Het gemeentebestuur werkt aan een stad met een sterk cultureel klimaat. Cultuur is van groot belang voor de economische positie van Rotterdam in binnen- en buitenland, maakt de stad aantrekkelijk voor bewoners, bezoekers en bedrijven en draagt bij aan de brede ontwikkeling van kinderen en jongeren.
Het gemeentebestuur wil, omwille van een sterk cultureel klimaat, optimale omstandigheden creëren voor de productie van kunst en cultuur, voor de toegankelijkheid ervan en voor het delen van informatie, kennis en middelen. Onder kunst en cultuur verstaan we meer dan alleen beeldende kunst, theater, dans, muziek, musea en film. Ook de bibliotheek, culturele evenementen, de creatieve industrie en het beleidsveld Toerisme behoren tot het culturele domein.
Om de doelen op het terrein van kunst en cultuur te bereiken, maakt de gemeente beleid, zoals het bibliotheekbeleid, (gemeentelijk) collectiebeleid, architectuurbeleid, vrijetijds- en toeristisch beleid en het vierjaarlijkse Cultuurplan.
Bijdragen aan de brede ontwikkeling van kinderen en jongeren opdat zij beschikken over de benodigde 21ste-eeuwse vaardigheden om volwaardig te kunnen participeren in de Rotterdamse samenleving.
Om de doelen op het terrein van kunst en cultuur te bereiken, ontwikkelt de gemeente op de genoemde deelterreinen beleid. Voor de uitvoering van dit beleid krijgen circa 90 culturele organisaties meerjarige subsidies. Meer informatie hierover is te vinden op https://www.rotterdam.nl/vrije-tijd/kunst-en-cultuur/ en gerelateerde pagina’s. Het cultuurbeleid kent vier pijlers:
Deze pijlers moeten met elkaar in evenwicht zijn en elkaar versterken voor een bloeiend cultureel leven en een veerkrachtige, aantrekkelijke stad. Op elk van de pijlers afzonderlijk en op de pijlers in gezamenlijkheid ontwikkelt de gemeente beleid, zoals in de recent gepresenteerde visie op de Collectie Rotterdam. Daarmee zorgt de gemeente ervoor dat er voor alle Rotterdammers een cultureel passend aanbod is (pijler Stadsbewoners), maar ook dat de culturele sector en daarmee de stad zich internationaal kan profileren met de enorme rijkdom aan kunst en cultuur waarover zij beschikt (pijler Wereldtoneel). Artistieke ontwikkelingsmogelijkheden voor gevestigde en nieuwe organisaties en kunstenaars (pijler Artistiek klimaat), maar ook aandacht voor maatschappelijke toepassingsmogelijkheden van kunst via onder meer creatieve industrie (pijler Maatschappelijke toepassing) zijn daarvoor onontbeerlijk.
Om de vier pijlers zo sterk mogelijk te maken heeft de gemeente zich voor de culturele sector voor de komende jaren de volgende strategische doelen gesteld:
Creëren van (experimenteer)ruimte, waarin stadsbewoners zich creatief kunnen ontwikkelen, kunstenaars nieuwe denkrichtingen kunnen openen en waarin verbeeldingskracht wordt ingezet voor stedelijke opgaven en innovatie. In het bijzonder is de energie gericht op creatieve bijdragen aan vraagstukken in zorg, onderwijs, ruimtelijke ontwikkeling, duurzaamheid en citymarketing.
Bijdragen aan veerkracht. De gemeente stimuleert zelfstandigheid en ondernemerschap van instellingen, kunstenaars en initiatiefnemers. Ze ontwikkelt nieuwe samenwerkingen en samenwerkingsvormen met partijen binnen en buiten de overheid. Een gezond basisniveau voor wat betreft collecties, programmering en ontwikkeling is het uitgangspunt op het gebied van kunst en cultuur.
Stimuleren van nieuwe verhoudingen. De stad geeft iconen ruimte, biedt nieuw talent een podium en bouwt achterhaalde concepten af; nieuwe vormen van samenwerking, financiering en publieksbereik worden ontwikkeld. Daarbij staat telkens de vraag centraal of de vier pijlers daarmee beter en duurzaam bediend worden.
Meer dan voorheen wordt de relatie tussen cultuur en andere beleidsterreinen als economie, zorg, welzijn, sport en onderwijs zichtbaar in gezamenlijke activiteiten en andere vormen van samenwerking.
De veranderende relatie overheid-maatschappij-culturele sector vraagt om een andere opstelling van de gemeente en een nieuwe relatie tussen overheid en bedrijfsleven. De ontwikkeling van de voorwaarden voor deze nieuwe samenwerkingsrelaties krijgt in de periode 2017-2020 verder vorm. Doel hiervan is de culturele sector samen met andere partijen in de stad op een effectieve manier te ondersteunen, passend bij de veranderende behoeften en de wens de veerkracht van de culturele sector te optimaliseren.
De noodzaak van het ontwikkelen van creatieve vaardigheden en innovatieve kracht (in het onderwijs en op economisch terrein) wordt steeds meer onderkend. Nieuwe technologieën en de inzet van creatieve vaardigheden bij de ontwikkeling en uitvoering van productieprocessen blijken onmisbaar. Cultuureducatie, mede gericht op de ontwikkeling van creatieve en 21ste-eeuwse vaardigheden, verdient een stevige positie in het onderwijs. De aanbevelingen van een in 2017 uitgevoerd onderzoek naar de effectiviteit en efficiëntie van het bestaande cultuureducatiebeleid en -aanbod krijgen inmiddels hun beslag. Zo kunnen nog tijdens de cultuurplanperiode 2017-2020 het rendement en de bijdrage aan de genoemde onderwijsontwikkelingen vergroot worden.
In het coalitieakkoord 2018-2022 is opgenomen dat de gemeente wil dat alle kinderen cultuureducatie krijgen. Omdat cultuureducatie opgenomen is in de kerndoelen en eindtermen van het onderwijs, heeft de gemeente de volgende indicator geformuleerd:
In 2022 is dertig procent van de basisscholen een of meer niveaus gestegen in het Rotterdamse Cultuureducatie Model. Deze stijging toont aan dat de kwaliteit van cultuureducatie is gestegen en dat cultuureducatie in toenemende mate duurzaam geborgd is in het Rotterdamse basisonderwijs, een noodzakelijkheid voor goede cultuureducatie voor alle Rotterdamse kinderen.
De internationale betekenis van de culturele sector is belangrijk voor de sector zelf en voor de economische en toeristische betekenis van de stad. Een speciaal voor dit doel samengestelde International Advisory Board (IABx) heeft in 2017 een visie en internationale agenda opgesteld die Rotterdam in staat moet stellen de (inter)nationale culturele profilering te versterken, samen met de gemeente, een groot aantal Rotterdamse culturele instellingen en Rotterdam Partners. Doel is de stad als vestigingsplaats voor bedrijven en toeristische trekpleister in binnen- en buitenland effectiever over het voetlicht te brengen.
De gemeente wil dat de stad ook op langere termijn kan blijven profiteren van toerisme. Uitgangspunt daarbij is een goede balans tussen leefkwaliteit en toeristische groei. Cultuur en sport spelen in de positionering van Rotterdam als toeristische stad een belangrijke rol. Het te ontwikkelen toeristisch kader geeft richting en verbindt activiteiten en evenementen die die positie versterken en biedt de basis voor samen met de toeristische sector te ontwikkelen beleidsinstrumenten.
Met het programma Stadscultuur maakt de gemeente meer ruimte voor creativiteit en cultureel ondernemerschap in de gebieden van Rotterdam, vooral als het gaat om gebiedsgerichte festivals en bijzondere (pop-up) evenementen. De binnenstad als city-lounge blijft daarin een belangrijk aspect.
Een van de instrumenten voor het versterken van het culturele klimaat in de stad en het verhogen van de cultuurdeelname van Rotterdammers is het Cultuurplan. Het Cultuurplan is het beleidsinstrument voor meerjarige ondersteuning van culturele organisaties. In de periode 2017-2020 gaat het om een budget van ca. € 80 miljoen per jaar, verdeeld over ongeveer 90 meerjarig gesubsidieerde culturele organisaties. Speerpunten in het cultuurbeleid 2017-2020 zijn (aantoonbare) vergroting en verbreding van het publieksbereik, vernieuwing en innovatie, cultuureducatie en talentontwikkeling, internationale profilering en samenwerking. Van de cultuurplaninstellingen wordt gevraagd aan deze speerpunten een bijdrage te leveren.
In 2019 start de voorbereiding voor het Cultuurplan 2021-2024. Rond de zomer zal het gemeentebestuur de Uitgangspuntennota voor het cultuurbeleid 2021-2024 aan de gemeenteraad ter vaststelling aanbieden. Op basis van deze nota kunnen culturele organisaties een aanvraag indienen voor een meerjarige subsidie in de periode 2021-2024. De verbreding van het publiek zal een van de belangrijkste doelstellingen in het cultuurbeleid 2021-2024 worden en daarom een belangrijk uitgangspunt bij de verdeling van het Cultuurplanbudget. Daarnaast vindt de gemeente de bijdrage aan het vestigingsklimaat en de arbeidsmarktpositie van cultuurmakers en culturele initiatiefnemers belangrijke aandachtspunten. Toepassing van de landelijke Fair Practice Code, ondersteuning van en ruimte voor nieuwe makers, nieuwe genres en nieuw aanbod zijn daarin elementen. De culturele sector wordt bij de ontwikkeling van de uitgangspunten voor het cultuurbeleid 2021-2024 breed betrokken.
Voor de aansluiting bij de landelijke arbeidsmarktagenda op het gebied van kunst en cultuur en voor de ondersteuning van cultuurmakers en culturele initiatiefnemers hebben wij vanaf 2019 een bedrag in de begroting gereserveerd.
De minister van OCW heeft stedelijke regio’s uitgenodigd vóór 1 november 2018 een Regioprofiel in te dienen. De regioprofielen stuurt de minister mee met haar adviesaanvraag over het landelijke cultuurplanstelsel aan de Raad voor Cultuur. Daarmee geeft de minister aan in de cultuurplanperiode 2021-2024 meer rekening te willen houden met de culturele context in de stedelijke regio’s en de aansluiting tussen rijksbeleid en stedelijk regionaal beleid te versterken. Rotterdam werkt in het stedelijk regioprofiel nauw samen met Dordrecht.
De thema’s de minister centraal stelt in haar beleid, sluiten nauw aan bij de Rotterdamse speerpunten voor het cultuurbeleid. Voor de versterking van de genoemde thema’s heeft de minister extra middelen ter beschikking gesteld. Daarbij is de dringende oproep aan de stedelijke regio’s gedaan voor deze thema’s ook extra geld vrij te maken
Bij vergroten en verbreden van publieksbereik gaat het niet alleen om het bezoek aan stedelijke culturele voorzieningen als musea en theaters, maar ook om actieve deelname aan culturele activiteiten in de wijk, zoals cursussen en wijkfestivals. De gemeente stimuleert de organisatie van activiteiten, programma’s en evenementen die aansluiten bij de vraag van de Rotterdammers. Samen met de culturele sector neemt de gemeente initiatieven om de kennis bij de diverse betrokkenen over het bereiken van nieuw publiek te vergroten. Met ingang van 2018 meten alle meerjarig gesubsidieerde Rotterdamse culturele organisaties hun publieksbereik en delen zij de uitkomsten daarvan opdat instrumenten gericht op vergroten en verbreden van het publieksbereik nog effectiever kunnen worden ingezet.
Een nieuwe generatie makers bereikt nieuwe publieksgroepen. De gemeente zoekt samen met hen naar ondersteuningsvormen die – naast subsidies – aansluiten bij hun behoeften. Daarbij gaat het niet alleen om financiële ondersteuning maar ook om de ontwikkeling van ondernemerschap en het aanbieden van geschikte werk- en presentatieplekken tegen een betaalbare prijs.
Om alle kinderen de kans te geven met cultuur in aanraking te komen, zet de gemeente in op cultuuronderwijs met (professionele) docenten op alle Rotterdamse scholen. Het streven is dat alle basisschoolleerlingen in Rotterdam in 2022 kwalitatief goede cultuureducatie krijgen en dat cultuureducatie in toenemende mate duurzaam geborgd is in het Rotterdamse basisonderwijs.
Overzicht van baten en lasten Musea - Cultuur | Begroting 2019 | Raming 2020 | Raming 2021 | Raming 2022 | |
---|---|---|---|---|---|
Baten exclusief reserves | 0 | 0 | 0 | 0 |
|
Bijdragen rijk en medeoverheden | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Overige baten | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Lasten exclusief reserves | 30.644 | 30.652 | 32.907 | 32.907 |
|
Apparaatlasten | 771 | 779 | 779 | 779 | |
Inhuur | 31 | 31 | 31 | 31 | |
Overige apparaatslasten | -9 | -9 | -9 | -9 | |
Personeel | 749 | 757 | 757 | 757 | |
Programmalasten | 29.873 | 29.873 | 32.128 | 32.128 | |
Subsidies en inkomensoverdrachten | 29.873 | 29.873 | 32.128 | 32.128 | |
Saldo voor vpb en reserveringen | -30.644 | -30.652 | -32.907 | -32.907 | |
Vennootschapsbelasting | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Saldo voor reserveringen | -30.644 | -30.652 | -32.907 | -32.907 | |
Reserves | 0 | -2.000 | 0 | 0 | |
Toevoeging reserves | 0 | 2.000 | 0 | 0 | |
Saldo | -30.644 | -32.652 | -32.907 | -32.907 |
Aansluiting met voorgaande begroting (saldo na reservering) | Begroting 2019 | Raming 2020 | Raming 2021 | Raming 2022 |
---|---|---|---|---|
Oorspronkelijke begroting | -29.873 | -31.873 | -32.128 | -32.128 |
Bijstellingen Omissieregeling 2019 (technische wijzigingen) | -771 | -779 | -779 | -779 |
Totaal bijgestelde begroting | -30.644 | -32.652 | -32.907 | -32.907 |