Jaarstukken 2021

Met nieuwe energie bouwen aan de stad van morgen

Onderwijsbeleid en leerlingzaken Pagina 56

Onderwijsbeleid en leerlingzaken

Beleidskaders, -monitors en wetgeving

Bevorderen van kansengelijkheid in het onderwijs.

Het stimuleren van een passend, toegankelijk, gedifferentieerd en kwalitatief hoogwaardig onderwijsaanbod in de hele stad.

Voldoende goede leraren, pedagogisch medewerkers, schoolleiders en instructeurs.

Het verminderen van schooluitval.

Met het onderwijsbeleid 'Gelijke kansen voor elk talent' investeren we in kansengelijkheid in het Rotterdamse onderwijs, zodat alle Rotterdamse kinderen het beste uit zichzelf kunnen halen. In deze tijden van corona blijkt deze investering harder nodig dan ooit. Het is voor het onderwijs een zwaar jaar geweest. In 2021 kwam het Gezamenlijk regieteam Corona Kinderopvang, Peuteropvang & Onderwijs geregeld bij elkaar ten tijde van corona-maatregelen voor het onderwijs. Dit regieteam maakte waar nodig stadsbrede afspraken voor de uitvoering van de maatregelen en voerde een afgestemde lobby richting het rijk.

In februari werd het Nationaal Programma Onderwijs (NPO) aangekondigd. Dit om scholen te ondersteunen bij het herstel na de crisis. Voor de inzet van de gemeentelijke NPO-middelen is in Rotterdam in samenspraak met het onderwijsveld een passende aanpak ontwikkeld. Centraal in deze aanpak staat het verstevigen van het netwerk van partners in de stad en van de scholen. Oftewel, het versterken van 'de schil om de school'.

Naast het NPO en de activiteiten rondom corona, werkten we hard aan de uitvoering van 'Gelijke kansen voor elk talent'. Onderstaand leest u de geboekte voortgang per thema. 


​​​Overgangsmomenten in het onderwijs
De overgangen in het onderwijs zijn cruciale momenten voor de schoolcarrières van leerlingen. In het Rotterdamse onderwijsbeleid ‘Gelijke kansen voor elk talent’ spraken we af om de kansengelijkheid te bevorderen door de overgangen tussen schoolsoorten te verbeteren. Hieronder enkele voorbeelden van maatregelen die zijn ingezet om de overgangen te verbeteren:

  • Overgang vve-po
    Om de kwaliteit van de doorgaande leerlijn te verbeteren, formuleerde de gemeente met alle voor- en vroegschoolse (vve) partners afspraken voor het verbeteren van de doorgaande lijn tussen de voor- en vroegschool en het versterken van de vroegschool (groep 1 en 2). Scholen werken hierdoor doelgericht aan het verder verbeteren van de kwaliteit van groep 1 en 2. Om basisscholen en voorscholen hierbij te ondersteunen zijn er best practices beschikbaar gesteld. 
     
  • Overgang po-vo
    Bij de overgang van primair onderwijs (po) naar voortgezet onderwijs (vo) is een schooladvies van belang voor de verdere schoolloopbaan van een kind. Met alle Rotterdamse vo-besturen maakten we afspraken over optimale opstroom- en doorstroommogelijkheden voor alle kinderen. Door schoolsluitingen en thuisonderwijs werd het onderwijsveld opnieuw extra belast en liep de reguliere uitvoering van de afspraken vertraging op. We gaan hier komend jaar mee verder. 
  • Overgang vo-mbo-ho
    Het convenant ‘Samen werken aan een betere aansluiting vo-mbo’ is in uitvoering. Rotterdamse vo- en mbo-besturen formuleerden in het convenant afspraken voor succesvolle en kansrijke loopbanen voor vmbo- en havo-leerlingen in het mbo. Ook omarmden onderwijsinstellingen de position paper 'Rotterdamse schoolloopbanen van vo tot ho'. Daarbij hebben onderwijsinstellingen de ambitie om met elkaar te onderzoeken of er tussenmomenten mogelijk zijn om te beoordelen of leerlingen nog op het goede spoor zitten.


Kwaliteit en toegankelijkheid
Om de kwaliteit en de toegankelijkheid van het onderwijs te verbeteren, zetten we samen met het onderwijs in op onderstaande sporen:

  • Voor het verbeteren van de schoolprestaties, het verkleinen van de schoolverschillen en het wegwerken van coronavertragingen, zijn afspraken gemaakt met scholen. De hiervoor verstrekte subsidies zijn onder andere ingezet voor taal en rekenen, mentorprogramma’s en huiswerkbegeleiding. Recent onderzoek toont aan dat het verbeteren van de basiskwaliteit van het onderwijs het meest effectief is om mogelijke leervertragingen door de coronacrisis weg te werken. Uit inspectiegegevens blijkt dat in Rotterdam in 2021 vier scholen in het basisonderwijs en vijf afdelingen van één school in het voorgezet onderwijs als ‘onvoldoende’ zijn beoordeeld. Goed nieuws is dat er geen ‘zeer zwakke’ scholen meer zijn in Rotterdam en het aantal scholen met het oordeel ‘goed’ in de afgelopen drie jaar is toegenomen.
     
  • Om het bereik van de voorschool te vergroten, is de subsidieregeling ‘Voorschoolse Educatie’ aangevuld met de indicatie ‘Gelijke kansen’. Met deze indicatie hoeven ouders met schuldproblemen geen ouderbijdrage te betalen voor de voorschool. Hun peuter kan gratis naar de voorschool, want juist deze peuters hebben veel baat bij deelname aan de voorschoolse educatie. Via medewerkers schuldsanering, schuldhulpverlening en bijstandsuitkeringen brengen we de regeling bij deze gezinnen onder de aandacht. Voor gezinnen die nog niet zijn bereikt startte een gerichte informatiecampagne. Verder zijn we vanaf het nieuwe schooljaar (2021-2022) gestart met een gratis en vrijblijvend kennismakingsaanbod vroegschoolse educatie. Tijdens deze kennismakingsperiode begeleidden de instellingen ouders en gaven ze voorlichting over kosten en het eventueel aanvragen van kinderopvanginstellingen.


Aansluiting onderwijs en jeugdhulp
Voor een goede aansluiting van onderwijs op jeugdhulp zorgen gemeente, schoolbesturen en de samenwerkingsverbanden passend onderwijs dat de basis op orde is. Voor elk kind is er een passende plek in het onderwijs, een stevige ondersteuningsstructuur op school en een goed pedagogisch klimaat. Hiervoor zetten we in op een stevige rol van het schoolmaatschappelijk werk, goede afspraken tussen de school en het wijkteam en de voorbereiding van nieuwe inkoop van onderwijszorgarrangementen.  

Vooruitlopend op de landelijke ontwikkelingen, heeft Rotterdam het leerrecht van elk kind centraal gezet. Ook voor kinderen met een leerplichtontheffing op fysieke of psychische gronden. Er is een toename van het aantal vrijstellingen van onderwijs. We hebben een nieuwe werkwijze ingevoerd en kijken steeds welke maatregelen nodig zijn om het aantal vrijstellingen terug te brengen. De concrete uitwerking van de stedelijke aanpak zijn de leerrechtpilots. We zijn gestart met de eindevaluatie van deze pilots. Doel van die evaluatie is om de opgedane inzichten uit de pilots structureel te verankeren.

De aanpak van de Taskforce Thuiszitters om op tijd te zorgen voor een passend aanbod van onderwijs en/of jeugdhulp voor jongeren, is de afgelopen periode verder verfijnd door aansluiting van de wijkteams. Daarnaast zetten we in op preventie om te voorkomen dat (ziekte)verzuim van een leerling leidt tot thuiszitten. Dit doen we bijvoorbeeld met de campagne ‘Oog voor jou, van verzuim naar aanwezigheid’, het beter signaleren en ondersteunen van zieke leerlingen (interventie PATS van het CJG) en met een campagne over het stimuleren van aanwezigheid op school.


Leraren
Met de Rotterdamse aanpak leraren richten we ons op het beperken van het lerarentekort en de tekorten in de kinderopvang. De aanpak is opgebouwd uit onderstaande actielijnen:

  • Vergroten instroom
    Het aantal nieuwe zij-instromers in het onderwijs dat in 2021 is gestart komt uit op 86 en blijft groeien. Deze zij-instromers kunnen veelal binnen een jaar zelfstandig voor de klas staan. Ook het aantal pabostudenten steeg. Potentiële leraren worden via het project ‘Leraar van buiten’ actief begeleid en voorgelicht over de mogelijkheden van werken in het onderwijs.
  • Beperken uitstroom & professionaliseren en binden aan de stad
    Alle vo-besturen en grote mbo-instellingen zijn aangesloten bij de Opleidingsschool Rotterdam. Hier werken lerarenopleidingen en scholen nauw samen om aankomende leraren voor te bereiden op de onderwijspraktijk. Het aantal opleidingsplaatsen bij de Opleidingsschool is dit jaar uitgebreid van 591 naar 830 plaatsen. Ook zijn er in 2021 subsidies toegekend voor projecten gericht op het verminderen van de werkdruk en het begeleiden van starters en stagiair(e)s. Het is mede hierdoor gelukt om voor alle pabostudenten en studenten van de lerarenopleiding een stageplaats te vinden. Ook kunnen leraren onder bepaalde voorwaarden voorrang krijgen op de huizenmarkt. In 2021 werden 32 woningen in Bloemhof en Hillesluis met voorrang toegewezen aan maatschappelijke beroepsgroepen.
  • Anders organiseren en opleiden
    In het kader van anders organiseren werken het Rijk, schoolbesturen en gemeenten samen. De komende jaren blijft er een tekort aan traditioneel opgeleide leraren. We kijken daarom ook naar andere vakbekwame professionals die een bijdrage kunnen leveren aan het onderwijs, zoals onderwijsassistenten en vakkrachten. Daarnaast stimuleren we nieuwe opleidingsvormen en werken hiervoor samen met de opleidingsinstanties. Zo zijn we gestart met de ‘brede route’: een opleiding waar studenten van verschillende disciplines, zoals onderwijs en zorg en welzijn, gezamenlijk stagelopen.


Burgerschap
Aan de hand van het in 2020 vastgestelde manifest burgerschap werken we samen met het scholenveld verder aan 'een veilige oefenplaats voor burgerschap'. Het belangrijkste uitgangspunt van dit manifest is dat het onderwijs een oefenplaats is waar je niet perfect hoeft te zijn, waar je fouten mag maken en waar je mag oefenen. Het is een veilige plek waar ruimte is voor lastige gesprekken en het behandelen van moeilijke onderwerpen in de klas. De gemeente faciliteert scholen bij hun soms ingewikkelde opdracht. We ondersteunen scholen o.a. door middel van subsidie voor deskundigheidsbevordering en goede burgerschapsinitiatieven.


Aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt
We stimuleren de doorstroom van jongeren naar hogere opleidingsniveaus en willen dat jongeren bewuster kiezen voor een opleiding en sector. Hieronder enkele voorbeelden van maatregelen die in 2021 zijn ingezet:

  • met de Rotterdamse Leerwerkakkoorden werken we samen met het onderwijs en bedrijfsleven aan een toekomstbestendige en inclusieve arbeidsmarkt in de regio Rotterdam-Rijnmond. Een belangrijk onderdeel hiervan is de oprichting van het Rotterdams Scholingsfonds, waardoor gediplomeerde jongeren zich kosteloos kunnen om- of bijscholen in kansrijke sectoren, zoals de zorg, bouw of techniek;
  • door een gecoördineerde actie vanuit de mbo-onderwijsinstellingen, bedrijfsleven, Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs (SBB) en de gemeente brachten we het tekort aan stages en leerbanen in de regio Rotterdam-Rijnmond terug van 4.000 naar 779;
  • in samenwerking met schoolbesturen en IT Campus vervolgden we in 2021 het begeleidingstraject 'Expeditie Digitaal'. Hierbij werken scholen uit primair, voortgezet en speciaal onderwijs onder professionele begeleiding aan een eigen digitaliseringsplan. Zo zorgen we dat scholen zich zelfstandig en duurzaam kunnen inzetten voor digitale geletterdheid.
  • in 2021 vonden diverse (online) activiteiten plaats om belangstelling voor techniek te stimuleren, zoals de Wetenschap- en Technologiechallenge010. Naast specifieke inzet voor de IT- en technieksector, zette de gemeente breder in op loopbaanorientatie door hiervoor subsidies aan scholen te verstrekken.


Talentontwikkeling
Om gelijke kansen te realiseren en talenten van kinderen beter te benutten, werken wij in het Nationaal Programma Rotterdam-Zuid met onderwijsinstellingen en vele partners aan de Dagprogrammering: tien uur extra schooltijd. In die uren bieden scholen extra activiteiten aan op het gebied van onder andere taal, rekenen, sociaal-emotioneel leren, sport en gezondheid, kunst en cultuur, wetenschap en techniek, ICT en media. Binnen de Children's Zone bieden nu alle 30 po-scholen Dagprogrammering aan en buiten het focusgebied doen zes scholen mee. Dat zijn twee scholen meer dan in 2020. Daarnaast breidden we de Dagprogrammering als pilot uit naar 8 scholen in het voortgezet onderwijs op Rotterdam-Zuid. Na een proefperiode van twee jaar evalueren we of er een vervolg komt. Het jaar 2021 werd overigens zwaar belast door de corona-epidemie, met opnieuw schoolsluitingen en beperkende maatregelen. Tijdens de lockdown vanaf eind 2020 lag de Dagprogrammering hierdoor grotendeels stil. Scholen boden in sommige gevallen online lessen aan en/of buitenactiviteiten op het schoolplein. Daarnaast werden aanbieders van de Dagprogrammering in de coronanoodopvang ingezet.


Veiligheid
Het actieplan Veiligheid is in uitvoering. Het doel is het verstevigen van de sociale veiligheid in het voortgezet onderwijs en mbo. Er wordt structureel gewerkt aan een nauwere samenwerking tussen scholen en veiligheidspartners. Verschillende maatregelen uit het actieplan zijn in werking, zoals:

  • in en rond vijftien onderwijslocaties in de stad is extra grenzenstellend jongerenwerk mogelijk gemaakt. Grenzenstellend jongerenwerk opereert daarnaast in de onlinewereld van jongeren, in de wijk en bij jongeren thuis;
  • het Zorg- en Veiligheidshuis Rotterdam Rijnmond (ZVHRR) coördineert de persoonsgerichte aanpak voor jongeren die betrokken zijn bij steekincidenten. Zodra een jongere betrokken was bij een steekincident, wordt de school geïnformeerd en uitgenodigd voor een maatgerichte aanpak;
  • het voortgezet onderwijs zette de gezamenlijke subsidie voor sociale veiligheid in om de deskundigheid te bevorderen. In 2021 werd de werkwijzer 'Agressie en wapenbezit in de klas' gelanceerd. Dit is een overzichtelijke kaart voor Rotterdamse v(s)o-docenten die ondersteuning biedt bij het signaleren van en handelen bij agressie in de klas.


Voortijdig schoolverlaten (VSV)

  • Met de samenwerkingspartners (scholen, gemeenten en samenwerkingsverbanden) startte het nieuwe programma VSV Rijnmond 2020-2024.
  • In coronatijd werkten we dit jaar nauw samen met scholen en andere organisaties om het contact te herstellen met onbereikbaar gemelde scholieren en mbo-studenten.
  • Jongeren die het vmbo verlaten (met en zonder diploma) zijn gevolgd in hun overstap naar een vervolgopleiding. Wanneer ze geen nieuwe schoolinschrijving hadden, zijn ze benaderd en is ondersteuning aangeboden.
  • Er is in 2021 een doorlopende Leerplicht aanpak gerealiseerd van Primair Onderwijs tot en met Mbo. Hierbinnen valt de hele range van kinderen en jongeren van 4 tot 23 jaar.
  • De gemeentelijke Regionaal Meld- en Coördinatiepunt-functie om voortijdig schoolverlaters te benaderen en te begeleiden werkt sinds 2021 zowel schoolgericht- als wijkgericht.
  • Met scholen en partijen uit het domein arbeid is een programma voorbereid om jeugdwerkgelegenheid voor gediplomeerde schoolverlaters en vsv’ers te versterken.
  • Leerlingen van praktijkonderwijs en voortgezet speciaal onderwijs zijn gemonitord. Daarbij begeleidden onze partners arbeidsbeperkte jongeren naar garantiebanen.
  • Mbo-scholen bieden met onze steun extra begeleiding aan hun leerlingen/studenten en werken in en rond de klas nauw samen met zorgorganisaties.
  • Dit jaar zijn ruim 1.400 oude vsv’ers benaderd. Het is gelukt om met 90% van de jongeren uit deze groep contact te leggen en/of inzichtelijk te krijgen wat hun situatie nu is. Waar nodig en gewenst is hen een ondersteuningsaanbod gedaan.

 

Leerlingenvervoer
In het leerlingenvervoer constateerden we de afgelopen jaren een groei, zowel van het aantal afgegeven indicaties als van inzet van duurdere vormen van vervoer. Onderzoek heeft uitgewezen dat leerlingenvervoer verder kan worden aangescherpt. Er is een nieuwe verordening opgesteld met extra aandacht voor zelfredzaamheid en samenwerking met scholen. De pilot rond zelfredzaamheid is afgerond en de lessen daarvan worden geïmplementeerd binnen de organisatie. Voorop staat dat leerlingenvervoer veelal om maatwerk gaat en verbeteringen zorgvuldig moeten worden getoetst alvorens deze als beleid breder kunnen worden doorgevoerd.

Wat hebben we bereikt?

Effect indicatoren

Wat hebben we daarvoor gedaan?

Prestatie indicatoren
Effectindicatoren 

2018

(2017-2018

2019

(2018-2019)

2020

(2019-2020)

2021

(2020-2021)

2022

(2021-2022)

Collegetarget 6: Meer kinderen/jongeren bereiken een hoger onderwijsniveau            
Doelgroep peuters Streefwaarde 89% 89% 89% 89%  
Realisatie 86% 80% 81% 80%  
Referentie taal Streefwaarde 55,3% 55,8% 56,3% 56,9%  
Realisatie 58% 57,4% N.v.t. N.v.t.  
Referentie lezen Streefwaarde 62,4% 63,9% 65,4% 67,4%  
Realisatie 67% 69,7% N.v.t. N.v.t.  
Referentie rekenen Streefwaarde 35,5% 36,2% 37% 37,8%  
Realisatie 36% 42,9% N.v.t. N.v.t.  
Derde leerjaar VO Streefwaarde 78% 78% 79% 80%  
Realisatie 77% 77% 76,4% 78,9%  
Beroepsbegeleidende leerweg (bbl) Streefwaarde 14% 15,5% 17% 18%  
Realisatie 14% 16% 18% 17%  
Aantal jongeren/kinderen dat langer dan 3 maanden thuiszit zonder passend aanbod van onderwijs- en/of zorg Streefwaarde N.v.t. 110

55

28 14
Realisatie N.v.t. 280 289 236  
NPRZ Onderwijsbeleid: Een hogere gemiddelde score op de Centrale Eindtoets Streefwaarde - - - - 531,9 (2021-2022)
Realisatie N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t.  
Prestatie-indicatoren 201820192020202120222023
Actie leerplichtambtenaar op ongeoorloofd verzuimmelding po en vo Streefwaarde 100% 100% 100% 100% 100% 100%
Realisatie 100% 100% 100% 100%    
Actie leerplichtambtenaar op ongeoorloofd verzuimmelding mbo Streefwaarde 100% 100% 100% 100% 100% 100%
Realisatie 100% 100% 100% 100%    
Alle Rotterdamse vsv-ers zijn in beeld en we werken met hen aan een passende vervolgstap. Streefwaarde 100% 100% 100% 100% 100% 100%
Realisatie 100% 100% 100% 100%    

Toelichting indicatoren

Meer kinderen/jongeren bereiken een hoger onderwijsniveau 
Hieronder vallen vier meetbare sub targets voor de verschillende sectoren van de onderwijsportefeuille: 

  • 1. Het percentage driejarige doelgroeppeuters dat gebruik maakt van het extra aanbod ‘spelen en leren’ blijft minimaal gelijk. Het extra aanbod ‘spelen en leren’ is het wettelijk verplichte aanbod voorschoolse educatie aan peuters met een risico op taalachterstand (zogenaamde doelgroeppeuters). Bij de lancering van ‘Gelijke kansen voor elk talent’ gaven we aan dat het een hele uitdaging wordt om 89% van de driejarige doelgroeppeuters te bereiken vanwege het personeelstekort in de kinderopvang, nieuwe wettelijke eisen, een veranderde definitie van de doelgroep en een toename van het aantal driejarige peuters. Dat bleek ook zo te zijn: in 2019 bereikten we 81% van alle driejarige doelgroeppeuters in Rotterdam. Door de coronapandemie liep de deelname aan de Rotterdamse voorschoolse educatie door doelgroeppeuters in 2020 aanzienlijk terug. Doordat ouders wachten met deelname van hun peuter, neemt de kans op ontwikkelingsachterstand toe. Om het bereik onder doelgroeppeuters te verhogen is de gemeente in samenwerking met kinderopvangorganisaties, onderwijs en het CJG een informatiecampagne voor ouders en professionals gestart. Daarnaast wordt doelgroeppeuters de mogelijkheid geboden om gratis en vrijblijvend kennis te maken met de voorschoolse educatie.
     
  • 2. Het aantal Rotterdamse basisschoolleerlingen op het streefniveau van de referentieniveaus stijgt in 2021 naar het landelijk gemiddelde van 2017. 
    We werken aan een stijging van het aantal Rotterdamse basisschoolleerlingen dat het streefniveau van de referentieniveaus bereikt. Omdat er door corona in het schooljaar 2019-2020 geen eindtoets is afgenomen, zijn er ook geen cijfers over de referentieniveaus taal, lezen en rekenen. De referentieniveaus worden bepaald aan de hand van de eindtoetsen. In het schooljaar 2020-2021 zijn wel eindtoetsen afgenomen, maar deze hebben geen officiële status. De Inspectie van het Onderwijs zal ze niet gebruiken om scholen te beoordelen, omdat de inspectie de resultaten - door de gevolgen van de coronacrisis op het onderwijs - niet representatief vindt voor de prestaties van de scholen. Er is sinds corona nog meer aandacht voor taal en rekenen in Rotterdam. Veel scholen zetten hun subsidiebudget hiervoor in.  Ook de introductie van de student-tutoren taal en rekenen vanuit het Nationaal Programma Onderwijs zorgt stads breed voor meer inzet op taal en rekenen. 
     
  • 3. Het percentage leerlingen in het derde leerjaar van het vo dat zit op het niveau van het advies van de basisschool of hoger stijgt van 77% in 2017 naar 80% in 2021. 
    In 2020-2021 zat 78,9% van de derdejaars vo-leerlingen in Rotterdam op het door de basisschool geadviseerde óf een hoger niveau: 70,8% zat op het geadviseerde niveau en 8,1% op een niveau hoger dan geadviseerd. Daarmee liggen we op koers voor de collegemijlpaal van 80% in 2021. We zien nog steeds een stijgende lijn in het aantal leerlingen dat in het derde leerjaar onderwijs krijgt op het geadviseerde niveau. Om dit te bereiken hebben po- en vo-besturen met elkaar afspraken gemaakt hoe leerlingen op de juiste wijze (warm) overgedragen kunnen worden. 
     
  • 4. Het aandeel Rotterdamse jongeren dat de beroepsbegeleidende leerweg volgt aan een Rotterdamse mbo-instelling stijgt. 
    Het percentage mbo-studenten dat de bbl volgt, nam in 2020-2021 licht af van 17,7% in 2019-2020 naar 16,7%. De afname is toe te schrijven aan de coronacrisis. Door sluitingen in vele beroepssectoren werden stages en BBL-plekken (tijdelijk) stopgezet. Jongeren maakten daardoor minder vaak de keus voor een BBL-opleiding in die sectoren die door corona gesloten werden. Daardoor neemt het aandeel BBL studenten af onder het totaal aan MBO studenten. De mbo-instellingen, bedrijfsleven, SBB en gemeente Rotterdam hebben een regionaal actieplan stages en leerbanen opgezet om het door de coronapandemie veroorzaakte tekort gezamenlijk terug te dringen. Deze samenwerking is succesvol gebleken. Er werden ruim 1200 nieuwe leerbedrijven aangetrokken en er zijn inventieve vormen bedacht om praktijkleren ondanks de beperkingen mogelijk te maken. De deelnemende partijen hebben besloten om deze succesvolle samenwerking te continueren, in het belang van een structurele aanpak van het stage- en leerbanen tekort.

 

Aantal jongeren/kinderen dat langer dan drie maanden thuis zit zonder passend aanbod van onderwijs- en /of zorg 
In Rotterdam registreert de Taskforce Thuiszitters op basis van de cijfers van Leerplicht het aantal thuiszitters (zonder vrijstelling), de redenen van thuiszitten en de uitstroom. Het totaal aantal leerlingen dat thuiszit, is gedaald van 427 leerlingen in schooljaar 2019-2020 naar 340 leerlingen in schooljaar 2020-2021. Van deze leerlingen zijn er 236 langer dan 3 maanden thuis zonder een aanbod aan onderwijs en/of zorg. Gezien de enorm complexe problematiek en veel verschillende factoren die meespelen bij thuiszitten, is maatwerk en combinaties van inzet vanuit onderwijs en jeugdhulp nodig. Dit kost vaak meer tijd dan 3 maanden.
 

NPRZ Onderwijsbeleid: een hogere gemiddelde score op de Centrale Eindtoets 
Het hoofddoel van de pijler school van het NPRZ is het behalen van hogere onderwijsresultaten. Het in te lopen verschil in onderwijsresultaten tussen die in Rotterdam Zuid en de rest van de G4 wordt vooralsnog gemeten aan de hand van de prestaties op de Centrale Eindtoets (Cito). Eerder is gemeld dat steeds minder scholen gebruik maken van de Cito en dat er in de komende jaren met andere indicatoren van de onderwijsinspectie zal worden gewerkt; er zal dan gewerkt worden met referentieniveaus (fundamenteel en streef) en daarnaast met eindadviezen. Dit gebeurt echter geleidelijk, en tot dat moment blijft het vastgestelde doel de gemiddelde score op de Centrale Eindtoets te verhogen naar 531,9. De effecten van het wegvallen van de eindtoets in 2020 en het advies van het rijk om kansrijk te adviseren in 2020 en 2021 vanwege de coronamaatregelen, zijn in de cijfers nog niet zichtbaar.

Wat heeft het gekost?

Overzicht van baten en lasten Onderwijsbeleid en leerlingzakenOorspronkelijke
begroting
2021
Bijgestelde begroting 2021Realisatie
2021
Afwijking
Baten exclusief reserves66.26270.44065.441-4.999

Bijdragen rijk en medeoverheden 65.172 69.671 65.345 -4.326
Overige opbrengsten derden 1.090 769 96 -673
Overige baten 0 0 0 0
Lasten exclusief reserves135.316140.290134.162-6.128

Apparaatslasten 13.575 13.384 13.041 -343
Inhuur 510 176 197 22
Overige apparaatslasten 325 292 185 -107
Personeel 12.740 12.916 12.659 -258
Intern resultaat 10.182 9.672 10.139 466
Intern resultaat 10.182 9.672 10.139 466
Programmalasten 111.559 117.233 110.982 -6.251
Financieringslasten 0 0 0 0
Inkopen en uitbestede werkzaamheden 8.101 10.695 6.894 -3.800
Kapitaallasten 0 0 0 0
Overige programmalasten 0 0 34 34
Sociale uitkeringen 13.135 13.813 13.818 5
Subsidies en inkomensoverdrachten 90.323 92.726 90.236 -2.490
Saldo voor vpb en reserveringen -69.054 -69.850 -68.720 1.130
Saldo voor reserveringen -69.054 -69.850 -68.720 1.130
Reserves290164139-25

Onttrekking reserves 225 225 200 -25
Toevoeging reserves 0 126 126 0
Vrijval reserves 65 65 65 0
Saldo -68.764 -69.686 -68.582 1.105

Toelichting overzicht baten en lasten

Overzicht afwijkingen taakveldAfwijking batenAfwijking lastenAfwijking reservesAfwijking saldo
1. Voor- en vroegschoolse educatie -1.304 -1.304 0 0
2. Activiteiten Onderwijsachterstandenbeleid -2.493 -647 0 -1.846
3. Regio Deal Rotterdam Zuid -508 -1.093 0 585
4. Bridge -498 -610 0 112
5. Zomeroffensief 0 -202 0 202
6. Zomercampus 0 -250 0 250
7. Toezicht en handhaving/leerrecht en ondersteuning  0 -214 0 214
8. Diverse afwijkingen -196 -1.808 -25 1.587
Totaal afwijkingen -4.999 -6.128 -25 1.105

Toelichting financiële bijstellingen

Het saldo van dit taakveld bedraagt € 1,1 mln voordelig. Dit is een afwijking van 1,6% op de totale begroting van het taakveld Onderwijsbeleid en leerlingzaken. De belangrijkste oorzaken hiervan zijn:

 

1. Voor- en vroegschoolse educatie
Het onderwijsbeleid kent de rijksuitkering onderwijsachterstandenbeleid. Het grootste deel van de middelen wordt ingezet voor de voor- en vroegschoolse educatie. De lagere lasten worden voornamelijk veroorzaakt door:

De subsidie vaststellingen over 2020 zijn per saldo lager, omdat als gevolg van de coronapandemie er in 2020 minder groepen voorschoolse educatie, minder gratis uren voor doelgroeppeuters en minder uren voor ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag zijn gerealiseerd.  Vanwege de lagere lasten zijn er ook minder rijksmiddelen ingezet, de niet ingezette rijksmiddelen worden meegenomen naar 2022.

 

2. Activiteiten Onderwijsachterstandenbeleid
Door Corona is het in 2021 niet gelukt om alle activiteiten binnen het taakveld Onderwijsbeleid en leerlingzaken volledig uit te voeren. Vanwege schoolsluitingen en omdat fysieke kennisuitwisselingsmomenten zoals, trainingen, bedrijfsbezoeken niet mogelijk waren. Hierdoor zijn er minder kosten gemaakt en daarmee ook minder rijksmiddelen ingezet. De niet ingezette rijksmiddelen worden meegenomen naar 2022.

 

3. Regio Deal Rotterdam Zuid
De Regio Deal Rotterdam Zuid bevat een samenhangende aanpak van rijk en regio om de verschillende opgaven in Rotterdam Zuid aan te pakken voor de periode 2019 tot en met 2025. Vanuit het onderwijsbeleid zijn er middelen beschikbaar gesteld voor de dagprogrammering en aanpak van het lerarentekort. De lagere lasten worden veroorzaakt doordat er vanwege Corona minder is uitgevoerd. De pilot met dagprogrammering in het voortgezet onderwijs is in 2021 gestart en niet alle scholen is het gelukt om het aantal uren dagprogrammering volledig te realiseren. Vanwege de lagere lasten zijn er ook minder rijksmiddelen ingezet.

 

4. Bridge
Een deel van de loopbaanoriëntatie- en begeleiding (LOB) activiteiten op scholen zijn door corona vertraagd en doorgeschoven naar 2022.
Door deze vertraging van de werkzaamheden zijn er minder kosten gemaakt en hiermee zijn ook de daarmee samenhangende baten lager.

 

5. Zomeroffensief
Het Zomeroffensief is bedoeld om jongeren actief te benaderen en over te halen zich alsnog in te schrijven voor een opleiding, zolang ze geen diploma hebben dat bruikbaar is op de arbeidsmarkt. Vanwege corona heeft er in 2021 geen zomeroffensief plaatsgevonden.

 

6. Zomercampus
De opkomst voor de zomercampus 2021 was lager dan verwacht en daarmee ook de gemaakte kosten.

 

7. Toezicht en handhaving/leerrecht en ondersteuning 
Vanwege corona en daarmee samenhangende schoolsluitingen is er minder inzet geweest van leerplichtambtenaren. 

 

8. Diverse afwijkingen
Dit betreft diverse kleine afwijkingen binnen het taakveld.

Omschrijving taakveld

Binnen het taakveld Onderwijsbeleid en Leerlingzaken voert de gemeente wettelijke taken uit, zoals leerlingenvervoer, voor- en vroegschoolse educatie (vve), voortijdig schoolverlaten (vsv) en onderwijs aan kinderen van statushouders en asielzoekers. Daarnaast ontwikkelt de gemeente stedelijk beleid – waarvoor ze zowel gemeentelijke als rijksmiddelen inzet - ter verbetering van onderwijsresultaten, kansengelijkheid in het onderwijs, talentontwikkeling, burgerschap, vermindering van het lerarentekort, passend onderwijs en vermindering van schooluitval. Ook voert de gemeente stedelijk beleid uit voor schoolzwemmen.