Bestuurlijke hoofdlijnen 2023-2026

Energietransitie

Om de aangescherpte landelijke norm van -55% CO2-reductie in 2030 te halen, moet Rotterdam meer maatregelen nemen, met name in het stedelijk gebied. We sturen op merkbare effecten van ons beleid:

  • We toetsen de doelmatigheid van de huidige programma’s en van toekomstige maatregelen om CO2 te reduceren. We investeren in projecten met de hoogste reductie van uitstoot van schadelijke stoffen per bestede euro en het verminderen van de afhankelijkheid van fossiele bronnen.
  • We laten de inzet en doelstellingen monitoren door DCMR, zodat tijdig kan worden bijgestuurd als de dalende trend onvoldoende doorzet om de landelijke norm van -55% CO2 reductie te halen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen de verantwoordelijkheden van het Rijk, de haven en de stad.

We zorgen ervoor dat alle bewoners kunnen meedoen aan de energietransitie en daarvan de vruchten kunnen plukken. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om het helpen van bewoners met schulden en het creëren van lokale banen in de energietransitie. Rioolvervanging en energietransitie trekken samen op om de overlast voor de Rotterdammer zo veel mogelijk te beperken. Daarnaast zetten we in op energiebesparing. Dat wat we niet aan energie gebruiken of grondstoffen, hoeft ook niet opgewekt, geproduceerd of vervoerd te worden. Uiteraard geldt dit ook voor onze gemeentelijke organisatie. We ontzien kwetsbare Rotterdammers bij maatregelen die een financiële inbreng nodig hebben.