Inkomenszekerheid
De gemeente wil de inkomenszekerheid van werkzoekenden versterken als basis voor werk en participatie. Werkzoekenden hebben te maken met vele inkomensbestanddelen, ook naast de bijstand die in het kader van Participatiewet wordt verstrekt. Rotterdam gaat in overleg met het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Belastingdienst om deze problematiek aan te pakken.
Intensivering handhaving
In het coalitieakkoord is vastgelegd om de heronderzoeken voort te zetten. Het college handhaaft ook in 2020, 2021 en 2022 de ingezette intensivering van 6.000 onderzoeken op jaarbasis. Rotterdam blijft inzetten op slimmer en gerichter handhaven.
Saldo tekort BUIG
Het gerealiseerde overschot van € 0,9 mln in 2018 is nog exclusief de toegekende vangnetuitkering van € 5,6 mln over 2017, die Rotterdam vorig jaar ontving.
Bejegening
Het aantal klachten over (een gebrek aan) fatsoenlijke bejegening is in het eerste tertaal van 2019 met 16% gedaald ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. De gerichte aanpak bejegening bij het team dat klantvragen in de tweede lijn (achter 14010) beantwoordt lijkt hieraan een belangrijke bijdrage te hebben geleverd.
Het tijdig besluiten over het recht op een uitkering draagt eraan bij dat Rotterdammers die dat nodig hebben een stabiele inkomensbasis hebben als basis voor participatie of werk. De gemeente is daarbij aan wettelijke normen gehouden. De gemeente verstrekt een wettelijk voorschot, zodra dit nodig is.
De gemeente heeft de wettelijke taak om ervoor zorg te dragen dat de uitkeringen, die verstrekt worden, rechtmatig zijn.
De gemeente wil voorkomen dat bijstandsgerechtigden bewust of onbewust onrechtmatig uitkeringen ontvangen. Daarmee wordt voorkomen dat werkzoekenden in financiële problemen komen, doordat zij te maken krijgen met terugvorderingen.
De dienstverlening die de burger ervaart van de gemeente is snel, duidelijk, regelarm en mensgericht. Snel betekent dat wat snel kan, snel gaat. De gemeente wil de doorlooptijd voor het opstellen van een besluit bij aanvraag van een uitkering en een statuswijziging sterk verkorten. Dit om de inkomensonzekerheid van werkzoekenden terug te dringen en de weg naar werk te bekorten. De wettelijk norm van 8 weken wordt gehanteerd.
In de laatste jaren is de stijgende trend van klachten en bezwaren omgebogen naar een daling. De gemeente richt zich op een verdere daling van de klachten en bezwaren van de bijstandsgerechtigden over genomen besluiten, de organisatie en de bejegening door ambtenaren. Klachten en bezwaren zijn een uiting van ongenoegen van de burger. De gemeente wil het aantal klachten en bezwaren terugbrengen waar dat mogelijk is. Het spreekt voor zich dat de gemeente klachten en bezwaren adequaat en snel will afhandelen (90% binnen 4 weken).
De gemeente wil het aantal bejegeningsklachten ieder jaar terugdringen met 10% zodat deze klachten in 2022 minimaal gehalveerd zijn. Het aantal bezwaren loopt parallel met het aantal (appellabele) besluiten van de gemeente.
De Participatiewet biedt iedereen de mogelijkheid om een aanvraag levensonderhoud te doen. De aanvragen (algemene en bijzondere bijstand) en dienstverlening gaat de gemeente verbeteren door de doorlooptijd van aanvragen te verkorten. Er wordt voortdurend aan gewerkt om de dienstverlening rondom dit proces te verbeteren.
Als een bijstandsgerechtigde aanvullend op deeltijdinkomsten een uitkering nodig heeft, is er sprake van verrekening van de inkomsten met de uitkering. De gemeente voert experimenten uit om dit proces te verbeteren, met als doel te stimuleren dat bijstandsgerechtigden voor wie voltijd werk nog niet mogelijk is, in deeltijd gaan werken.
In 2018 en 2019 vinden in beide jaren 6.000 heronderzoeken plaats. Handhaving en uitvoeren van (her)onderzoeken wordt in deze collegeperiode gecontinueerd. In deze Voorjaarsnota wordt hiervoor een financiële bijstelling voorgesteld voor de jaren 2020 tot en met 2022.
Wanneer blijkt dat iemand onterecht een uitkering heeft ontvangen, zal het onrechtmatig ontvangen deel worden teruggevorderd.
De gemeente is intensief bezig haar dienstverlening aan de burger te vernieuwen. Dit vertaalt zich naar inrichtingsvraagstukken en -principes zoals: zelfservice voor burgers en bedrijven, het verkrijgen van een integraal klantbeeld, automatisering van aanvragen en zaakgewijs werken met digitale dossiers. Het is een noodzakelijke ontwikkeling om de dienstverlening voor de burgers en bedrijven op een niveau te krijgen zoals we in de maatschappij gewend zijn, waarbij door digitalisering ondersteunde klantprocessen gebruikelijk zijn. Voor de burgers, die over onvoldoende ICT vaardigheden beschikken, blijft een 'papieren' aanvraagprocedure bestaan.
Om de doorlooptijd van besluitvorming op bijstandsaanvragen te optimaliseren gaat de gemeente de belangrijkste bottlenecks in de primaire aanvraag- en mutatieprocessen detecteren en deze reduceren. De gemeente doet dat onder meer met pilots en experimenten. In dat kader zal ook de inspanningsperiode in het aanvraagproces worden heroverwogen.
De gemeente streeft een vermindering van het aantal bejegeningsklachten na. Daarvoor worden alle bejegeningsklachten geëvalueerd en via verbetercirkels aangepakt. Ze monitort de processen met veel klantcontacten. Verder is er aandacht voor de hospitality van ambtenaren door trainingen en learning on the job.
De gemeente wil het aantal klachten en bezwaren terugdringen door de belangrijkste grondoorzaken om bezwaar in te dienen vast te stellen en deze waar mogelijk weg te nemen
Het Regionaal Bureau Zelfstandigen biedt aan Rotterdamse (aspirant) ondernemers en zzp’ers financiële ondersteuning en advies. De wettelijke kaders hiervoor zijn Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz) en Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ).
Er wordt een pilot rondom informatiegestuurde handhaving uitgevoerd. In deze pilot worden op basis van beschikbare data risicoprofielen ontwikkeld die bijdragen aan het gerichter opsporen van uitkeringsfraude.
Effect indicatoren | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
1.1 Saldo tekort BUIG | Streefwaarde | € 0 | € 0 | € 0 | € 0 | ||
Realisatie | + € 0,9 mln | n.n.b. | |||||
1.2 Rechtmatige verstrekking van bijstand (%) | Streefwaarde | 97% | 97% | 97% | 97% | ||
Realisatie | 97,86% | n.n.b. | |||||
2.2 Klachten over bejegening | Streefwaarde | Min 10% | Min 10% | Min 10% | |||
Realisatie | n.v.t. | Min 16% | |||||
De genoemde realisatie cijfers over 2019 zijn cijfers t/m eerste tertaal 2019, tenzij anders aangegeven. |
Prestatie indicatoren | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
1.1 Percentage besluiten bijstandsaanvraag (Levensonderhoud en Bijzondere Bijstand) binnen 8 weken | Streefwaarde | 90% | 90% | 90% | 90% | ||
Realisatie | 91,7% | 92,7% | |||||
1.2 Tijdig (binnen 4 weken) verwerken van inkomstenverrekeningen | Streefwaarde | 90% | 90% | 90% | 90% | ||
Realisatie | 90,9% | 93,0% | |||||
1.3 Heronderzoeken (aantal) |
Streefwaarde | 6.000 | 6.000 | 6.000 | 6.000 | 6.000 | |
Realisatie | 6.074 | 2.207 | |||||
2.1 Telefonische bereikbaarheid | Streefwaarde | 90% | 90% | 90% | 90% | ||
Realisatie | 84% | 85% | |||||
De genoemde realisatie cijfers over 2019 zijn cijfers t/m eerste tertaal 2019, tenzij anders aangegeven. |
Overzicht van baten en lasten Inkomensregelingen - Inkomen | Realisatie 2018 | Begroting 2019 | Begroting 2020 | Raming 2021 | Raming 2022 | Raming 2023 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Baten exclusief reserves | 545.168 | 528.188 | 491.522 | 467.249 | 456.599 | 456.599 |
|
Bijdragen rijk en medeoverheden | 545.043 | 528.188 | 491.522 | 467.249 | 456.599 | 456.599 | |
Overige opbrengsten derden | 111 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Overige baten | 14 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Lasten exclusief reserves | 602.246 | 580.099 | 557.846 | 529.816 | 518.585 | 518.779 |
|
Apparaatlasten | 45.312 | 48.581 | 48.841 | 45.376 | 45.096 | 43.395 | |
Inhuur | 10.405 | 9.713 | 9.084 | 8.409 | 8.403 | 7.812 | |
Overige apparaatslasten | 690 | 1.220 | 1.628 | 1.631 | 1.631 | 2.129 | |
Personeel | 34.217 | 37.648 | 38.129 | 35.336 | 35.062 | 33.454 | |
Interne resultaat | 1.040 | 4.818 | 7.765 | 9.817 | 11.914 | 11.914 | |
Interne resultaat | 1.040 | 4.818 | 7.765 | 9.817 | 11.914 | 11.914 | |
Programmalasten | 555.895 | 526.700 | 501.239 | 474.623 | 461.576 | 463.471 | |
Inkopen en uitbestede werkzaamheden | 15.103 | 17.219 | 15.527 | 15.577 | 15.669 | 15.661 | |
Kapitaallasten | 1.564 | 2.264 | 3.348 | 3.278 | 2.847 | 1.749 | |
Overige programmalasten | 2.846 | 101 | 101 | 101 | 101 | 101 | |
Salariskosten WSW en WIW | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Sociale uitkeringen | 534.027 | 503.269 | 477.461 | 450.076 | 436.219 | 439.219 | |
Subsidies en inkomensoverdrachten | 2.355 | 3.848 | 4.802 | 5.592 | 6.741 | 6.741 | |
Saldo voor vpb en reserveringen | -57.079 | -51.911 | -66.324 | -62.567 | -61.987 | -62.180 | |
Saldo voor reserveringen | -57.079 | -51.911 | -66.324 | -62.567 | -61.987 | -62.180 | |
Reserves | 41.438 | 9.176 | 6.890 | 0 | 0 | 0 |
|
Onttrekking reserves | 1.206 | 700 | 6.890 | 0 | 0 | 0 | |
Toevoeging reserves | 5.895 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Vrijval Reserves | 46.127 | 8.476 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Saldo | -15.640 | -42.735 | -59.434 | -62.567 | -61.987 | -62.180 |
Bijstellingen | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Begroting 2019 | -66.291 | -61.432 | -58.885 | -58.858 | -58.858 | |
Bijstellingen Omissie 2019 | -3.198 | -3.634 | -3.631 | -3.589 | -3.589 | |
Bijstellingen Voorjaarsnota 2019 | Categorie | |||||
Organisatiekosten Programma Veerkrachtig BoTu 2028 | Intensiveringen | 40 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Voortzetting intensivering handhaving uitkeringen | Intensiveringen | 0 | 514 | 514 | 514 | 0 |
Aanpassing van de formatie voor een intensievere dienstverlening | Intensiveringen | 0 | -1.528 | -3.055 | -3.985 | -3.985 |
Aanpassing van de formatie als gevolg van daling bijstandsvolume BUIG | Ramingsbijstellingen onvermijdelijk | 0 | 1.528 | 3.055 | 3.985 |
3.985 |
Actualisatie BUIG 2019 e.v. | Ramingsbijstellingen onvermijdelijk | 17.967 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Hogere opbrengsten BUIG 2020 | Ramingsbijstellingen onvermijdelijk | 0 | 6.540 | 0 | 0 | 0 |
Terugdraaien formatiebesparing ICT | Ramingsbijstellingen onvermijdelijk | 1.543 | -544 | -1 | 299 | 619 |
Vrijval Bestemmingsreserve BUIG 2019 | Ramingsbijstellingen onvermijdelijk | 8.476 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Digitaliseringsagenda | Ramingsbijstellingen vermijdbaar | -1.415 | 435 | 742 | 910 | 910 |
Concernhuisvesting | Ramingsbijstellingen vermijdbaar | 154 | 346 | 304 | 381 | 381 |
Indexering 2020 en verder | Technische wijzigingen | 0 | -1.582 | -1.533 | -1.567 | -1.566 |
Diverse bijstellingen | Technische wijzigingen | -11 | -77 | -77 | -77 | -77 |
Begroting na wijzigingen | -42.735 | -59.434 | -62.567 | -61.987 | -62.180 |
Organisatiekosten Programma Veerkrachtig BoTu 2028
De gebiedsorganisatie neemt met ingang van 2019 de organisatie van het programma Veerkrachtig BoTu 2028 op zich. Met het oog hierop wordt door herschikking van de begroting eenmalig € 400 aan de begroting van het Programma Bestuur en Dienstverlening toegevoegd. De financiële dekking vindt plaats door bijdragen vanuit verschillende beleidsprogramma’s en taakvelden. Voor dit programma / taakveld betekent het een bijstelling van € 40.
Voortzetting intensivering handhaving uitkeringen
In 2018 en 2019 is extra ingezet op heronderzoeken van verstrekte bijstandsuitkeringen (6.000 per jaar) en op een gerichte bestandsanalyse om het recht op voorliggende voorzieningen te bepalen. We continueren deze aanpak tot en met 2022. De hiervoor benodigde personele inzet wordt gedekt vanuit de besparing op uitgaven aan bijstandsuitkeringen.
Aanpassing van de formatie voor intensievere dienstverlening
Om de bestuurlijke ambitie van 30.000 uitkeringen te halen is verbeterde dienstverlening nodig, met meer aandacht voor de werkzoekende en ruimte voor maatwerk. Immers, nu de werkzoekenden met de kortste afstand tot de arbeidsmarkt hebben geprofiteerd van de hoogconjunctuur, wordt de benodigde inzet voor de resterende werkzoekenden groter. Hierbij zijn twee elementen uit de dienstverlening essentieel:
1. begeleiding naar werk (intensiever en frequenter contact met werkzoekenden, meervoudige inzet van mogelijke trajecten en meer maatwerk in begeleiding en het zoeken van passende arbeid);
2. het bieden van inkomenszekerheid in het beheer van de uitkeringen. Veel werkzoekenden ervaren inkomensonzekerheid op het moment dat ze (tijdelijk en/of parttime) gaan werken: krijg ik wel het juiste bedrag aan uitkering, wat zijn de consequenties voor de toelagen die ik krijg etc.? Deze onzekerheid leidt ertoe dat mensen minder snel een parttime baan accepteren en kiezen voor de zekerheid van een uitkering. Om dit te doorbreken willen we mensen die zekerheid bieden. Dit vraagt meer individueel contact en maatwerk dan tot nu toe het geval is, maar ook voorlichtingsbijeenkomsten en dienstverlening gericht op specifieke doelgroepen als laaggeletterden en mensen met een licht verstandelijke beperking. In dit taakveld loopt de intensivering voor verbeterde dienstverlening op van € 1.528 in 2020 tot € 3.985 vanaf 2022.
Aanpassing formatie als gevolg van daling bijstandsvolume BUIG
De formatie van de afdelingen die de Participatiewet uitvoeren beweegt mee met het bijstandsvolume. Jaarlijks wordt de formatie van het programma herijkt aan de hand van de ontwikkeling van het aantal bijstandsuitkeringen. Vanwege de beoogde daling van het bijstandsvolume naar 30.000 in 2022 zijn er volgens deze rekenregel minder fte's nodig. De stapsgewijze afbouw van de formatie leidt tot een besparing die in deze bijstelling is verwerkt, oplopend van 1.528 in 2020 tot 3.985 vanaf 2022. Overigens wordt deze financiële ruimte in een andere bijstelling (zie hiervoor) ingezet voor een intensievere dienstverlening om de bestuurlijke ambitie daadwerkelijk te halen.
Actualisatie BUIG 2019 ev.
Het nader voorlopig budget BUIG 2019 is in april door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) bekend gemaakt en bedraagt voor Rotterdam € 524,1 mln. Dat is 3,3% lager dan het voorlopig budget van € 541,9 mln dat in oktober jl. door SZW werd gepubliceerd. Maar de inkomsten liggen hoger dan wat we dit jaar verwachten uit te geven aan uitkeringen en loonkostensubsidies. We gaan uit van een daling tot 33.700 uitkeringen aan het eind van 2019, wat leidt tot een eenmalige financiële meevaller van € 17,9 mln in 2019.
Hogere opbrengsten BUIG 2020
Op grond van het eind april gepubliceerde 'nader voorlopig budget 2019' BUIG zijn de geraamde opbrengsten voor 2020 verhoogd.
Terugdraaien formatiebesparing ICT
Als gevolg van vertragingen in het programma Innovatie ICT schuiven zowel de kapitaallasten als de te realiseren efficiency voordelen verder door in de tijd. De reeds ingeboekte formatiebesparing kan op dit moment niet worden gerealiseerd zonder dat dit ten koste gaat van de dienstverlening. De eerder ingeboekte formatiebesparingen worden daarom deels teruggedraaid, wat wordt betaald vanuit de lagere kapitaallasten. Over de taakvelden heen is deze begrotingswijziging saldoneutraal.
Vrijval bestemmingsreserve BUIG 2019
Vanwege de voortgaande daling van het bijstandsvolume en de meevallende inkomsten in 2019 is de risico-inschatting van tekorten op de BUIG gewijzigd. De bestemmingsreserve BUIG (uitkeringen Participatiewet e.d.) kan daarom gedeeltelijk vrijvallen. Het betreft hier de nieuwe naam voor de bestemmingsreserve die voorheen bekend stond onder de naam "bestemmingsreserve WWB meerjarig".
Digitaliseringsagenda
Via de Digitaliseringsagenda (DA) wordt gezamenlijk gestuurd op het realiseren van de concernbrede digitale ambities. Zie voor een nadere toelichting het programma Overhead en de paragraaf Bedrijfsvoering. De financiële dekking vindt plaats door bijdragen vanuit verschillende beleidsprogramma’s en taakvelden. Voor dit programma / taakveld betekent het een bijstelling van -€ 1,4 mln in 2019, oplopend tot € 910 in 2023.
Concernhuisvesting
Voor Concernhuisvesting worden meerjarig extra middelen beschikbaar gesteld, voor een toelichting zie programma Overhead en paragraaf Bedrijfsvoering. Dit leidt tot een begrotingsbijstelling van € 2,8 mln in 2019, oplopend tot € 6,1 mln in 2022. De financiële dekking vindt plaats door bijdragen vanuit verschillende beleidsprogramma’s en taakvelden. Voor dit programma / taakveld betekent het een bijstelling van € 154 in 2019, oplopend tot € 381 in 2022.
Indexering 2020 en verder
De budgetten zijn vanaf het jaar 2020 geactualiseerd naar het prijspeil 2020. Nadere informatie is opgenomen bij Grondslagen bij de voorjaarsnota.
Diverse bijstellingen
Dit betreft diverse kleine bijstellingen zowel binnen als buiten het programma.
Binnen het taakveld Inkomensregelingen biedt de gemeente inkomensondersteuning aan Rotterdammers die dit nodig hebben door het verstrekken van uitkeringen. Daarnaast vindt er binnen dit taakveld handhaving plaats, wat bijdraagt aan de rechtmatigheid van de verstrekte uitkeringen.
Dienstverlening is niet alleen een product of dienst die de gemeente biedt, maar ook de manier waarop ze deze product of dienst levert: de persoonlijke bejegening door de ambtenaar. De ambtenaren zijn attent en werken Rotterdammergericht: Ze handelen pro-actief, situationeel, passen het gedrag aan de klant en de omstandigheden aan. De dienstverlening is mensgericht. Het contact is vriendelijk, open, respectvol en beleefd. Ze luistert, leeft zich in in de situatie van de ander en zijn betrokken. Ze neemt persoonlijk contact op als de situatie erom vraagt. Ze is bereikbaar en service wordt geboden door een medewerker met kennis van zaken.
De dienstverlening is duidelijk. Er is inzicht in de servicenormen en hoe de gemeente daarop presteert. Informatie over de tevredenheid van de dienstverlening wordt gebruikt voor verbetering van de dienstverlening. De informatie is eenduidig, duidelijk, volledig, juist en actueel. Informatie over producten en diensten is digitaal beschikbaar of afneembaar.
Klachten en bezwaren worden gezien als een aanleiding om te leren hoe de dienstverlening aan de uitkeringsgerechtigden kan worden verbeterd. Fouten maken mag en zijn aanleiding om te verbeteren. Klachten gaan vaak over tijdigheid en kwaliteit van de organisatie en over de bejegening van ambtenaren. De klachten, met name bejegeningsklachten, worden tot een minimumniveau teruggedrongen.
Tot het taakveld Inkomensregelingen behoren: