Jaarstukken 2021

Met nieuwe energie bouwen aan de stad van morgen

Niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen Pagina 141

Niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen

De niet uit balans blijkende verplichtingen zijn langlopende overeenkomsten waaruit één of meerdere verplichtingen voortvloeien. Hiertoe rekenen we ook de verplichtingen die slechts voor één jaar of minder zijn aangegaan, die in de loop van het jaar zijn ontstaan en per ultimo van dat betreffende jaar nog voortduren. Er dient gerapporteerd te worden over alle contracten die boven het drempelbedrag liggen van de Europese aanbestedingsregels. De meerjarige contracten nemen we op voor het volle bedrag waarover het contract is gesloten.

De volgende verplichtingen worden onderscheiden:

  • garantieverplichtingen
  • inkoop- en afnameverplichtingen
  • huurverplichtingen
  • subsidieverplichtingen
  • leveringsverplichtingen
  • arbeidskostengerelateerde verplichtingen

Onderstaand volgt de beschrijving van garanties en borgstellingen zoals wordt voorgeschreven in artikel 57 van het BBV. Vervolgens geven we u, conform artikel 53 van het BBV, een beschrijving van de belangrijkste overige financiële verplichtingen. Ten slotte presenteren wij een overzicht van de niet uit de balans blijkende rechten.

Buiten balanstellingGegarandeerd bedrag 31-12-2020Gegarandeerd bedrag 01-01-2021Gegarandeerd bedrag 31-12-2021
Niet uit de balans blijkende verplichtingen
Borgstellingen waarborgfondsen met achtervang gemeente Rotterdam 9.628.957 9.628.957 9.503.944
Garanties volkshuisvesting particulieren 33.887 33.887 30.133
Garanties ten behoeve van rechtspersonen 10.927 10.927 8.999
Indirecte garantstellingen uit hoofde van gemeenschappelijke regelingen 73.190 73.190 70.954
Totaal 9.746.961 9.746.961 9.614.030

De onder de buiten balanstelling opgenomen posten worden hieronder nader toegelicht.

Achtervang, garanties en borgstellingen

1. Borgstellingen waarborgfondsen met achtervang gemeente Rotterdam

De gemeente fungeert als achtervanger bij twee verschillende waarborgfondsen, de Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW) en de Stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Als achtervanger is de gemeente verplicht om renteloze leningen te verstrekken aan de waarborgfondsen als die in liquiditeitsproblemen komen door een te laag fondsvermogen. In lijn met de voorgaande jaren wordt het gegarandeerde bedrag weergegeven als het totaal van de borgstellingen die de waarborgfondsen hebben afgegeven op Rotterdams grondgebied. Dit is niet het werkelijke risicobedrag voor de gemeente Rotterdam. Bij aanspraak op alle achtervangers door de waarborgfondsen voor renteloze leningen wordt het hier gepresenteerde bedrag als verdeelsleutel gehanteerd. De VNG is gevraagd een methodiek te ontwikkelen voor de verslaglegging over de achtervangpositie en de berekening van het risico waarmee de achtervangpositie gepaard gaat.

Borgstellingen van waarborgfondsen op Rotterdams grondgebied met achtervang gemeenteGegarandeerd bedrag 01-01-2021Gegarandeerd bedrag 31-12-2021
1a. Waarborgfonds Eigen Woning (WEW) 2.951.000 2.435.000
1b. Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) 6.677.957 7.068.944
Totaal borgstellingen van waarborgfondsen 9.628.957 9.503.944

Ad 1.a Achtervang Waarborgfonds Eigen Woning

Het WEW biedt via de Nationale Hypotheek Garantie (NHG) aan de geldgevers zekerheid voor het geval de hypotheekgever niet aan zijn financiële verplichtingen voldoet. Geldgevers kunnen het WEW aanspreken voor de restschuld bij gedwongen verkoop. De achtervangfunctie van de gemeente geldt alleen voor hypotheken die tot 1 januari 2011 zijn afgesloten, daarna is sprake van 100% achtervang van het Rijk. De Rotterdamse achtervangpositie bij WEW neemt jaarlijks verder af. Volgens de laatste opgave van het WEW wordt borg gestaan voor leningen onder Rotterdamse achtervang (afgegeven tot 2011) met een oorspronkelijke leningbedrag van € 2,4 mrd. Dit is 1,0% van het totaal door het WEW gegarandeerd bedrag (€ 235 mrd).

 

Ad 1.b Achtervang Waarborgfonds Sociale Woningbouw

Het WSW heeft als doel om de toegang tot de kapitaalmarkt voor de deelnemende woningcorporaties te bevorderen. Daarvoor biedt zij zekerheid aan geldgevers van woningcorporaties voor de rente- en aflossingsverplichtingen van de geborgde geldleningen. De woningcorporaties betalen hiervoor een borgstellingsvergoeding aan het WSW. Pas als de buffers van het WSW ontoereikend zijn, wordt de achtervang van het Rijk en de gemeenten aangesproken. In 2018 is het WSW een strategisch programma gestart om het borgstelsel te versterken. In 2021 zijn de gewijzigde afspraken tussen WSW, de corporaties en de achtervangers vastgelegd in verschillende overeenkomsten. Vóór 1 augustus 2021 stonden gemeenten rechtstreeks in de achtervang voor individuele leningen. Voor leningen na 1 augustus 2021 worden leningen achteraf aan gemeenten toegerekend naar rato van het bezit van de betreffende corporatie dat zich in de gemeente bevindt. Van het totaal van € 85 mrd door het WSW geborgde bedrag heeft € 7,1 mrd betrekking op de achtervang van de gemeente Rotterdam.

2. Garanties volkshuisvesting particulieren

Garanties volkshuisvesting particulierenGegarandeerd bedrag 01-01-2021Gegarandeerd bedrag 31-12-2021
2a. Hypotheekgaranties (50% contragarantie Rijk) 29.957 27.233
2b. Garantie NRF-leningen 3.930 2.900
Totaal garanties volkshuisvesting particulieren 33.887 30.133

Ad 2.a Hypotheekgaranties

Deze hypotheekgaranties zijn in het verleden rechtstreeks door de gemeente ten behoeve van particulieren verstrekt. Tot 1995 gold er een rijksregeling. Eventuele verliezen op grond van deze regeling komen voor 50% voor rekening van het Rijk en voor 50% voor rekening van de gemeente. Het risico voor de gemeente is 50% van het verschil tussen restantschuld en de waarde van de woning bij verkoop. Bij de instelling van het WEW in 1995 eindigde deze rijksregeling.

 

Ad 2.b Garantielening NRF-leningen

In 1992 is de Samenwerkingsovereenkomst en de Overeenkomst inzake Zekerheidsfonds tussen de gemeente Rotterdam en de Stichting Nationaal Restauratiefonds (NRF) getekend. Hierbij heeft de gemeente Rotterdam zich garant gesteld voor door het NRF uitgegeven geldleningen aan voornamelijk particulieren.

3. Garanties ten behoeve van rechtspersonen

Ultimo 2021 was het totaal gegarandeerde bedrag € 9 mln (2020: € 11 mln). Dit betrof 15 verschillende geldnemers (2020: 16) met totaal 23 geldleningen (2020: 27). De meeste borgstellingen zijn vóór 2008 afgegeven. In 2021 zijn geen nieuwe borgstellingen verleend.

Achtervang, garanties en borgstellingen t.b.v. rechtspersonenGeldnemerAandeel RotterdamHoofdsomGegarandeerd bedrag 01-01-2021Gegarandeerd bedrag 31-12-2021
3a. Garanties ten behoeve van rechtspersonen, deelnemingen          
Energie     0 0 0
Subtotaal garanties ten behoeve van rechtspersonen, deelnemingen     0 0 0
3b. Garanties ten behoeve van rechtspersonen, niet-deelnemingen          
Kunst Stichting KunstAccomodatieRotterdam 100% 857 257 171
  Stichting Kunstzinnige Vorming Rotterdam 100% 3.696 363 280
  Stichting Muziektheater de Ontmoeting 100% 350 284 279
Zorg Hefgroep Stichting 100% 2.874 369 209
  Stichting Argos Zorggroep 100% 13.403 3.872 3.657
  Stichting Horizon, instituut voor Jeugdzorg en Onderwijs 100% 1.029 248 213
  Stichting Humanitas 100% 11.345 681 613
  Stichting Laurens 100% 13.940 1.610 1.288
  Stichting Lelie Zorggroep 100% 817 184 163
  Stichting Zeemanshuis Rotterdam 100% 2.382 238 179
Sport en recreatie BV Recreatiecentrum Oostervant 100% 1.388 62 0
  Stadion Excelsior BV 100% 1.180 215 161
  Stichting Koninklijke Rotterdamse Diergaarde 100% 34.895 1.808 1.114
  Watersportvereniging Aegir 100% 68 9 7
 Overig Woonvereniging De Nieuwe Blauwen 100% 658 86 45
  Woonwerkvereninging de Lelie 100% 817 641 620
Subtotaal garanties ten behoeve van rechtspersonen, niet-deelnemingen     89.699 10.927 8.999
Totaal garanties ten behoeve van rechtspersonen     89.699 10.927 8.999

De garanties die in het segment Kunst zijn verstrekt, hebben betrekking op drie stichtingen voor aankoop en verbouwing van hun locaties. De garantieverplichtingen in het segment Zorg betreffen voornamelijk leningen ten behoeve van de investeringen in zorginstellingen (Argos, Humanitas, Laurens), waarbij de garanties in eerste instantie in de jaren 1970-1990 zijn afgegeven. In de jaren '90 zijn een aantal schulden geherfinancierd en wederom gegarandeerd. Ten behoeve van de Hefgroep is een aantal leningen gegarandeerd voor de aankoop van voornamelijk panden voor buurthuiswerk. Het totale schuldrestant van de leningen in het segment Zorg is teruggelopen van € 7,2 mln ultimo 2020 naar € 6,3 mln ultimo 2021. In het segment Sport en recreatie staat voor € 1,3 mln (2020: € 2,1 mln) aan garanties uit, waarvan het merendeel voor Diergaarde Blijdorp (€ 1,1 mln).

4. Indirecte garantstellingen uit hoofde van gemeenschappelijke regelingen

Indirecte garantiestellingen uit hoofde van gemeenschappelijke regelingenGegarandeerd bedrag 01-01-2021Gegarandeerd bedrag 31-12-2021
a. Gemeenschappelijke regeling Grondbank RZG Zuidplas 26.000 26.800
b. Gemeenschappelijke regeling Nieuw Reijerwaard 47.190 44.154
Totaal indirecte garanties u.h.v. gemeenschappelijke regelingen 73.190 70.954

Ad 4.a. Indirecte garantstellingen GR Grondbank RZG Zuidplas

De gemeente Rotterdam heeft een deelname van 40% in de rechten en verplichtingen van de gemeenschappelijke regeling Grondbank RZG Zuidplas. Volgens de concept jaarstukken 2021 heeft de gemeenschappelijke regeling Grondbank RZG Zuidplas ultimo 2021 voor € 67 mln aan leningen opgenomen. De gemeente Rotterdam staat indirect voor 40% van dit bedrag garant, dat wil zeggen voor € 26,8 mln.

 

Ad 4.b. Indirecte garantstellingen Nieuw Reijerwaard

De gemeente Rotterdam heeft een deelname van 33% in de rechten en verplichtingen van de gemeenschappelijke regeling Nieuw Reijerwaard. Volgens de concept jaarstukken 2021 heeft de gemeenschappelijke regeling voor € 133,8 mln aan leningen opgenomen. De gemeente Rotterdam staat indirect voor 33% van dit bedrag garant, dat wil zeggen voor € 44,2 mln.

Overige niet uit de balans blijkende verplichtingen

Bankgaranties

Ultimo 2021 heeft de gemeente Rotterdam voor in totaal € 0,1 mln aan bankgaranties uitstaan. Dit betreft huurgaranties. Het bedrag komt ten laste van obligoruimte bij ABN AMRO.

Renteswaps

De gemeente heeft in 2009 en 2010 renteswaps afgesloten om toekomstige renterisico’s te beperken. Daarna zijn geen nieuwe renteswaps meer afgesloten. Het totale volume van de lange financieringsbehoefte dat door middel van swaps tegen toekomstige renterisico’s is beschermd bedraagt per ultimo 2021 € 185 miljoen. Deze swaps zijn afgesloten bij de Bank Nederlandse Gemeenten, een van de meest veilige banken ter wereld. De renteswaps zijn effectief.

Bedragen x € 1.000BNG 253507BNG 253508BNG 260784
Type instrument Payer swap Receiver swap Payer swap
Tegenpartij BNG Bank BNG Bank BNG Bank
Onderliggende waarde 100.000 -100.000 85.000
Jaar van afsluiten 2010 2010 2010
Ingangsjaar 2010 2010 2012
Looptijd 50 jaar 20 jaar 50 jaar
Betaalde rente 3,10% Euribor 3,31%
Ontvangen rente Euribor 3,35% Euribor
Onderliggende lening(en) 1001770 10018850
Hoofdsom onderliggende lening(en) 100.000 85.000
Marktwaarde per 31-12-2020 -122.654 36.123 -117.143
Marktwaarde per 31-12-2021 -93.341 28.299 -89.962

Een renteswap heeft bij afsluiten een marktwaarde van € 0. Afhankelijk van ontwikkelingen in de marktrente kan zich gedurende de looptijd van een renteswap een (positieve of negatieve) marktwaarde ontwikkelen. De marktwaarde van de renteswaps zal echter aan het einde van de looptijd altijd weer teruglopen tot € 0. De theoretische marktwaarde van de renteswaps bedroeg ultimo 2021 -/- € 155,0 (ultimo 2020 was dit -/- € 203,7 mln). Deze marktwaarde is echter alleen van belang indien er sprake is van een bijstortverplichting – daarbij wordt een bedrag tot maximaal de marktwaarde ter zekerheid aan de tegenpartij in onderpand gegeven – of als er voortijdig moet worden afgekocht. Omdat voor de gemeente geen bijstortverplichting geldt en er contractueel geen bijzondere ontbindende voorwaarden bestaan, is deze theoretische marktwaarde voor de gemeente niet relevant.

Inkoopverplichtingen

Onderstaand worden de lopende contracten vermeld waarvoor langlopende inkoopverplichtingen bestaan.

Inkoop- en afnameverplichtingen Openstaande verplichting (x € 1.000,-)
Categorie  
Aankoop                                            5.101
Activiteiten                                                 78
Automatisering                                           49.840
Communicatiekosten                                            4.585
Facilitaire diensten                                         552.980
Financiële diensten                                            1.773
Flexibele arbeid                                          58.072
Gebouwen & Installaties                                           85.861
GREX                                            2.080
Horeca                                               178
Kantoorbenodigdheden                                               654
Maatschappelijke activering                                           10.183
Materialen                                           20.622
Medische kosten                                            1.083
Natuur en Milieu                                            3.178
Niet-Inkoop en specifiek                                               594
Overige materiële kosten                                            3.576
Personeelskosten                                           17.278
Telecommunicatie                                            1.722
Uitbestede werkzaamheden                                         371.594
Veiligheid & Middelen                                            4.949
Verkeer & Parkeer                                           28.866
Vervoer                                            3.998
Vervoer & Logistiek                                           32.189
Voorziening                                            1.228
Werken                                         290.860
Totaal                                     1.553.122

Huurverplichtingen

Voor de vastgoedexploitatie wordt een aantal vastgoedobjecten meerjarig gehuurd. Onderstaande tabel toont de huurverplichtingen voor 2022 en de daaropvolgende jaren.

Huurverplichtingen Openstaande verplichting (x € 1.000,-)
Huurcontract voor:  
Concernhuisvesting                                                                                               50.494
Onderwijs                                                                                              243.905
Sport en Recreatie                                                                                               19.838
Kunst en Cultuur                                                                                              273.509
Overige                                                                                                 2.160
Totaal                                                                                              589.907

Op 18 oktober 2021 is de koopovereenkomst getekend voor de aankoop van de gronden onder het toekomstige stadion. De gronden zullen, mits aan alle voorwaarden voldaan, in 2022 notarieel passeren.

Subsidieverplichtingen

Verplichtingen van subsidies die toegekend zijn in 2021 waarvan de activiteiten gedeeltelijk of geheel plaatsvinden in 2022.

SubsidieverplichtingenOpenstaande verplichting (x € 1.000,-)
Structureel dKC 75.457
Onderwijs PO 23.850
552 - PWVB 20.400
Jeugd - Jeugdhulp B 15.562
Onderwijs Jonge Kind 11.812
Stedelijk Welzijn 10.968
Zorg en Maatschappelijke Opvang 9.171
Onderwijs VO 7.640
Onderwijs MBO-HO 6.101
Bijzondere bijstand 4.959
Jeugd - Overige Jeugd 3.225
Welzijn Gebied 2.522
Citylab010 stadsjury 2.370
552 - Fondsbeheer overig 2.253
SO Algemeen 2.204
Jeugd - Stevige Start 1.963
Jeugd - Sociaal Medische Indicatie 1.866
Samenleving 1.772
Projectsubsidies cultuur 1.219
Jeugd - Kansrijk Opgroeien 1.179
Veiligheid 994
179 Sport 852
SO Economie 782
Mobiliteit 650
SO Duurzaamheid 640
179 Wijkrecreatie 492
Gebiedscommissie 491
Jongerenloket - Ex Participatiebudget 434
SO Duurzaamheid Gebiedsaanpak 434
Jeugd - Risicojongeren 415
Jeugd - Jeugdhulp A 379
Overig dKC 250
179 Natuur en Milieu 217
SB Klimaat 182
Leefstijl, Leefomgeving en Indicatie 162
Zorg en Veilig 103
Kunst en cultuur in de gebieden 23
Citylab010 17
Onderwijshuisvesting 16
Jeugdwerkloosheid 14
Algemeen 13
Jeugd - Onderzoek Jeugd 3
Stimulering woningcorporaties 1
Totaal 214.060

Leveringsverplichtingen

Huurvorderingen van huurcontracten op jaarbasis op portefeuilleniveau.

PortefeuilleOpenstaande verplichting (x € 1.000,-)
Beheer Gebiedsontwikkeling 34.883
BNK Bedrijfsmatig onroerend goed 14.791
BNK Strategisch 148
Brandstofverkooppunten 26.860
Concernhuisvesting 1.108
GO Beheer panden NPRZ 2.450
GO Beheer GREX 478
Grond 25.103
Kunst en cultuur 111.401
Onderwijs 14.405
Parkeren19.252
Reclame 24.062
Sport en recreatie 67.037
Water 318
Welzijn en zorg 15.967
Totaal 358.263

Arbeidskostengerelateerde verplichtingen

Voor de arbeidskosten gerelateerde verplichtingen met vergelijkbaar volume is door het college een eenduidige gedragslijn ontwikkeld. Voor de arbeidskostengerelateerde verplichtingen heeft de gemeente geen voorziening getroffen. Uitgangspunt is het BBV waarin staat voorgeschreven dat voor arbeidskosten gerelateerde verplichtingen met een jaarlijks vergelijkbaar volume geen verplichting mag worden opgenomen. Uitzonderingen vormen specifieke posten voor pensioenen van bestuurders. Jaarlijks wordt een inventarisatie gemaakt van de arbeidskosten gerelateerde verplichtingen (met onderbouwing). Op grond van de onderbouwing wordt beoordeeld of de geïnventariseerde verplichtingen leiden tot een verstorend effect.

Er is sprake van een verstorend effect indien de mutaties in de omvang van de gemiddelde verplichtingen of de lasten voor arbeidskosten gerelateerde verplichtingen, over een periode van vier jaar meer dan 2% bedraagt van het totaal aan personele lasten van de jaarrekening (t-1). Indien sprake is van een verstorend effect, is sprake van een ‘niet vergelijkbaar volume’. In dat geval wordt in de concernjaarrekening een voorziening gevormd voor het deel dat de norm van 2% overschrijdt. Indien het risico zich voordoet, dan beslist het college bij de bestuursrapportages over de budgettaire consequenties. De gemiddelde omvang van de aan arbeidskosten gerelateerde verplichtingen in de periode 2022 tot en met 2025 bedraagt € 17 mln. De tolerantienorm voor 2021 bedraagt circa € 19,5 mln. De gemeente blijft hiermee onder de norm.

Niet uit de balans blijkende rechten

Ter behoud van rechten is bij het Rijk een bezwaarschrift ingediend tegen de beschikking terug te vorderen compensabele BTW over het jaar 2016. Het bezwaar richt zich zowel tegen het bedrag van de terug te vorderen BTW als tegen het bedrag van de door de gemeente verschuldigde belastingrente.

Met 1 grote woningcorporatie is een overeenkomst aangegaan waarmee wordt overgegaan tot conversie van erfpachtrechten van hun woningportefeuille voor een bedrag van € 193,5 mln.

Buiten balanstelling31-12-20201-1-202131-12-2021
Niet uit de balans blijkende rechten
BTW-compensatie gratis openbaar vervoer; bezwaar terug te vorderen compensabele BTW 0 0 370
BTW-compensatie gratis openbaar vervoer; bezwaar verschuldigde belastingrente 0 0 62
Totaal 0 0 432