Programma NPRZ-Wonen
De inzet van alle professionele partners in het Nationaal Programma Rotterdam Zuid (NPRZ) is gericht op het vergroten van de kansen voor de zuiderlingen. Het NPRZ geeft daartoe samen met bewoners invulling aan de drie hoofdpijlers: school, werk en wonen. Daarnaast is er aanvullende inzet op veiligheid en cultuur.
Hoofdambitie van de pijler wonen is ervoor te zorgen dat de inwoners van Zuid op korte termijn het verschil merken in de kwaliteit van wonen. Dat kan bijvoorbeeld doordat de eigen woning kwalitatief beter wordt, of omdat er meer mogelijkheden zijn voor een wooncarrière, of omdat de woonomgeving verbetert: meer groen, meer speelgelegenheid, veilige routes, betere bereikbaarheid. Het samenleven in de wijk verbetert ook door meer verbinding, en voorkoming van misstanden op het gebied van leefbaarheid en veiligheid.
Pijler NPRZ-Wonen
In het eerste kwartaal van 2023 hebben alle partners in het NPRZ, waaronder de gemeente en de corporaties, het nieuwe Uitvoeringsplan NPRZ 2023-2027 vastgesteld. Binnen de pijler Wonen is de inzet in 2023 gericht op de woningaanpak - samenvoegen en vergroten in combinatie met verbetering en sloop-nieuwbouw - , verbetering van de buitenruimte verspreid over oude stadswijken, en de aanpak van de winkelstraten Slinge, Katendrechtse Lagendijk – Wolphaertsbocht en Beijerlandselaan – Groene Hilledijk.
Eind 2023 zijn de prestatieafspraken 2024-2025 tussen de gemeente, corporaties en huurdersorganisaties afgesloten. Daarin is de inzet van corporaties in het NPRZ vastgelegd voor verbetering van de eigen voorraad en de manier waarop zij het toewijzings-, huurprijs- en verkoopbeleid inzetten. Ook is in prestatieafspraken opgenomen hoe de wijkgerichte samenwerking van de gemeente en corporaties in de aanpak van de particuliere voorraad nader vorm krijgt.
Het Rijk heeft in het tweede kwartaal 2023 positief besloten op de aanvraag van de vijfde tranche Woningbouwimpuls voor het project De Kaai in Feijenoord. Dit project krijgt een rijksbijdrage van € 3,8 mln. Met deze financiële steun van het Rijk kan Rotterdam 1.000 woningen bouwen op de Kop van Feijenoord, waarvan ca 60% in het betaalbare segment en kan de gemeente van de aangrenzende kade een aantrekkelijke plek maken. Dit project heeft als doel de wijk een kwaliteitsimpuls te geven en vooral om de bewoners in de omliggende wijken mogelijkheden te geven om binnen de wijk door te stromen.
Eind 2023 heeft het Rijk ook besloten een bijdrage van ca € 28 mln toe te kennen voor het NPRZ-gebied 2e tranche van het Volkshuisvestingsfonds. De gemeente zet daar zelf € 12 mln cofinanciering tegenover. Dit bedrag is bedoeld voor het afdekken van de onrendabele top voor de aanpak van 415 woningen. Daarvan koopt de gemeente 255 woningen op voor verbetering, vergroting of samenvoeging. 160 woningen krijgen een gevelaanpak in de vorm van gevelreiniging, vervanging van ramen en kozijnen en eventueel vervanging van gevaarlijke balkons.
De cofinanciering van de aanvragen in het kader van het Volkshuisvestingsfonds en de Woningbouwimpuls wordt, zoals eerder gecommuniceerd, gedekt uit de € 80 mln die het college met het coalitieakkoord heeft vrijgemaakt voor de pijler Wonen.
Belangrijke mijlpalen in 2023 waren de start van de sloop van het Dahliablok, het slaan van de eerste paal bij de Mijnkintbuurt, het besluit om te starten met de aanpak van de Texelsestraat Noord en het Robbenoordplein, en de vaststelling van de nieuwe aanpak voor de Fazantstraat. Dat geldt ook voor de start van verkennende gesprekken met eigenaren en bewoners voor nieuwe projecten in Carnisse en Oud-Charlois. Doel is het informeren over de reden van een aanpak en het in beeld krijgen van ideeën en wensen van bewoners over hun woning en woonomgeving. Daar komen vaak ook vragen over dagelijkse zaken bij over schoon, heel en veilig. Tot slot was een belangrijke mijlpaal in 2023 de start van de gesprekken in de wijk Bloemhof om woningeigenaren te informeren over de effecten van bodemverzakking in combinatie met funderingsproblematiek. Deze gesprekken liepen parallel aan de gesprekken van de corporaties Woonstad en Hef Wonen met hun huurders.