Voorjaarsnota en Eerste herziening 2024

Rotterdam: Eén stad

Financieel beeld 2024-2028 Pagina 6

Algemeen

Onder het Financieel beeld 2024-2028 wordt op hoofdlijnen het meerjarige financiële beeld toegelicht:

  • de grootste mee- en tegenvallers die leiden tot de belangrijkste bijstellingen van de meerjarige begroting
  • de ontwikkeling van de belangrijkste financiële kengetallen die inzicht geven in de financiële gezondheid van de gemeente
  • en de ontwikkeling van de gemeentelijke reserves

Zoals ook aangegeven onder de Voortgang 2024 en Bestuurlijke hoofdlijnen wordt de gemeente geconfronteerd met onvermijdelijke tegenvallers. Om deze tegenvallers op te vangen en conform de gemeentelijke kaders uit te komen op een positief structureel exploitatiesaldo en een weerstandsvermogen van 1,0 zet de gemeente onder meer in op een lening van de Rotterdamse Investeringsmotor (RIM) van in totaal € 100 mln , taakstellingen op de gemeenschappelijke regeling Jeugdzorg Rijnmond die meerjarig optellen tot meer dan € 200 mln om de toename van de uitgaven te verminderen en het ophogen van de lopende gemeentelijke Bestuursopdracht Zorg van afgerond € 50 mln.

Belangrijkste bijstellingen 2024-2028

Jeugdzorg

De verbonden partij Gemeenschappelijke Regeling Jeugdzorg Rijnmond heeft een nieuwe meerjarenprognose opgesteld. Deze laat een forse kostenstijging zien waardoor een negatieve reeks wordt gepresenteerd van € 41 mln dit jaar oplopend naar € 79 mln in 2028. De kostenstijging in 2023 werkt structureel door naar alle jaren erna, en neemt naar verwachting (zonder maatregelen) verder toe. Er worden onder meer steeds zwaardere arrangementen voor jeugdigen afgegeven, zijn er hogere personeelslasten (onder meer vanwege nieuwe Cao-afspraken) en door de versnelde afbouw in de gesloten jeugdhulp is een toename in de één-op-één zorg te zien.

Gegeven en de majeure omvang van het knelpunt op de Jeugdzorg (zie boven) worden er verschillende oplossingen voorgesteld om dit knelpunt te verkleinen, in onderstaande tabel zijn de volgende vier oplossingen vermeld:

  • Inzet Bestemmingsreserve Tweedelijns Wmo en Jeugdwet: er zat € 52 mln in deze bestemmingsreserve voor Wmo en Jeugdwet. Voorgesteld wordt om deze volledig in te zetten om de knelpunten Zorg gedeeltelijk op te lossen. 
  • Regionale Bestuursopdracht Jeugdzorg Kostenbeheersing. Voor het terugdringen van de uitgaven van de Gemeenschappelijke Regeling Jeugdzorg Rijnmond is door het Algemeen Bestuur van deze gemeenschappelijke regeling de Regionale Bestuursopdracht Kostenbeheersing (RBOK) verstrekt. Voor de invulling hiervan is een maatregelenpakket opgesteld dat - rekening houdend met een ingroeipad - ertoe moet leiden dat vanaf 2027 de uitgaven zijn teruggebracht naar het niveau van 2023. Deze maatregelen tellen naar huidige inzichten meerjarig op tot € 145 mln tot en met 2028.
  • Aanvullende opgave vanuit Rotterdam op Regionale Bestuursopdracht Jeugdzorg Kostenbeheersing: in aanvulling op voornoemde Regionale Bestuursopdracht Jeugdzorg Kostenbeheersing (RBOK), gaat Rotterdam aanvullende maatregelen nemen om de omvang van de uitgaven terug te brengen naar het niveau van 2022. Voor invulling van de hogere ambitiereeks dient ook te worden gekeken naar aanpalende domeinen, zoals het Onderwijs-domein. Deze maatregelen tellen naar huidige inzichten meerjarig op tot € 72 mln tot en met 2028.
  • Ophogen Bestuursopdracht Zorg (BOZ-reeks): voor dekking van het knelpunt ten aanzien van de hogere lasten van de Wmo wordt vanaf 2025 de bestaande besparingsreeks van de gemeentelijke Bestuursopdracht Zorg opgehoogd. Voor 2025 met € 3 mln en structureel met € 15 mln.

 

Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)

Er is een nieuwe meerjarenprognose opgesteld, waarin diverse ontwikkelingen te zien zijn. De lasten worden door de nieuwe inkoop van Wmo-arrangementen met ingang van 2025 circa € 10 mln per jaar hoger door hogere tarieven van de aanbieders. Wetgeving verplicht de gemeente reële tarieven vast te stellen. Daarnaast zijn door uitstel van het wetsvoorstel ''Een eerlijker eigen bijdrage" de verwachte baten vanaf 2025 met circa € 5 mln naar beneden bijgesteld. 

 

Lobby Wet maatschappelijke ondersteuning

In het Coalitieakkoord van dit college en de Bestuursopdracht Zorg zijn extra baten vanuit het Rijk voor de Wmo ingeboekt: € 20 mln in 2024, oplopend naar € 40 mln in 2025 en € 60 mln structureel. Hiervan is grofweg € 5 mln vanaf 2025 ingevuld. Het wordt niet realistisch geacht dat het voor 2024 ingeboekte bedrag wordt gerealiseerd. Omdat er nog een onderzoek loopt van het Rijk in samenwerking met de VNG waarvan eind 2024 de resultaten worden verwacht, blijven de ingeboekte baten voor 2025 en verder vooralsnog gehandhaafd.  

 

Actualisatie Bijstandsuitkeringen (BUIG)

Het negatieve BUIG-saldo is het verschil tussen het ontvangen budget voor bijstandsuitkeringen (BUIG) vanuit de Rijksoverheid en de uitgaven van de gemeente aan bijstandsuitkeringen en loonkostensubsidies. Het verschil komt onder meer voort uit een gewijzigde verdeelsystematiek van de BUIG-middelen vanuit de Rijksoverheid waardoor de gemeente relatief minder ontvangt vanuit het Rijk.

Het knelpunt in 2024 en 2025 is opgeteld € 47 mln. Om dit knelpunt te dekken is het voorstel om voor € 41 mln aan de bestemmingsreserve van de BUIG toe te voegen en vervolgens te onttrekken (zie tabel: Actualisatie BUIG reserve; toevoeging en onttrekking). Hierdoor neemt de omvang van de bestemmingsreserve per saldo met afgerond € 6 mln af van € 31 mln naar € 25 mln. 

 

Actualisatie energiekosten

De begrote energiekosten zijn vanaf 2024 structureel verhoogd. Dit is gedaan op basis van het verwachte energieverbruik van de gemeente en de nieuwste leveringstarieven voor electriciteit, gas en warmte, de kosten voor netwerk- en transportprijzen, de energiebelastingen en overige marktontwikkelingen. De gemeentelijk toegekende indexatie om deze kosten te dekken blijkt echter onvoldoende om de gestegen energiekosten van de gemeente op te vangen. Voor 2024 gaat het om € 10 mln, in de jaren erna om € 7 mln.

 

Network and Information Security (NIS2) Wetgeving

De NIS2 richtlijn is vastgesteld door de Europese Unie (EU) en bedoeld om de cyberbeveiliging en  weerbaarheid van essentiële diensten in lidstaten van de EU te verbeteren, waardoor ook de Nederlandse gemeente zich hieraan moeten conformeren. Met de invoering van de NIS2-wetgeving in oktober 2024 is het van cruciaal belang dat de gemeente proactief handelt om te voldoen aan deze nieuwe cybersecuritywetgeving. De nieuwe wetgeving breidt de vereisten aan cybersecurity en sancties uit, zoals veranderingen en verplichtingen op het gebied van: aansprakelijkheid, opleiding, zorgplicht en meldingsplicht. Een andere omvangrijke wijziging in de wetgeving is dat deze van toepassing is op operationele technologie in het fysieke domein, zoals bruggen, sluizen, sensoren, cameratoezicht. In 2024 gaat het om € 4 mln, voor 2025 t/m 2028 om € 8 á € 7 mln per jaar.

 

Rationalisatie aanbod Kantoorwerkplekken

Dit betreft een jaarlijkse besparing van € 10 mln met name omdat gebouwen kunnen worden afgestoten.  Deze reductie van beschikbare kantoorwerkplekken is naar inzicht van de gemeente mogelijk op basis van metingen  van de benutting van alle kantoorwerkplekken. Eén van de oorzaken van de lagere benutting is dat door medewerkers van de gemeente meer flexibel en thuis wordt gewerkt.

 

Projecten erfpacht

In de gemeentebegroting wordt structureel gerekend met jaarlijkse inkomsten uit erfpacht, bijvoorbeeld door canonbetalingen van erfpachtcontracten, opbrengsten uit conversies van (tijdelijke) erfpachtcontracten (omzettingen naar eeuwigdurende erfpacht of eigendom) en ontheffingsvergoedingen. Binnen de gemeente loopt een project om actiever te sturen op deze erfpachtcontracten en het gesprek aan te gaan met contractanten. Hieruit verwacht de gemeente hogere baten te ontvangen. Dit kunnen eenmalige bedragen zijn (bij conversie) of structurele bedragen (bij canonbetaling).

 

Bijstelling dividend

De gemeente had haar dividend behoedzaam geraamd. Op grond van geactualiseerde prognoses, wordt meer winst en een hoger dividend dan eerder geraamd verwacht. Dit leidt tot een verwachte meevaller in de jaren 2026 tot en met 2028. Dit heeft hoofdzakelijk betrekking op het dividend van Stedin.

 

Opschalingskorting vanuit het Rijk

Bijdragen vanuit het Rijk naar de gemeente komen grotendeels vanuit het Gemeentefonds. Binnen het Gemeentefonds is een opschalingskorting opgenomen. Deze opschalingskorting is door het Rijk vanaf 2015 opgelegd met als achterliggende gedachte dat gemeenten door gedwongen opschaling (verregaande samenwerking en samengaan van gemeenten) kosten zouden besparen. Het vorige kabinet schafte de verplichte opschaling van gemeenten en provincies af, maar de opschalingskorting bleef. Nu heeft het huidige kabinet dit voorjaar echter ook  de opschalingskorting binnen het Gemeentefonds geschrapt wat vervolgens een meevaller betekent van € 35 mln per jaar voor de gemeente vanaf 2026.

 

Inzet van de Enecomiddelen en Bijzondere Erfpachtbaten uit de bestemmingsreserve Rotterdamse Investeringsmotor (RIM)

De bestemmingsreserve Rotterdamse Investeringsmotor is in het verleden ingesteld en gevuld met de toenmalige verkoopopbrengst van afgerond € 1,4 miljard door de verkoop van de gemeentelijke aandelen van energiebedrijf Eneco. Later zijn daar eenmalige baten uit erfpachtconversies aan toegevoegd waardoor de omvang van deze reserve circa € 2 miljard bedraagt. Het voorstel is om dit jaar tijdelijk € 100 mln vanuit deze reserve te onttrekken en in te zetten om de financiële knelpunten te dekken. Deze onttrokken middelen worden in 2027 en 2028 weer met rente teruggestort en toegevoegd aan de RIM. De terugbetaling met rente is in totaal € 109 mln.

 

Algemene reserve

De hoogte van de Algemene reserve is van belang voor het berekenen van het Weerstandsvermogen. Als het totaal van alle financiële bijstellingen positief is wordt dit toegevoegd aan de Algemene reserve. Als het totaal van alle financiële bijstellingen negatief is wordt dit onttrokken uit de Algemene reserve. In 2025 vindt een onttrekking plaats aan de Algemene reserve. De andere jaren vindt een toevoeging plaats. Op grond van de huidige ramingen neemt de omvang van de algemene reserve toe van afgerond € 70 mln in 2024 naar meer dan € 200 mln in 2028.

 

Een overzicht van alle bijstellingen is te vinden op de pagina Samenvatting bijstellingen. Een overzicht van een vergelijking van de begrotingssaldi per programma vanaf de Begroting 2023 is opgenomen op de pagina Vergelijking begrotingssaldi. De link naar de Excel met alle begrotingsbijstellingen sinds de Begroting 2024 is Excel Voorjaarsnota 2024.

Overzicht belangrijkste bijstellingen x € 1.000

2024

2025

2026

2027

2028

Programma

Jeugdzorg en Wet maatschappelijke ondersteuning -24.061 -49.900 -33.700 -2.100 -3.100  
Jeugdzorg -41.300 -63.500 -78.000 -79.000 -79.200 Zorg, welzijn en wijkteams
Regionale Bestuursopdracht Jeugdzorg Kostenbeheersing 1.600 9.600 26.500 54.000 54.200 Zorg, welzijn en wijkteams
Rotterdamse plus op Regionale Bestuursopdracht Jeugdzorg Kostenbeheersing   6.900 13.300 26.000 26.300 Zorg welzijn en wijkteams
Wmo - Wet maatschappelijke ondersteuning 3.900 -15.900 -20.500 -18.100 -19.400 Zorg, welzijn en wijkteams
Lobby Wmo -20.000         Zorg, welzijn en wijkteams
Ophogen reeks Bestuursopdracht Zorg   3.000 15.000 15.000 15.000 Zorg, welzijn en wijkteams
Onttrekking bestemmingsreserve Tweedelijns Wmo en Jeugdwet  31.739 10.000 10.000     Zorg, welzijn en wijkteams
Actualisatie Bijstandsuitkeringen (BUIG) -29.178 -12.183        
Actualisatie BUIG - exploitatietekort -34.854 -12.183       Werk en inkomen
Actualisatie BUIG - onttrekking reserve 34.854 12.183       Werk en inkomen
Actualisatie BUIG - toevoeging reserve -29.178 -12.183       Werk en inkomen
Bedrijfsvoering -14.558 -6.645 -6.243 -5.180 -4.215  
Actualisatie energiekosten -10.176 -7.755 -7.746 -7.292 -7.138 Meerdere programma's
Network and Information Security (NIS2) wetgeving -4.382 -8.890 -8.497 -7.888 -7.077 Overhead
Rationalisatie aanbod kantoorwerkplekken   10.000 10.000 10.000 10.000 Overhead 
Stedelijke ontwikkeling   5.597 11.422 16.284 22.453  
Projecten erfpacht   5.897 11.422 16.284 22.453 Stedelijke ontwikkeling
Algemene middelen 45.656 30.413 -9.205 -37.089 -32.963  
Opschalingskorting     35.000 35.000 35.000 Algemene middelen
Bijstelling dividendramingen     11.500 11.500 11.500 Algemene middelen
Lening en terugbetaling Rotterdamse Investeringsmotor (RIM) (cilinder 7: Enecomiddelen) 85.000     -42.500 -42.500 Algemene middelen
Lening en terugbetaling Rotterdamse Investeringsmotor (RIM) (cilinder 8: Erfpachtbaten) 15.440     -7.720 -7.720 Algemene middelen
Rente op lening Rotterdams Investeringsmotor (RIM)       -3.268 -4.421 Algemene middelen
Algemene reserve toevoegingen (-) en onttrekkingen (+) -54.984 30.613 -55.705 -30.101 -24.822 Algemene middelen

 

Een negatief bedrag (met een – ervoor) is een financiële tegenvaller: de gemeente geeft meer geld uit of er komen minder opbrengsten binnen. Een positief bedrag is een financiële meevaller: de gemeente geeft minder geld uit of er komen meer opbrengsten binnen.

Voor een uitgebreide toelichting zie het blokje Financiën onder het programma waarop de bijstelling betrekking heeft.

Financiële kengetallen

Voor de sturing op en de verantwoording over de financiële positie van de gemeente wordt gebruik gemaakt van verschillende financiële kengetallen. Hieronder worden de twee belangrijkste financiële kengetallen kort toegelicht. Wilt u meer weten over de financiële kengetallen, ga dan naar de paragraaf Financiële kengetallen.

Het weerstandsvermogen geeft een indicatie van de mate waarin de gemeente in staat is om niet begrote financiële tegenvallers op te vangen, zonder de noodzaak om direct te bezuinigen. Het college streeft naar een weerstandsvermogen van tenminste 1,0 in alle jaren. Door onder meer een lening van de Rotterdamse Investeringsmotor (RIM), taakstellingen op de gemeenschappelijke regeling Jeugdzorg Rijnmond om de uitgaven niet verder op te laten lopen en inzet van andere ombuigingen blijft het weerstandsvermogen op pijl. Alleen in 2025 is het Weerstandsvermogen incidenteel onder de 1,0 en is dan 0,68.

Weerstandsvermogen202320242025202620272028
Begroting 2024 0,90  0,84 1,02 1,08 1,18  
Voorjaarsnota 2024 0,63 1,13 0,68 1,00 1,22 1,46

Het structureel exploitatiesaldo geeft inzicht in de mate waarin de structurele lasten, inclusief de structurele toevoegingen aan reserves, gedekt zijn door structurele baten, inclusief de structurele onttrekkingen aan reserves. In 2024 en 2025 is het structureel exploitatiesaldo negatief. De maatregelen die met deze voorjaarsnota worden getroffen hebben effect in 2026 en de jaren daarna. Vanaf 2026 is het structureel exploitatiesaldo dan ook weer positief. Dit betekent dat de gemeente Rotterdam in die jaren de structurele lasten kan dekken door structurele baten en dus voldoet aan de daarvoor gestelde eisen.

Structureel exploitatiesaldo x € 1 mln20242025202620272028
Begroting 2024 12 67 70 69  
Voorjaarsnota 2024 -74 -22 90 138 166

Reserves

Omvang en ontwikkeling reserves

Het totaal van de reserves neemt in 2025 eerst af door de onttrekking aan de Algemene reserve. Vanaf 2025 neemt het totaal aan reserves licht toe. De stijging komt in die jaren door een hogere Algemene reserve, de bestemmingsreserve Rotterdamse Investeringsmotor (RIM) en de bestemmingsreserve Duurzaamheidstransitiebudget. De Algemene reserve stijgt door een positief exploitatieresultaat in alle jaren, behalve in 2025. De RIM stijgt door het terugbetalen van de lening vanuit de RIM. De bestemmingsreserve Duurzaamheidstransitiebudget stijgt door toevoegingen vanuit de RIM en erfpachtbaten.

Ten opzichte van de Begroting 2024 is sprake van daling van het totaal van de reserves door het negatieve rekeningresultaat 2023, de incidentele tegenvallers in 2024 en 2025 en het actualiseren van de toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves.

Zoals gebruikelijk wordt er rekening gehouden met het effect van de jaarrekening ondanks dat de gemeenteraad hier ten tijde van publicatie van de voorjaarsnota nog niet over heeft besloten.

Reserves x € 1 mln31-12-202431-12-202531-12-202631-12-202731-12-2028
Begroting 2024 2.576.499 2.644.526 2.718.306 2.802.694  
Voorjaarsnota 2024 2.468.051 2.459.800 2.564.205 2.716.826 2.898.335
Reserves Top 1031-12-202431-12-202531-12-202631-12-202731-12-2028
Bestemmingsreserve Rotterdamse Investeringsmotor (RIM)  1.923.507 1.953.736 2.001.655 2.118.023 2.257.622
Bestemmingsreserve Nationaal Programma Rotterdam Zuid 161.524 164.315 167.712 158.972 156.166
Algemene Reserve 70.296 65.045 126.982 182.094 231.927
Bestemmingsreserve Doorbouwfonds 51.884 51.884 51.884 51.884 51.884
Bestemmingsreserve Duurzaamheidstransitiebudget 21.219 26.734 39.569 39.569 39.569
Bestemmingsreserve Bodem 24.536 18.166 15.326 13.066 10.806
Bestemmingsreserve Gebiedsontwikkeling  25.903 23.796 22.696 21.596 21.096
Bestemmingsreserve BUIG 25.000 25.000 25.000 25.000 25.000
Kredietrisicoreserve 19.563 19.563 19.563 19.563 19.563
Rivierahal Blijdorp 17.100 12.140 7.100 2.060 180
Overig 127.519 99.421 86.718 84.999 84.522
Totaal 2.468.051 2.459.800 2.564.205 2.716.826 2.898.335