.....Vervolg taakvelddoelstellingen:
Omschrijving taakveld
Nederland moet in 2050 een land zijn zonder CO2 uitstoot en met een volledig circulaire economie. Daar moet nu mee begonnen worden. Ook Rotterdam heeft hierin een belangrijke opgave. Prioriteit ligt daarom bij de uitvoering en ondersteuning van activiteiten voor het realiseren van de energietransitie in gebouwde omgeving en mobiliteit, de omslag naar een circulaire economie, het verbeteren van de luchtkwaliteit, vergroting van de veerkracht van de stad, in combinatie met de vergroening, waterveiligheid en transformatie naar een nieuwe duurzame economie.
We zetten in op een fijne woon- en leefomgeving voor alle Rotterdammers: schoner, groener en gezonder. In het taakveld Milieubeheer wordt ingezet op maatregelen die de energietransitie, klimaatadaptatie, circulaire economie, schone lucht, minder geluidsoverlast en schonere en veiliger bodems bevorderen en zo een bijdrage leveren aan een rijke en stabiele biosfeer en daarmee aan een aantrekkelijke leefomgeving. Dit vergt vooral focus op anders werken: die keuzes krijgen waarde als we ze omzetten in kansen door integraler en slimmer te weken. Dus zetten we de energietransitie in als vliegwiel voor duurzame bedrijvigheid, voor nieuwe werkgelegenheid en het aantrekkelijker maken van woningen en wijken.
De CO2-uitstoot van Rotterdam ombuigen in een neergaande lijn naar nul uitstoot in 2050, conform de afspraken van Parijs en het Nederlands Klimaatakkoord door het realiseren van een betaalbaar, schoon, betrouwbaar, veilig en op innovatie ingesteld energiesysteem (= het totaal van opwek, opslag, grid en gebruik).
Een betere luchtkwaliteit met het oog op gezondheid.
Minder gebruik van primaire grondstoffen en meer hergebruik en recyclen van afval, en het realiseren van een omslag naar circulair denken bij inwoners en bedrijven (doelstelling circulair wordt verder uitgewerkt onder taakveld 7.3 Grondstoffen).
Het realiseren van een toekomstbestendig, klimaatadaptief, resilient Rotterdam: werken aan de vergroting van de capaciteit van mensen, gemeenschappen, instituten, bedrijven en systemen om te overleven, zich aan te passen en om te groeien onder elke mogelijke chronische stres of acute shocks. (doelstelling klimaatadaptatie wordt verder uitgewerkt onder taakveld 7.2 Stedelijk Waterbeheer).
Minder geluidsoverlast en meer stille groene gebieden.
Een beter regie op het gebruik van de ondergrond: rol van ondergrond in energietransitie, vergroening, wateropgave en biodiversiteitsvermeerdering + aanpakken verontreiniging en voorkomen gezondheidsschade.
Een adequaat extern veiligheidsniveau voor alle inwoners.
Verduurzaming van / een duurzamere gemeentelijke bedrijfsvoering en vastgoed. (doelstelling verduurzamen vastgoed wordt verder uitgewerkt onder taakveld 0.3 Overige objecten en gronden).
De CO2-uitstoot van Rotterdam ombuigen in een neergaande lijn naar nul uitstoot in 2050, conform de afspraken van Parijs en het Nederlands Klimaatakkoord door het realiseren van een betaalbaar, schoon, betrouwbaar, veilig en op innovatie ingesteld energiesysteem (= het totaal van opwek, opslag, grid en gebruik).
Een betere luchtkwaliteit met het oog op gezondheid.
Minder gebruik van primaire grondstoffen en meer hergebruik en recyclen van afval, en het realiseren van een omslag naar circulair denken bij inwoners en bedrijven
Bijdrage leveren aan een toekomstbestendig, resilient Rotterdam onder andere gericht op het gebied van klimaatadaptatie: voorkomen van en omgaan met wateroverlast en hittestress.
Het tegengaan van geluidsoverlast
Bijdrage leveren aan het gebruik van de ondergrond: rol van ondergrond in energietransitie, vergroening, wateropgave en biodiversiteitsvermeerdering + aanpakken verontreiniging en voorkomen gezondheidsschade
Een adequaat extern veiligheidsniveau voor alle inwoners.
Verduurzaming van gemeentelijke bedrijfsvoering en verduurzaming gemeentelijk vastgoed.
Effect indicatoren | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Collegetarget 1: De stijging van de CO2-uitstoot wordt in deze collegeperiode omgebogen naar een dalende trend die leidt tot 49% CO2-reductie in 2030, gemeten t.o.v. het jaar 1990. | Streefwaarde | niet >32,2 Mton | niet >32,2 Mton | <32,2 Mton | <32,2 Mton | ||
Realisatie | 32,2 Mton | ||||||
Collegetarget 2: Vanaf 2020 zijn er geen straten meer waar de Europese gezondheidsnorm voor NO2 wordt overschreden. Ook na 2020 blijven we werken aan het verder verbeteren van de luchtkwaliteit. | |||||||
Jaargemiddelde* | Streefwaarde | 16 | 12 | 8 | 0 | ||
Realisatie | |||||||
Uurgemiddelde** | Streefwaarde | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Realisatie | |||||||
Ten minste 15.000 bestaande woningen zijn verduurzaamd, waarvan 10.000 aardgas vrij of daarop voorbereid***. | Streefwaarde | ||||||
Realisatie | |||||||
* Betreft het aantal toetspunten > NO2 40 μg/m3 (jaargemiddelde gebaseerd op NSL voorgaande jaar) | |||||||
** Betreft het aantal meetstations met >18 keer per jaar overschrijding NO2 200μg/m3 (uurgemiddelde, gebaseerd op jaarverslag DCMR) | |||||||
*** Nadere uitwerking volgt in samenhang met woningbouwopgave | |||||||
Twee ambities uit het coalitieakkoord worden hier samengevoegd onder een collegetarget. Verduurzamen gebeurt door en kan ook gemeten worden via een slimme keuze voor een combinatie van maatregelen: aardgasvrij maken (of daarop voor te bereiden), voorzien van eigen energie opwek en/of -opslag, kostenefficiënt te isoleren/renoveren, materiaal circulair inzetten, energiegebruik van bewoners veranderen, woningen voorzien van oplaadfaciliteiten voor elektrisch vervoer, huizen klimaatbestendiger maken (bv groene daken, ontstenen van tuinen, wateropvang en hittestress maatregelen). | |||||||
Circulaire economie staat bij taakveld Afval - Grondstoffen |
Overzicht van baten en lasten Milieubeheer - Duurzaam, bodem, geluid en handhaving | Begroting 2019 | Raming 2020 | Raming 2021 | Raming 2022 | |
---|---|---|---|---|---|
Baten exclusief reserves | 0 | 0 | 0 | 0 |
|
Bijdragen rijk en medeoverheden | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Overige opbrengsten derden | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Overige baten | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Lasten exclusief reserves | 49.081 | 48.373 | 32.975 | 32.977 |
|
Interne resultaat | 10.520 | 10.657 | 10.657 | 10.657 | |
Interne resultaat | 10.520 | 10.657 | 10.657 | 10.657 | |
Programmalasten | 38.561 | 37.716 | 22.317 | 22.320 | |
Inkopen en uitbestede werkzaamheden | 37.622 | 36.742 | 21.293 | 21.246 | |
Kapitaallasten | 618 | 668 | 719 | 768 | |
Overige programmalasten | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Subsidies en inkomensoverdrachten | 322 | 306 | 306 | 306 | |
Saldo voor vpb en reserveringen | -49.081 | -48.373 | -32.975 | -32.977 | |
Vennootschapsbelasting | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Saldo voor reserveringen | -49.081 | -48.373 | -32.975 | -32.977 | |
Reserves | 18.334 | 17.433 | 250 | 250 | |
Onttrekking reserves | 18.334 | 17.433 | 250 | 250 | |
Toevoeging reserves | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Vrijval Reserves | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Saldo | -30.747 | -30.941 | -32.724 | -32.727 |
Aansluiting met voorgaande begroting (saldo na reservering) | Begroting 2019 | Raming 2020 | Raming 2021 | Raming 2022 |
---|---|---|---|---|
Oorspronkelijke begroting | -31.090 | -31.336 | -31.301 | -31.304 |
Bijstellingen Omissieregeling 2019 (technische wijzigingen) | 342 | 395 | -1.423 | -1.423 |
Totaal bijgestelde begroting | -30.747 | -30.941 | -32.724 | -32.727 |