De coronacrisis raakt de grote steden verhoudingsgewijs hard. In de grote steden wonen relatief meer mensen met een flexibel contract, zij zijn daarmee meer kwetsbaar en bij hen komen de gevolgen van economische neergang harder aan. Hiermee zijn ze kwetsbaarder en komen de gevolgen van economische neergang harder aan. In Rotterdam zijn er ten opzichte van de G4 bovendien relatief veel laagopgeleide mensen, wat de kwetsbaarheid van onze stad nog eens vergroot. Eind 2020 kwamen we uit op 36.203 Rotterdammers in de bijstand. Na een stijging van dit aantal begin dit jaar (in april stond de teller op 36.699), is het aantal weer gedaald. De eindwaarde 2021 komt uit op 34.624.
De coronacrisis toont het belang aan van om-, her- en bijscholing leven lang ontwikkelen. Scholing houdt mensen namelijk duurzaam inzetbaar. Rotterdammers die op zoek zijn naar werk kunnen een scholingsvoucher van maximaal 2.500 euro aanvragen. In 2021 zijn er 187 scholingsvouchers toegekend.
Voor het uitbreken van de coronacrisis koos de gemeente Rotterdam ervoor om de dienstverlening (nog) meer aan te laten sluiten bij het werken in de wijk. Door alle beperkende coronamaatregelen is het gewenste contact met Rotterdammers onder druk komen te staan. Toch is er samen met anderen en waar dat kon geprobeerd in wijken aanwezig te zijn en maatwerk dienstverlening te bieden. In het begin van de crisis is dit gedaan door samen met anderen activiteiten te organiseren, aandacht te geven aan bewoners en het bieden van een luisterend oor. Bewoners van meerdere wijken in de stad (vooral op Zuid) zijn geïnformeerd over de diverse soorten hulp die beschikbaar was en hoe bewoners daar gebruik van zouden kunnen maken.
Er startte, ondanks de coronamaatregelen, Leerpraktijkcentra die als samenwerkingsverband laagdrempelige activiteiten en trainingen bieden aan mensen in de bijstand, gericht op (weer) actief zijn en ontwikkeling (naar werk). Ondanks de beperkingen wordt zo steeds geprobeerd om vanuit het werken in de wijk extra oog te houden voor (de kwetsbare) Rotterdammer in deze bijzondere tijd.
1.1 Minder Rotterdammers in de bijstand (zoveel mogelijk uitstroom naar betaald werk)
De gemeente Rotterdam wil dat zoveel mogelijk Rotterdammers die nu nog bijstand ontvangen profiteren van de groeiende en nieuwe werkgelegenheid. De gemeente zet mensen en middelen in ten bate van werk en arbeidsontwikkeling om de zelfredzaamheid van burgers te bevorderen en daarmee de afhankelijkheid van uitkeringen zo veel mogelijk te beperken. De gemeente Rotterdam wilde dit voor elkaar krijgen door het beperken van de instroom, het vergroten van de uitstroom en het stimuleren van de doorstroom. Jongeren, zzp’ers en flexwerkers zijn tijdens de coronacrisis het hardst geraakt, en verloren als eerste hun baan en inkomen. Mede dankzij de steunmaatregelen van het Rijk, deden uiteindelijk minder mensen dan verwacht een beroep op de bijstand. Het (tijdelijk) afschalen van de beperkende coronamaatregelen toonde de veerkracht van de economie en de arbeidsmarkt: de grote vraag naar personeel die ontstond, biedt kansen voor Rotterdammers. Met het herstel van de economie, treedt een daling op in het aantal bijstandsgerechtigden. Eind 2021 kwamen we uit op 34.624 Rotterdammers in de bijstand. Hoewel de doelstelling van 30.000 voor deze collegeperiode niet meer haalbaar is, willen we aan het eind van deze collegeperiode nog steeds substantieel minder mensen in de bijstand hebben dan bij de start van deze collegeperiode (37.667).
1.2 Deeltijd werken als opstap naar volledige uitstroom uit de bijstand
Werkzoekenden krijgen steeds vaker tijdelijke arbeidscontracten en deeltijdwerk aangeboden. Dit kan een opstap zijn naar werk met een inkomen boven bijstandsniveau. Het is belangrijk dat de drempel voor het aanvaarden van dit soort werk zo laag mogelijk is. Dit kan onder meer door te zorgen dat het aanvaarden van tijdelijk en parttime werken loont. Werkzoekenden mogen de eerste zes maanden een deel van hun inkomen uit arbeid houden, waardoor werkzoekenden er altijd op vooruit gaan als zij deeltijdwerk accepteren.
1.3 Minder werkloosheid op Zuid
Eind 2018 sloten gemeente Rotterdam en het Rijk de Regiodeal Rotterdam Zuid. Dit betekent dat in de jaren 2019 tot en met 2022 via het Nationaal Programma Rotterdam Zuid 260 miljoen euro extra geïnvesteerd wordt, met name in Wonen, School en Werk op Zuid. Voor de inzet op de pijler Werk is 48 miljoen euro gereserveerd. Hieraan is de ambitieuze doelstelling gekoppeld om een trendbreuk in de bijstandsontwikkeling op Zuid tot stand te brengen, van disproportioneel (ongeveer 40,2% van de totale bijstandspopulatie) naar evenredig ten opzichte van de rest van Rotterdam in 2031 (31%), met als tussenwaarde 37,4% eind 2022. Eind 2021 stond het percentage op 40,4% (13.973 in het totale bestand van 34.624).
2.1 Wegnemen van belemmeringen
Wanneer werkzoekenden (nog) niet in staat zijn om zelf werk te vinden, of nog niet kunnen voldoen aan de (vacature)eisen van werkgevers, ondersteunt de gemeente - binnen de mogelijkheden op de arbeidsmarkt - bij re-integratie naar werk. Die ondersteuning richtte zich op het duurzaam ontwikkelen van kennis, vaardigheden en opleiding die nodig zijn om werk te vinden en te houden.
2.2 Speciale inzet kwetsbare doelgroepen
Onder de Participatiewet vallen verschillende doelgroepen (zoals bijvoorbeeld statushouders), die elk hun eigen aanpak, begeleiding en perspectief hebben. Daarom wordt er binnen de aanpak van de gemeente gedifferentieerd en kunnen verschillende instrumenten worden ingezet, zoals bijvoorbeeld loonkostensubsidies.
2.3 Arbeidsontwikkeling gericht op de vraag vanuit de markt
We wilden dat zoveel mogelijk werkzoekenden toegang hebben tot betaald werk op de (bij voorkeur reguliere) arbeidsmarkt. De vraag naar werk wordt bepaald door de stand van de economie, werkgevers, ondernemers en opdrachtgevers. Het WerkgeversServicepunt Rijnmond (WSPR) maakt afspraken met werkgevers en intermediairs over het ontsluiten van geschikte banen voor werkzoekenden. Het WSPR is een samenwerking tussen de gemeente Rotterdam, het UWV en 15 regiogemeenten.
3.1 Goede regionale samenwerking (onderwijs, overheid en werkgevers) ondersteunend aan een beter functionerende arbeidsmarkt
Om de forse uitdaging aan te gaan om te komen tot een daling van het bijstandsbestand is er meer en meer een gewijzigde inzet nodig van de gemeente. Maar ook inzet en commitment van partijen uit de stad. In het arbeidsmarktbeleid is ingezet op samenwerking tussen bedrijfsleven, onderwijs, UWV en gemeenten, om zo vraag en aanbod op de arbeidsmarkt zoveel als mogelijk op elkaar te laten aansluiten.
3.2 Verhogen participatiegraad van mensen uit het doelgroepregister
In Rotterdam wonen relatief veel inwoners met een kwetsbare arbeidsmarktpositie. Een deel van hen profiteert niet van de aantrekkende economie en groeiende werkgelegenheid. Vaak is een arbeidsbeperking hiervan een oorzaak en het niet of minder kunnen voldoen aan de eisen die werkgevers stellen op de reguliere arbeidsmarkt. Rotterdam wil ook deze mensen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt passend werk en begeleiding kunnen bieden, zowel binnen als buiten de gemeentelijke organisatie. Als zij daarvoor kiezen, stimuleren we deze mensen te leren en zich te ontwikkelen en hen daarvoor de nodige begeleiding en ondersteuning bieden. Zie hiervoor ook het taakveld ‘Begeleide participatie’.
1.1a Preventie van instroom vóór en tijdens aanvraagfase
Rotterdammers die (tijdelijk) niet kunnen voorzien in hun levensonderhoud kunnen voor ondersteuning terecht bij de gemeente. Om te voorkomen dat werkzoekenden vanuit de WW instromen in de bijstand, is WW@Work opgezet. Hierin worden Rotterdammers die aan het einde van hun WW-periode zitten, preventief benaderd en ondersteund vanuit de gemeente in hun zoektocht naar werk. Het team WW@Work had in 2021 een instroom van 735, en bemiddelde hiervan 367 werkzoekenden naar een baan. Daarnaast helpen we Rotterdammers die een aanvraag doen voor een uitkering via Buro Werk aan een nieuwe baan. Buro Werk treedt preventief op en zorgt ervoor dat dat de Rotterdammer gelijk bij de uitkeringsaanvraag bemiddeld kan worden naar een baan. Dit met het doel om mogelijke instroom in de uitkering te voorkomen. In 2021 had Buro Werk een instroom van 1.344 en zijn er 489 Rotterdammers ondersteund naar een baan.
1.1b Matchen, begeleiden naar werk
Met het mobiliteitscentrum Rijnmond Werkt Door zijn werkgevers, die tijdelijk geen werk hebben voor hun werknemers en werkgevers die juist dringend behoefte hebben aan medewerkers, aan elkaar verbonden. Rijnmond Werkt Door biedt een netwerk waarin proactief wordt meegezocht en geadviseerd in het bieden van oplossingen in over- en ondercapaciteit van personeel. Sinds de start van RWD zijn er via 39 werkgeversverbindingen 205 medewerkers aan het werk gehouden. Door corona lag voorheen de vraag op de arbeidsmarkt vooral bij het (tijdelijk) herplaatsen van medewerkers. Met de heropening van de horeca in mei 2021 is dit echter omgedraaid: er is door corona geen sprake van een acute overcapaciteit geweest. Er is daarom gekozen om werkgevers bij te staan waarbij een mogelijke overcapaciteit kan ontstaan. Dit is gedaan door bijvoorbeeld medewerkers bij te scholen om inzetbaar te blijven binnen de organisatie waar zij al werkzaam zijn. Nu de maatregelen worden aangescherpt, zien wij echter weer een lichte stijging van de overcapaciteit bij werkgevers. Dit betreft vooralsnog slechts de horecaondernemers.
Rotterdamse werkzoekenden kunnen zich met een scholingsvoucher laten om, her- of bijscholen naar werk in kansrijke sectoren. Voor bijvoorbeeld een baan in de bouw, zorg, ICT, logistiek of techniek. Rotterdammers die op zoek zijn naar werk kunnen een scholingsvoucher van maximaal 2.500 euro aanvragen. Het bedrag kan worden besteed aan om-, her- of bijscholing. De gemeente en het Leerwerkloket Rijnmond adviseren werkzoekenden bij het vinden van een geschikte opleiding of training. In september 2020 werden de eerste scholingsvouchers uitgereikt. In totaal zijn er inmiddels 1.633 aanvragen ingediend om gebruik te mogen maken van een voucher, waarvan 1.033 aanvragen in 2021. Op basis van deze aanvragen zijn er in totaal 657 scholingsadviezen uitgebracht (397 in 2021) en zijn er 187 scholingsvouchers toegekend. Inmiddels is de doelgroep verbreed met de werkenden en is er begin 2022 een grote communicatiecampagne over de scholingsvouchers gestart, waarmee het aantal deelnemers naar verwachting in 2022 verder zal groeien.
1.2 Begeleiden naar deeltijdwerk
Op de huidige flexibele arbeidsmarkt krijgen werkzoekenden steeds vaker tijdelijke arbeidscontracten en deeltijdwerk aangeboden. Dit kan een goede opstap zijn naar werk met een inkomen boven bijstandsniveau. Het is belangrijk dat de drempel voor het aanvaarden van dit soort werk zo laag mogelijk is. Dit kan door te zorgen dat het aanvaarden van tijdelijk en parttime werken loont, maar ook door werkzoekenden goede dienstverlening te bieden over hoe hun inkomen verandert bij het aanvaarden van deeltijdwerk. Werkzoekenden mogen de eerste zes maanden een deel van hun inkomen uit arbeid houden, waardoor werkzoekenden er altijd op vooruit gaan als zij deeltijdwerk accepteren. In het taakveld ‘Inkomensregelingen’ rapporteren we over het percentage tijdige verrekening parttime inkomsten.
In april is de pilot Werkpremie gestart. Doel van deze premie is om werkzoekenden te stimuleren om deeltijdwerk te accepteren. De Werkpremie levert maandelijks 12,5% netto extra inkomen op. Onzekerheid over het totale inkomen is voor werkzoekenden één van de redenen om niet in deeltijd te (gaan) werken. Met de Werkpremie hopen we deze belemmering weg te nemen. Alle werkzoekenden die in de periode april tot en met 30 september 2021 in deeltijd werkten kwamen mogelijk in aanmerking voor de Werkpremie. Eind oktober 2021 zijn er voor het eerst de werkpremies uitbetaald.
1.3 Aanpak werk op Zuid
De ambitie is om een trendbreuk in de bijstandsontwikkeling op Zuid tot stand te brengen. Van disproportioneel (circa 40,2% van de totale bijstandspopulatie) naar evenredig ten opzichte van de rest van Rotterdam in 2031 (31%), met als tussenwaarde 37,4% eind 2022. Hiervoor is het programma Samen voor Zuid ontwikkeld. Rode draad in dit programma is aandacht voor de situatie van de werkzoekende en het bieden van maatwerk. Met extra financiële middelen worden onder andere extra werkconsulenten aangetrokken, zodat aan werkzoekenden meer en structureler aandacht gegeven kan worden. Ook zijn faciliteiten voorhanden die nodig zijn om mensen in staat te stellen aan het werk te gaan, of het nu gaat om jobcoaching, kinderopvang of het leren van de Nederlandse taal. Indien nodig behoort ook de inzet van schulddienstverlening en zorg (via de wijkteams) tot de mogelijkheden. Het huidige uitvoeringsprogramma NPRZ 2019-2022 loopt na komend jaar af. In voorbereiding naar een nieuw uitvoeringsprogramma NPRZ heeft de raad het college gevraagd uitgangspunten te formuleren met betrekking tot de gemeentelijke inzet voor het nieuwe uitvoeringsprogramma NPRZ 2023-2026. Deze uitgangspunten zijn geformuleerd in Menskracht voor Zuid.
In de wijken Carnisse, Beverwaard en Reyeroord zijn Leerpraktijkcentra (LPC) gestart. Een initiatief vanuit het programma Samen voor Zuid, waar werkzoekenden de kans krijgen om werkervaring op te doen. Het Leerpraktijkcentrum is voor alle werkzoekenden toegankelijk, ongeacht achtergrond of belemmeringen. Deelnemers doen er werkervaring op in de schoonmaak, horeca (bediening, bar), keuken (koken), groenvoorziening en receptie.
2.1a De werkzoekende centraal
Een passende bejegening is essentieel in de dienstverlening die we de Rotterdammer willen bieden. In de afgelopen jaren waren regel- en systeemgestuurd werken leidend in het gemeentelijke contact met de Rotterdammer. Hierdoor ontstond voor de professional weinig ruimte om maatwerk te leveren en in te gaan op mogelijke andere problemen in het leven van de Rotterdammer, die de zoektocht naar werk in de weg stonden. Van regel- en systeem-gestuurd werken werkt de gemeente deze collegeperiode doel- en mensgestuurd. Dit betekent dat gemeente Rotterdam in haar communicatie een nette, vriendelijke en respectvolle toon aanslaat. Hierbij krijgen professionals in de uitvoering de ruimte om degene aan de andere kant van de tafel te leren kennen, te zien welke problematiek er heerst, te achterhalen wat iemand kan en wil en wat ervoor nodig is om dit te realiseren.
2.1b Meer maatwerk
Als we de werkzoekenden met een grote afstand tot de arbeidsmarkt op een realistische manier willen begeleiden naar werk, moeten we weten wat het perspectief van die Rotterdammer is op werk en ontwikkeling (naar werk). Hiervoor zullen we werkzoekenden beter moeten kennen. Het beter in beeld hebben van dit perspectief past ook bij de wens van dit college om meer maatwerk en passende dienstverlening te bieden. Door gebruik te maken van interactieve testen en vragen, wordt voor de werkzoekende stap voor stap zichtbaar wat het meest passende uitstroomperspectief is op basis van vijf werkprofielen: verkoper, vervoerder, helper, aanpakker en maker. Dit inzicht maakt het ook makkelijk om binnen dit specifieke uitstroomprofiel de meest passende vacatures te vinden. Op basis van het profiel van de werkzoekende kan zo vastgesteld worden wat de belangrijke nog te ontwikkelen kwaliteiten en vaardigheden zijn. Hierbij wordt ook gekeken naar de motivatie en soft skills van de werkzoekende en naar zaken als aanwezigheid van bijvoorbeeld schulden of noodzaak voor kinderopvang.
2.1c Inzetten op taaleis
Het verband tussen taal en werk is onomstreden. Mensen met een taalachterstand hebben meer moeite om een baan te vinden en lopen een grotere kans om die baan te verliezen. We willen niet dat werkzoekenden aan de kant staan doordat zij de Nederlandse taal niet of beperkt beheersen. We blijven uitvoering geven aan de Wet taaleis, onder anderen door taaltrainingen aan te bieden die zo goed mogelijk aansluiten bij het niveau van de werkzoekende en door meer in te zetten op trajecten waarbij werken en het leren van (vak)taal samengaan. We zoeken daarbij onder meer aansluiting bij beleidskader Taal 2019- 2022.
2.2 Aanpak jongeren
Zie taakveld Arbeidsparticipatie-maatschappelijk.
3.1a Transparantie binnen de arbeidsmarkt verhogen
De werkgeversdienstverlening ondersteunt deze doelstellingen. Een strategische arbeidsmarktanalyse onderbouwt, met advies aan bestuurders, management en uitvoering, waar accenten gelegd moeten worden. Door vroegtijdige betrokkenheid van werkgevers, is deze aanpak arbeidsmarktgericht, ook voor werkzoekenden met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt. Met instrumenten, zoals scholing, jobcoaching, jobcarving, proefplaatsing, detacheringen, bouwen we een brug naar werk. Begeleiding en (door)scholing maken dat ze niet alleen werkfit (jobready) maar ook duurzaam werkend (jobsteady) worden. Met het mobiliteitscentrum Rijnmond Werkt Door worden werkgevers, die tijdelijk geen werk hebben voor hun werknemers en werkgevers die juist dringend behoefte hebben aan medewerkers, aan elkaar verbonden.
3.1b Social return verplichtingen opbouwen en invullen (aansluiten bij gebiedsontwikkelingen, stedelijke investeringen, transities)
Social return maakt een belangrijk onderdeel uit van het programma Maatschappelijk Verantwoord Inkopen (MVI) van Rotterdam. Met het instrument social return stimuleert Rotterdam via de eigen inkoopopdrachten werkgevers (opdrachtnemers) om bij te dragen aan de arbeidsparticipatie van kwetsbare werkzoekenden op de arbeidsmarkt. Dit kan door het aanbieden van betaald werk, stageplaatsen, activiteiten in het kader van arbeidsontwikkeling, orders voor SW-bedrijven of het uitvoeren van een maatschappelijke activiteit.
3.1c Investeren in de (digitale) dienstverlening aan werkgevers (acquisitie, dealmaking)
Het blijft de uitdaging voor de gemeente om werkzoekenden en werkgevers met slimme ICT te begeleiden. Juist nu digitale vaardigheden zo belangrijk geworden zijn voor werkzoekenden en professionals. We zorgen dat meer werkzoekenden deze vaardigheden verwerven en kunnen toepassen. Hiermee en met een digitaliseringsagenda stellen we groepen in staat om zelf aan de slag te gaan en meer regie te voeren over hun traject naar werk. Onder meer door trainingen en cursussen digitaal te ontsluiten.
In MijnWerkKompas maakt elke werkzoekende thuis (of met hulp van een medewerker) zijn profiel. Dit biedt inzicht in vaardigheden, talenten en competenties en in persoonlijke omstandigheden. Ook biedt het inzicht in de werksoorten en kans-beroepen die bij deze kwaliteiten passen. En in wat nog geleerd kan worden. In gesprek met de werkzoekende bepalen we een nieuw perspectief en de route hier naartoe. We zetten gericht instrumenten in die de werkzoekende ondersteunen in deze ontwikkeling.
HalloWerk is een online matchingsplatform dat werkzoekenden de mogelijkheid biedt om online een uitgebreid profiel aan te maken en geeft werkgevers de optie om op basis hiervan direct kandidaten te benaderen voor openstaande vacatures. In 2021 hebben 7.772 Rotterdammers een profiel in HalloWerk, waardoor ze zichtbaar en direct benaderbaar zijn voor werkgevers. Hiervan hebben er 1.740 werkzoekenden, door de inzet van de HalloWerk-dienstverlening en andere gemeentelijke re-integratie instrumenten, een baan gevonden.
Effectindicatoren | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Collegetarget: Minder Rotterdammers in de bijstand: in deze collegeperiode daalt het aantal bijstandsuitkeringen in Rotterdam naar 30.000 | Streefwaarde | 36.000 | 33.700 | 32.000 | 30.000 | ||
Realisatie | 35.292 | 33.666 | 36.203 | 34.624 | |||
1.2 NPRZ (aandeel) in de bijstand (%) | Streefwaarde | 38,9% | 38,4% | 37,9% | 37,4% | ||
Realisatie | 40,3% | 40,1% | 40,2% | 40,4% | |||
2.2 Jongeren in de bijstand | Streefwaarde | 2.250 | 2.200 | 2.200 | 2.080 | ||
Realisatie | 2.235 | 2.037 | 2.919 | 2.480 |
Prestatie-indicatoren | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
1.1 Instroom in de bijstand (aantal) | Streefwaarde | 7.800 | 7.600 | 7.050 | 6.550 | ||
Realisatie | 7.186 | 6.929 | 10.319 | 8.264 | |||
1.2 Uitstroom naar werk (aantal) | Streefwaarde | 4.500 | 4.500 | 4.500 | 4.500 | ||
Realisatie | 4.506 | 4.433 | 3.364 | 4.649 | |||
1.3 Parttime werk (€ mln) | Streefwaarde | 13,5 | 14,5 | 16,5 | 16,5 | ||
Realisatie | 12,2 | 13,6 | 13,1 | 14,8 | |||
1.4 Uitstroom jongeren (aantal) | Streefwaarde | 1.150 | 1.150 | 1.150 | 1.150 | ||
Realisatie | 1.553 | 1.350 | 1.672 | 2.002 | |||
1.5 Uitstroom naar werk in Rotterdam Zuid (NPRZ) | Streefwaarde | 2.100 | 2.200 | 2.200 | 2.200 | ||
Realisatie | 1.909 | 1.854 | 1.432 | 1.919 |
|
Overzicht van baten en lasten Arbeidsparticipatie - Werk | Oorspronkelijke begroting 2021 | Bijgestelde begroting 2021 | Realisatie 2021 | Afwijking | |
---|---|---|---|---|---|
Baten exclusief reserves | 5.356 | 8.251 | 9.291 | 1.040 |
|
Bijdragen rijk en medeoverheden | 5.000 | 8.101 | 9.136 | 1.035 | |
Financieringsbaten | 0 | 0 | 3 | 3 | |
Overige opbrengsten derden | 356 | 150 | 152 | 2 | |
Lasten exclusief reserves | 54.856 | 56.635 | 52.290 | -4.345 |
|
Apparaatslasten | 38.918 | 43.372 | 40.972 | -2.400 | |
Inhuur | 7.217 | 2.603 | 2.217 | -386 | |
Overige apparaatslasten | 1.424 | 1.383 | 1.126 | -257 | |
Personeel | 30.277 | 39.386 | 37.629 | -1.756 | |
Intern resultaat | 877 | 1.414 | 2.051 | 637 | |
Intern resultaat | 877 | 1.414 | 2.051 | 637 | |
Programmalasten | 15.060 | 11.850 | 9.268 | -2.582 | |
Inkopen en uitbestede werkzaamheden | 14.447 | 11.357 | 7.969 | -3.387 | |
Overige programmalasten | 0 | 0 | 75 | 75 | |
Salariskosten WSW en WIW | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Sociale uitkeringen | 613 | 463 | 626 | 162 | |
Subsidies en inkomensoverdrachten | 0 | 30 | 598 | 568 | |
Saldo voor vpb en reserveringen | -49.500 | -48.384 | -42.999 | 5.385 | |
Saldo voor reserveringen | -49.500 | -48.384 | -42.999 | 5.385 | |
Reserves | 72 | 538 | -3.147 | -3.685 |
|
Onttrekking reserves | 72 | 5.072 | 1.090 | -3.981 | |
Toevoeging reserves | 0 | 4.533 | 4.533 | 0 | |
Vrijval reserves | 0 | 0 | 296 | 296 | |
Saldo | -49.428 | -47.846 | -46.147 | 1.700 |
Overzicht afwijkingen taakveld | Afwijking baten | Afwijking lasten | Afwijking reserves | Afwijking saldo |
---|---|---|---|---|
1. Onderbesteding arbeidskosten voor begeleidingstrajecten werkzoekenden | - 1.498 | - 2.811 | - 1.313 | |
2. Uitvoering en implementatie Breed Offensief | -1.200 | 1.200 | ||
3. Hallo Werk | 400 | - 1.432 | 1.832 | |
4. Overige afwijkingen | 640 | - 215 | -874 | -19 |
Totaal afwijkingen | 1.040 | -4.345 | -3.685 | 1.700 |
Het saldo van dit taakveld bedraagt € 1,7 mln voordelig. De belangrijkste oorzaken hiervan zijn:
1. Onderbesteding arbeidskosten voor begeleidingstrajecten werkzoekendenVoor 2021 heeft het kabinet extra gelden beschikbaar gesteld om de re-integratie van bijstandsgerechtigden op peil te houden en waar nodig te intensiveren. Ook is er subsidie ontvangen van het Europees Sociaal Fonds voor het herstel van de coronapandemie. Het gevolg daarvan is dat eerder begrote onttrekkingen niet meer nodig zijn. Met de extra middelen is de caseload van de werkconsulenten verlaagd. Hierdoor is meer aandacht voor de werkzoekenden mogelijk. Deze extra gelden zijn echter niet volledig besteed. Het proces van werving en selectie heeft meer tijd in beslag genomen, omdat gebleken is dat het lastiger is om geschikt personeel op de arbeidsmarkt te vinden. De lasten zijn hierdoor lager uitgevallen. Doordat ook de bijbehorende onttrekkingen lager zijn, blijven deze extra middelen beschikbaar voor de komende jaren.
2. Uitvoering en implementatie Breed Offensief
Met de septembercirculaire heeft de gemeente Rotterdam een bedrag van € 1,2 mln ontvangen van het Rijk voor de implementatie en uitvoering van het wetsontwerp Breed Offensief. Het gaat onder andere om het stroomlijnen van de administratieve werkprocessen rondom loonkostensubsidie, het uniformeren van de loonwaardebepaling en werkgeversdienstverlening. In 2021 is begonnen met de voorbereiding, waarna in 2022 uitvoering gegeven zal worden aan de plannen. Om de gelden beschikbaar te krijgen in 2022, zal een bestemmingsvoorstel worden ingediend.
3. Hallo Werk
In het laatste kwartaal van 2021 zijn de afspraken met de clustergemeenten over het gebruik van het online-matchingsplatform HalloWerk tot stand gekomen. Voor het gebruik betalen zij een vergoeding en dat levert de gemeente Rotterdam baten op. Verder is de gemeente Amsterdam toegetreden tot het Hallo Werk programma en heeft een entree fee betaald. Tezamen met de baten van de clustergemeenten leverde dit per saldo extra baten op van € 400.
Bij het programma Hallo Werk zijn verschillende activiteiten, zoals aanbesteding van techpartners/licenties, de pilot voortgezet speciaal onderwijs / praktijk onderwijs (VSO-PRO) en extra inhuur vertraagd of uitgesteld. Daarnaast zijn de kosten voor de gemeente Rotterdam aan het landelijke programma HalloWerk lager uitgevallen, mede vanwege de toetreding van de gemeente Amsterdam tot het programma.
4. Overige afwijkingen
Dit betreft een saldo van verschillende gerealiseerde baten, zoals vergoedingen voor onder andere zwangerschap, ziekte (€ 340). Verder is de reserve Spaarsaldo Participatiebudget vrijgevallen. Volgens artikel 13, lid 1b van de Financiële Verordening dient de reserve vrij te vallen voor het gedeelte waar geen juridische verplichtingen tegenover staan (€ 296). Als gevolg van de coronapandemie zijn enkele activiteiten in het kader van re-integratie uitgesteld/ vertraagd. Hierdoor is minder onttrokken uit diverse bestemmingsreserves (€ 1,2 mln).
Ondanks de resultaten van de afgelopen periode is Rotterdam nog steeds de stad met de hoogste bijstandsdichtheid van Nederland. De afgelopen jaren heeft ‘de kortste weg naar werk’ centraal gestaan. Hierdoor bestaat het bestand nu uit vaak relatief oudere en laagopgeleide werkzoekenden die al langere tijd een uitkering ontvangen. Om ook deze groep te activeren en aan het werk te krijgen is een andere aanpak nodig, waarbij meer wordt ingezet op het ontwikkelen van arbeidspotentie. Het uiteindelijke doel is dat zoveel mogelijk Rotterdammers mee kunnen doen in en bijdragen aan de stad.
Tot het taakveld Arbeidsparticipatie behoren de volgende op arbeid gerichte participatie- en re-integratievoorzieningen: