De gevolgen van de pandemie op de volksgezondheid en de gezondheidszorg zijn groot en naarmate het virus langer onder ons is en de beperkende maatregelen aanhouden, wordt duidelijk dat de economische en maatschappelijke gevolgen sporen trekken in de maatschappij (zie ook bestuurlijke hoofdlijnen).
De Coronacrisis heeft de gemeente op vele manieren financieel getroffen. Enerzijds heeft het geleid tot een onvermijdelijke daling van baten. Meest in het oog springend zijn de daling van inkomsten uit parkeerbelasting (door minder verkeersbewegingen), logiesbelasting (door een scherpe daling van het aantal toeristen en zakenreizen) en dividend (een aantal bedrijven waarin Rotterdam deelneemt keert tijdelijk geen dividend uit). De baten uit grondexploitatie en erfpacht laten vooralsnog geen daling zien. De woningmarkt is nog steeds krap. Het risico dat ook deze baten dalen, is echter niet ondenkbaar. Anderzijds heeft de Coronacrisis geleidt tot een onvermijdelijke stijging van lasten. Enkele hiervan zijn de hogere uitvoeringslasten van de GGD en de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond, de extra uitvoeringslasten die worden gemaakt om inwoners van tijdelijke inkomensondersteuning te voorzien, de extra zorglasten, bijvoorbeeld als gevolg van extra inzet door het Centrum voor Jeugd en Gezin en crisisopvang, de extra lasten van afvalinzameling en de hogere kosten van de verkiezingen voor de Tweede Kamer. Overigens leidt de Coronacrisis ook, maar dan in veel mindere mate, tot een daling van lasten.
De Coronacrisis is nog steeds met veel onzekerheden omgeven. Het is onzeker hoelang de crisis zal voortduren en welke maatregelen van kracht zullen zijn om de gezondheidsrisico’s te beperken. Het effect op de gemeentelijke begroting en meerjarenraming is dan ook lastig te bepalen. Temeer, omdat ook onzeker is in welke mate het Rijk de gemeente zal compenseren voor de financiële tegenvallers. Toch tekent zich wel steeds scherper een waarschijnlijk scenario af.
In deze voorjaarsnota wordt uitgegaan van een basisscenario en houden we rekening met een pessimistisch scenario; deze hebben een nauwe samenhang met de scenario’s zoals die door het CBP worden gehanteerd.
In het basisscenario is in een groot deel van 2021 in wisselende mate sprake van contactbeperkende maatregelen en zijn deze vanaf 2022 niet meer nodig. De extra lasten en lagere inkomsten in dit scenario tellen op tot circa € 54 miljoen. Op basis van de ervaringen in 2020 wordt ervan uitgegaan dat dit volledig door het Rijk wordt gecompenseerd. Hiertoe nemen we voor nu een stelpost op die verrekend zal worden met de daadwerkelijk ontvangen compensatie. Daarnaast zijn er enkele majeure lasten die één op één door het Rijk worden gecompenseerd zoals de uitvoering van de Corona-organisatie bij de GGD en de lasten i.v.m. de uitvoering van de Tozo-regelingen.
In onderstaande tabel is de financiële impact van Corona weergeven zoals die nu wordt voorzien.