De bestemmingsreserve is in 2017 aangevuld met gemeentelijke financiële middelen voor fysieke projecten in Rotterdam Zuid, die eerst waren ondergebracht in de bestemmingsreserves Investeringsfonds Rotterdam (IFR) en Investeringsbudget stedelijke vernieuwing (ISV3).
Vanaf 2018 is de bestemmingsreserve aangevuld met de gemeentelijke financiële middelen, die door de gemeenteraad beschikbaar zijn gesteld als cofinanciering bij de korting op de verhuurdersheffing, die woningcorporaties van het Rijk hebben ontvangen voor de transformatie-opgave in de focuswijken.
Vanaf 2018 zouden tevens de rijksmiddelen vanwege de regiodeal NPRZ (2018-2025) en de gemeentelijke cofinanciering voor de Regiodeal worden toegevoegd aan deze bestemmingsreserve. Het Rijk heeft echter in december 2019 de rijksmiddelen voor de Regiodeal gewijzigd van decentralisatie-uitkering naar een specifieke uitkering. Daarom zijn alleen de gemeentelijke cofinanciering voor de Regiodeal NPRZ en de rijksmiddelen regiodeal voor 2018 toegevoegd aan deze bestemmingsreserve en worden de rijksmiddelen voor 2019-2021 ondergebracht in een afzonderlijk fondsproject.
Vanaf 2022 wordt de bestemmingsreserve ook aangevuld met de gemeentelijke financiële middelen, die door de gemeenteraad beschikbaar zijn gesteld als cofinanciering bij de door het Rijk toegekende middelen voor Feijenoord en Charlois in het kader van de rijksregeling “Herstructurering Volkshuisvesting”.
In het coalitieakkoord 2023-2026 “Eén Stad” is door het huidige college besloten om nog eens eenmalig € 80 mln te reserveren voor de pijler Wonen. Deze middelen zijn mede bedoeld als cofinanciering voor toekomstige Rijksregelingen (onder andere volgende tranches Volkshuisvestingsfonds). De € 80 mln zijn in 2022 toegevoegd aan de bestemmingsreserve NPRZ-wonen.