Jaarstukken 2020

Met nieuwe energie bouwen aan de stad van morgen

Verbonden partijen Pagina 116

Verbonden partijen

De paragraaf Verbonden Partijen geeft inzicht in de realisatie van de belangrijkste beleidsvoornemens voor 2020 en ontwikkelingen van rechtspersonen waarin de gemeente Rotterdam een financieel én bestuurlijk belang heeft. Deze rechtspersonen worden ook wel de ‘verbonden partijen’ genoemd. De realisatie van beleidsvoornemens gaat over gemeentelijke deelname in nieuwe verbonden partijen, over het beheer en over de beëindiging van gemeentelijke deelname in bestaande verbonden partijen door liquidatie, afstoting of verkoop van een verbonden partij.

Daarnaast biedt de paragraaf inzicht in de belangrijkste beleidsmatige ontwikkelingen, waaronder die te maken hebben met de borging van het Rotterdamse publieke belang en de belangrijkste risico’s.

Tot slot geeft de paragraaf de ontwikkelingen weer van de vermogensposities en de nettoresultaten van alle verbonden partijen.

Voor de jaarrekening 2020 is de paragraaf Verbonden Partijen opgebouwd naar type verbonden partij of rechtspersoon:

  1. Kaders en beleid; geeft inzicht in de definiëring van verbonden partijen, de kaders vanuit het BBV en de beleidsuitgangspunten ten aanzien van verbonden partijen;
  2. Vennootschappen: overzicht van de nieuwe, te continueren en te beëindigen vennootschappen;
  3. Stichtingen: overzicht van de nieuwe, te continueren en te beëindigen stichtingen;
  4. Verenigingen: overzicht van de nieuwe, te continueren en te beëindigen verenigingen;
  5. Gemeenschappelijke regelingen: overzicht van de nieuwe, te continueren en te beëindigen gemeenschappelijke regelingen;
  6. Fondsen: Overzicht van de belangrijkste kenmerken per fonds

Kaders en beleid

Wettelijk kader - BBV

Op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) is het college van burgemeester en wethouders verplicht om de gemeenteraad inzicht te geven in de relaties met rechtspersonen. Dit biedt de gemeenteraad de mogelijkheid om haar toezichthoudende rol te vervullen. Gemeentelijke deelname aan rechtspersonen is een manier om het publiek belang te dienen of een bepaalde publieke taak uit te voeren.

Als de gemeente zowel een bestuurlijk als een financieel belang heeft bij een bepaalde privaatrechtelijke of publiekrechtelijke rechtspersoon, dan is sprake van een ‘verbonden partij’. Daarnaast kan ook het college van B en W besluiten een publiek of privaatrechtelijke organisatie als verbonden partij aan te merken. Bij privaatrechtelijke personen gaat het om deelnemingen, zoals een vennootschap, en bij publiekrechtelijke personen gaat het bijvoorbeeld om gemeenschappelijke regelingen.

Het BBV (in artikel 1, lid 1c en 1d) specificeert de begrippen bestuurlijk en financieel belang als volgt:

  • Bestuurlijk belang: zeggenschap door vertegenwoordiging van de gemeente in het bestuur van een organisatie, bijvoorbeeld in directie, Algemeen Bestuur, Dagelijks Bestuur of Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Het kan ook gaan om zeggenschap in de vorm van stemrecht;
  • Financieel belang: bij het financiële belang van de gemeente gaat het meestal om een gestort aandelenkapitaal, bijdragen aan bijvoorbeeld een fonds, verstrekte leningen of verleende garanties. De gemeente loopt financieel risico als ze zo’n beschikbaar gesteld bedrag niet terugkrijgt, bijvoorbeeld als de verbonden partij failliet gaat en daardoor niet aan haar verplichtingen kan voldoen. Als het financieel belang uitsluitend bestaat uit een subsidierelatie, dan is die rechtspersoon geen verbonden partij, maar een gesubsidieerde instelling.

 

De gemeente Rotterdam kende per 31 december 2020  in totaal 38 verbonden partijen. Het gaat hierbij om 26 deelnemingen, 2 stichtingen, 1 vereniging (allemaal privaatrechtelijke rechtspersonen) en 9 gemeenschappelijke regelingen (publiekrechtelijke rechtspersonen). In 5 deelnemingen wil de gemeente haar aandeelhouderschap beëindigen (zie Te beëindigen vennootschappen).

image

Het BBV als kader voor de paragraaf

Voor het opstellen van de paragraaf hanteert de gemeente het BBV als kader voor de te presenteren informatie over de verbonden partijen. Conform artikel 15 van het BBV is de gemeente bij de begroting verplicht inzage te bieden in onderstaande zaken. Bij het opstellen van de jaarrekening gebruikt de gemeente ook dit kader als de basis van de structuur van paragraaf verbonden partijen:

 

1

a. de visie op en de beleidsvoornemens omtrent verbonden partijen;
b. de lijst van verbonden partijen, die wordt onderverdeeld in:

  • gemeenschappelijke regelingen;
  • vennootschappen en coöperaties;
  • stichtingen en verenigingen
  • overige verbonden partijen.

 

2

In de lijst van verbonden partijen wordt tenminste de volgende informatie opgenomen:

a. de wijze waarop de gemeente een belang heeft in de verbonden partij en het publiek belang dat ermee gediend wordt;
b. het belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft aan het begin en de verwachte omvang aan het einde van het begrotingsjaar;
c. de verwachte omvang van het eigen vermogen en het vreemd vermogen van de verbonden partij aan het begin en aan het einde van het begrotingsjaar;
d. de verwachte omvang van het financiële resultaat van de verbonden partij in het begrotingsjaar;
e. de eventuele risico’s, van de verbonden partij voor de financiële positie van de gemeente.

Beleidsuitgangspunten en kaders

Beleidsuitgangspunten

De algemene beleidsdoelstelling van verbonden partijen is de behartiging van het publiek belang door een organisatie met een private of publieke rechtsvorm. De gemeente verbindt zich daaraan door bijvoorbeeld kapitaal te storten of zeggenschap te krijgen. Voor het aangaan van een verbonden partij hanteert de gemeente een afwegingskader. Dat start met de vraag wat het Rotterdamse publiek belang is. De keuze wat een publiek belang is, is een politieke keuze. Het afwegingskader is erop gericht om te bepalen of een verbonden partij het beste instrument is om een publiek belang te borgen. Het kader bevat vier stappen:

  1. Is er sprake van een Rotterdams publiek belang?
  2. Zijn er voor de gemeente andere, betere manieren om het publieke belang te dienen dan via een verbonden partij? Bijvoorbeeld door regelgeving, subsidieverlening, het verstrekken van een lening of garantstelling?
  3. Leent de publieke taak zich voor uitvoering op afstand? Of is de taak zo wezenlijk voor de overheid dat de gemeentelijke organisatie die moet uitvoeren?
  4.  
  1. Kan de gemeente de taak uitbesteden? Als een product of dienst goed leverbaar is en de markt naar behoren functioneert, heeft uitbesteding de voorkeur boven een relatie met een verbonden partij.
  2. Is uitvoering van de taak of levering van een product wenselijk en mogelijk? Deze laatste stap is de beslissende voor het daadwerkelijk aangaan van een relatie met een verbonden partij. Zo’n relatie is een goede mogelijkheid als de gemeentelijke belangen en de belangen van de verbonden partij in elkaars verlengde liggen. Daarbij stuurt de gemeente op hoofdlijnen en bemoeit ze zich niet met de bedrijfsvoering

Kaders

Deze voorwaarden zijn afgeleid van bepalingen in het gemeentelijke Beleidskader Verbonden Partijen & Governance Samenwerkingrelaties.

Samen met het Burgerlijk Wetboek Boek 2 en de Code Corporate Governance biedt dit beleidskader de belangrijkste richtlijnen voor het beleid ten aanzien van verbonden partijen. De uitvoering van de algemene beleidsdoelstelling is onder te verdelen in:

  • de gemeentelijke deelname in nieuwe verbonden partijen;
  • het beheer en de evaluatie van gemeentelijke deelname in bestaande verbonden partijen;
  • de wijziging en beëindiging van gemeentelijke deelname in bestaande verbonden partijen.

Concreet betekent dit dat de gemeente Rotterdam door vertegenwoordiging als aandeelhouder of bestuurder bij een verbonden partij het beheer uitvoert o.a. door toetsing, control, risicoanalyses en advisering. Enkele voorbeelden daarvan zijn het goedkeuren van investeringen, het benoemen van bestuurders, het vaststellen van de strategie of de wijze van financiering van een verbonden partij.

Daarnaast informeert en adviseert de gemeentelijke organisatie het college en de gemeenteraad bij een voornemen een gemeentelijk onderdeel te verzelfstandigen of een verbintenis met een nieuwe verbonden partij aan te gaan. Eenzelfde rol vervult de gemeentelijke organisatie bij uittreding en beëindiging van de gemeentelijke deelname of het liquideren van bestaande verbonden partijen.

Bij het aangaan van een nieuwe verbonden partij heeft de gemeenteraad op basis van de Gemeentewet het recht om wensen en bedenkingen te uiten. Dit betekent dat het college pas kan besluiten tot het oprichten of participeren in ene nieuwe verbonden partij nadat de gemeenteraad in de positie is geweest om haar wensen en bedenkingen te uiten.

Voor het beheer en afstoten bepaalt de Gemeentewet dat in principe het college verantwoordelijk is voor de uitvoering en besluitvorming rondom verbonden partijen en dat de gemeenteraad wordt geïnformeerd. In de praktijk blijkt echter dat wanneer er sprake is van grote belangen voor de gemeente zoals de strategie van het Havenbedrijf of de verkoop van Eneco de gemeenteraad juist voorafgaand aan de besluitvorming wordt betrokken.

Als het gaat om het beheer van een verbonden partij dan betekent dit dat de gemeente als aandeelhouder van een vennootschap of lid van een vereniging of gemeenschappelijke regeling gedurende het jaar onder andere betrokken is bij het opstellen en vaststellen van begrotingen en jaarrekeningen, de strategie of jaarplan, majeure investeringsbeslissingen en benoemingen van bestuurders, toezichthouders alsmede commissarissen van een verbonden partij. De basis hiervoor zijn vaak de statuten, overeenkomsten of wetgeving afhankelijk van het type verbonden partij.

Daarnaast informeert het college en de gemeenteraad bij een voornemen een verbonden partij te verzelfstandigen. Eenzelfde rol vervult het college bij uittreding en beëindiging van de gemeentelijke deelname of het liquideren van bestaande verbonden partijen.

 

Koppeling met Coalitieakkoord Rotterdam 2018-2022: Nieuwe energie voor Rotterdam

In het Coalitieakkoord staan de plannen van het college van B en W om de uitdagingen die Rotterdam kent  het hoofd te bieden en van Rotterdam een nog betere stad te maken. Ook de gemeentelijke verbonden partijen spelen hierbij een rol. Zo zijn het Havenbedrijf en Stedin belangrijke partners voor de gemeente in de energietransitie. Daaronder valt een schonere lucht, onder meer door CO2-reductie en het benutten van de economische kansen die de energietransitie biedt.

 

Belangrijkste beleidsvoornemens

De beleidsvoornemens voor de verbonden partijen (vennootschappen, gemeenschappelijke regelingen en stichtingen) worden opgenomen in de paragraaf Verbonden Partijen van de begroting. Aan het einde van het boekjaar legt het college vervolgens verantwoording af over de belangrijkste ontwikkelingen en resultaten in de gelijknamige paragraaf in de jaarstukken.

Daarnaast wordt jaarlijks door het college het Beheerverslag Deelnemingen aan de gemeenteraad aangeboden. Doel van het Beheerverslag is om de gemeenteraad van Rotterdam grondiger te informeren over de ontwikkelingen binnen deelnemingenportefeuille en de individuele deelnemingen, gelet op de grote publieke en financiële belangen die zijn gemoeid met deze deelnemingen.

In 2020 is serieus werk gemaakt van de voorgenomen beëindigingen van een aantal deelnemingen. Zo is naast de verkoop van Eneco ook Tower hotel verkocht, is Gemeentewerken N.V. geliquideerd en zijn er stappen gezet om Beurs Rotterdam N.V. in 2021 te kunnen liquideren.

Daarnaast zijn met betrekking tot de verbonden partijen met het oog op 2021 en verdere jaren enkele belangrijke ontwikkelingen te benoemen van de meest omvangrijke deelnemingen (bij de betreffende verbonden partij is het onderwerp nader toegelicht):

  1. Havenbedrijf

Omdat Rotterdam relatief veel lading heeft in niet groeiende markten (kolen,ertsen, stookolie) staat het marktaandeel onder druk. Havenbedrijf Rotterdam (HbR) werkt daarom continue aan het ontwikkelen van de haven om de efficiëntie en betrouwbaarheid van de Rotterdamse haven te vergroten. HbR zet daarbij onder meer in op vergaande digitalisering. Daarnaast zal de onderneming zich de komende jaren inspannen om bij te dragen aan het terugdringen van de CO2-uitstoot en het versnellen van de verduurzaming. HbR participeert daarom ook in initiatieven, zoals Waste2Chemicals en Porthos (CO2-afvang en –opslag), en zal onder voorwaarden risicodragend investeren in transitieprojecten. Bovenstaande ambities zijn ook in de nieuwe ondernemingsstrategie 2020-2024 terug te vinden, die in 2020 is vastgesteld. In 2020 heeft het Havenbedrijf de corona-uitbraak goed doorstaan. Op termijn echter zal een mogelijk teruglopende wereldeconomie ook negatieve consequenties kunnen hebben voor het Havenbedrijf.

  1. RET

Door de COVID-19-crisis heeft RET een moeilijk jaar achter de rug. De beperkende maatregelen om het virus onder controle te houden hebben geleid tot een forse daling van de reizigersaantallen met een groot effect op de omzet van RET. In 2020 is dit grotendeels gecompenseerd door het Rijk. Ook in 2021 blijft COVID-19 de omzet van RET negatief beïnvloeden. RET voert op diverse niveaus gesprekken over de compensatie van de gederfde omzet als gevolg van achterblijvende reizigersaantallen in 2021. Verder houdt RET rekening met structurele veranderingen in het reizigersgedrag, onder meer doordat mensen vaker thuis werken of alternatieve vormen van vervoer hebben ontdekt in het afgelopen jaar en die zullen blijven gebruiken. De reizigersvolumes zullen structureel op een lager niveau liggen. RET moet zich – net als de andere vervoersbedrijven in Nederland – hierop aanpassen. Daarom werkt RET aan een transitieplan met daarin niet alleen maatregelen om op korte termijn de verliezen op te vangen, maar ook maatregelen om op lange termijn de organisatie weer gezond en toekomstbestendig te maken.

  1. Stedin

De grote netbeheerders van Nederland, waaronder ook de Rotterdame deelneming Stedin kennen een significante groei van de investeringen. Dit wordt voornamelijk gedreven door de energietransitie. Verdere elektrificatie van ons energiesysteem o.a. door de installatie van meer zonnepanelen, laadpalen voor elektrische auto’s en de realisatie van windparken betekent dat het elektriciteitsnet uitgebreid moet worden om de duurzaam opgewerkte stroom te kunnen blijven leveren aan burgers en bedrijven. In vergelijking met eerdere jaren betekent dit dat Stedin niet alleen onderhoud- en vervangingsinvesteringen pleegt, maar ook aanzienlijk investeert in de uitbreiding van haar infrastructuur. Die investeringen zullen tot aan 2030 circa € 700 mln per jaar gaan bedragen. Deze investeringen moeten echter ook worden gefinancierd. Dat gegeven leidt bij Stedin tot een zekere kapitaalbehoefte voor de komende jaren.

In 2020 zijn de onderzoeken daarnaar gestart en zijn analyses uitgevoerd door Stedin en haar aandeelhouders om inzicht te krijgen in de hoogte van deze kapitaalbehoefte en de oplossingsrichtingen om daar invulling aan te geven.  Door Stedin is eerder een meerjarige kapitaalbehoefte met bandbreedte van €750 mln tot €1 mld gecommuniceerd en die behoefte wordt nu verder geconcretiseerd voor de lange en korte termijn.

De verwachting voor 2021 is dat meer duidelijkheid komt over welke wijze de investeringen in de energietransitie zo optimaal mogelijk gefinancierd kunnen worden als gevolg van getrokken conclusies van het onderzoek en de analyse van Stedin en haar aandeelhouders.

Wat hierbij ook een rol speelt zijn de lopende gesprekken met het Rijk over hun koers aangaande de energietransitie, eventuele nieuwe wetgeving zoals de nog te implementeren Energiewet en tot slot het feit dat de toezichthouder van Stedin (de Autoriteit Consument & Markt) met een nieuw wettelijk Methodebesluit komt die impact heeft op de financiën van Stedin voor de periode 2022-2026.

De Rotterdamse gemeenteraad zal over de voortgang van dit proces worden geïnformeerd.

  1. Evides

In 2020 heeft Evides haar strategische koers (2017-2021) herijkt en de Strategische Koers 2021-2025 opgesteld, de missie van Evides blijft hierin onveranderd: “Evides levert wateroplossingen, betrouwbaar en innovatief”. Evides heeft de ambitie om in 2025 energieneutraal te zijn. In 2021 zal de onderneming hieraan doorwerken.

Na de droge zomers van 2018, 2019 én 2020 staan droogte, zoetwaterbeschikbaarheid en waterbesparing hoog op de politieke en bestuurlijke agenda’s. Evides neemt bestuurlijk deel aan de regionale/lokale activiteiten in het kader van het Nationaal Bestuursakkoord Klimaatadaptatie waarvan droogte (naast wateroverlast, overstromingen en hitte) onderdeel uitmaakt.

De komende jaren investeert Evides tussen de € 114 miljoen en € 146 miljoen per jaar in haar assets. Dit betreft vervangingsinvesteringen in het leidingnet, regulier onderhoud en renovaties van drinkwaterproductielocaties en industriewaterinstallaties.

Daarnaast wordt 2021 een jaar waarin op Rijksniveau een aantal belangrijke kaders voor de (drink)watervoorziening worden herzien. Zo zal in 2021 de (Rijks)Beleidsnota Drinkwater uitkomen en wordt door het Rijk gewerkt aan een wijziging van de Drinkwaterwet.

  1. Warmtebedrijf

In 2020 heeft een uitgebreide afweging van een drietal mogelijk toekomstscenario’s plaatsgevonden. Uiteindelijk is gekozen om het scenario Warmtelinq (WLQ+) verder uit te werken. In dit scenario zal WBR via de door Gasunie te realiseren warmtetransportleiding (de WLQ(+)) warmte uit de haven in Leiden leveren. Daarmee vergroot WBR de afzetmogelijkheden en komt het de contractuele verplichting na om warmte aan de Leidse regio te leveren. Inmiddels zijn de onderhandelingen over realisatie van de WLQ(+) in het eindstadium. In mei 2021 moet duidelijk worden of WLQ+ gerealiseerd zal worden. Met de realisatie van WLQ+ is het voortbestaan van WBR veilig gesteld. WBR zal zich daarna concentreren op de markt in de regio Rotterdam. De komende jaren zullen in het teken staan van verdere versterking van de onderneming en het verbeteren van de positie op de warmtemarkt. Er zullen daartoe een nieuwe visie en strategie worden uitgewerkt.

  1. Stadion Feijenoord

Momenteel heeft de gemeente één aandeel in Stadion Feijenoord, dat is ontstaan door omzetting van een oude lening. Dat aandelenpakket zal in 2021 worden vergroot. Komend jaar zal de raad namelijk een besluit nemen over het omzetten van de voorwaardelijke investering in een definitieve investering in het nieuwe stadion. Eerder heeft de raad onder voorwaarden ingestemd met de bijdrage van de gemeente aan Feyenoord City. Onderdeel daarvan is de storting van maximaal €40 mln eigen vermogen ten behoeve van het nieuwe stadion. De gemeenteraad heeft in de Position Paper Feyenoord City een aantal voorwaarden aan deze deelname verbonden. Momenteel wordt getoetst of aan de voorwaarden voldaan is. Als dat het geval blijkt te zijn, dan zal de raad in juni van dit jaar definitief instemmen met de bijdrage van de gemeente. Financial close van het project nieuw stadion is voorzien in het derde kwartaal. De gemeente zal na financial close aandelen verwerven in Stadion Feijenoord N.V. Het nieuwe stadion zal in 2025 worden geopend. Daarna start de herontwikkeling van De Kuip.

Lijst van verbonden partijen

Vennootschappen

Vennootschappen kennen verschillende vormen: een besloten, naamloze of commanditaire vennootschap. Als de gemeente aandelen in een vennootschap heeft, neemt de gemeente op die manier deel in het aandelenkapitaal. Een dergelijk financieel belang met een derde rechtspersoon is pas een verbonden partij als de gemeente tevens een bestuurlijk belang heeft. Dit kan door een vertegenwoordiging in het bestuur of de Algemene Vergadering van Aandeelhouders, het hebben van stemrecht en zo meer.

Bovenstaande tabel geeft een overzicht van de naam, vestigingsplaats, en de publieke, bestuurlijke en financiële belangen van de verschillende deelnemingen. Ook wordt aangegeven of de gemeente de deelname in de vennootschap blijft continueren, of er sprake is van een gemeentelijke deelname in nieuw op te richten vennootschappen of een nieuwe deelname in bestaande vennootschappen, of dat de gemeente de deelname gaat beëindigen. Conform artikel 15 van het BBV biedt de tabel daarnaast inzicht in de ontwikkeling van de boekwaarden, het eigen en vreemd vermogen en het nettoresultaat.

 

Te continueren gemeentelijke deelname in vennootschappen

De gemeente was ultimo 2020 aandeelhouder in 26 vennootschappen en wenst haar deelname in 19 vennootschappen te continueren en in 7 vennootschappen te beëindigen (zie de paragraaf over de te beëindigen vennootschappen). Daarnaast is er 1 deelneming in oprichting.

De vennootschappen Bank Nederlandse Gemeenten Bank NV (BNG Bank), Gemeentelijk Bezit Evides BV, Havenbedrijf Rotterdam NV, Stedin Groep NV, Royal Schiphol Group NV en Sportbedrijf Rotterdam B.V. keren in de regel als verbonden partijen bij een positief nettoresultaat een deel van de winst als dividend uit aan de gemeente als aandeelhouder. Dat deel hangt af van de pay-outratio: de procentueel aan aandeelhouders uitgekeerde winst. De dividendopbrengst was in 2020 ongeveer €116,9 mln.

 

Gemeentelijke deelname in nieuw op te richten vennootschappen of een nieuwe gemeentelijke deelname in bestaande vennootschappen

Feyenoord City

Verder is door de gemeente een position paper opgesteld inzake Feyenoord City (gebiedsontwikkeling en bouw van een nieuw stadion). Hierin is vermeld dat indien aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan de gemeente Rotterdam ook aandelenkapitaal stort (equity oftewel eigen vermogen). Er is getoetst of aan deze voorwaarden is voldaan en de raad zal voor zomer 2021 over het definitief investeren in het nieuwe stadion besluiten.

 

ICOS Capital Fund III

De gemeente heeft zich gecommitteerd aan de deelname in het kapitaal van de op te richten vennootschap ICOS Capital Fund III.  Dit fonds richt zich in samenwerking met mede-participanten Nouryon, Bühler en Cosun op sterke innovatieve proposities in de begin- en opschalingsfase van nieuwe ondernemingen in de sectoren Agro-Food en Chemical. De twee hoofdthema's van het fonds zijn duurzaamheid en digitalisering. De toetreding zal in 2021 geeffectueerd worden.

 

UNIIQ

De gemeente heeft in de begroting 2021 middelen gereserveerd voor de toetreding tot het investeringsfonds UNIIQ. Dit fonds, in beheer bij InnovationQuarter, richt zich op de proof-of-concept fase van startende innovatieve bedrijven in Zuid-Holland.

 

Energietransitiefonds

Het stadsbestuur heeft eind 2020 de vennootschap Energietransitiefonds BV opgericht. In 2021 zal dit fonds verder ingericht worden ten einde de eerste investeringen  in projecten op het gebied van energietransitie en circulaire economie in Rotterdam te kunnen gaan doen.

 

Kapitaalstorting Stedin

Als gevolg van significante groei aan investeringen in de energietransitie is er bij deelneming Stedin een kapitaalbehoefte ontstaan teneinde haar kredietwaardigheid op peil te houden en haar solide financiële positie te behouden. Stedin onderzoekt met haar aandeelhouders de mogelijkheden voor versterking van het vermogen wat kan leiden tot een kapitaalstorting van de gemeente. De omvang van de kapitaalbijdrage door de gemeente in 2021 moet nog worden vastegesteld. Stedin heeft kenbaar heeft gemaakt dat de totale kapitaalbehoefte als gevolg van de meerjarige investeringen tussen de 750 mln euro en 1 mld euro ligt.

 

Te beëindigen gemeentelijke deelname in vennootschappen

De gemeente heeft besloten om de deelname in 5 vennootschappen te beëindigen door als aandeelhouder uit te treden, de verbonden partij te verkopen of te liquideren. Dat zijn: Beurs Rotterdam N.V., ROM-D Beheer N.V., ROM-D Kil III C.V., Tower Hotel Rotterdam B.V. en tot slot de WOM Vastgoed B.V. In 2020 is de gemeente als aandeelhouder uit Eneco N.V., N.V .Gemeentewerken en Guideplus getreden.

Stichtingen

Een verbonden partij kan een stichting zijn. Stichtingen waarin de gemeente een bestuurlijk en financieel belang heeft, of waartoe het College expliciet besloten vallen onder de term verbonden partij. Dit geldt alleen als er geen sprake is van een subsidierelatie. Als de gemeente een stichting in overwegende mate subsidie geeft, valt die stichting onder ‘gesubsidieerde instellingen’ en is het geen verbonden partij.

Er zijn 2 stichtingen als verbonden partij aan te merken: Stichting Bibliotheek Rotterdam en Stichting Natuurstad. De gemeente heeft naast een financieel belang in de vorm van een subsidierelatie ook een bestuurlijke relatie via een aantal statutaire bepalingen over bijvoorbeeld het benoemen van toezichthouders.

In 2020 heeft het college voor Stichting bibliotheek Rotterdam een nieuw meerjarenbeleidsplan vastgesteld waarin onder meer doelen over de focus op doelgroepen, de samenwerking met partners in de stad en verdere digitalisering zijn opgenomen.

      

Gemeentelijke deelname in nieuw op te richten stichtingen of nieuwe gemeentelijke deelname in bestaande stichtingen

Geen.

 

Te beëindigen gemeentelijke deelname in stichtingen

Geen.

Verenigingen

Ook een coöperatieve vereniging kan een verbonden partij zijn. Een coöperatieve vereniging heeft als doel in bepaalde materiële behoeften van de leden te voorzien. In tegenstelling tot een gewone vereniging kan een coöperatieve vereniging de aansprakelijkheid van de leden beperken of helemaal uitsluiten. Bij de volgende commanditaire vereniging zijn de leden uitgesloten van aansprakelijkheid (UA). Bij een gewone vereniging zijn de leden wel hoofdelijk aansprakelijk.

 

Te continueren gemeentelijke deelname in verenigingen

De gemeente continueert haar deelname in de vereniging Wigo4it. Wigo4it is een coöperatie die in dienst van én samen met de 4 grote gemeenten (Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag, ook wel de G4) integrale ICT- oplossingen ontwikkelt voor het aanvragen en verstrekken van uitkeringen, het begeleiden van mensen naar werk en het aanvragen en verstrekken van zorg.

 

Gemeentelijke deelname in nieuw op te richten verenigingen of nieuwe gemeentelijke deelname in bestaande verenigingen

Geen.

 

Te beëindigen gemeentelijke deelname in verenigingen

Geen.

Gemeenschappelijke regelingen

De Wet gemeenschappelijke regelingen (WGR) biedt overheden de mogelijkheid een deel van hun bestuurstaken te verplaatsen naar een openbaar lichaam. Dit wordt ‘verlengd lokaal bestuur’ genoemd. Gemeenten kunnen dan een openbaar lichaam instellen. Zo’n openbaar lichaam is een rechtspersoon en kent drie organen: een algemeen bestuur, een dagelijks bestuur en een voorzitter. Dit hoofdstuk gaat alleen in op de gemeenschappelijke regelingen die een ‘verbonden partij’ zijn. Daaronder vallen niet de zogeheten lichte regelingen, omdat in deze regelingen geen sprake is van een bestuurlijk onderdeel. Het zijn samenwerkingsverbanden zonder bestuursorganen.

 

Te continueren gemeentelijke deelname in gemeenschappelijke regelingen

De gemeente heeft in 2020 haar deelname in 9 gemeenschappelijke regelingen gecontinueerd. Dit zijn: Metropoolregio Rotterdam - Den Haag, GGD Rotterdam-Rijnmond, Grondbank RZG Zuidplas, DCMR, Jeugdhulp Rijnmond, Nieuw Reijerwaard, Openbaar Lichaam Gezamenlijke Brandweer, Openbaar lichaam Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond en het Recreatieschap Rottemeren.

 

Gemeentelijke deelname in nieuw op te richten gemeenschappelijke regelingen of nieuwe gemeentelijk deelname in bestaande gemeenschappelijke regelingen

De gemeente is in 2020 geen nieuwe gemeenschappelijke regelingen aangegaan.

 
Te beëindigen deelname in gemeenschappelijke regelingen

De gemeente is niet van plan om haar deelname in een van de negen gemeenschappelijke regelingen te beëindigen.

Fondsen

Naar aanleiding van de motie ‘Verantwoording van publieke waarde van deelname aan fondsen’ (20bb7928) is de presentatie en verantwoording van de fondsen waarin de gemeente participeert aangepast ten opzichte van voorgaand jaarverslag. Er is voor de in 2020 actieve fondsen een tabel waarin de belangrijkste kenmerken per fonds zijn opgenomen.

FondsnaamParticipatie-maatschappij InnovationQuarter B.V. (IQ Capital)ICOS Cleantech Early Stage Fund II B.V. (ICFII)Swanbridge Capital B.V.Stadshavens Ontwikkelingsfonds voor Innovatie & Economie C.V. (SOFIE)Energie Transitie Fonds
Startjaar

2014

2010 2016 2013 2020
Looptijd Geen einddatum 2010-2022 2016-2026 Geen einddatum 2020-2045
Focus Innovatieve bedrijven in Zuid-Holland, van start-ups tot scale-ups en MKB. Startende bedrijven die schone technologieen ontwikkelen. Startende bedrijven in medische productontwikkeling. Projecten voor duurzame stedelijke ontwikkeling. Projecten op het vlak van energietransitie en circulaire economie.

Participanten

Rijksoverheid, provincie, gemeenten en universiteiten Gemeente Rotterdam, BAM, Corbion, Airclean IBS, Delft Enterprises, fondsmanagers Gemeente Rotterdam, Van Herk Investments, Erasmus MC, fondsmanager Gemeente Rotterdam en Rijksoverheid Gemeente Rotterdam
Publiek belang gemeente Het stimuleren van de economische ontwikkeling in de regio Zuid-Holland en hiermee het versterken van de positie en de internationale concurrentiekracht van Zuid-Holland en Nederland. Verbetering van vestigingsklimaat Clean Tech Delta/Rotterdam en aantrekken innovatieve werkgelegenheid. Stimulering van het Rotterdamse economisch cluster Medisch & Zorg Duurzame gebiedsontwikkeling. (oorspronkelijk enkel Stadshavensgebied, sinds 2018 ook NPRZ-gebied) Verduurzaming van de productie, infrastructuur en gebruik van energie en het versterken van de circulaire economie in Rotterdam
Fondsbeheerder Regionale Ontwikkelingsmaatschappij InnovationQuarter B.V. ICOS Capital Management B.V. Swanbridge Capital Management B.V. Stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse Gemeenten (Svn) Regionale Ontwikkelingsmaatschappij InnovationQuarter B.V.
Fonds vermogen 79.550 13.082 6.588 20.913 100.000
Toegezegd kapitaal gemeente 3.000 2.150 1.000 0** 100.000
Boekwaarde gemeente 2.954 1.161 144 - -
Aandeel gemeente 4,8%* 22,02% 24,69% 33,2% 100%
Revolverend ja/nee Ja Nee Nee Ja Ja
Vergoeding fondsbeheerder Doorbelasting van kosten o.b.v. SLA (2019: € 1.847.000) € 114.702,- (voorlopige cijfers 2020) 2,1% van het fondsvermogen 2,2% van het fondsvermogen plus 1% van het daadwerkelijk geinvesteerd vermogen 1,35% van het fondsvermogen
Noot: Voor al deze fondsen geldt dat de jaarlijkse kosten voor beheer uit het fondsvermogen betaald worden (en terugverdiend dienen te worden). Er wordt vanuit de aandeelhouders geen jaarlijkse exploitatiebijdrage verstrekt. (bedragen *€1.000)
* De participatiemaatschappij InnovationQuarter B.V. is een 100% dochter van de Regionale Ontwikkelingsmaatschappij InnovationQuarter B.V. Het 4,8% aandeel betreft het aandeel van de gemeente in de Regionale Ontwikkelingsmaatschappij.
** Het fonds SOFIE is niet gevoed met een kapitaalstorting vanuit aandeelhouders, maar met Europese subsidiemiddelen.