besparing van 200kton CO2;
  • Ook is hard gewerkt aan Klimaatdeal #46 'Rotterdam tegen voedselverspilling' van de tafel Consumptie. Shareaty, de trekker van de deal, heeft met partners de afgelopen jaar 62.000 kg voedsel verwerkt en gedoneerd aan sociale restaurants. Dat komt neer op 90.000 maaltijden. De geschatte waarde van de donaties is € 250.000.

 

Betaalbaarheid van de energietransitie.

  • Naast de focus op de CO2-reductie, is er bij de uitvoering van de deals en de vorming van nieuwe deals ook aandacht voor het voorkomen van energiearmoede en de betaalbaarheid van de energietransitie. Zo wordt bij de klimaatdeals die gaan over deelmobiliteit ingezet op een laag tarief, zodat voor álle Rotterdammers -ook mensen met een kleinere beurs- de mobiliteit verbetert. Daarnaast wordt er in een kleiner comité bij de tafel Schone Energie gesproken over armoede en energietransitie en hoe de kansen die deze combinatie met zich meebrengt maximaal kunnen worden benut. Tot slot ligt de focus bij alle deals met de woningcorporaties bij de tafel Gebouwde Omgeving op de haalbaarheid en de betaalbaarheid vanwege de kwetsbare positie van huurders. Het is van groot belang dat alle Rotterdammers mee kunnen in de energietransitie. Daarom blijft het voorkomen van energiearmoede en de betaalbaarheid van de energietransitie een belangrijk aandachtspunt van ons en de voorzitters van de klimaattafels;
  • Naast de invulling van de deals uit het klimaatakkoord wordt er bij de Rotterdamse energietransitie ook op andere manieren ingezet op het voorkomen en tegengaan van energiearmoede. Zo helpen we met energiecoaches mensen met een laag inkomen om eenvoudig energie te besparen en de energierekening te verlagen. Ook stellen we een maatwerklening beschikbaar via het Energietransitiefonds, waar ook bewoners zonder of met beperkte financiële draagkracht een lening kunnen krijgen wanneer zij participeren in een verduurzamingstraject.

 

Visie op de toekomst van het energiesysteem

  • De concept Regionale Energie Strategie (RES) is opgeleverd. Input op de concept-RES is opgehaald bij de gebiedscommissies en de gemeenteraad en verwerkt in een zienswijze van het college aan de RES-organisatie;
  • De Gemeentelijke visie op waterstof is afgelopen zomer aan de gemeenteraad gepresenteerd. Samen met het Havenbedrijf, de provincie Zuid-Holland en andere partners uit het HIC is een bijdrage geleverd aan het ontwikkelen van een waterstofhub. 
  • De Walstroomstrategie is aan de gemeenteraad gepresenteerd;
  • We ontwikkelen een Rotterdamse Energiesysteemvisie en een Transitievisie Warmte: visiedocumenten die leidend zullen zijn in de aanpak van de energietransitie in de stad;
  • We doen onderzoek naar de toekomst van allerlei duurzame energiebronnen, zoals geothermie, aquathermie, restwarmte, etcetera.
  • Er is hard gewerkt aan de uitwerking van de aanbevelingen van de Raadsenquête Warmtebedrijf Rotterdam. Belangrijk is de vertaling naar wat ons nu te doen staat ten aanzien van het Warmtebedrijf zelf en in het verlengde daarvan de concessies als voorwaarde voor een betaalbare energietransitie.

 

We schalen het opwekken van lokale wind- en zonne-energie op.

  • We zetten actief in op het uitbreiden van de opwek voor zonne- en windenergie in stad en haven. Met projecten uit het uitvoeringsprogramma energietransitie versnellen we het aantal zonnepanelen op daken tot en met 2022. In 2019 lagen er nog 144.600 zonnepanelen op Rotterdamse daken, in 2020 zijn dat er 207.500. Dat betekent een groei van 43% in een jaar tijd. Daarmee wordt de twee jaar geleden ingezette groeispurt voortgezet. Het aantal zonnepanelen op Rotterdamse daken is sinds 2018 meer dan verdubbeld: van 100.000 naar ruim 200.000;
  • We lobbyen actief om het aantal windparken op zee uit te breiden en om de opgewekte elektriciteit op zee in Rotterdam ‘aan te laten landen’. Er is gewerkt aan een vernieuwde leidraad windenergie, waarin we meer inzetten op participatie van omwonenden bij de ontwikkeling van windmolens op land;
  • De Visie op Waterstof is afgelopen zomer aan de gemeenteraad gepresenteerd. Samen met het Havenbedrijf, de provincie Zuid-Holland en andere partners uit het Haven Industrieel Complex (HIC) is een bijdrage geleverd aan het ontwikkelen van een hydrogen hub;
  • De Walstroomstrategie is aan de gemeenteraad gepresenteerd en er wordt door een gezamenlijk team van Havenbedrijf en gemeente gewerkt aan de implementatie van de strategie.

 

We werken toe naar nul-emissie mobiliteit in Rotterdam in 2050.

  • Het autogebruik in Rotterdam is in 2020 flink schoner geworden. Ondanks de afname van het totale autogebruik in 2020, mede als gevolg van de coronacrisis, zijn er in 2020 ruim 15 miljoen meer kilometers in de stad elektrisch afgelegd dan in 2019. Om de groei van het elektrisch rijden mogelijk te maken heeft de gemeente in het afgelopen jaar ruim 680 nieuwe oplaadpunten geplaatst. Daarnaast zijn er contracten gesloten om 1.000 laadpunten in de gemeentelijke parkeergarages te plaatsen en laadpunten te plaatsen voor het eigen wagenpark;
  • In de bidboeken van twee tankstationlocaties zijn snelladers als verplichting opgenomen en is het snellaadnetwerk uitgebreid met de eerste snellaadlocatie van Fastned;
  • Het personenvervoer over water in Rotterdam is gegund aan Watertaxi Rotterdam. Onderdeel van het contract is het varen met volledig uitstootvrije boten vóór 2030;
  • Samen met 56 partijen uit de markt, heeft Rotterdam het Convenant Zero Emissie Stadsdistributie (ZES) ondertekend, waarin afspraken worden gemaakt over de geografische afbakening van de Zero Emissie Zone voor stadslogistiek die vanaf 2025 gaat gelden en de acties zijn opgenomen die de ondertekenaars willen nemen om uitstootvrije en efficiënte stadslogistiek te realiseren;
  • Om de transitie in stadsdistributie te ondersteunen zijn de subsidieregelingen Lab ZES en Bouwlogistiek van kracht;
  • Het verschonen van het eigen gemeentelijke wagenpark gaat gestaag door. Inmiddels zijn 53% van de personenauto’s volledig uitstootvrij (en 34% hybride). Van de lichte bedrijfsvoertuigen is 24% emissievrij, in het zware segment voeren we diverse pilots uit met de inzet van uitstootvrije veegmachines en elektrische vuilniswagens;
  • Om het onderhouden van de nieuwe emissievrije voertuigen mogelijk te maken, is de Werkplaats van de Toekomst geopend: een werkplaats die speciaal is ontwikkeld voor batterij-elektrische en waterstof-elektrische voertuigen;
  • Het uitstootvrij maken van de stedelijke mobiliteit gebeurt vanuit de Aanpak Nul Emissie Mobiliteit die eind 2019 is vastgesteld. Deze aanpak richt zich het verschonen van personenvervoer, stadsdistributie, het eigen wagenpark van de gemeente en op het voorzien in voldoende laadinfrastructuur;
  • Ook via de klimaattafel Mobiliteit zetten we stappen op een aantal transitiethema’s: fossielvrij forenzen, emissie loze logistiek, oplossende Infrastructuur, deelmobiliteit, gezonde mobiliteit en havenmobiliteit. Binnen deze thema’s lopen allerlei projecten en initiatieven waarvan we de krachten bundelen om tot doorbraken te komen.

 

Een betere luchtkwaliteit met het oog op gezondheid.

  • We pakken de voornaamste bronnen van luchtvervuiling actief aan, enerzijds gericht op bereiken van structureel minder uitstoot in de stad en anderzijds gericht op verminderen uitstoot van bronnen in de regio;
  • We stimuleren mobiliteit gericht op fietsen en OV (doelstellingen hiervoor worden verder uitgewerkt onder Programma Verkeer en Vervoer - taakveld Verkeer en Vervoer Ontwikkeling).  Mede dankzij het experiment gericht op het reduceren van het aantal voertuigen werd in 2020 op en rondom het gehele Maastunneltracé aan de Europese normen voor luchtkwaliteit voldaan. Omdat de lagere verkeersintensiteiten mede het gevolg zijn van de lockdown wordt het experiment in 2021 vervolgd;
  • We veranderen en verschonen de automobiliteit en verminderen het autoverkeer in met name de binnenstad;
  • De bouw- en stadslogistiek richten we schoner en efficiënter in, mede dankzij een subsidieregeling;
  • We zetten in op voldoende ontgascapaciteit voor binnenvaarttankschepen in de haven, anticiperend op het landelijke verbod dat zal worden ingevoerd;
  • Het pilotprogramma voor een verdere uitrol van walstroom, dat samen met het Havenbedrijf wordt ontwikkeld en uitgevoerd, is in een volgende fase terechtgekomen. De ervaringen die inmiddels zijn opgedaan zijn gebruikt bij het opstellen van de walstroom strategie voor de zeescheepvaart;
  • Bevordering van gebruik van schone mobiele werktuigen en generatoren tijdens bouwwerkzaamheden en evenementen;
  • Oplossingen voor de stikstofproblematiek zijn en worden in kaart gebracht, ondanks de relatief beperkte rol van de gemeente op dit dossier. Samen met de provincie Zuid-Holland en het Havenbedrijf is en wordt gewerkt aan een gebiedsgerichte aanpak van de stikstofproblematiek in het haven- en duingebied.

 

Minder gebruik van primaire grondstoffen.

  • Meer hergebruik en recyclen van afval;
  • Het realiseren van een omslag naar circulair denken bij inwoners en bedrijven;
  • Doelstelling circulair wordt verder uitgewerkt onder programma Beheer van de Stad/taakveld Afval/Grondstoffen.

 

Bijdragen aan een toekomstbestendig, resilient Rotterdam.

  • Inzet gericht op het gebied van klimaatadaptatie: voorkomen van en omgaan met wateroverlast en hittestress;
  • Inzetten op de ontwikkeling van maatregelen bij private partijen en instellingen (huiseigenaren, bedrijven, kennis- en zorginstellingen).
  • Integreren van maatregelen in de primaire processen van de gemeente zelf (ontwerp, inrichting, assetmanagement);
  • Blijven zoeken naar innovaties en verbeterde methoden op het gebied van klimaatadaptatie.

 

Deelnemen in internationale samenwerkingsverbanden en kennisnetwerken.

Zo houden we onze kennis en kunde op peil en ons internationaal imago op dit vlak hoog.

  • 100RC;
  • C40;
  • Climate Academy;
  • Global Centre of Excellence on Climate Adaptation;
  • Eurocities Environmental Forum
  • ICLEI

Het tegengaan van geluidsoverlast

  • Bij het ontwerpen en inrichten van de openbare ruimte wordt rekening gehouden met het tegengaan van geluidsoverlast.
  • In bestaande situaties worden maatregelen genomen, zoals het structureel voorzien van wegen van stil asfalt, proeven met stille klinkers en het saneren van gevels;
  • Naar aanleiding van belevingsonderzoeken worden maatregelen genomen om de beleving van geluid positief te beïnvloeden, waarbij groen een belangrijke rol speelt;
  • Werken aan stille groene gebieden die bewoners rust en ontspanning bieden.

De bodem en ondergrond zijn de basis

  • Ook in 2020 speelde de ondergrond een rol bij onder meer de energietransitie, vergroening, wateropgave en biodiversiteitsvermeerdering;
  • Stelselmatig wordt vervuilde grond aangepakt en gesaneerd om overal in Rotterdam de bodem de juiste kwaliteit te geven om gezondheidsschade te voorkomen. Voorbeelden zijn de aanpak van met lood verontreinigde locaties waar kinderen spelen, de programmatische aanpak van voormalige gasfabriekterreinen en de gebiedsgerichte aanpak van historische verontreinigingen van bodem en grondwater in de Botlek. Bij herontwikkeling zorgen we voor een kwaliteit van de grond die geschikt is voor de functie;
  • Door het vaststellen van Lokale Maximale Waarden voor PFAS voor Rotterdams grondgebied is PFAS onderdeel van de Bodemkwaliteitskaart en wordt afzet en hergebruik van grond ondersteund.

Een adequaat extern veiligheidsniveau voor alle inwoners

  • Vroegtijdig betrekken en integraal meewegen van dit thema op alle schaalniveaus (van bestemmingsplan tot aan omgevingsvisie).
  • Expliciete aandacht voor externe veiligheid in relatie tot energietransitie, emplacementen, ammoniumnitraat en bouwkundige maatregelen in de haven;
  • Formuleren van langetermijn ambities en concrete acties, ook in het kader van de voorbereiding op de Omgevingswet.

 

Effectindicatoren 2017201820192020202120222023
Collegetarget 1: De stijging van de CO2-uitstoot wordt in deze collegeperiode omgebogen naar een dalende trend die leidt tot 49% CO2-reductie in 2030, gemeten t.o.v. het jaar 1990. Streefwaarde   niet >31,9 Mton niet >31,9 Mton <31,9 Mton <31,9 Mton  
Realisatie 31,9 Mton 29,9 Mton 29,0 Mton niet bekend (zomer 2021)    
Collegetarget 2: Vanaf 2020 zijn er geen straten meer waar de Europese gezondheidsnorm voor NO2 wordt overschreden. Ook na 2020 blijven we werken aan het verder verbeteren van de luchtkwaliteit.              
Jaargemiddelde* Streefwaarde 16 12 8 0 0  
Realisatie***

5

4

0

***    
Uurgemiddelde** Streefwaarde 0 0 0 0    
Realisatie 0 0 0 pm pm  
* Betreft het aantal toetspunten > NO2 40 g/m3 (jaargemiddelde gebaseerd op NSL voorgaande jaar)

** Betreft het aantal meetstations met >18 keer per jaar overschrijding NO2 200g/m3 (uurgemiddelde, gebaseerd op jaarverslag DCMR)

*** Overeenkomstig de afspraken in het definitieboekje van de collegetargets zijn de gegevens m.b.t. realisatie 2020 in Q4 van 2021 beschikbaar. Op basis van een eigen monitor is berekend dat we in het jaar 2020 geen wettelijke overschrijdingen hebben van de EU-normen voor NO2, ook niet bij de Doklaan.

Toelichting indicatoren

Collegetarget 1, Nulmeting 2017: 32,2 Mton is in 2019 gecorrigeerd naar 31,9 Mton. CO2-cijfers over het laatste jaar betreffen altijd voorlopige cijfers. Correctie achteraf vinden altijd plaats in het opvolgende jaar. De target blijft ongewijzigd alleen het meetniveau voor 2017 is verbeterd. De CO2-uitstoot is voor 2018 berekend op 29,9 Mton; Ten opzichte van 2017 is de CO2-uitstoot afgenomen met 2 Mton (-6%). De afname van de CO2-uitstoot is met name toe te schrijven aan de sluiting van de oude kolencentrale van Uniper op de Maasvlakte halverwege 2017 (-2.7 Mton). Daarmee komt het halen van de collegetarget voor deze collegeperiode binnen bereik. Dat neemt niet weg dat inspanning nodig is om deze daling bestendig te laten zijn. In overige (sub)sectoren zijn de verschillen met 2017 soms kleiner en/of neemt zelfs (beperkt) toe: bij de ‘(haven)industrie’ (+105kton), bij ‘mobiliteit’ (+22kton) en met name bij de WKK (warmte-krachtkoppeling) centrales die de energievraag door het wegvallen van de kolencentrale gedeeltelijk hebben opgevangen (+0,6 Mton). Over de hele linie zien wij stijgingen die toe te schrijven zijn aan de economische groei. Laten wij de energiesector buiten beschouwing, dan is de uitstoot in Rotterdam gestegen met 140kton ten opzichte van 2017.

Collegetarget 2: De luchtkwaliteit wordt beïnvloed door de totale uitstoot van de verschillende bronnen (verkeer, scheepvaart en industrie) maar ook door de weersomstandigheden. Warm weer of mist kunnen leiden tot hogere concentraties, regen en wind tot lagere concentraties. In de afgelopen twee jaar is het aantal knelpunten teruggebracht van twaalf naar nul. Grootste knelpunt zit bij Doklaan (Maastunnel). Extra inzet, onder andere via verkeersmaatregelen, moet leiden tot het oplossen van het laatste knelpunt. Uit eigen monitor blijkt dat voor het jaar 2020 geen sprake is van een knelpunt.

Wat heeft het gekost?

Overzicht van baten en lasten Milieubeheer - Duurzaam, bodem, geluid en handhavingOorspr.
Begroting
2020
Bijgestelde Begroting
2020
Realisatie
2020
Afwijking
Baten exclusief reserves07.0775.850-1.227

Bijdragen rijk en medeoverheden 0 6.025 4.099 -1.927
Financieringsbaten 0 1.052 1.056 4
Overige opbrengsten derden 0 0 695 695
Overige baten 0 0 0 0
Lasten exclusief reserves66.12654.10741.165-12.942

Apparaatslasten 3.967 5.101 4.054 -1.047
Inhuur 0 10 126 116
Overige apparaatslasten 28 67 69 2
Personeel 3.939 5.024 3.859 -1.164
Intern resultaat 7.336 7.033 7.248 216
Intern resultaat 7.336 7.033 7.248 216
Programmalasten 54.822 41.973 29.863 -12.111
Financieringslasten 0 0 0 0
Inkopen en uitbestede werkzaamheden 35.696 18.934 8.218 -10.716
Kapitaallasten 553 526 528 1
Overige programmalasten 0 0 1 1
Subsidies en inkomensoverdrachten 18.574 22.514 21.116 -1.397
Saldo voor vpb en reserveringen -66.126 -47.029 -35.315 11.714
Saldo voor reserveringen -66.126 -47.029 -35.315 11.714
Reserves26.7554.360-6.288-10.648

Onttrekking reserves 37.742 16.399 5.750 -10.648
Toevoeging reserves 34.969 12.038 12.038 0
Vrijval reserves 23.983 0 0 0
Saldo -39.370 -42.669 -41.603 1.066

Overzicht afwijkingen

Overzicht afwijkingenAfwijking batenAfwijking lastenAfwijking reservesAfwijking saldo
1. Lagere apparaatslasten 0 -1.047 0 1.047
2. Emerald Kalama Chemicals 0 -963 0 963
3. Energietransitiebudget / Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit 0 -6.110 -6.110 0
4. Geluidsanering -1.730 -1.730 0 0
5. Programma Bodem -282 -1.421 -1.139 0
6. Actieplan Luchtkwaliteit 0 -932 -932 0
7. Diverse afwijkingen bestemmingsreserve 0 -1.767 -2.467

-700

8. Diverse afwijkingen 784 1.029 0 -245
Totaal afwijkingen -1.227 -12.942 -10.648 1.066

Toelichting overzicht afwijkingen

1. Lagere apparaatslasten

De latere invulling van vacatures en nog openstaande vacatures zorgen voor een onderbesteding (€ 1,0 mln) op de apparaatslasten. Het gaat hier hoofdzakelijk om vast personeel.

 

2. Emerald Kalama Chemicals (EKC)

Er heeft een terugvordering plaatsgevonden, omdat EKC niet aan haar subsidievoorwaarden met betrekking tot de Greendeal heeft voldaan. Dit voordeel (€ 1 mln) is teruggevloeid in de programmalasten.

 

3. Energietransitiebudget (ETB) / Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (TG)

Door de coronacrisis kwamen sommige projecten tot stilstand of in de vertraging omdat activiteiten geen doorgang konden vinden met als financieel effect dat er € 2,8 mln lagere lasten en lagere onttrekkingen zijn gerealiseerd dan begroot.

Voorbeelden hiervan zijn de projecten Maatregelen Schone Lucht waar de campagne uitgesteld werd, het project Verkeersexperimenten schone lucht waar de volgende fase van het experiment niet uitgevoerd kon worden en het programma verduurzaming wagenpark waarbij een grote pilot met waterstof auto’s niet kon doorgaan.

Een laatste reden voor lagere realisatie ligt in de werkwijze waarop subsidies worden uitgekeerd. Dat gebeurt vaak in meerdere voorschotten verspreid over kalenderjaren en waarbij de uitbetaling vaak gekoppeld is aan het behalen van tussentijdse resultaten. Voorbeelden zijn Walstroom Heerema waar het resultaat (aansluiten van het schip) in 2020 nog niet behaald was, de subsidie vanuit het programma Werk Maken van Zon en de subsidies binnen het programma Smart Energy Systems.

Daarnaast geldt voor gebiedsaanpakken Aardgasvrij dat de geplande garantstelling van € 450 verschoven wordt naar 2022. Op dit programma zijn de lasten en onttrekkingen € 3,3 mln lager dan begroot.

 

4. Geluidsanering

In 2020 is de uitvoering van een aantal projecten vertraagd als gevolg van de covid-19 maatregelen. Daarnaast is er vertraging ontstaan in het wegzetten van de aanbesteding in de markt. In totaal zijn er voor dit programma € 1,7 mln lagere lasten en lagere onttrekkingen gerealiseerd dan begroot.

 

5. Programma Bodem

In 2020 heeft een verschuiving in prioritering van aanpak plaatsgevonden, waardoor een sanering later is ingepland. Hierdoor zijn er in 2020 lagere lasten en lagere onttrekkingen gerealiseerd dan begroot.

Daarnaast wordt een uitrol van de gebiedsgerichte aanpak van bodem en grondwater binnen het havengebied richting Europoort, Vondelingenplaat en Stadshavens onderzocht. Besteding van de middelen is onder andere afhankelijk van het aantal bedrijven dat interesse toont in een sanering volgens de gebiedsgerichte aanpak en in welk jaar zij dit doen. De lagere interesse leidt in 2020 tot lagere lasten en lagere onttrekkingen.

In totaal zijn er voor dit programma € 1,4 mln lagere lasten en lagere onttrekkingen gerealiseerd dan begroot.

 

6. Actieplan Luchtkwaliteit

In 2020 konden een aantal geplande activiteiten niet worden uitgevoerd als gevolg van de covid-19 maatregelen. Dit betreft onder andere werkzaamheden voor het zelf meten van de luchtkwaliteit en de bewonersbijeenkomsten. Daarnaast is de werving van extra ondersteuning vertraagd. Dit heeft als financieel effect dat er € 932 lagere lasten en lagere onttrekkingen zijn gerealiseerd dan begroot.

 

7. Diverse afwijkingen bestemmingsreserves

Er zijn lagere onttrekkingen geweest voor de bestemmingsreserve Windpark Hartelbrug, Regionale Uitvoeringsdiensten, bestemmingsreserve Duurzaam (Zonicoon), Aardgasvrije Wijken (Pendrecht), Klimaatmiddelen en IFR Investeringsstrategie hetzij veroorzaakt door vertragingen in de projecten, hetzij doordat de kosten anders gedekt zijn.

 

8. Diverse afwijkingen

Op diverse budgetten zijn kleinere afwijkingen op te merken op saldo-niveau, die leiden tot een nadeel van € 245.

Omschrijving taakveld en vervolg taakvelddoelstellingen

Vervolg taakvelddoelstellingen

  • verminderen van geluidsoverlast;
  • een betere regie op het gebruik van de ondergrond een adequaat extern veiligheidsniveau voor alle inwoners;
  • verduurzaming van de gemeentelijke bedrijfsvoering en verduurzaming gemeentelijk vastgoed.

 Omschrijving taakveld

Nederland moet in 2050 een land zijn zonder CO2 uitstoot en met een volledig circulaire economie. Daar moet nu mee begonnen worden. Ook Rotterdam heeft hierin een belangrijke opgave. Prioriteit ligt daarom bij de uitvoering en ondersteuning van activiteiten voor het realiseren van de energietransitie in gebouwde omgeving en mobiliteit, de omslag naar een circulaire economie, het verbeteren van de luchtkwaliteit, vergroting van de veerkracht van de stad, in combinatie met de vergroening, waterveiligheid en transformatie naar een nieuwe duurzame economie.

We zetten in op een fijne woon- en leefomgeving voor alle Rotterdammers: schoner, groener en gezonder. In het taakveld Milieubeheer wordt ingezet op maatregelen die de energietransitie, klimaatadaptatie, circulaire economie, schone lucht, minder geluidsoverlast en schonere en veiliger bodems bevorderen en zo een bijdrage leveren aan een rijke en stabiele biosfeer en daarmee aan een aantrekkelijke leefomgeving. Dit vergt vooral focus op anders werken: die keuzes krijgen waarde als we ze omzetten in kansen door integraler en slimmer te werken. Dus zetten we de energietransitie in als vliegwiel voor duurzame bedrijvigheid, voor nieuwe werkgelegenheid en het aantrekkelijker maken van woningen en wijken.