Overzicht van baten en lasten Algemene middelen | Realisatie 2022 | Begroting 2023 | Raming 2024 | Raming 2025 | Raming 2026 | Raming 2027 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Baten exclusief reserves | 2.287.066 | 2.244.142 | 2.361.102 | 2.352.309 | 2.278.851 | 2.279.851 |
|
Bijdragen rijk en medeoverheden | 2.195.890 | 2.146.701 | 2.263.751 | 2.254.352 | 2.178.206 | 2.175.331 | |
Dividenden | 87.080 | 95.554 | 96.751 | 97.701 | 100.701 | 104.701 | |
Financieringsbaten | 4.290 | 2.928 | 1.647 | 1.304 | 992 | 867 | |
Overige opbrengsten derden | 92 | 7 | 2 | 0 | 0 | 0 | |
Overige baten | -286 | -1.048 | -1.048 | -1.048 | -1.048 | -1.048 | |
Lasten exclusief reserves | 23.978 | -71 | 149.640 | 157.911 | 149.560 | 150.398 |
|
Apparaatslasten | 66 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Inhuur | 66 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Intern resultaat | 47 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Intern resultaat | 47 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Programmalasten | 23.864 | -71 | 149.640 | 157.911 | 149.560 | 150.398 | |
Financieringslasten | 13.868 | 20.882 | 40.171 | 50.041 | 55.091 | 56.804 | |
Inkopen en uitbestede werkzaamheden | 3.071 | 25.209 | 162.626 | 165.226 | 155.616 | 156.989 | |
Kapitaallasten | -43.081 | -46.501 | -53.497 | -57.696 | -61.487 | -63.735 | |
Overige programmalasten | 50.006 | 340 | 340 | 340 | 340 | 340 | |
Subsidies en inkomensoverdrachten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Saldo voor vpb en reserveringen | 2.263.088 | 2.244.213 | 2.211.462 | 2.194.398 | 2.129.291 | 2.129.453 | |
Vennootschapsbelasting | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
|
Saldo voor reserveringen | 2.263.088 | 2.244.213 | 2.211.462 | 2.194.398 | 2.129.291 | 2.129.453 | |
Reserves | -358.193 | 3.929 | -61.268 | -101.846 | -93.109 | -112.198 |
|
Onttrekking reserves | 36.332 | 176.471 | 36.994 | 32.236 | 29.900 | 28.900 | |
Toevoeging reserves | 394.925 | 174.441 | 98.262 | 134.083 | 123.009 | 141.098 | |
Vrijval reserves | 400 | 1.899 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Saldo | 1.904.895 | 2.248.142 | 2.150.194 | 2.092.552 | 2.036.182 | 2.017.255 |
Baten
De baten bestaan uit de bijdragen van het Rijk en medeoverheden (o.a. het gemeentefonds), dividenden en financieringsbaten over verstrekte leningen en garanties.
Lasten
De twee grootste posten onder de programmalasten bestaan uit de financieringslasten over extern aangetrokken geldleningen en de kapitaallasten, waaronder de interne verrekening van de omslagrente plaatsvindt. Verder zijn de belangrijkste posten onder ‘overige programmalasten’ de ingeschatte risico's voor verstrekte leningen en garanties en concernbrede stelposten. De concernbrede stelposten zijn bedoeld om de nog over de programma’s te verdelen concernbrede taakstellingen en trendcorrecties op te vangen.
Reserves
De reserves die onder het programma Algemene middelen zijn opgenomen, zijn een aantal concernbrede reserves. Het gaat hoofdzakelijk om de Algemene reserve, de Kredietrisicoreserve, de Rotterdamse Investeringsmotor (RIM) en de bestemmingsreserves Taakmutaties.
Meerjarig verloop
De totale baten laten tussen 2023 - 2027 een stijgend beeld zien. Dit komt hoofdzakelijk enerzijds door hogere verwachte rijksmiddelen, hogere dividenden en anderzijds lagere financieringsbaten uit verstrekte leningen en garanties. De totale lasten stijgen vanaf 2023. Dat komt vooral door de stijging van de financieringslasten door hogere investeringsvoornemens door het Concern en daardoor een hogere externe rentelast. Verder wordt het meerjarige saldo beïnvloed door diverse stelposten die vooralsnog centraal zijn verwerkt en bij de tweede herziening 2023/ meerjarenbegroting 2024 nader zullen worden ingevuld.
Bijstellingen Algemene middelen | Begroting 2023 | Raming 2024 | Raming 2025 | Raming 2026 | Raming 2027 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Oorspronkelijke begroting 2023 | 2.027.398 | 2.099.024 | 2.063.397 | 2.020.468 | 2.020.468 | ||
Bijstellingen Eerste Herziening / Voorjaarsnota 2023 | 220.745 | 51.171 | 29.155 | 15.714 | -3.213 | ||
Organisatieopgave | Bezuinigingen/Taakstellingen | 0 | 19.154 | 23.692 | 53.152 | 47.928 | |
Actualisatie kapitaallasten | Ramingsbijstellingen onvermijdelijk | -2.623 | -1.913 | -1.971 | -1.804 | 820 | |
Actualisatie rente | Ramingsbijstellingen onvermijdelijk | -3.100 | -10.608 | -9.710 | -9.695 | -10.537 | |
Afbouw dividend Eneco | Ramingsbijstellingen onvermijdelijk | 0 | 0 | 0 | 0 | -1.000 | |
Afdracht groeimiddelen aan RIM | Ramingsbijstellingen onvermijdelijk | 0 | 5.980 | -7.120 | -20.270 | -1.230 | |
Bijstelling dividendramingen | Ramingsbijstellingen onvermijdelijk | 6.996 | -770 | 2.814 | 5.814 | 9.814 | |
Dekking indexatie | Ramingsbijstellingen onvermijdelijk | -3.613 | -98.296 | -105.164 | -126.145 | -125.024 | |
Doorwerking verdeelreserve Rijk | Ramingsbijstellingen onvermijdelijk | 0 | 1.522 | 0 | 0 | 0 | |
Eerder ontvangen baten erfpachtconversie | Ramingsbijstellingen onvermijdelijk | 71.544 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Effecten nieuwe cao | Ramingsbijstellingen onvermijdelijk | -2.398 | -52.500 | -52.500 | -52.500 | -52.500 | |
Indexatie september-, december- en meicirculaire | Ramingsbijstellingen onvermijdelijk | 34.780 | 122.511 | 128.174 | 126.524 | 125.871 | |
Meicirculaire 2023 | Ramingsbijstellingen onvermijdelijk | 8.867 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie algemene uitkering september- en decembercirculaire | Ramingsbijstellingen onvermijdelijk | 0 | 0 | 0 | 47.663 | 47.663 | |
Nieuwe jaarschijf vervangingsinvesteringen | Ramingsbijstellingen onvermijdelijk | 0 | 0 | 0 | 0 | -7.300 | |
Vrijval kapitaallasten stadion Feyenoord | Ramingsbijstellingen onvermijdelijk | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | |
Actualisaite rente | Ramingsbijstellingen onvermijdelijk | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Actualisatie rente | Ramingsbijstellingen onvermijdelijk | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Toevoeging kapitaallasten stadion Feyenoord aan bestemmingsreserve Rotterdamse Investeringsmotor (RIM) | Ramingsbijstellingen vermijdbaar | -1.000 | -1.000 | -1.000 | -1.000 | -1.000 | |
Algemene reserve | Reserves | 51.285 | 63.392 | 49.755 | -8.344 | -36.845 | |
Bestemmingsreserve Doorbouwfonds | Reserves | 25.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bestemmingsreserve Duurzaamheidstransitiebudget | Reserves | 29.500 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bestemmingsreserve Rotterdamse Investeringsmotor | Reserves | 272 | -111 | -175 | -37 | -6 | |
Vrijval reserves kleiner dan 1 miljoen | Reserves | 1.899 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bestemmingsreserve Rotterdamse Investeringsmotor | Reserves | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage centrale financiering GDI | Taakmutaties | 280 | 297 | 312 | 297 | 297 | |
Taakmutaties september- en decembercirculaire | Taakmutaties | 225 | 893 | -558 | -490 | -2.713 | |
Technische wijzigingen | Technische wijzigingen | 1.829 | 1.620 | 1.605 | 1.548 | 1.548 | |
Begroting na wijzigingen | 2.248.142 | 2.150.194 | 2.092.552 | 2.036.182 | 2.017.255 |
Organisatieopgave
De gemeentelijke organisatie is als gevolg van diverse ontwikkelingen op bepaalde onderdelen flink gegroeid. In de breedte van de organisatie is hierop onvoldoende (bij)gestuurd. Het omgaan met (onverwachte) complexe opgaven hoort bij een wereldstad als Rotterdam. Groei van de gemeentelijke organisatie is hiervoor volgens het college echter geen lange termijn oplossing. Het college zet in op een klantgerichte, wendbare en efficiënte organisatie die snel inspeelt op de actualiteit. Een organisatie met ambtenaren die met hart voor de stad naast de Rotterdammer staat, in de eigen wijk, buurt of straat. Klaar om met hen mee te denken, mee te doen en te zorgen voor ondersteuning op maat.
Daarbij leggen hogere salarislasten, voortvloeiend uit de nieuwe cao voor gemeenteambtenaren, de stijgende rente en een toenemende vraag naar financiële ondersteuning van Rotterdammers een enorme extra claim op de gemeentelijke begroting. De rekening van deze stijgende kosten wil het college zo min mogelijk bij de Rotterdammers neerleggen. Daarom kiest het college ervoor de kosten van de gemeentelijke organisatie fors te verlagen. Het college zet in op een klantgerichte, wendbare en efficiënte organisatie die snel inspeelt op de actualiteit.
Deze besparing op de organisatie van opgeteld € 150 mln komt bovenop de besparing op de organisatie in het coalitieakkoord. De besparingen moeten zo min mogelijk ten koste gaan van de dienstverlening aan de Rotterdammers en worden de komende periode verder uitgewerkt. Onderdeel van de begroting 2024 is een concreet plan onder de jaarschijf 2024 en een doorkijk naar 2025, 2026 en 2027. Een deel van de besparing op de organisatie is reeds gerealiseerd door verminderde overhead als gevolg van verschillende bijgestelde inhoudelijke ambities. De resterende stelpost op het programma Algemene Middelen telt daarom op tot € 145 mln. Wanneer de organisatie opgave concreet is ingevuld zal deze stelpost verdeeld worden onder de juiste begrotingsprogramma’s. Periodiek zal het college de gemeenteraad hierover informeren in de P&C-cyclus, in ieder geval bij de Begroting en Jaarrekening.
Actualisatie kapitaallasten
De afschrijvingen van en rente op investeringen vormen de kapitaallasten. De kapitaallasten zijn aangepast door nieuwe en bijgestelde investeringskredieten en door geactualiseerde ramingen per jaarschijf. In de paragraaf investeringen staat een gedetailleerd overzicht.
Actualisatie rente
Het renteomslagstelsel is geregeld in de gemeentelijke regelgeving. Dit stelsel houdt in dat de vermogenskosten aan de gemeentelijke producten worden doorberekend op basis van de boekwaarde van de investeringen voor die producten. De rente die gemeente hiervoor hanteert is de omslagrente. Deze rente wordt jaarlijks vastgesteld op basis van richtlijnen van de commissie Besluit begroting en verantwoording (BBV). Omdat de actuele marktrente hoger is dan eerder aangenomen, stijgt naar verwachting de in 2024 te hanteren omslagrente ten opzichte van de huidige gehanteerde omslagrente. Gelet op deze ontwikkeling en huidige marktomstandigheden gaat de gemeente uit van de volgende reeks omslagrente: € 3,1 mln (2023), € 10,6 mln (2024), € 9,7 mln (2025), € 9,6 mln (2026), € 10,5 mln (2027). Bij de Voorjaarsnota/ Eerste herziening 2023 worden de financiële effecten van de hele organisatie op dit programma verwerkt. Bij de Begroting 2024/ Tweede herziening 2023 vindt de verwerking plaats met de betrokken programma's.
Afbouw dividend Eneco
Door de verkoop van de aandelen Eneco ontvangt de gemeente sinds 2021 minder inkomsten uit dividend. Tegelijkertijd leverde de verkoop voor langere tijd een financieringsvoordeel op. Dit voordeel wordt geraamd op jaarlijks € 6,5 mln. Per saldo leidt de verkoop van Eneco tot een jaarlijks begrotingsknelpunt van € 8,4 mln. Met de vaststelling van de Beleidsnota Investeringen Rotterdam 2020 heeft de gemeenteraad besloten dat, als door de verkoop van bezit begrote inkomsten wegvallen, het college de verkoopopbrengst kan inzetten om de begrotingstegenvaller op te vangen. Op grond hiervan is in voorgaande jaren besloten om voor een periode van 8 jaar uit de verkoopopbrengst Eneco jaarlijks € 1 mln te gebruiken om het begrotingsknelpunt van € 8,4 mln geleidelijk op te vangen. Voortzetting van dit beleid leidt voor 2027 tot een extra dekkingsopgave van € 1 mln ten opzichte van 2026.
Afdracht groeimiddelen aan RIM
Volgens het investeringsbeleid zet het college een derde deel van de groei van de algemene dekkingsmiddelen in voor investeringen die de groei van de stad mogelijk maken: ‘groei-met-groei’. De algemene dekkingsmiddelen bestaan uit het geheel van de algemene uitkering uit het gemeentefonds en de algemene belastingen.
Deze ‘groeimiddelen’ voegt het college toe aan de bestemmingsreserve Rotterdamse Investeringsmotor (RIM). Het wisselende beeld van de bijstellingen is onder andere te verklaren door de groei van de algemene uitkering van het gemeentefonds. Het gemeentefonds groeit in 2026 ten opzichte van de meerjarenbegroting met circa € 47 mln. Dat verklaart deels de bijstelling aan groeimiddelen in 2026. Het gemeentefonds groeit in 2027 ten opzichte van 2026 niet, waardoor de groeimiddelen in 2027 nagenoeg gelijk blijven.
Bijstelling dividendramingen
Op basis van recente informatie over de deelnemingenportefeuille zijn de te verwachten dividendinkomsten meerjarig bijgesteld. Deze actualisatie leidt tot een hogere dividendopbrengst in 2023 en 2025 tot en met 2027, en tot een lagere dividendopbrengst in 2024 dan eerder was geraamd. De hogere dividendopbrengst komt vooral door het Havenbedrijf Rotterdam (€ 3,1 mln in 2023, € 3 mln in 2025, € 6 mln in 2026 en € 10 mln in 2027) en door Stedin met € 3,9 mln in 2023. De lagere dividendopbrengst in 2024 is voornamelijk toe te schrijven aan Stedin; de geraamde dividendopbrengsten daaruit zijn met € 2,1 mln naar beneden bijgesteld.
Dekking Indexatie
Bij de Voorjaarsnota/Eerste herziening 2023 reserveert het college binnen het gemeentefonds meerjarig bedragen voor het gestegen prijspeil voor lonen en prijzen (indexatie), overigens met uitzondering van de cao-effecten. De bedragen worden verwerkt in de betreffende programma’s en hebben daarmee in beginsel een budgettair neutraal effect. De lasten worden in de Voorjaarsnota 2023/Eerste herziening 2023 vooralsnog opgenomen op het programma Algemene Middelen. De verwerking naar de betreffende programma’s vindt plaats bij de Begroting 2024/Tweede herziening 2023.
Doorwerking verdeelreserve Rijk
In 2022 is de verdeelreserve die het Rijk aanhoudt niet ingezet. Voorheen werd deze aan het einde van het jaar uitgekeerd. Sinds 2022 keert het Rijk deze pas twee jaar later uit, op het moment dat de laatste waarden van de maatstaven voor het gemeentefonds worden vastgesteld. Het effect voor Rotterdam is naar verwachting € 1,5 mln.
Eerder ontvangen baten erfpachtconversie
Voor 2022 en 2023 zijn aan de bestemmingsreserve Rotterdamse Investeringsmotor (RIM) toevoegingen begroot uit baten van de erfpachtconversie van twee grote wooncorporaties. Deze erfpachtconversiemiddelen worden op grond van het raadsbesluit over afdoening motie-Vonk ‘over kaders voor conversie’ (22bb006017) geheel toegevoegd aan de RIM. In 2022 is € 139,5 mln meer aan opbrengsten gerealiseerd dan begroot. Dit komt onder meer door de verbeterde uitvoering. Daardoor is de conversie versneld gerealiseerd en is € 71,5 mln aan baten al in 2022 ontvangen, in plaats van in 2023. Hiermee volgt een neerwaartse bijstelling voor 2023 op het programma Stedelijke ontwikkeling en op het programma Algemene middelen. Daarmee is deze bijstelling per saldo budgettair neutraal.
Effecten nieuwe cao
Sinds april 2023 is er een nieuw cao-akkoord 2023. De verwerking van de cao voor het jaar 2023 is bij de programma’s opgenomen en bedragen in totaal € 35 mln. Vanaf 2024 is ook de indirecte doorwerking naar subsidies en andere afgeleide maatstaven opgenomen, deze worden over de programma’s verwerkt bij de Begroting 2024 / Tweede Herziening 2023.
Indexatie september-, december- en meicirculaire
Bij de Voorjaarsnota 2023 zijn binnen het gemeentefonds meerjarig bedragen geraamd voor indexatie. Als de van het Rijk ontvangen baten meer of minder zijn dan benodigd, dan vindt verrekening plaats met de daartoe ingestelde organisatiebrede stelpost die op het programma Algemene Middelen wordt aangehouden.
Meicirculaire 2023
De schijf loon- en prijscompensatie 2023 van het gemeentefonds stelt het Rijk op basis van de Voorjaarsnota van het Rijk naar verwachting in de meicirculaire naar boven bij. Dat heeft voor Rotterdam een effect van circa € 8,8 mln. Deze middelen vallen voor het jaar 2023 vrij ten gunste van het algemeen financieel beeld.
Mutatie algemene uitkering september- en decembercirculaire
Naar verwachting bevat de meicirculaire 2023 een aantal hoofdlijnen rond de nieuwe financieringssystematiek van gemeenten. Vooruitlopend op de nieuwe financieringssystematiek heeft het kabinet in de septembercirculaire 2022 voor 2026 eenmalig € 1 mld beschikbaar gesteld, waarvan circa € 47 mln voor Rotterdam. Op 28 april 2023 heeft het kabinet in zijn Voorjaarsnota 2023 aangekondigd dat dit bedrag vanaf 2027 structureel beschikbaar komt.
Nieuwe jaarschijf vervangingsinvesteringen
Volgens het investeringsbeleid worden jaarlijks aanvullende dekkingsmiddelen gereserveerd. Deze moeten de gemeente in staat stellen om bezittingen tijdig te vervangen, renoveren of restaureren. Verwacht wordt dat in 2027 hiervoor € 7,3 mln nodig is. De aanvullende dekkingsmiddelen worden toegevoegd aan de bestemmingsreserve Rotterdamse Investeringsmotor (RIM).
Vrijval kapitaallasten stadion Feyenoord
In 2022 is geconcludeerd dat BVO Feyenoord en stadion Feijenoord op korte termijn geen nieuw stadion kunnen realiseren. Ook over de lange termijn (10 jaar) kunnen zij geen zekerheid geven. Het college heeft daarom besloten niet langer geld te reserveren voor het stadion. Daarmee vallen de meerjarig begrote kapitaallasten vrij. Volgens de financiële spelregels vloeien deze middelen toe aan de bestemmingsreserve Rotterdamse Investeringsmotor (RIM).
Toevoeging kapitaallasten stadion Feyenoord aan bestemmingsreserve Rotterdamse Investeringsmotor (RIM)
De kapitaallasten voor aankoop van aandelen van € 40 mln in het nieuwe Stadion Feijenoord in 2017 bedragen jaarlijks € 1 mln. In 2022 is geconcludeerd dat BVO Feyenoord en stadion Feijenoord geen nieuw stadion op korte termijn kunnen realiseren en ook over de lange termijn - 10 jaar - geen zekerheid kunnen geven. Het college heeft daarom besloten niet langer geld voor het stadion te reserveren. Daarmee vallen de meerjarig begrote kapitaallasten vrij. Volgens de financiële spelregels vloeien deze middelen toe aan de bestemmingsreserve Rotterdamse Investeringsmotor (RIM). Deze toevoeging aan de RIM leidt tot deze reeks van jaarlijks € 1 mln.
Algemene reserve
Voor een sluitende meerjarenbegroting wordt het geraamde saldo verrekend met de Algemene reserve.
Vorming Doorbouwfonds
In deze Voorjaarsnota stelt het college ter ondersteuning van de Rotterdamse bouwopgave het Doorbouwfonds Rotterdam in. wordt Dit fonds heeft als doelstelling de bouwproductie te stimuleren, waaronder de gewenste segmentering te realiseren in sociale woningbouw, woningen voor het midden- en hoger segment en voor het topsegment, zoals vastgelegd in het coalitieakkoord. Het deel van deze fondsvorming dat valt onder het begrotingsprogramma Stedelijke Ontwikkeling wordt gedekt uit de opbrengsten uit erfpachtbaten die onder de Bestemmingsreserve Rotterdamse Investeringsmotor (RIM) zijn opgenomen.
Bestemmingsreserve Duurzaamheidstransitiebudget
Om innovaties in de regio te versnellen en zo het verdienvermogen voor de stad en de werkgelegenheid voor Rotterdammers te bevorderen, is bij de Begroting 2023 een Duurzaamheidstransitiebudget ingesteld. De bestemmingsreserve wordt in delen gevuld. Uit de erfpachtbaten die in de Bestemmingsreserve Rotterdamse Investeringsmotor (RIM) zijn opgenomen, volgt een toevoeging van € 26,4 mln. Vanuit de reguliere investeringsruimte van de Bestemmingsreserve RIM komt er een toevoeging van € 3,1 mln in het programma Stedelijke Ontwikkeling.
Bestemmingsreserve Rotterdamse Investeringsmotor
De ramingsbijstelling van diverse investeringen op programma Beheer van de stad zijn meerjarig geactualiseerd. Hierdoor zijn de kapitaallasten aangepast en volgens de financiële spelregels verrekend met de bestemmingsreserve Rotterdamse Investeringsmotor.
Vrijval reserves kleiner dan 1 miljoen
De gemeentelijke begroting bevat een fors aantal bestemmingsreserves. Een groot deel hiervan is relatief klein (minder dan € 1 mln). In deze voorjaarsnota vallen deze reserves allemaal vrij. De totale vrijval wordt toegevoegd aan de Algemene Reserve. Hierdoor ontstaat een meer gestroomlijnde begroting en verbetert het weerstandsvermogen. Er zijn een aantal uitzonderingen gemaakt, bijvoorbeeld wanneer de gemeente beheerder is van middelen die toebehoren aan de regiogemeenten. Op de pagina Reserves is weergegeven welke reserves vrijvallen en daarmee verdwijnen. Vanaf het volgende P&C-product zullen deze reserves niet meer opgenomen worden in deze lijst.
Bijdrage centrale financiering GDI
De financiering van de generieke digitale infrastructuur (GDI) wordt vanaf het begrotingsjaar 2023 centraal ondergebracht bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Een centrale financiering draagt bij aan de gewenste bredere deelname en een hoger gebruik van de GDI. Op dit moment is het onduidelijke in welk programma de vanuit de meicirculaire afkomstige taakstelling verwerkt moet worden. De taakstelling betreft de decentralisatie-uitkering Bijdrage centrale financiering Generieke digitale infrastructuur (GDI): van € 280 in 2023 tot € 297 in 2027. Vooralsnog wordt deze tijdelijk opgenomen op dit programma. Naar verwachting vindt bij de Begroting 2024/Tweede herziening 2023 verwerking plaats in de programma's.
Taakmutaties september- en decembercirculaire
Bij de september- en decembercirculaire 2022 hebben er in het gemeentefonds taakmutaties plaatsgevonden. Volgens de eigen gemeentelijke spelregels worden deze bij Voorjaarsnota/Eerste herziening 2023 budgettair verwerkt. De belangrijkste veranderingen zijn de uitname van de uitvoeringskosten voor de Sociale Verzekeringsbank vanwege de Jeugdwet en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) van € 1,4 mln vanaf 2023 en de toevoeging op basis van het bestuurlijk akkoord voor opvang asielzoekers (inburgering) van € 1,7 mln voor 2023 en € 1,4 mln in 2024.
Technische wijzigingen
In dit programma zijn er diverse technische wijzigingen geweest. De grootste wijzigingen zijn: