In 2022 waren er meeropbrengsten voor de onroerendezaakbelasting en precariobelasting. Voor 2023 en volgende jaren worden meeropbrengsten voor een aantal lokale belastingsoorten verwacht. De reden hiervan is dat er veel gebouwd wordt in Rotterdam. De meerjarige areaaluitbreiding wordt vanaf 2024 opgenomen in de begroting.
Voor het gebruik van openbare gemeentegrond betalen ondernemingen en instellingen precariobelasting. Een toename in het aantal bouwplaatsen leidt tot meeropbrengsten. Hetzelfde geldt voor onroerendezaakbelasting. Meer woningen en bedrijfspanden, en nieuwe inzichten in de waardering en investeringen, leiden tot hogere belastingopbrengsten. Daarom stelt de gemeente de verwachte opbrengsten voor een aantal lokale belastingen bij.
Het college introduceert een voor Rotterdam nieuwe belasting: de cruisebelasting. Dit is een logiesbelasting voor passagiers van cruiseschepen. De gemeente werkt – samen met de cruisesector – aan de voorbereiding van de introductie van deze nieuwe belastingsoort. Om de introductie voor de sector goed te laten verlopen, verschuift de invoeringsdatum van 2024 naar 2025. Op basis van nadere uitwerking worden de verwachte opbrengsten bijgesteld.
Financiële bijstellingen Belastingen (x 1.000) | € 23.076 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bijstellingen raming lokale belastingen | € 19.280 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Eenmalige compensatie afvalstoffenheffing | € 7.952 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dotatie voorziening dubieuze debiteuren | - € 4.000 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Technische wijzigingen |
- € 156 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Een negatief bedrag (met een – ervoor) is een financiële tegenvaller: de gemeente geeft meer geld uit of er komen minder opbrengsten binnen. Een positief bedrag is een financiële meevaller: de gemeente geeft minder geld uit of er komen meer opbrengsten binnen. Voor een uitgebreide toelichting zie het blokje Financiën onder dit programma |
Rotterdam moet een aantrekkelijke stad zijn en blijven om in te wonen. Eén van de financiële uitgangspunten van het huidige coalitieakkoord is dat de gemeente stuurt op een gemiddelde lokale lastendruk binnen G4-verband.
Het tarief voor onroerendezaakbelasting is in Rotterdam hoger dan het gemiddelde van de G4-gemeenten. Met een bijstelling op de verwachte opbrengsten voor onroerendezaakbelasting voor woningen brengt het college het tarief in de buurt van dat gemiddelde. Bij het bepalen van het uiteindelijke tarief spelen ook andere factoren een rol, zoals de inflatie en de waardeontwikkeling van de huizenmarkt. Bij de behandeling van de begroting 2024 stelt de gemeenteraad het daadwerkelijke tarief vast.
Meer Rotterdammers en ondernemers hebben moeite om hun belastingaanslagen te betalen. De oorzaak is veelal de financiële nasleep van de coronamaatregelen en de stijgende lasten. Met hen maakt de gemeentelijke belastingdienst individuele afspraken, bijvoorbeeld door betalingsregelingen te treffen of actieve doorverwijzing naar schuldhulpverlening, en waar nodig een combinatie van beide. Tot nu toe heeft de gemeentelijke belastingdienst ongeveer 16% meer betalingsregelingen getroffen dan in dezelfde periode in 2022. Ondanks de hulp die de gemeente biedt, loopt de gemeente een groter risico op de inning van de opgelegde belastingen. Ook faillissementen spelen hierbij een rol. Uiteraard wordt de invloed op de verwachte belastingopbrengsten gevolgd.