Voorjaarsnota 2021

Met nieuwe energie bouwen aan de stad van morgen

Maatwerkdienstverlening 18- Pagina 90

Maatwerkdienstverlening 18-

Beleidskaders, -monitors en wetgeving

Versterken van next skills en jong leiderschap.

Passende, tijdige en integrale hulp van het lokale wijknetwerk, om het beroep op dure gespecialiseerde jeugdhulp te verminderen (verschuiving van de achterkant naar de voorkant).

Wijkprogrammering is meer en meer sturend voor samenwerking en maatwerk in wijknetwerken.

Versterken van next skills en jong leiderschap: de stijgende lijn van investeringen in de sociaal-emotionele vaardigheden van kinderen en jongeren in de stad wordt in 2021 minstens op hetzelfde niveau gehouden. Dit betreft vooral preventieve interventies die effectief zijn om risico’s tegen te gaan, zoals angst, depressie, agressie en probleemgedrag. Door de coronacrisis heeft een groot aantal kinderen en jongeren meer last van angst- en depressieklachten, wat een investering in sociaal emotionele vaardigheden extra belangrijk maakt.  De investeringen die afgelopen jaren gedaan zijn, zijn op bepaalde onderdelen uitgebreid, zoals op het gebied van interventies voor de doelgroep jongeren. In dit licht heeft de gemeente Rotterdam ook bijgedragen aan de ontwikkeling van de GrowIt-app van het Erasmus MC om enerzijds zicht te houden op de mentale ontwikkeling van jongeren en anderzijds ze te helpen met positieve sociaal-emotionele strategieën. Vanwege de coronacrisis heeft het Rotterdamse innovatieplatform Walstroom een informatiepunt opgezet voor leren tijdens en na corona, gericht op de sociaal-emotionele vaardigheden van kinderen omdat deze vaardigheden door de crisis extra onder druk staan: https://www.rotterdam.nl/werken-leren/sociaal-emotioneel-leren/  

Passende, tijdige en integrale hulp van het lokale wijknetwerk, om het beroep op dure gespecialiseerde jeugdhulp te verminderen (verschuiving van de achterkant naar de voorkant). Hoe doen we dat? In alle gebieden organiseren wij met het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) wijkgerichte bijeenkomsten op het verstevigen van de ketensamenwerking tussen partners die een rol spelen bij het opgroeien en opvoeden van kinderen en jongeren. 
Deze wijkgerichte bijeenkomsten zijn vanwege de Coronamaatregelen in het teken komen te staan van het gezamenlijk (met onderwijs en kinderopvang en peuterspeelzalen) in beeld brengen en houden van de kwetsbare kinderen/gezinnen, deze te voorzien van passende ondersteuning en hulp en zo nodig toe te leiden naar het wijkteam. Daarmee is de focus van de inzet van CJG meer komen te liggen op de kwetsbare kinderen/gezinnen en wordt in de wijken en gebieden maatwerk geleverd op basis van de signalen van CJG-professionals en ketenpartners. Een andere doelgroep waar CJG zich nu specifiek op richt is de -9 maanden doelgroep in kader van het programma Stevige Start. De geboortecontactpersonen van CJG halen de contacten met verloskundigen verder aan om samen zo vroeg mogelijk signalen van kwetsbaarheid op te kunnen vangen. Deze situatie is nog altijd actueel gezien de huidige omstandigheden rondom Covid-19.  
Om de samenwerking binnen de wijknetwerken te optimaliseren is in 2019 per gebied een ‘Lokale verbeteragenda’ gemaakt. Omdat de zwaarte van de opgaven en de netwerken per gebied of wijk verschillend zijn is gekozen voor lokaal maatwerk. In het ene gebied is de agenda het verbeteren van op- en afschaling van het wijkteam en in het andere gebied de kennis over vroegsignalering. De contacten en de netwerksamenwerking in de wijken worden met de Wijkprogrammering als de spin-in-het-web steeds steviger. Deze manier van werken wordt meer en meer leidend, bevordert de samenwerking en maakt gedeelde belangen op een gezamenlijke preventie aanpak voor iedereen zichtbaar. De bijeenkomsten van de wijknetwerken worden door de veiligheidsmaatregelen rond de coronacrisis bemoeilijkt. Zoveel mogelijk worden de contacten met de wijknetwerkpartners in de gebieden onderhouden en wordt hun inzet en samenwerking door gebiedsadviseurs Jeugd met MS Teams en andere digitale communicatiemiddelen geïnventariseerd, gecoördineerd en onderling uitgewisseld. Veiligheidsrisico’s in buurten worden in kaart gebracht en waar mogelijk gedeeld. Professionals in wijken zoals het jongerenwerk spelen hierin een belangrijk rol. Het belang van goed partnerschap, presentie en samenwerking in wijken wordt met deze crisis extra onderstreept. De methodiek Wijkprogrammering heeft een sturend effect op de gezamenlijke inzet. De methodiek Wijkprogrammering heeft een sturend effect op de gezamenlijke inzet. De wijknetwerken werken hierdoor met elkaar aan de gestelde doelen/maatschappelijk resultaten, maar ook hier zien we dat er veel creativiteit en extra inzet nodig is om de jeugd te bereiken en te kunnen ondersteunen in deze coronatijd. 

Ontwikkelingen 2022-2025

OZA 
In augustus 2022 wordt gestart met de uitvoering van de nieuwe inkoop Jeugdhulp in het Onderwijs. Hierbij worden keuzes gemaakt ten aanzien van de inzet op regulier onderwijs, speciaal onderwijs en MBO. Voor wb inzet jeugdhulp in regulier onderwijs en aanbod aan dagprogramma’s voor zorg en onderwijs wordt naar verwachting aangesloten bij de inkoop lokale jeugdhulp; overig aanbod zal met de OZA inkoop worden georganiseerd.
Risico: Vraag naar jeugdhulp in het regulier onderwijs a.g.v. toenemende problematiek (inclusief onderwijs en gevolgen corona) is groter dan het aanbod. Dit ondervangen we door eerder preventief in te zetten op ondersteuning van jeugdigen, middels een uitbreiding van de opdracht aan het schoolmaatschappelijk werk én het samenstellen van een ambulant specialistisch team dat kennis kan delen over het herkennen van en omgaan met beperkingen en psychische klachten.
Corona: Najaar 2020 werd duidelijk dat door de corona maatregelen OZA trajecten niet konden worden afgerond, waardoor nieuwe trajecten niet direct konden starten en er wachtlijsten ontstonden. De achterstanden van 2020 zijn weggewerkt. De vraag naar OZA neemt in 2021 echter zodanig toe, dat er opnieuw wachtlijsten dreigen te ontstaan. Om te voorkomen dat kinderen die dat echt nodig hebben in de knel komen, zijn meer middelen vrijgemaakt. Bovendien wordt intensiever gebruik gemaakt van de mogelijkheid binnen de OZA regeling om, voorafgaand aan de toekenning van een maatwerkvoorziening OZA, te starten met een kortdurend traject. 
 
Jeugdhulp 
Jongeren worden hard getroffen door de corona crisis. Uit onderzoek blijkt dat zij het zwaar hebben met corona en de onzekerheid die deze crisis met zich meebrengt. Gebrek aan contacten en afleiding zorgen voor stress en moedeloosheid. Depressieve klachten, eetstoornissen, gedachten aan zelfmoord, het zijn ontwikkelingen waar grote zorgen over zijn. De druk op jeugdhulp, met name op de Jeugd GGZ neemt toe en kan hierdoor nog enkele jaren aanhouden.
Cruciaal is dat elk kind met een crisis- of spoedvraag toegang heeft tot hulp. Met aanbieders is afgesproken dat crisis- en spoedhulp altijd geleverd wordt. In het regionale dagelijks bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Jeugdhulp Rijnmond (GRJR) is besloten extra middelen beschikbaar te stellen om deze zorg te blijven bieden. 
Tegelijkertijd vindt er een intensief gesprek plaats tussen de jeugdregio Rijnmond en het Rijk over de knellende budgetten en mogelijke oplossingen voor zowel de korte als lange termijn. Vanuit het openhouden van spoedhulp en het bieden van vervolghulp wordt gewerkt aan een aanpak van wachtlijsten tot een acceptabel niveau. Hier is het Rijk bij nodig. Landelijk zijn grote tekorten ontstaan op jeugdhulpbudgetten bij gemeenten en ook regio Rotterdam kampt met oplopende kosten. Een in 2020 uitgevoerd onderzoek van AEF laat zien dat landelijk gemeenten 1,6 tot 1.8 miljard tekortkomen. Ook voor Rotterdam geldt dat er vanuit eigen reserves middelen beschikbaar worden gesteld aan jeugdhulp en dat geconstateerd wordt dat dit nog niet voldoende is. Op 22 april 2021 werd bekend dat vanuit het Rijk extra middelen voor actuele problematiek beschikbaar komen (landelijk € 613 miljoen voor jeugd-GGZ). Daarnaast wordt aan de slag gegaan met maatregelen om de structurele houdbaarheid van de uitvoering van de Jeugdwet te verbeteren.
Bij Jeugdhulp en een aantal andere zorgketens is er de urgentie en noodzaak voor betere samenwerking.
Dit is niet alleen nodig om tijdig passende zorg en ondersteuning aan cliënten te bieden. Het is ook nodig om deze met elkaar te kunnen (blijven) organiseren. Bijvoorbeeld omdat er personele krapte is in de zorg. Deze krapte werkt ook door in de cao’s die afgesloten worden en in de kosten van de zorg die de gemeente inkoopt.

 

Wat willen we bereiken

Effect indicatoren

Jeugdhulp

Preventie

Wat gaan we daar voor doen

Prestatie indicatoren

Jeugdhulp

Preventie

Effectindicatoren 201820192020202120222023
Doelrealisatie Jeugdhulp* Streefwaarde nvt zie toelichting zie toelichting in ontwikkeling in ontwikkeling in ontwikkeling
Realisatie   zie toelichting zie toelichting      
Uitval Jeugdhulp** Streefwaarde         in ontwikkeling in ontwikkeling
Realisatie            
* Regionaal is aangesloten op de landelijke outcome indicatoren voor het meten van outcome. Deze indicatoren en de levering hier van zijn nog in ontwikkeling. Het betreft de volgende indicatoren:
1. Reden beëindiging jeugdhulp
2. Cliënttevredenheid
3. Doelrealisatie
3.1 De mate waarin cliënten na jeugdhulp zonder hulp verder kunnen;
3.2 De mate waarin er na beëindiging van de jeugdhulp geen nieuwe start hulp is;
3.3 De mate waarin er sprake is van afname problematiek / toename zelfredzaamheid / toename participatie;
3.4 De mate waarin de overeengekomen doelen zijn gerealiseerd.
Recent zijn de indicatoren 1 t/m 3.2 uitgevraagd voor de regionaal ingekochte specialistische jeugdhulp in het jaar 2020. De respons was nog onvoldoende om over te rapporteren. Dit is in lijn met de landelijke trend. De GRJR is in gesprek met aanbieders over kwantiteit en kwaliteit van deze gegevens.

** De indicatoren 3.3 en 3.4 zijn nog niet opgenomen in het landelijk protocol beleidsinformatie Jeugd omdat de ontwikkeling van deze indicatoren op landelijk niveau nog niet is afgerond. Deze indicatoren zijn om die reden nog niet uitgevraagd.

 

 
Prestatie-indicatoren 20192020202120222023
Aantal huisartsen met een POH GGZ* Streefwaarde 15 25 35 40  
Realisatie 20        

Toelichting indicatoren

* 2020 - Door het coronavirus worden huisartsen minder bezocht, het is denkbaar dat de inzet van POH daardoor ook lager is dan we hadden verwacht en begroot.

Wat kost het

Eerste HerzieningVoorjaarsnota
Overzicht van baten en lasten Maatwerkdienstverlening 18-Realisatie
2020
Begroting
2021
Raming
2022
Raming
2023
Raming
2024
Raming
2025
Baten exclusief reserves56613.84817.27717.25017.25017.250

Bijdragen rijk en medeoverheden 559 13.848 17.277 17.250 17.250 17.250
Overige opbrengsten derden 8 0 0 0 0 0
Lasten exclusief reserves45.35054.57557.28258.68156.87656.876

Apparaatslasten 1.430 1.792 1.794 1.794 1.794 1.794
Inhuur 29 0 0 0 0 0
Overige apparaatslasten 11 32 33 33 33 33
Personeel 1.389 1.760 1.761 1.761 1.761 1.761
Intern resultaat 494 471 471 471 471 471
Intern resultaat 494 471 471 471 471 471
Programmalasten 43.426 52.312 55.017 56.416 54.612 54.612
Inkopen en uitbestede werkzaamheden 4.439 6.337 7.511 21.206 19.401 19.401
Overige programmalasten 188 0 0 0 0 0
Sociale uitkeringen 33.550 39.195 41.580 29.282 29.282 29.282
Subsidies en inkomensoverdrachten 5.250 6.781 5.926 5.929 5.929 5.929
Saldo voor vpb en reserveringen -44.784 -40.727 -40.005 -41.431 -39.626 -39.626
Saldo voor reserveringen -44.784 -40.727 -40.005 -41.431 -39.626 -39.626
Reserves-4.3841.3080000

Onttrekking reserves 0 1.308 0 0 0 0
Toevoeging reserves 4.384 0 0 0 0 0
Saldo -49.167 -39.419 -40.005 -41.431 -39.626 -39.626

Financiële bijstellingen

Eerste
Herziening
Voorjaarsnota
Bijstellingen Maatwerkdienstverlening 18-Begroting
2021
Raming
2022
Raming
2023
Raming
2024
Raming
2025
Oorspronkelijke begroting 2021 -53.264 -44.200 -42.768 -42.198 -42.198
Bijstellingen Eerste Herziening / Voorjaarsnota 2021 13.844 4.195 1.337 2.572 2.572
Onderwijs Zorgarrangementen Bezuinigingen/Taakstellingen 0 0 0 900 900
Aanvullende rijksmiddelen Jeugdhulp naar aanleiding van onderzoek naar tekorten in de Jeugdzorg Ramingsbijstellingen onvermijdbaar 13.500 13.500 0 0 0
Bestemmingsreserve Tweedelijns Wmo en Jeugdhulp Ramingsbijstellingen onvermijdbaar 1.308 0 0 0 0
Externe bijdragen (onderzoeken) jeugd(hulp) Ramingsbijstellingen onvermijdbaar 0 0 0 0 0
Indexatie 2021 Ramingsbijstellingen onvermijdbaar 0 -464 -453 -448 -448
Onderbesteding opleidingen en dienstreizen Ramingsbijstellingen onvermijdbaar 2 0 0 0 0
Stijgende zorgvraag Ramingsbijstellingen onvermijdbaar -2.607 2.756 0 0 0
Aanpak problematiek jeugdzorg Taakmutaties 0 0 0 0 0
Compensatieregeling Voogdij 18+ Taakmutaties 0 0 0 0 0
Ketensystemen Jeugd Taakmutaties 0 0 0 0 0
Mutatie rijksbijdrage ten behoeve van uitvoeringskosten Jeugdhulp van de Sociale Verzekeringsbank Taakmutaties 295 0 0 0 0
Verlenging extra rijksmiddelen Jeugdhulp 2019-2021 Taakmutaties 0 -13.500 0 0 0
Technische wijzigingen Technische wijzigingen 1.348 1.903 1.790 2.120 2.120
Begroting na wijzigingen -39.419 -40.005 -41.431 -39.626 -39.626

Toelichting financiële bijstellingen

Onderwijs Zorgarrangementen

Voor een sluitend meerjarig financieel beeld zijn de intensiveringen van het huidige College-akkoord vanaf 2024 volledig teruggedraaid. Voor dit onderdeel gaat het om € 900 (in totaal was de intensivering € 1,8 mln).

 

Aanvullende rijksmiddelen Jeugdhulp naar aanleiding van onderzoek naar tekorten in de Jeugdzorg

Op 22 april 2021 werd bekend dat gemeenten eenmalig € 613 mln ontvangen voor de knelpunten in de jeugdzorg. Aanleiding was een onderzoek van een adviesbureau AEF dat liet zien dat gemeenten veel meer geld aan jeugdzorg uitgeven dan dat ze via het gemeentefonds ontvangen. In de 2e herziening op de begroting wordt dit in de begroting verwerkt. Hier wordt alvast een voorschot genomen door in 2021 én 2022 een stelpost van in totaal € 27 mln - beide jaren € 13,5 mln - op te nemen.

 

Bestemmingsreserve Tweedelijns Wmo en Jeugdhulp

In 2021 bedraagt het verschil tussen verwachte uitgaven voor zorg en beschikbare middelen (Wmo, Jeugd, Welzijn) € 19,5 mln. Dit wordt volledig gedekt uit de bestemmingsreserve Tweedelijns Wmo en Jeugdhulp. Op taakveld maatwerkdienstverlening 18- is het verschil € 2,6 mln, maar op taakveld Wijkteams en Wmo-loketten was het budget € 1,3 mln te hoog. Per saldo wordt op dit taakveld een onttrekking van € 1,3 mln begroot.

Het verschil bedraagt in 2022 € 71,2 mln. Hiervan wordt € 6,3 mln gedekt uit genoemde bestemmingsreserve. Hiervan wordt overigens géén tekort op dit taakveld gedekt.

 

Externe bijdragen (onderzoeken) jeugd(hulp

Op dit taakveld worden bijdragen ontvangen - lasten en baten stijgen met hetzelfde bedrag - voor:

  • transformatie jeugdhulp (restant): € 74 (alleen in 2021)
  • onderzoek ontwikkeling wijkgerichte methode praktijkondersteuners huisartsen: € 100 (€ 73 in 2021 en € 27 in 2022)

 

Indexatie 2021

De overheidsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling in de zorg (OVA) is bij de begroting 2021 slechts voor 75% verwerkt in de meerjarenbegroting. Dit terwijl de afspraak is zorgaanbieders jaarlijks voor 100% hiervoor te compenseren. In totaal bedraagt deze correctie € 4,0 mln. Voor dit taakveld gaat het om € 464 in 2022 aflopend tot € 448 vanaf 2024.

 

Onderbesteding opleidingen en dienstreizen

Vanwege corona wordt er in 2021 minder gebruik gemaakt van het budget voor opleidingen en dienstreizen. De begroting is hier met € 2 op aangepast.

 

Stijgende zorgvraag

In 2021 bedraagt het verschil tussen verwachte uitgaven voor zorg en beschikbare middelen (Wmo, Jeugd, Welzijn) € 19,5 mln. Dit wordt volledig gedekt uit de bestemmingsreserve Tweedelijns Wmo en Jeugdhulp. Voor dit taakveld gaat het om € 2,6 mln.

Het verschil bedraagt in 2022 € 71,2 mln. Dit wordt voor € 6,3 mln gedekt uit de bestemmingsreserve Tweedelijns Wmo en Jeugdhulp. Voor het restant zijn door het college middelen ter beschikking gesteld. Hiervan wordt overigens géén tekort op dit taakveld gedekt.

 

Mutatie rijksbijdrage ten behoeve van uitvoeringskosten Jeugdhulp van de Sociale Verzekeringsbank

De Sociale Verzekeringsbank (SVB) heeft meer budget nodig voor de uitvoering van de werkzaamheden voor het Persoonsgebonden Budget (PGB). Het tekort moeten de gemeenten bijleggen. Voor dit taakveld gaat het om € 295.

 

Verlenging extra rijksmiddelen Jeugdhulp 2019-2021

Het Rijk stelde in 2019, 2020 en 2021 aan gemeenten jaarlijks € 300 mln beschikbaar voor tekorten in de jeugdhulp; het Rotterdams aandeel hierin is jaarlijks € 13,5 mln. Bij de begrotingsbehandeling 2021 heeft het kabinet dit met een jaar verlengd.

 

Technische wijzigingen

In taakveld maatwerkdienstverlening 18- zijn er diverse technische wijzigingen geweest. Direct achter de technische wijziging is het effect op het saldo weergegeven. De wijzigingen zijn:

  • Stijging van de formatie van de Uitvoeringsorganisatie. De GR Jeugdhulp Rijnmond heeft hiervoor haar bijdrage verhoogd. Dit leidt tot een verschuiving van programmalasten naar apparaatslasten van € 1,3 mln in 2021 tot € 1,7 mln (inclusief afdracht overhead) vanaf 2022.
  • Voor de taken jeugd(hulp) is de formatie aangepast aan wat nodig is. Hierdoor stijgen de lasten met € 856 in 2021 en € 1,1 mln (inclusief afdracht overhead) vanaf 2022. Financiering vindt plaats uit verlaging van het structurele inhuurbudget met € 495 (verlaging van apparaatslasten) en verschuiving van programmalasten naar apparaatslasten.
  • Door genoemde stijging in formatie wordt er meer budget voor apparaatslasten doorbelast op dit taakveld (€ 360).
  • Budgetten zijn vanaf 2022 met € 1,6 mln gestegen vanwege indexering budgetten.

Beleidskaders, beleidsmonitoren en wet- en regelgeving

Beleidskaders

Beleidsmonitor

Wet- en regelgeving

Omschrijving taakveld

Elke jonge Rotterdammer moet gezond, veilig en kansrijk kunnen opgroeien. Dit doen we door stevige preventie in te zetten: gericht op de meest relevante factoren (beschermende factoren en risicofactoren) die bijdragen aan een kansrijke, veilige en gezonde ontwikkeling van jeugdigen. Met het beleidskader Jeugd ‘Rotterdam Groeit’ zetten we in op het voorkomen van problematiek en het versterken van perspectief. We stimuleren jonge Rotterdammers daarom mee te doen in de stad, bieden lichte ondersteuning als dat zelfstandig of als gezin niet voldoende lukt en wanneer de omgeving dat zelf niet kan bieden. Als het noodzakelijk is, zetten we jeugdhulp in. Vormen van jeugdhulp die onder dit taakveld vallen zijn doelgroepenvervoer jeugd, jeugdhulp in gezinsarrangementen, PGB Jeugd, Kinderopvang Sociaal Medische Indicatie en Onderwijs Zorg arrangementen.

Tegelijkertijd scheppen we de juiste voorwaarden voor jeugdigen waarmee het wel goed gaat, zodat zij zich nog beter kunnen ontwikkelen.