Doel is het verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving in Rotterdam, zodat het voor alle Rotterdammers, bezoekers, ondernemingen en ondernemers fijn wonen, leven, verplaatsen, ontmoeten, werken en recreëren is vandaag, morgen en overmorgen. Goede en effectieve kaders voor de fysieke leefomgeving dragen bij aan een goede ontwikkeling van Rotterdam met het oog op de groei van de stad, rekening houdend met gewenste transities in de stad.
De stad zal de komende jaren verder groeien en te maken krijgen met grote transities. Richting het einde van de collegeperiode zal het aantal inwoners snel gaan toenemen, we zullen vele woningen en daarbij behorende infrastructuren moeten bouwen. Tegelijk zullen we ons hele energiesysteem op de schop moeten nemen, materiaalstromen in de stad circulair gaan maken, de stad verder uitrusten voor de veranderingen in de digitale wereld, de stad toerusten voor wateroverlast en hittestress en de mobiliteitsstromen naar OV en fiets moeten kanaliseren. Deze groei en verandering van de stad betekent een grote ruimtelijke opgave, waarbij de bouw van nieuwe woningen gepaard zal moeten gaan met de bouw van (maatschappelijke) voorzieningen, kwalitatief hoogwaardig groen, genoeg plek voor energieopwekking,- opslag en -transport, een goede bereikbaarheid en voldoende werkgelegenheid. We anticiperen daarbij op ontwikkelingen op het gebied van klimaat, bevolkingssamenstelling en economische vernieuwing. Dit vraagt een ruimtelijke visie en ruimtelijke kaders, waarmee de gemeente richting geeft aan de ontwikkeling van een duurzame stad waarin het prettig wonen, werken en verblijven is. Deze visie krijgt de vorm van een omgevingsvisie, conform de eisen van de nieuwe Omgevingswet. Daarbij worden alle aspecten die de fysieke leefomgeving beïnvloeden in samenhang bezien.
Per 2021 vervangt de Omgevingswet de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en een groot aantal andere wetten, waaronder de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (WABO). In het kader van de Omgevingswet werkt de gemeente aan een geïntegreerd stelsel voor de ruimtelijke ordening. Hiertoe maakt de gemeente een Omgevingsvisie en stelt haar organisatie in op een integrale manier van werken.
Een door de gemeenteraad vastgestelde Omgevingsvisie Rotterdam uiterlijk in 2020. De Omgevingsvisie Rotterdam kent twee doelstellingen:
De implementatie van de Omgevingswet heeft vier belangrijke maatschappelijke verbeterdoelen:
Op 1 januari 2021 wordt een flexibel en toekomstgericht Omgevingsplan Rotterdam (1.0) opgeleverd inclusief een aanpak voor de periode 2021-2029. Uiterlijk in 2029 wordt er een Omgevingsplan Rotterdam (nieuwe stijl en met een nieuwe standaard) opgeleverd.
Kaders/Bestemmingsplannen
Zorgen dat in de gehele stad sprake is van actuele, flexibele en vooral toekomstgerichte kaders.
De Omgevingsvisie wordt gecombineerd met een uitvoeringsstrategie en daaraan gekoppelde programma’s waarin wordt aangegeven op welke manier we doelstellingen uit de Omgevingsvisie de komende jaren gaan realiseren.
In 2021 wordt de Omgevingswet ingevoerd. Deze wet heeft grote gevolgen voor het ruimtelijk beleid. De twee belangrijkste instrumenten voor gemeenten van deze nieuwe wet zijn de Omgevingsvisie en het Omgevingsplan (deze zal de bestemmingsplannen vervangen). De implementatie van de Omgevingswet is een concernbrede opgave, gericht op de vier maatschappelijke verbeterdoelen van de wet (hieronder omschreven onder Implementatie Omgevingswet). Een belangrijke opgave die hier onder valt is het voorsorteren op het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO).
De actualiseringsplicht voor bestemmingsplannen is vervallen, maar we houden de verplichting om de gehele stad te voorzien van actuele, flexibele en vooral toekomstgerichte kaders. Tot 2021 is het nog steeds noodzakelijk om bestemmingsplannen op te stellen, waarbij de komende jaren de balans verschuift van het actualiseren van bestemmingsplannen naar het maken van een Omgevingsplan in het kader van de Omgevingswet.
Overzicht van baten en lasten Ruimtelijke Ordening - Ontwikkeling | Begroting 2019 | Raming 2020 | Raming 2021 | Raming 2022 | |
---|---|---|---|---|---|
Baten exclusief reserves | 1.468 | 768 | 768 | 768 |
|
Bijdragen rijk en medeoverheden | 1.468 | 768 | 768 | 768 | |
Overige opbrengsten derden | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Overige baten | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Lasten exclusief reserves | 1.824 | 2.802 | 2.772 | 2.772 |
|
Apparaatlasten | 17.796 | 17.927 | 17.906 | 17.906 | |
Inhuur | 2.886 | 3.032 | 3.032 | 3.032 | |
Overige apparaatslasten | 341 | 341 | 341 | 341 | |
Personeel | 14.569 | 14.554 | 14.533 | 14.533 | |
Interne resultaat | -19.605 | -19.605 | -19.605 | -19.605 | |
Interne resultaat | -19.605 | -19.605 | -19.605 | -19.605 | |
Programmalasten | 3.632 | 4.480 | 4.471 | 4.471 | |
Inkopen en uitbestede werkzaamheden | 3.632 | 4.480 | 4.471 | 4.471 | |
Overige programmalasten | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Saldo voor vpb en reserveringen | -356 | -2.034 | -2.004 | -2.004 | |
Vennootschapsbelasting | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Saldo voor reserveringen | -356 | -2.034 | -2.004 | -2.004 | |
Reserves | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Onttrekking reserves | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Saldo | -356 | -2.034 | -2.004 | -2.004 |