2021 heeft in het teken gestaan van de verdere professionalisering van het gemeentelijke beleid rondom haar verbonden partijen. Gegeven de eerdere aanbevelingen van de Rekenkamer Rotterdam wat betreft het beheer van het Warmtebedrijf en de verwerking hiervan in het Beleidskader “Verbonden Partijen en Governance samenwerkingsrelaties”, werkt de gemeente nu aan een update van dit Beleidskader die verder ingaat op kundig beheer van verbonden partijen. Zo wordt er een uniforme handelswijze opgesteld hoe de gemeente omgaat met verbonden partijen die in financieel zwaar weer verkeren, of daar dreigen heen te gaan.
Onderdeel van de verdere professionalisering betreft het binnen de gemeentelijke organisatie helder definiëren van de verschillende rollen en verantwoordelijkheden rondom het beheer van verbonden partijen, plus het duurzaam laten invullen van deze werkzaamheden door elk onderdeel binnen de gemeente. Tevens is de juridische control-functie op het gebied van verboden partijen verder versterkt.
Op het vlak van de informatieverschaffing aan de Raad zijn er menigeen verbeteringen doorgevoerd. Het primaire informatiedocument richting de Raad zowel als andere stakeholders is het Beheerverslag, die in een vernieuwd en beter gestroomlijnd format beter de gewenste informatie verschaft. Daarin verschuift het accent van het rapporteren over het functioneren van individuele deelnemingen naar het verslag doen van de wijze waarop de gemeente haar deelnemingen heeft beheerd en hoe zij haar aandeelhoudersbevoegdheden daartoe heeft ingezet.
Warmtebedrijf Rotterdam
Op 14 oktober 2021 heeft de Raad besloten, op basis van de resultaten van de op dat moment ingevulde conditionele voorwaarden, niet over te gaan tot realisatie van het scenario Warmtelinq+ (WLQ+). Voor het Warmtebedrijf Rotterdam Holding B.V. betekent dit dat er geen additionele financiering vanuit de beide aandeelhouders ter beschikking is gesteld om haar business case mogelijk te maken om aan de WLQ+ deel te nemen. Het Warmtebedrijf is een traject in het kader van de Wet Homologatie Onderhands Akkoord (WHOA) ingegaan. Een dergelijk traject gaat uit van de gedachte dat het bereiken van een onderhands akkoord tussen de schuldeisers van Warmtebedrijf meer aan voordeel oplevert dan louter een faillissement. Deze procedure biedt ook bescherming voor Warmtebedrijf want het zorgt ervoor dat er geen surseance van betaling of faillissement door derden kan worden aangevraagd. Tegelijkertijd biedt de procedure de mogelijkheid dat alle betrokken partijen tot een akkoord komen. Hiermee ontstaat, ondanks dat het onvermijdelijk is dat een deel van de investeringen (zijnde het aandelen kapitaal en regresvordering) niet terug zal worden verdiend, een mogelijk toekomstperspectief voor het Warmtebedrijf. De gemeente Rotterdam is nauw betrokken bij de uitwerking van de WHOA en bekijkt de verschillende toekomst-scenario’s van het Warmtebedrijf vanuit zowel financieel als maatschappelijk standpunt.
Stedin
In 2021 hebben de aandeelhouders de vermogenspositie van Stedin versterkt met een kapitaalbijdrage van € 200 miljoen. De gemeente Rotterdam droeg hier naar rato van haar aandeelhoudersbelang (van 31,7%) voor afgerond € 64 miljoen aan bij. Deze vermogensversterking door de aandeelhouders was voor de korte termijn (tot 2023). Stedin heeft de afgelopen periode haar kapitaalbehoefte herijkt voor de lange termijn (tot 2030) op grond van nieuwe financiële prognoses waarin onder andere een investeringstoename van € 2 miljard, economische ontwikkelingen en de impact van de regulering bij hebben gedragen aan een significant hogere kapitaalbehoefte. Het herijkte kapitaalbehoefte van Stedin is met ca. € 1 miljard gestegen en komt thans uit op € 1,75 miljard. Wanneer invulling wordt gegeven aan de kapitaalbehoefte blijft Stedin financieel robuust en kredietwaardig en kan Stedin invulling geven aan haar investeringsprogramma om de energienetten zowel qua kwaliteit als capaciteit geschikt te houden in de komende jaren van de energietransitie, naast haar reguliere beheertaken ten aanzien van de gas- en elektriciteitsnetten. Voor het versterken van het vermogen zetten Stedin en de bestaande aandeelhouders allereerst in op nieuwe aandeelhouders zoals het Rijk en niet aandeelhoudende gemeenten en provincies uit het verzorgingsgebied. Vanuit subsidiariteit, het landelijk beleid rondom de energietransitie en CO2-reductie en door de wettelijk aan gemeenten gegeven regie bij de energietransitie is het een logische gedachte dat het Rijk en alle gemeenten en provincies die in Stedin’s verzorgingsgebied liggen, ook aandeelhouder van Stedin zijn. Ook niet-aandeelhoudende gemeenten en provincies hebben immers baat bij een sterke netbeheerder. De bestaande aandeelhouders kunnen een laatste remedie zijn als voornoemde traject niet tot voldoende versterking van het vermogen leiden. De verwachting is dat rondom de zomer meer duidelijkheid is over de voortgang en eventuele implicaties voor bestaande aandeelhouders.
Stadion Feijenoord
In 2017 heeft de gemeenteraad in de Position Paper Feyenoord City voorwaarden gesteld voor de
bijdrage van de gemeente, die onder andere bestaat uit € 40 mln. aandelenkapitaal voor het nieuwe
stadion. In 2021 zijn er echter meerdere tegenslagen geweest rondom het komen van het nieuwe stadion, waardoor vooralsnog geen financiering is verstrekt. Deze tegenslagen betroffen onder andere het niet rond krijgen van de business case rondom de bouw, gegeven de fluctuaties in grondstofprijzen zowel als uitblijven van commitment van verschillende financierende partijen. Ook was er veel politieke en maatschappelijke aandacht voor de bouw van een nieuw stadion, dat uiteindelijk heeft geleid tot een uitstel van een beslissing over de komst van het nieuwe stadion, waarbij op het moment door het Stadion wordt bezien welke eventuele alternatieve opties mogelijk zijn; in Q2 2022 zal hierover uitsluitsel gegeven worden.
Dividendopbrengsten
In 2021 ontving de gemeente ca. € 95 mln. (2020: € 117 mln.) aan dividend. Het grootste deel is hierbij afkomstig van het Havenbedrijf (€ 79 mln.). De daling ten opzichte van 2021 wordt met name veroorzaakt door het wegvallen van dividend van Eneco en een lagere dividenduitkering van Stedin.
Renteontwikkelingen
Het renteomslagstelsel is geregeld in de gemeentelijke regelgeving. Dit stelsel houdt in dat de vermogenskosten aan de gemeentelijke producten worden doorberekend op basis van de boekwaarde van de onderliggende investeringen. De rente die hiervoor wordt gehanteerd, is de omslagrente. Deze rente wordt jaarlijks vastgesteld op basis van richtlijnen van de commissie BBV. Voor 2021 is deze omslagrente vastgesteld op 1,75%; In 2022 wordt de omslagrente verlaagd naar 1,50%.
De paragraaf Financiering biedt inzicht in de ontwikkelingen rond financiering (investeringen en financieringsmiddelen), de rentelasten, het renteresultaat en het risicobeheer van de financieringsportefeuille.
Overzicht van baten en lasten Treasury | Oorspronkelijke begroting 2021 | Bijgestelde begroting 2021 | Realisatie 2021 | Afwijking | |
---|---|---|---|---|---|
Baten exclusief reserves | 92.337 | 98.332 | 100.708 | 2.376 |
|
Dividenden | 87.004 | 92.425 | 92.427 | 2 | |
Financieringsbaten | 5.461 | 5.936 | 7.942 | 2.007 | |
Overige opbrengsten derden | 18 | 18 | 385 | 367 | |
Overige baten | -147 | -47 | -47 | 0 | |
Lasten exclusief reserves | -28.547 | -31.425 | 59.635 | 91.060 |
|
Intern resultaat | 0 | 0 | 2 | 2 | |
Intern resultaat | 0 | 0 | 2 | 2 | |
Programmalasten | -28.547 | -31.425 | 59.634 | 91.059 | |
Financieringslasten | 20.478 | 17.124 | 15.088 | -2.037 | |
Inkopen en uitbestede werkzaamheden | 2.770 | 1.428 | 876 | -552 | |
Kapitaallasten | -52.090 | -50.273 | -48.465 | 1.808 | |
Overige programmalasten | 295 | 295 | 92.135 | 91.840 | |
Saldo voor vpb en reserveringen | 120.884 | 129.757 | 41.072 | -88.685 | |
Saldo voor reserveringen | 120.884 | 129.757 | 41.072 | -88.685 | |
Reserves | -40.490 | -42.884 | -42.884 | 0 |
|
Toevoeging reserves | 40.490 | 42.884 | 42.884 | 0 | |
Saldo | 80.394 | 86.873 | -1.812 | -88.685 |
Overzicht afwijkingen taakveld | Afwijking baten | Afwijking lasten | Afwijking reserves | Afwijking saldo |
---|---|---|---|---|
1. Financieringsbaten | 2.007 | 0 | 0 | 2.007 |
2. Financieringslasten | 0 | -2.037 | 0 | 2.037 |
3. Rentetoerekening | 0 | 1.808 | 0 | -1.808 |
4. Dotatie voorziening deelnemingen | 0 | 91.998 | 0 | -91.998 |
5. Diverse afwijkingen | 369 | -709 | 0 | 1.077 |
Totaal afwijkingen | 2.376 | 91.060 | 0 | -88.685 |
Het saldo van dit taakveld bedraagt € 88,6 mln nadelig. De belangrijkste oorzaken hiervan zijn:
1. Financieringsbaten
Warmtebedrijf Rotterdam (WbR) had bij Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) een kredietfaciliteit van maximaal € 101,4 mln. De gemeente stond borg voor deze faciliteit tot een maximum van € 104 mln. De faciliteit eindigde op 1 oktober 2020. BNG had eerder al aangegeven geen mogelijkheid tot verlenging te zien. Met BNG en WbR is in 2020 besloten dat de kredietfaciliteit terugbetaald zou worden door de gemeente op grond van de borg. Door betaling onder de borg heeft de gemeente een regresvordering op WbR verkregen. Hierover is WbR de wettelijke rente verschuldigd. Deze rente wordt door WbR niet betaald maar bij de hoofdsom opgeteld. Over het boekjaar 2021 bedraagt de wettelijke rente € 2 mln. Deze opgebouwde en aan de vordering toegevoegde rente wordt volledig voorzien.
2. Financieringslasten
Het achterblijven van de realisatie van de investeringen in 2021 door het concern heeft geleid tot lagere financieringsbehoefte en daarmee lagere externe rentelasten van € 2 mln dan geraamd.
3. Rentetoerekening
De gemiddelde omvang van de totale investeringen door het concern in 2021 is lager dan geraamd (zie paragraaf Investeringen). Hierdoor is de rentetoerekening aan diverse gemeentelijke taakvelden en projecten ook lager dan geraamd. Per saldo resulteert dit in een nadelig effect ad € 1,8 mln op het taakveld Treasury. Dit is reeds in de 10-maandsbrief 2021 als onzekerheid vermeld. Daarmee bedraagt het renteresultaat (het saldo van extern betaalde rente en interne toegerekende rente) over 2021 € 228.
4. Dotatie voorziening deelnemingen
Op basis van de meest actuele inzichten is sprake van duurzame waardevermindering van het aandelenkapitaal en overige vorderingen op onze deelnemingen. Op basis van het voorzichtigheidsprincipe leidt deze waardevermindering tot een dotatie van € 92 mln aan de voorzieningen. In de 10-maandsbrief 2021 is dit reeds als risico gemeld.
5. Diverse afwijkingen
Deze afwijkingen zijn grotendeels te verklaren uit enerzijds onderbesteding op de geraamde kosten voor inhuur derden, provisiekosten banken en ICT en anderzijds doorbelasting aan externen.
Wet- en regelgeving
Beleidskaders
Beleidsmonitoren
Dit taakveld betreft de activiteiten van de gemeente voor de treasuryfunctie, het beheer van deelnemingen en van verbonden partijen. Op dit taakveld verantwoordt het college de rentelasten voor aangetrokken gelden, de ontvangsten uit doorbelaste omslagrente, de ontvangsten op verstrekte leningen en garanties, de ontvangen dividenden uit deelnemingen en de kosten voor juridisch advisering.