Het reguleren van het parkeergedrag van Rotterdammers en haar bezoekers, door middel van een belasting voor het parkeren op daarvoor aangewezen plaatsen, draagt bij aan het beheer van de openbare ruimte als stuwende kracht voor een aantrekkelijke buitenruimte en verduurzaming, minder parkeerdruk en een betere bezetting parkeergarages.
Vanuit de focus op meer ruimte voor fietsers en voetgangers en minder parkeren op straat, willen wij automobilisten stimuleren te kiezen voor Park+Ride-voorzieningen of een openbare parkeergarage aan de rand van het centrum. Tegelijkertijd willen wij ruimte bieden voor het comfortabel en veilig plaatsen van fietsen in fietsenstallingen en maatwerk in fietsparkeren voor bewoners in de wijken waar dat nodig is.
Een goede integratie van de OV-netwerken in reisketens en systemen/diensten bij voorkeur in makkelijke combinaties met voetgangers en fietsverkeer.
Een betere verbinding tussen de OV-netwerken noord- en zuid-Rotterdam en een betere ontsluiting van de rivieroevers
Een goede toegankelijkheid van de OV-netwerken door ouderen en minder-validen.
Fijn wonen en leven in Rotterdam begint bij een fijne woning in een prettige, groene buurt voorzien van alle essentiële voorzieningen en infrastructuren (water, riool, energie, groen, fietspaden etc). Nieuwe of huidige bewoners moeten in onze stad een woning van hun wensen en mogelijkheden kunnen vinden en zich prettig en gezond door de stad kunnen bewegen.
Dat wonen en leven gebeurt in een duurzaam, energiezuinig Rotterdam, met een excellente vervoersinfrastructuur met schone vervoersmiddelen en een met een betere luchtkwaliteit. De klimaatopgaven uit het Akkoord van Parijs vragen om een forse energie- én economische transitie van stad en haven. Willen wij en onze kinderen prettig blijven wonen en leven dan vraagt dit flinke keuzes, maatregelen en investeringen.
De gemeente zorgt voor een samenhangend beleid en uitvoering daarvan op bereikbaarheid, de kwaliteit van de leefomgeving, duurzaamheid, gezondheid en verkeersveiligheid. Dat realiseert de gemeente met een aanpak die is gericht op een overgang naar duurzame en emissieloze mobiliteit in 2050. Het perspectief daarbij is zowel gemeentelijk als regionaal.
We dragen bij aan de verduurzaming van de mobiliteitsmiddelen. We willen de mobiliteitsgroei opvangen met modaliteiten en vervoerssystemen die schoner en stiller zijn, minder ruimte claimen en voor iedereen toegankelijk zijn. Dit betekent het bevorderen van: wandelen, fietsen, openbaar vervoer en elektrificatie van motorvoertuigen en schone logistiek in de stad.
De gemeente Rotterdam streeft er naar het aantal verkeersongevallen zo veel mogelijk te beperken. Door wegen duurzaam veilig in te richten beperken we de kans op een ongeval en verkleinen we de kans dat daarbij letsel ontstaat.
Bescherming van kwetsbare verkeersdeelnemers zoals voetgangers en fietsers, specifieke doelgroepen zoals ouderen en jongeren hebben daarbij extra aandacht nodig. In de gemeente zijn geen ‘black spots’. We treffen maatregelen op locaties waar relatief veel ongevallen plaatsvinden en waar we veel klachten over krijgen.
Overzicht van baten en lasten Verkeer en Vervoer | Begroting 2019 | Raming 2020 | Raming 2021 | Raming 2022 | |
---|---|---|---|---|---|
Baten exclusief reserves | 145.460 | 119.521 | 109.521 | 109.499 |
|
Bijdragen rijk en medeoverheden | 36.468 | 10.322 | 234 | 234 | |
Overige opbrengsten derden | 108.991 | 109.200 | 109.288 | 109.265 | |
Overige baten | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Lasten exclusief reserves | 129.196 | 98.932 | 91.779 | 91.706 |
|
Apparaatlasten | 21.134 | 21.018 | 21.005 | 21.005 | |
Inhuur | 1.861 | 2.285 | 2.285 | 2.285 | |
Overige apparaatslasten | 730 | 625 | 625 | 625 | |
Personeel | 18.544 | 18.109 | 18.096 | 18.096 | |
Interne resultaat | 29.933 | 29.822 | 29.320 | 28.910 | |
Interne resultaat | 29.933 | 29.822 | 29.320 | 28.910 | |
Programmalasten | 78.128 | 48.092 | 41.454 | 41.790 | |
Inkopen en uitbestede werkzaamheden | 62.170 | 35.112 | 28.996 | 30.077 | |
Kapitaallasten | 13.146 | 10.415 | 9.948 | 9.253 | |
Overige programmalasten | 2.329 | 2.329 | 2.329 | 2.329 | |
Subsidies en inkomensoverdrachten | 484 | 235 | 181 | 131 | |
Saldo voor vpb en reserveringen | 16.264 | 20.589 | 17.742 | 17.793 | |
Vennootschapsbelasting | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Saldo voor reserveringen | 16.264 | 20.589 | 17.742 | 17.793 | |
Reserves | 9.282 | 4.506 | 3.590 | 3.097 | |
Onttrekking reserves | 9.282 | 4.506 | 3.590 | 3.097 | |
Toevoeging reserves | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Vrijval Reserves | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Saldo | 25.545 | 25.095 | 21.333 | 20.890 |
Baten
De daling van de baten in 2019 ten opzichte van 2018 is voornamelijk te wijten aan de afname aan bijdragen voor het railinfrastructuurproject Hoekse Lijn. Dit wordt slechts deels gecompenseerd door extra parkeeropbrengsten uit het coalitieakkoord. De bijdragen voor de Hoekse Lijn zullen na ondertekening van de vaststellingsovereenkomst in de begroting worden bijgesteld.
Lasten
De lasten vloeien hoofdzakelijk voort uit de uitvoering van onder andere het jaarlijks vervangen van verkeerslichtinstallaties, de inzet voor straatparkeren, de exploitatie en beheer van parkeergarages en het fiscaal handhaven, fietsvoorzieningen, openbaar vervoer en verkeersveiligheid. Ook aan de lastenkant kennen we een dalend verloop dat voornamelijk te wijten is aan het aflopende railinfrastructuurproject Hoekse Lijn. Verder is door de invoering van taakvelden een deel van de apparaatslasten en het interne resultaat niet meer zichtbaar onder het programma Verkeer en Vervoer. Deze dalende trend in 2019 wordt slechts deels gecompenseerd door de intensiveringen binnen het coalitieakkoord (Nieuwe stedelijke mobiliteit en Aanpak parkeerproblematiek Noord & vergroening).
Reserves
In de begroting 2019 zijn onttrekkingen geraamd voor voornamelijk de dekking van kapitaallasten, de buitenruimten Hoek van Holland en de aanpak parkeerproblematiek Noord & vergroening.
Meerjarig verloop
De begroting op programmaniveau laat meerjarig een dalend beeld zien. De bijdragen rijk en medeoverheden, de programmalasten en onttrekkingen aan reserves dalen door het aflopende railinfrastructuurproject Hoekse Lijn. Verder wordt het verloop van de begroting in grote mate bepaald door de aflopende en nieuwe intensiveringen.
Bijstellingen | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 |
---|---|---|---|---|
1. Personele inzet en aanpassing tarieven | ||||
Baten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Lasten | 106 | 580 | 739 | 736 |
Saldo | -106 | -580 | -739 | -736 |
2. Toerekening apparaatslasten aan overhead / primair proces | ||||
Baten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Lasten | 691 | 537 | 567 | 566 |
Saldo | -691 | -537 | -567 | -566 |
3. Diverse wijzigingen | ||||
Baten | 10 | 10 | 10 | 10 |
Lasten | -34 | -21 | -22 | -22 |
Saldo | 44 | 31 | 32 | 32 |
Totaal wijzigingen Verkeer en Vervoer | ||||
Baten | 10 | 10 | 10 | 10 |
Lasten | 763 | 1.096 | 1.284 | 1.280 |
Saldo | -753 | -1.086 | -1.274 | -1.270 |
1. Personele inzet en aanpassing tarieven
Voor de jaren 2019 tot en met 2022 zijn de personele en materiële budgetten geactualiseerd. Dit leidt tot technische bijstellingen in de apparaatslasten, inhuur, overige apparaatslasten, overhead en programmalasten en -baten. Deze mutaties hebben effect op de vier programma's Verkeer en Vervoer, Economische Zaken, Stedelijke inrichting en ontwikkeling en Overhead. Per saldo resulteert dit in een budget neutrale verschuiving over de programma's heen.
2. Toerekening apparaatslasten aan overhead / primair proces
Vanaf 2019 is de methode voor het toerekenen van apparaatslasten aan overhead en primair proces gewijzigd. De nieuwe methode werkt op basis van als overhead geoormerkte functies en inhuurcategorieën. Deze methode is daarmee meer nauwkeurig dan de oude waarbij het aandeel clusteroverhead berekend werd op basis van een vast percentage van de loonsom. De nieuwe methode leidt tot een verschuiving van (apparaatslasten bij) het programma Overhead naar (apparaatslasten bij) de verschillende programma’s.
3. Diverse wijzigingen
Dit betreffen overige technische mutaties die op concernniveau neutraal zijn. Deze wijziging heeft hoofdzakelijk betrekking op de overheveling van formatie van het cluster Stadsbeheer naar het cluster Maatschappelijke Ontwikkeling.