In 2021 voorziet de gemeente Rotterdam de vaststelling van de Rotterdamse Omgevingsvisie door het college en de raad. De afgelopen jaren is een uitgebreid proces doorlopen waarin, samen met een brede groep partijen uit de stad, de inhoud van de visie is vormgegeven. Tot de zomer worden alle resultaten van de participatie in de concept Omgevingsvisie verwerkt. Deze ligt in de zomer ter inzage. Na de zomer wordt er op basis van een brede groep binnen de gemeente een afweging gemaakt voor een passende verwerking van de reacties. Richting het einde van het jaar ligt de definitieve Omgevingsvisie klaar ter vaststelling door college en raad.
Op dit moment wordt gewerkt aan de voorbereiding en implementatie van het omgevingsplan, als onderdeel van de Omgevingswet. Hiervoor is een brede projectgroep samengesteld met zowel vertegenwoordiging vanuit de gemeente, als experts van relevante diensten (waaronder de DCMR en de Veiligheidsregio). Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet mogen er vanaf 1 januari 2022 geen bestemmingsplannen meer ter inzage worden gelegd. In het omgevingsplan staan de gemeentelijke regels over de fysieke leefomgeving. Het omgevingsplan is de vervanger van alle bestemmingsplannen. Er moet op 1 januari 2030 sprake zijn van één omgevingsplan voor de gehele stad Rotterdam. Volgend jaar (1 januari 2022) moet de ambtelijke organisatie ingericht zijn op het maken van omgevingsplannen op projectniveau. De gemeente Rotterdam wacht niet tot 2030, maar gaat vanaf 1 januari 2022, gefaseerd van alle bestemmingsplannen naar één omgevingsplan. Vanaf die datum vormen alle bestemmingsplannen die dan gelden, samen met een aantal andere verordeningen, van rechtswege het tijdelijke omgevingsplan. Het tijdelijke omgevingsplan moet omgebouwd worden naar één omgevingsplan nieuwe stijl voor de gehele gemeente. Dat gebeurt door delen van het omgevingsplan te maken ten behoeve van ontwikkelingen en door gebiedsgericht het omgevingsplan te maken voor de bestaande stad. Uiterlijk op 1 januari 2030 moet dan één nieuw omgevingsplan voor heel Rotterdam zijn vastgesteld door de gemeenteraad.
Om er in de tussentijd voor te zorgen dat de bouwproductie zo weinig mogelijk hinder ondervindt, ligt de prioriteit bij het zo goed mogelijk equiperen van de verantwoordelijke organisatie om de uitgifte van omgevingsvergunningen voor bouwprojecten zo soepel mogelijk te laten verlopen.
In 2022 wordt de Omgevingswet van kracht. Deze wet heeft grote gevolgen voor het ruimtelijk beleid. De implementatie van de Omgevingswet is een concernbrede opgave, gericht op de vier maatschappelijke verbeterdoelen van de wet (hieronder omschreven onder Implementatie Omgevingswet). Een belangrijke opgave die hier onder valt is het voorsorteren op het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO).
De Omgevingsvisie is een van de kerninstrumenten van de Omgevingswet, maar wordt met name als kans beschouwd om voor het eerst sinds lange tijd weer een integrale visie op de ontwikkeling van de stad te maken. De trends van de afgelopen jaren, zoals de trek naar de stad en vergrijzing, in combinatie met de transities die onvermijdelijk op ons afkomen nopen Rotterdam tot het maken van een integrale visie op de ontwikkeling van de stad. Op basis van de Omgevingsvisie kan integraal richting gegeven worden aan de ontwikkeling van de stad, waarin wordt ingespeeld op trends en transities. Het opstellen van de Omgevingsvisie is in een vergevorderd stadium. De opbouw en inhoudelijke invulling van de visie worden in de zomer 2021 opgeleverd in een concept Omgevingsvisie. De concept Omgevingsvisie ligt in de zomer ter inzage en de ambitie is om het stuk eind 2021 vast te stellen.
De Omgevingsvisie is een dynamische visie die meegroeit met de veranderende opgaven van de toekomst. De Omgevingsvisie wordt periodiek (op delen) geactualiseerd en bijgewerkt. Ook dit is onderdeel van het werkproces rondom de Omgevingsvisie.
De implementatie van de Omgevingswet heeft vijf belangrijke maatschappelijke verbeterdoelen:
De maatschappelijke verbeterdoelen van de Omgevingswet zijn doelen die de gemeente al grotendeels nastreeft. De wet geeft een extra prikkel en is een middel om vele initiatieven die al lopen een extra impuls te geven. Hoe eerder wordt gestart met de invoering van de Omgevingswet, hoe beter. Een verandering als deze, waarbij zoveel interne en externe partijen betrokken zijn, kost tijd en vraagt om veel afstemming. Daarnaast geven een vroege start en proactieve houding de mogelijkheid om oplossingen te vinden die aansluiten bij de eigen wensen en behoeften en de Rotterdamse manier van werken.
De actualiseringsplicht voor bestemmingsplannen is vervallen, maar we houden de verplichting om de gehele stad te voorzien van actuele, flexibele en vooral toekomstgerichte kaders. Tot 2022 is het nog steeds noodzakelijk om bestemmingsplannen op te stellen, waarbij de komende jaren de balans verschuift van het actualiseren van bestemmingsplannen naar het maken van een Omgevingsplan in het kader van de Omgevingswet. Uiterlijk voor 1 januari 2030 wordt een Omgevingsplan Rotterdam (nieuwe stijl en met een nieuwe standaard) opgeleverd.
Aan het einde van 2021 is bereikt:
Het opstellen van de omgevingsvisie is in een vergevorderd stadium. De opbouw en inhoudelijke invulling van de visie worden begin 2021 opgeleverd in een concept omgevingsvisie. Dit document zal in het eerste halfjaar van 2021 in politieke besluitvorming terecht komen. De ambitie is het vaststellen voor het zomerreces van 2021.
De Omgevingsvisie wordt gecombineerd met een uitvoeringsstrategie en daaraan gekoppelde programma’s waarin wordt aangegeven op welke manier we doelstellingen uit de Omgevingsvisie de komende jaren gaan realiseren.
Eind 2021 is bereikt:
De actualiseringsplicht voor bestemmingsplannen is vervallen, maar we houden de verplichting om de gehele stad te voorzien van actuele, flexibele en vooral toekomstgerichte kaders. Tot 2022 is het nog steeds noodzakelijk om bestemmingsplannen op te stellen, waarbij de komende jaren de balans verschuift van het actualiseren van bestemmingsplannen naar het maken van een Omgevingsplan in het kader van de Omgevingswet. Uiterlijk in 2029 wordt er een Omgevingsplan Rotterdam (nieuwe stijl en met een nieuwe standaard) opgeleverd.
Aan het einde van 2021 is bereikt:
Naast het opstellen van de Omgevingsvisie zijn de belangrijkste beoogde resultaten vóór 1 januari 2022 de volgende:
Per 1 januari 2022 zijn alle gemeenten verplicht om te beschikken over een omgevingsplan. Voor Rotterdam gaan we uit van een eerste versie omgevingsplan, inclusief een aanpak voor de periode 2022-2029. Uiterlijk voor 1 januari 2030 wordt er een Omgevingsplan Rotterdam (nieuwe stijl en met een nieuwe standaard) opgeleverd. Om te komen tot dit omgevingsplan wordt de komende jaren al in diverse gebieden geëxperimenteerd met pilot omgevingsplannen. De ervaringen worden verwerkt in het definitieve omgevingsplan voor heel Rotterdam.
Tot 2022 blijven de huidige bestemmingsplannen gehandhaafd. De formele actualisatieplicht is komen te vervallen, maar de gemeente is wel verplicht om in alle gebieden te voorzien in actuele juridische kaders, die ook op de juiste manier digitaal raadpleegbaar zijn. Tot 2022 wordt dus nog een aantal nieuwe bestemmingsplannen gemaakt, waarbij de focus leggen op de gebieden met grote ontwikkelingen (toekomstige woningbouwlocaties en NPRZ) en daar waar nog geen kaders zijn.
Eerste Herziening | Voorjaarsnota | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Overzicht van baten en lasten Ruimtelijke Ordening - Ontwikkeling | Realisatie 2020 | Begroting 2021 | Raming 2022 | Raming 2023 | Raming 2024 | Raming 2025 | |
Baten exclusief reserves | 2.237 | 2.045 | 0 | 0 | 0 | 0 |
|
Bijdragen rijk en medeoverheden | 2.017 | 1.995 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Overige opbrengsten derden | 220 | 50 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Overige baten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Lasten exclusief reserves | 8.191 | 4.233 | 805 | 173 | 124 | 124 |
|
Apparaatslasten | 18.599 | 16.485 | 14.607 | 14.373 | 14.008 | 14.008 | |
Inhuur | 3.686 | 2.711 | 2.763 | 2.550 | 2.185 | 2.185 | |
Overige apparaatslasten | 251 | 241 | 247 | 247 | 247 | 247 | |
Personeel | 14.662 | 13.533 | 11.596 | 11.576 | 11.576 | 11.576 | |
Intern resultaat | -13.909 | -16.874 | -15.168 | -14.862 | -14.540 | -14.540 | |
Intern resultaat | -13.909 | -16.874 | -15.168 | -14.862 | -14.540 | -14.540 | |
Programmalasten | 3.501 | 4.622 | 1.366 | 662 | 655 | 655 | |
Inkopen en uitbestede werkzaamheden | 3.501 | 4.622 | 1.366 | 662 | 655 | 655 | |
Overige programmalasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Saldo voor vpb en reserveringen | -5.953 | -2.187 | -805 | -173 | -124 | -124 | |
Saldo voor reserveringen | -5.953 | -2.187 | -805 | -173 | -124 | -124 | |
Reserves | 159 | 145 | 20 | 0 | 0 | 0 |
|
Onttrekking reserves | 159 | 145 | 20 | 0 | 0 | 0 | |
Saldo | -5.795 | -2.043 | -785 | -173 | -124 | -124 |
Eerste Herziening | Voorjaarsnota | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Bijstellingen Ruimtelijke Ordening - Ontwikkeling | Begroting 2021 | Raming 2022 | Raming 2023 | Raming 2024 | Raming 2025 |
||
Oorspronkelijke begroting 2021 | -7.687 | -7.211 | -6.757 | -6.843 | -6.843 | ||
Bijstellingen Eerste Herziening / Voorjaarsnota 2021 | 5.644 | 6.426 | 6.584 | 6.719 | 6.719 | ||
Ruimtelijke programmatische impact Energietransitie | Intensiveringen | 57 | 187 | 0 | 0 | 0 | |
Kasschuif Omgevingswet | Kasschuiven | -600 | 0 | 200 | 200 | 200 | |
Onderbesteding dienstreizen en opleidingen | Ramingsbijstellingen onvermijdbaar | 20 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bestemmingsreserve Resilience | Reserves | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Technische wijzigingen | Technische wijzigingen | 6.168 | 6.239 | 6.384 | 6.519 | 6.519 | |
Begroting na wijzigingen | -2.043 | -785 | -173 | -124 | -124 |
Ruimtelijke programmatische impact Energietransitie
De ruimtelijke gevolgen van de energietransitie nemen steeds duidelijkere vormen aan en worden steeds meer zichtbaar en voelbaar in onze directe leef- en werkomgeving. Omdat zoveel verschillende functies een beroep doen op de toch al schaarse ruimte in de stad, dwingt het ons de ruimte slimmer in te delen om toch plaats te kunnen bieden voor alle ambities die de groeiende stad heeft. Met de ruimtelijke impact van de energietransitie erbij, zoals met de 14 verkenningen aardgasvrije wijken, raakt het ambtelijk apparaat aan de grenzen van wat het aan kan. Hiervoor is in de voorjaarsnota 2021 € 490 in 2021 en € 926 in 2022 aan middelen beschikbaar gesteld. Voor dit taakveld heeft dit geleid tot een actualisatie capaciteitsplanning en een actualisatie van het personele budget. De begroting wordt hierop bijgesteld. In totaal wordt het lastenbudget met € 57 in 2021 en € 187 in 2022 naar beneden bijgesteld.
Kasschuif Omgevingswet
De invoering van de Omgevingswet kent in 2021 haar hoogtepunt, aangezien de datum van inwerkingtreding momenteel gesteld is op 1 januari 2022. In 2021 is een verhoogde capaciteit nodig voor de producten die moeten worden opgeleverd. Hiervoor is in de Voorjaarsnota 2021 € 600 in 2021 aan middelen beschikbaar gesteld. De begroting wordt hierop bijgesteld. In totaal wordt er € 600 lastenbudget uit 2023 tot en met 2025 overgeheveld naar 2021.
Onderbesteding dienstreizen en opleidingen
Vanwege corona wordt er in 2021 minder gebruik gemaakt van het budget voor opleidingen en dienstreizen. De begroting is hierop aangepast.
Bestemmingsreserve Resilience
In januari 2021 heeft een mayor's forum plaatsgevonden, als onderdeel van Resilience. Vanwege covid-19 is het forum verplaatst van 2020 naar 2021 en zijn de niet-bestede middelen uit 2020 gereserveerd. De begroting wordt hierop bijgesteld. Het lastenbudget en de dekking uit de bestemmingsreserve Resilience worden in 2021 met € 125 naar boven bijgesteld.
Technische wijzigingen
Op het taakveld Ruimtelijke ordening - Ontwikkeling zijn er diverse technische wijzigingen geweest (van € 6,2 mln in 2021 tot € 6,5 mln in 2025). Direct achter de technische wijziging is het effect op het saldo weergegeven.
De grootste wijzigingen zijn een actualisatie van het personele budget binnen het programma Stedelijke inrichting en ontwikkeling (van € 3,1 mln in 2021 tot € 5,5 mln in 2025), een actualisatie capaciteitsplanning (€ 3,0 mln in 2021 aflopend naar € 321 in 2025), een budgetoverheveling van en naar diverse taakvelden binnen het programma Stedelijke inrichting en ontwikkeling (€ 1,2 mln in 2021 tot 2025), een doorbelasting overhead van projecten vanuit het taakveld Overhead (-€ 1,1 mln in 2021 tot -€ 164 in 2025) en diverse kleine technische wijzigingen in 2021 tot 2025 (van € 0 in 2021 tot - € 376 in 2025).
Archeologische waarden- en beleidskaart Rotterdam
Architectuurnota 2019
Binnenstad als City Lounge - Binnenstadplan 2008-2020
De Rivier als getijdenpark - groeidocument 2018
Gebiedsvisie Hoboken 2030
Gebiedsvisie Hoek van Holland 2011-2020
Gebiedsvisie Rotterdam Central District
Havenvisie 2030: Voortgangsrapportage 2017 Havenvisie 2030
Meerjarenplan Bouw en Woningtoezicht 2018-2021
Nieuwe energie voor Rotterdam (Drift rapport)
Plintenstrategie voor de Rotterdamse binnenstad
Programma Rivieroevers Uitvoeringsprogramma 2019-2022
Visie Openbare Ruimte 2020-2030
Doel is het verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving in Rotterdam, zodat het voor alle Rotterdammers, bezoekers, ondernemingen en ondernemers fijn wonen, leven, verplaatsen, ontmoeten, werken en recreëren is vandaag, morgen en overmorgen. Goede en effectieve kaders voor de fysieke leefomgeving dragen bij aan een ‘goede groei’ van Rotterdam, rekening houdend met gewenste transities in de stad.
De stad zal de komende jaren verder groeien en te maken krijgen met grote transities. Richting het einde van de collegeperiode zal het aantal inwoners snel gaan toenemen, we zullen vele woningen en daarbij behorende infrastructuren moeten bouwen. Tegelijk zullen we ons hele energiesysteem op de schop moeten nemen, materiaalstromen in de stad circulair gaan maken, de stad verder uitrusten voor de veranderingen in de digitale wereld, de stad toerusten voor wateroverlast en hittestress en ervoor zorgen dat meer mensen gebruik gaan maken van de fiets en het OV, ten koste van de auto. Deze groei en verandering van de stad is een grote ruimtelijke opgave, waarbij de bouw van nieuwe woningen gepaard zal moeten gaan met de bouw van (maatschappelijke) voorzieningen, kwalitatief hoogwaardig groen, genoeg plek voor energieopwekking, -opslag en -transport, een goede bereikbaarheid en voldoende werkgelegenheid. We anticiperen daarbij op ontwikkelingen op het gebied van klimaat, bevolkingssamenstelling en economische vernieuwing.
Samengevat krijgen we de komende jaren dus te maken met een enorme groei: we moeten meer mensen huisvesten op hetzelfde oppervlak. Tegelijkertijd zitten we in een tijd waarin trends en transities hard op ons afkomen en veranderingen teweeg gaan brengen in onze levens, onze systemen en daarmee onze fysieke leefomgeving. Dit alles vraagt een ruimtelijke visie en ruimtelijke kaders, waarmee de gemeente richting geeft aan de ontwikkeling van een duurzame stad waarin het prettig wonen, werken en verblijven is. Deze visie krijgt de vorm van een Omgevingsvisie. Daarbij worden alle aspecten die de fysieke leefomgeving beïnvloeden in samenhang bezien. De Omgevingsvisie wordt het nieuwe kader op stedelijk schaalniveau voor de fysieke ontwikkeling van de stad en is daarmee de opvolger van de Stadsvisie uit 2007.
De Omgevingswet bundelt de wetgeving en regels voor de fysieke leefomgeving. Vanaf 1 januari 2022 is er één integrale wet voor zaken als bodem, geluid, lucht, milieu, water, ruimtelijke ordening, monumentenzorg, natuur en gezondheid. Tot 2029 hebben we de tijd om helemaal in de geest van de wet te gaan werken. Die tijd is ook nodig, het is de grootste wetswijziging sinds de invoering van de Grondwet in 1848. De invoering van de wet gaat met veel veranderingen gepaard, maar de belangrijkste liggen op de volgende terreinen:
De Omgevingswet vraagt vooral een andere manier van denken, werken en handelen. Van de stad maar ook van onze gemeentelijke organisatie. Integraal samenwerken binnen deze organisatie, collegaoverheden, partners in de stad en bewoners. En daarnaast denken, redeneren en handelen vanuit het principe ‘ja-mits’ en procesgeoriënteerd. Een cultuur die al past bij de werkwijze van de gemeente Rotterdam en die we versterkt door moeten zetten.
Voor de nieuwe wet wordt landelijk een Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) ontwikkeld. Het DSO heeft voor de gebruiker de vorm van één digitaal loket. Het brengt alle relevante informatie over de fysieke leefomgeving bij elkaar die voor iedereen inzichtelijk is. Daarnaast kunnen bewoners, bedrijven en overheden via dit loket meldingen doorgeven of een vergunning aanvragen.
De Omgevingswet kent een aantal nieuwe instrumenten waar we als gemeente mee gaan werken. De belangrijkste zijn de volgende: