Bij actief grondbeleid initieert de gemeente een ruimtelijke ontwikkeling door de verwerving van gronden (dan wel de inbreng van gemeentelijk vastgoed), sloop van panden en eventuele sanering. Na verder bouwrijp maken wordt bouwrijpe grond verkocht aan een ontwikkelende partij. Na de realisatie het beoogde programma wordt het openbaar gebied aangelegd door de gemeente. Grondexploitaties zijn dus de financiële weergave van gebiedsontwikkelingen.
Bijdragen aan de bouwopgave van 18.000 woningen in de periode 2019-2022, en aan een prettige leefomgeving. De gemeente stuurt via de eigen grondexploitaties actief op de realisatie van nieuwbouw. Tezamen met de particuliere ontwikkelingen op eigen grond van particulieren vormt dit de bouwopgave.
Vertalen van gemeentelijke ambities naar grondexploitaties. De beleidsdoelstellingen binnen andere taakvelden, zoals Wonen en Bouwen, worden financieel vertaald in de grondexploitaties.
Risicobeheersing tijdens de planvorming en uitvoering van gebiedsontwikkelingen door optimalisatie, bewaking en bijsturing.
De markt uitdagen tot het investeren en realiseren van (nieuwe) ontwikkelingen in de door de gemeente aangegeven prioriteiten voor de komende vier jaar. De gemeente onderzoekt tevens de mogelijkheden voor nieuwe bouwlocaties.
Door als gemeente actief te investeren tonen we lef en laten we aan de Rotterdammers en de marktpartijen / ontwikkelaars zien dat we in een bepaalde ontwikkeling(srichting) geloven. Vaak gaat het om gebieden waar een ontwikkelaar de risico’s te groot vindt, waardoor een ontwikkeling niet van de grond komt. Door als gemeente risicodragend te investeren, wordt het risico voor een ontwikkelaar kleiner en wordt hij sneller verleid de gewenste ontwikkeling ter hand te nemen.
Gemeentelijke investeringen actief inzetten op de gemeentelijke prioriteiten: energietransitie, nieuwe economie en groei van de stad.
Het aanbod van gebiedsontwikkelingen afgestemd houden op de vraag vanuit inwoners en vanuit mogelijkheden vanuit de markt (kwalitatief en kwantitatief).
Het voeren van actief grondbeleid brengt kansen, maar ook financiële risico’s met zich mee. Om de risico’s te beperken én om tijdig aanpassingen in het programma door te kunnen voeren, wordt twee keer per jaar een analyse gemaakt van de ontwikkelingen op de woningmarkt en die van de werklocaties (bedrijventerreinen en kantoren). De analyse richt zich op de kwantiteit van de verwachte afzet (bv het aantal te verkopen nieuwbouwwoningen), en de kwaliteit daarvan (afwerkingsniveau, grootte van de woning etc.). Deze gegevens worden vergeleken met het programma dat in de grondexploitaties is voorzien (het aanbod). Bij afwijkingen wordt het aanbod hierop afgestemd.
Sturing op een voor de gemeente zo gunstig mogelijke balans tussen maatschappelijke opbrengsten en financieel resultaat. Een ontwikkelproces is een voortdurende zoektocht naar een goede balans tussen (onder meer) opbrengsten en kosten. Binnen gemeentelijke grondexploitaties valt hier beter op te sturen dan bij een particuliere ontwikkeling.
Ontwikkelen van locaties die niet door de marktpartijen uitgevoerd worden. Sommige ontwikkelingen leveren geen winst op, maar zijn om bijvoorbeeld maatschappelijke redenen heel wenselijk. Dergelijke ontwikkelingen zullen nooit door een particuliere ontwikkelaar opgepakt worden, omdat er geen winstpotentie is. In dergelijke gevallen zoekt de gemeente naar financiële middelen (intern of extern) om een dergelijke ontwikkeling toch van de grond te krijgen.
De projectadministratie van de grondexploitaties bevat enerzijds de gerealiseerde kosten opbrengsten en anderzijds de begroting van nog te maken kosten en voorziene opbrengsten. Alle posten worden contant gemaakt. Gesaldeerd ontstaat daardoor de Netto Contante Waarde-saldo (NCW) van het project.
Als er aanleiding voor is, worden gedurende het jaar de begrote posten geactualiseerd. Tenminste eens per jaar, tijdens het jaarrekeningproces, worden alle posten voorzien van actuele onderbouwingen.
Overzicht van baten en lasten Grondexploitatie (niet-bedrijventerreinen) | Begroting 2019 | Raming 2020 | Raming 2021 | Raming 2022 | |
---|---|---|---|---|---|
Baten exclusief reserves | 61.709 | 62.204 | 51.341 | 44.037 |
|
Bijdragen rijk en medeoverheden | 1.130 | 0 | 0 | 0 | |
Overige opbrengsten derden | 112.542 | 42.773 | 18.996 | 22.459 | |
Overige baten | -51.963 | 19.431 | 32.345 | 21.578 | |
Lasten exclusief reserves | 58.168 | 56.820 | 45.210 | 38.341 |
|
Apparaatlasten | 6.841 | 6.833 | 6.823 | 6.823 | |
Inhuur | 1.146 | 1.376 | 1.376 | 1.376 | |
Overige apparaatslasten | 128 | 127 | 127 | 127 | |
Personeel | 5.567 | 5.330 | 5.321 | 5.321 | |
Interne resultaat | 11.547 | 11.547 | 11.547 | 11.547 | |
Interne resultaat | 11.547 | 11.547 | 11.547 | 11.547 | |
Programmalasten | 39.781 | 38.441 | 26.840 | 19.971 | |
Inkopen en uitbestede werkzaamheden | 43.316 | 42.279 | 30.352 | 23.149 | |
Kapitaallasten | -3.535 | -3.839 | -3.512 | -3.178 | |
Overige programmalasten | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Saldo voor vpb en reserveringen | 3.541 | 5.384 | 6.131 | 5.697 | |
Vennootschapsbelasting | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Saldo voor reserveringen | 3.541 | 5.384 | 6.131 | 5.697 | |
Reserves | 2.602 | 768 | 30 | 465 | |
Onttrekking reserves | 2.602 | 768 | 30 | 465 | |
Toevoeging reserves | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Vrijval Reserves | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Saldo | 6.143 | 6.152 | 6.161 | 6.161 |