In Rotterdam hoeft niemand op straat te slapen.
Mensen wonen zo zelfstandig mogelijk in de wijk, eventueel met ambulante ondersteuning gericht op versterking of behoud van de zelfredzaamheid en participatie.
Eerder en beter in beeld brengen huiselijk geweld en het duurzaam oplossen hiervan.
Versterken van next skillls en jong leiderschap.
Passende, tijdige en integrale hulp van het lokale wijknetwerk, om het beroep op dure gespecialiseerde jeugdhulp te verminderen (verschuiving van de achterkant naar de voorkant).
Wijkprogrammering is meer en meer sturend voor samenwerking en maatwerk in wijknetwerken.
Gezonde en vitale Rotterdammers.
Waarborgen van de kwaliteit van de kinderopvangvoorzieningen.
Kinderen gezond, veilig en kansrijk op laten groeien tot zelfstandige, zelfredzame en participerende burgers.
Uitvoeren wettelijke taak bestrijding infectieziekten inclusief bestrijding bijzonder resistente micro-organismen.
Beschrijving BBV-indicator | Eenheid | Bron | ||
---|---|---|---|---|
Jongeren met jeugdhulp | % van alle jongeren tot 18 jaar | Streefwaarde | 13,9% | CBS |
Realisatie | 7,0% (1e halfjaar 2021) | |||
Jongeren met jeugdbescherming | % van alle jongeren tot 18 jaar | Streefwaarde | 1,8% | CBS |
Realisatie | 1,2% (1e Halfjaar 2021) | |||
Jongeren met jeugdreclassering | % van alle jongeren van 12 tot 23 jaar | Streefwaarde | 1,0% | CBS |
Realisatie | 0,7% (1e halfjaar 2021) | |||
Cliënten met een maatwerkarrangement WMO | Aantal per 1.000 inwoners | Streefwaarde | N.v.t. | GMSD |
Realisatie | 70 (2019) | |||
Meer informatie over de BBV-indicatoren zijn te vinden op www.waarstaatjegemeente.nl. |
Deze indicator 'Cliënten met een maatwerkarrangement Wmo' geeft een inschatting van het aandeel van de Rotterdamse bevolking dat gebruik maakt van een Wmo maatwerkvoorziening. Dit kan gaan om een integraal Wmo-arrangement, maar ook om een woningaanpassing of vervoer op maat. Het gaat namelijk om alle vormen van ondersteuning die op grond van de Wmo verstrekt worden en waarvoor in Rotterdam een beschikking vereist is. De indicator toont het aantal cliënten met een Wmo maatwerkvoorziening per 1.000 inwoners.
Overzicht van baten en lasten Volksgezondheid en zorg | Oorspronkelijke begroting 2021 | Bijgestelde begroting 2021 | Realisatie 2021 | Afwijking | |
---|---|---|---|---|---|
Baten exclusief reserves | 32.253 | 196.995 | 207.511 | 10.516 |
|
Bijdragen rijk en medeoverheden | 22.907 | 189.281 | 200.631 | 11.350 | |
Overige opbrengsten derden | 9.347 | 7.714 | 6.880 | -834 | |
Lasten exclusief reserves | 692.915 | 907.645 | 892.228 | -15.417 |
|
Apparaatslasten | 87.366 | 183.666 | 204.520 | 20.854 | |
Inhuur | 4.069 | 84.185 | 105.228 | 21.044 | |
Overige apparaatslasten | 2.593 | 2.239 | 2.618 | 379 | |
Personeel | 80.704 | 97.242 | 96.674 | -568 | |
Intern resultaat | 187 | 3.503 | 6.529 | 3.026 | |
Intern resultaat | 187 | 3.503 | 6.529 | 3.026 | |
Programmalasten | 605.362 | 720.476 | 681.179 | -39.298 | |
Inkopen en uitbestede werkzaamheden | 77.039 | 159.024 | 135.909 | -23.115 | |
Kapitaallasten | 796 | 796 | 796 | 0 | |
Overige programmalasten | 0 | 1.468 | 21 | -1.447 | |
Sociale uitkeringen | 316.362 | 331.659 | 313.460 | -18.199 | |
Subsidies en inkomensoverdrachten | 211.166 | 227.530 | 230.993 | 3.463 | |
Saldo voor vpb en reserveringen | -660.662 | -710.650 | -684.717 | 25.933 | |
Saldo voor reserveringen | -660.662 | -710.650 | -684.717 | 25.933 | |
Reserves | 0 | 22.702 | 1.108 | -21.593 |
|
Onttrekking reserves | 0 | 23.902 | 2.308 | -21.593 | |
Toevoeging reserves | 0 | 1.200 | 1.200 | 0 | |
Saldo | -660.662 | -687.948 | -683.608 | 4.340 |
Overzicht afwijkingen programma | Afwijking baten | Afwijking lasten | Afwijking reserves | Afwijking saldo |
---|---|---|---|---|
1. Wijkteams en Wmo-loketten | 471 | -338 | -681 | 128 |
2. Maatwerkvoorziening (Wmo) | 0 | 549 | 0 | -549 |
3. Wmo arrangementen | 0 | -21.801 | -13.906 | 7.895 |
4. Eigen bijdrage Wmo | -884 | 0 | 0 | -884 |
5. Doelgroepenvervoer | 0 | 463 | 0 | -463 |
6. Jeugdhulp | -145 | -2.619 | -6.722 | -4.248 |
7. Aanpak dakloosheid Rotterdam (Blokhuisgelden) | 0 | -8.092 | 0 | 8.092 |
8. Maatschappelijke opvang | 0 | 4.030 | 0 | -4.030 |
9. Centra voor Jeugd en Gezin (CJG) | 0 | -893 | 0 | 893 |
10. Publieke Gezondheid | 0 | -928 | 0 | 928 |
11. Programma corona | 11.762 | 12.950 | 0 | -1.188 |
12. Diverse afwijkingen | -688 | 1.262 | -284 | -2.234 |
Totaal afwijkingen | 10.516 | -15.417 | -21.593 | 4.340 |
Het saldo van dit programma bedraagt € 4,3 mln voordelig. De belangrijkste oorzaken hiervan zijn:
1. Wijkteams en Wmo-loketten
Op het onderdeel Wijkteams en Wmo-loketten is er zowel sprake van een nadeel op het onderdeel bedrijfsvoering als een voordeel op het gebied van personeel. Met betrekking tot bedrijfsvoering is er meer gebeld naar 14010 en is er meer inzet van tolken geweest. Ook is er extra werk geweest bij de doorontwikkeling van de backoffice systemen. Daarnaast is de bestemmingsreserve Tweedelijns Wmo en Jeugdhulp lager onttrokken dan begroot. Op het gebied van personeel zijn er onder andere onderbestedingen te zien bij de onderdelen Hulpteam Toeslagenaffaire en de stedelijke loketten. Het was lastig om vacatures gevuld te krijgen. Per saldo is er op het taakveld een voordeel van € 128.
2. Maatwerkvoorzieningen
Er is in 2021 een groter beroep gedaan op woningaanpassingen dan waarop eerder was gerekend. Het tekort bedraagt € 549.
3. Wmo arrangementen
De Wmo arrangementen zijn verdeeld over de taakvelden Maatwerkdienstverlening 18+ - Wmo en Geëscaleerde zorg 18+. Op het totaal van Wmo-arrangementen op beide taakvelden is per saldo sprake van een voordeel dat wordt veroorzaakt door een lagere groei van de ondersteuning, een grotere uitstroom naar de Wlz en een nadelig saldo vanuit declaraties zorgaanbieders voor meerkosten corona 2020. De bestemmingsreserve Tweedelijns Wmo en Jeugdzorg is met € 13,9 mln lager onttrokken. Per saldo is het resultaat € 7,9 mln.
4. Eigen bijdrage Wmo
Er zijn minder eigen bijdragen Wmo ontvangen dan begroot. Dit komt hoofdzakelijk door een hogere uitstroom vanwege de openstelling van de Wet langdurige zorg (Wlz) voor een deel van de (O)GGZ-cliënten binnen de Wmo. Het tekort bedraagt € 884.
5. Doelgroepenvervoer
Op het onderdeel Doelgroepenvervoer bleek sprake te zijn van niet terug te vorderen btw. In de begroting is hiermee geen rekening gehouden. Het tekort bedraagt € 463.
6. Jeugdhulp
Het Rijk heeft voor 2021 € 23,5 mln beschikbaar gesteld voor aanpak problematiek jeugdzorg. Bijna negentig procent van dit bedrag kon met de nodige inspanning dit jaar worden ingezet. Een deel van het geld is pas bij de septembercirculaire beschikbaar gekomen, waardoor er nog onvoldoende tijd en capaciteit was in 2021 om dit nog te besteden, waardoor een onderbesteding is van € 2,5 mln. De bestemmingsreserve tweedelijns Wmo en Jeugdzorg is met € 6,7 mln. lager onttrokken. Het effect van de lagere onttrekking betekent op dit onderdeel een negatief resultaat van € 4,2 mln.
7. Aanpak dakloosheid Rotterdam (Blokhuisgelden)
Van het budget voor de Aanpak dakloosheid Rotterdam (Blokhuisgelden) is minder uitgegeven dan begroot. Hieraan liggen een aantal oorzaken ten grondslag. Ten eerst was als gevolg van de coronacrisis minder tijd en capaciteit beschikbaar voor het starten van projecten. Ook speelde de complexiteit in het vinden van geschikte locaties voor o.m. doorstroomvoorzieningen een rol. Tot slot zijn voor een aantal projecten langlopende verplichtingen aangegaan waarvoor de komende jaren de middelen beschikbaar dienen te zijn. Het voordeel is € 8,1 mln Hiervoor is een bestemmingsreserve aangevraagd.
8. Maatschappelijke opvang
Subsidies zijn over 2020 lager afgerekend, omdat de activiteiten door de subsidieontvangers tegen lagere kosten zijn uitgevoerd dan eerder begroot. Dit leidt tot een incidenteel voordeel van € 1,9 mln. Daarnaast is sprake van € 5,9 mln extra kosten om te voldoen aan de RIVM-maatregelen vanwege COVID-19. De hiervoor ontvangen rijkscompensatie is eind vorig jaar ontvangen en wordt verantwoord op het programma Algemene middelen. Per saldo is er sprake van een tekort van € 4,0 mln.
9. Centra voor Jeugd en Gezin (CJG)
De coronakosten van voorgaand jaar zijn volledig door het Rijk gecompenseerd. Hierdoor heeft een lagere afrekening plaatsgevonden voor het CJG over 2020. Het voordeel bedraagt € 893.
10. Publieke Gezondheid
Dienstverlening van de reguliere taken is het afgelopen jaar een paar keer afgeschaald ten behoeve van de bestrijding van de COVID-19 pandemie. De strikt noodzakelijke zorg heeft wel plaatsgevonden, hierdoor is een voordeel ontstaan op de personeelslasten. Het voordeel is verder te verklaren door onderbesteding op materieel budget, waaronder minder vaccins voor Reizigerszorg, minder laboratoriumonderzoeken bij de soa poli en afgelaste activiteiten in verband met de uitbraak van corona. In totaal is er een voordeel van € 928.
11. Programma corona
De Programmaorganisatie Corona is in 2021 verantwoordelijk geweest voor de bestrijding van het COVID-19 virus. Waarbij de grootste kostenposten vooral zijn veroorzaakt door de vaccinatiecampagne het testen en het bron- en contactonderzoek. De kosten worden vergoed door het Rijk. Door onder andere een post niet te verrekenen btw is een tekort ontstaan van € 1,2 mln.
12. Diverse afwijkingen
Op diverse budgetten zijn kleinere afwijkingen, die leiden tot een tekort van € 2,2 mln.
De gemeente bewaakt en bevordert de gezondheid van haar bewoners en grijpt, indien nodig, in om de gezondheid te beschermen. Rotterdammers werken in de eerste plaats zelf aan hun gezondheid en de gemeente stimuleert hen zo lang mogelijk zelfstandig mee te doen. Voor Rotterdammers die dat – al dan niet tijdelijk – nodig hebben, zorgen we voor passende en tijdige zorg, hulp en ondersteuning.
Zorgen voor adequate ondersteuning en zorg voor (jonge) Rotterdammers
We zetten in op het nog verder toegankelijk maken van de zorg. Zo willen we het makkelijker maken voor ouderen en mensen met een beperking om langer zelfstandig te wonen en mee te doen in de maatschappij. We zorgen er voor dat Rotterdammers met een beperking en ouderen gebruik kunnen blijven maken van een woning, zich kunnen verplaatsen in en rondom die woning en sociale contacten kunnen onderhouden.
We stimuleren elke jongere in Rotterdam actief mee te doen in de stad, bieden lichte ondersteuning als dat - zelfstandig of als gezin - niet voldoende lukt en wanneer de omgeving dat zelf niet kan bieden. In die gevallen biedt de gemeente samenhangende hulp aan kwetsbare jongeren en/of hun gezin. Tegelijkertijd investeren we ook in jongeren met wie het wel goed gaat. We versterken beschermende factoren als next skills en jong leiderschap en scheppen goede voorwaarden op basis waarvan zij zich nog beter kunnen ontwikkelen.
Steeds meer Rotterdammers krijgen een vorm van ondersteuning vanuit de gemeente in het kader van de Wmo of de Jeugdwet. Daarmee werken we aan het realiseren van zorg dichtbij. Tegelijkertijd betekent het ook dat de kosten sterker stijgen dan dat er rijksmiddelen beschikbaar komen. Deze lijn zet zich ook in 2021 en verder door en dat leidt tot de noodzaak om in de zorg te blijven investeren. Tegelijk is het noodzakelijk om goed te letten op de efficiency en waar mogelijk kosten te besparen. Daarom blijft het college werken aan vernieuwing in de zorg en ondersteuning. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om inzet op preventie, lichtere vormen van ondersteuning en e-health. De inhoudelijke lijnen waarlangs het college aan vernieuwing in de zorg en ondersteuning werkt staat beschreven in het Beleidsplan Heel de stad 2021-2026.
Om ook voor de lange termijn tot een financieel stabiele situatie voor het zorgdomein te komen heeft het college het meerjarig financieel kader zorg, welzijn en jeugdhulp herijkt. Hiervoor zijn de verwachte effecten van de demografische ontwikkelingen in Rotterdam (onder andere toenemend aantal ouderen en mensen met een (verstandelijke of psychiatrische) beperking die zelfstandig zullen blijven wonen) op de te verwachten kosten voor zorg, jeugdhulp en ondersteuning in kaart gebracht. Tevens is aandacht besteed aan de mogelijke effecten van de herziening van de landelijke verdeelmodellen. Het komende jaar wordt op onder andere het macrobudget Jeugd en het nieuwe verdeelmodel Sociaal Domein een landelijke bijstelling verwacht. Uitgangspunt blijft dat Rotterdammers die zorg en ondersteuning nodig hebben, deze ook krijgen.
Toegankelijke en betaalbare zorg zijn voor alle Rotterdammers cruciaal. Uitgangspunt in het coalitieakkoord is dat alle zorguitgaven worden gedaan binnen het budget dat Rotterdam krijgt van het rijk. Gezien de toenemende vraag naar zorg is er de afgelopen periode daarom sterk ingezet in de onderhandelingen met het Rijk om te komen tot een passend budget voor alle gemeenten. Dit heeft voor de jaren 2020 tot en met 2022 een effect gehad doordat extra rijksmiddelen ten behoeve van de jeugdwet aan de gemeentebegroting zijn toegevoegd. Besluitvorming over extra rijksmiddelen Jeugd voor de jaren daarna is overgelaten aan een nieuw kabinet.
Met het bovenstaande is een stabiele situatie op het sociaal domein gewaarborgd. Er is een realistisch beeld ontstaan over de te verwachten kosten voor zorg en ondersteuning. Dit draagt bij aan het gesprek met het Rijk om te zorgen dat gemeenten voldoende gefinancierd worden om de burgers met zorg te ondersteunen en hoe zich dat verhoudt tot de beschikbare rijksmiddelen. Bovendien helpt het de gemeente in het maken van eventuele keuzes gelet op het beschikbare budget.
Het beschermen en bevorderen van de gezondheid van Rotterdammers en hun leefomgeving
We zetten in op een vitale stad met vitale Rotterdammers. Om dit te kunnen realiseren leggen we dwarsverbanden met taakvelden die (in)direct bijdragen aan een vitaler Rotterdam. Zo zijn investeringen in gezondheidsvaardigheden, in het opleidingsniveau en de inkomenspositie van Rotterdammers essentieel. We werken samen met partners uit de stad aan het stimuleren van gezonder gedrag en een gezondere leefomgeving. Daarbij besteden we aandacht aan gezond gewicht en terugdringen van diabetes type 2, psychische en seksuele gezondheid, minder roken en alcoholgebruik, het tegengaan van drugsgebruik en de inzet van E-publieke gezondheid. Ook zetten we in op haar wettelijke beschermingstaken (zoals infectieziektebestrijding), een gezondere leefomgeving en het tegengaan van gehoorschade bij jongeren.