Inkomens(on)zekerheid
In het in 2019 vastgestelde Beleidskader Mensenwerk is beschreven dat inkomenszekerheid dient als basis voor de werkzoekenden waarop verder, richting werk en participatie, gebouwd kan worden. In 2019 zijn er verschillende pilots opgestart en wijzigingen in het beleid aangebracht die bijdragen aan de noodzakelijke zekerheid en rust. Hierdoor ontstaat er ruimte om gerichte stappen te zetten richting mens- en arbeidsontwikkeling. Werkzoekenden kunnen zo zoveel mogelijk zelf de regie pakken, zonder zorgen over de stabiliteit van het inkomen. Voorbeelden hiervan zijn:
Bij de 6.000 heronderzoeken die jaarlijks worden uitgevoerd, is er in 2019 ook aandacht geweest voor zorg en ondersteuning. De daarvoor benodigde samenwerking met partners, zoals de wijkteams, is in 2019 verbeterd.
Kwaliteit dienstverlening
De dalende lijn met betrekking tot het aantal klachten over (een gebrek aan) fatsoenlijke bejegening heeft zich ook in het derde tertaal van 2019 voortgezet. De gerichte aanpak bejegening heeft hieraan een belangrijke bijdrage geleverd. Het totaal aantal klachten is in 2019 daarnaast ook gedaald ten opzichte van 2018 (-13%).
Heronderzoeken
De handhaving op onrechtmatige uitkeringsverstrekking is een bestuurlijke prioriteit van het
college. De uitkeringslasten worden beïnvloed door de extra inspanningen op het gebied van handhaven waarvoor het college voor 2018 en 2019 extra middelen beschikbaar had gesteld. In de Voorjaarsnota 2019 heeft het college opnieuw extra middelen toegekend om de geïntensiveerde aanpak voort te zetten gedurende de collegeperiode. Per jaar worden 6.000 dossiers doorgelicht waarbij de woon-, inkomens-, en vermogenssituatie van werkzoekenden wordt onderzocht en beoordeeld. In 2019 zijn 6.325 heronderzoeken uitgevoerd. De doelstelling om 6.000 werkzoekenden op te roepen voor een (her)onderzoek in 2019 is daarmee behaald.
Verjaarde vorderingen
De Centrale Raad van Beroep heeft op 29 april 2019 geoordeeld dat een Rotterdamse bijstandsvordering niet tijdig is gestuit en daardoor is verjaard. Deze uitspraak heeft consequenties voor meer oude vorderingen, daarover is de raad op 10 december 2019 geïnformeerd. Op basis van de resultaten van een-op-een onderzoeken op een representatief gedeelte van risicovorderingen is overgegaan tot het afboeken van een bedrag van € 19 mln aan verjaarde vorderingen.
Financieel resultaat BUIG 2019
De voortgaande daling van het bijstandsvolume is niet alleen goed nieuws voor Rotterdammers die niet langer financieel afhankelijk zijn van een uitkering, maar heeft ook een positief effect op de gemeentebegroting. Tegenover € 529,4 mln aan inkomsten van het Rijk voor de bijstandsverstrekking (Bundeling Uitkeringen Inkomensvoorzieningen Gemeenten, oftewel BUIG) stonden uitgaven aan bijstandsuitkeringen en loonkostensubsidies ter hoogte van € 513,1 mln. Het overschot in 2019 bedroeg € 16,2 mln. Dat is slechts iets lager dan de raming van € 18,0 mln die in de Voorjaarsnota als begrotingswijziging aan de algemene middelen is toegevoegd. Het verschil wordt vooral veroorzaakt door een tegenvaller in het definitieve budget BUIG, dat eind september door het ministerie van SZW bekend werd gemaakt: de prijscompensatie 2019 viel € 5,2 mln lager uit dan verwacht.
1.1 Tijdig besluiten op een aanvraag uitkering levensonderhoud (algemene bijstand) en bijzondere bijstand
Het tijdig besluiten over het recht op een uitkering draagt eraan bij dat Rotterdammers die dat nodig hebben een stabiele inkomensbasis hebben als basis voor participatie of werk. De gemeente is daarbij aan wettelijke normen gehouden. De gemeente verstrekt een wettelijk voorschot, zodra dit nodig is.
De gemeente heeft de wettelijke taak om ervoor zorg te dragen dat de uitkeringen, die verstrekt worden, rechtmatig zijn. De gemeente wil voorkomen dat bijstandsgerechtigden bewust of onbewust onrechtmatig uitkeringen ontvangen. Daarmee wordt voorkomen dat werkzoekenden in financiële problemen komen, doordat zij te maken krijgen met terugvorderingen.
De komende jaren willen we de dienstverlening aan de Rotterdammer verder verbeteren. Meer dan ooit staat de Rotterdammer centraal. Dit heeft gevolgen voor de structuur van de dienstverlening, maar ook voor de bejegening richting werkzoekenden. We zien dat in de afgelopen jaren onze dienstverlening steeds specifieker en doelgerichter is geworden met specialisten voor verschillende typen dienstverlening en verschillende doelgroepen. Hierdoor is de dienstverlening en vooral de manier waarop de Rotterdammer deze ervaart versnipperd geraakt.
Om dit te verbeteren gaan we de begeleiding van werkzoekenden richting werk van begin tot einde doorlopend organiseren, door te werken met een beperkt aantal contactpersonen en zo min mogelijk overdrachtsmomenten. De vaste contactpersoon is snel en eenvoudig bereikbaar. Deze persoon hoeft niet zelf alle activiteiten uit te voeren, maar weet wel wat er waarom gebeurt op welk moment.
De gemeente richt zich op een verdere daling van de klachten en bezwaren van de bijstandsgerechtigden over genomen besluiten, de organisatie en de bejegening door ambtenaren. Klachten en bezwaren zijn een uiting van ongenoegen van de burger. De gemeente wil het aantal klachten en bezwaren terugbrengen waar dat mogelijk is. Het spreekt voor zich dat de gemeente klachten en bezwaren adequaat en snel will afhandelen (90% binnen 4 weken). De gemeente wil het aantal bejegeningsklachten ieder jaar terugdringen met 10% zodat deze klachten in 2022 minimaal gehalveerd zijn. Het aantal bezwaren loopt parallel met het aantal (appellabele) besluiten van de gemeente.
1.1 a Aanvragen (algemene en bijzondere bijstand) behandelen en dienstverlening verbeteren
De Participatiewet biedt iedereen de mogelijkheid om een aanvraag levensonderhoud te doen. Er wordt voortdurend gewerkt om de dienstverlening rondom de aanvragen (algemene en bijzondere bijstand) te verbeteren en te versnellen.
De gemeente is intensief aan de slag gegaan met vernieuwing en verbetering van de dienstverlening aan de Rotterdammer. Dit vertaalt zich naar inrichtingsvraagstukken en -principes zoals: zelfservice voor burgers en bedrijven, het verkrijgen van een integraal klantbeeld, automatisering van aanvragen en zaakgewijs werken met digitale dossiers. Het is een noodzakelijke ontwikkeling om de dienstverlening voor de burgers en bedrijven op een niveau te krijgen zoals we in de maatschappij gewend zijn, waarbij door digitalisering ondersteunde klantprocessen gebruikelijk zijn. Voor de burgers, die over onvoldoende ICT vaardigheden beschikken, blijft een 'papieren' aanvraagprocedure bestaan.
Als een bijstandsgerechtigde aanvullend op deeltijdinkomsten een uitkering nodig heeft, is er sprake van verrekening van de inkomsten met de uitkering. Uit klantreisonderzoek bij Rotterdamse werkzoekenden is gebleken dat een snelle verrekening van inkomsten leidt tot het sneller accepteren van tijdelijk of parttime werk. De afgelopen twee jaar is ingezet op het verbeteren van het proces. Het percentage inkomstenverrekeningen binnen onze servicenorm (4 weken) is gestegen van 91% (2018) naar 96% (2019). Hierdoor ontstaat er meer duidelijkheid voor de burger.
Ook is er gewerkt aan betere voorlichting aan burgers door middel van informatiebijeenkomsten en aanwezigheid van experts op banenmarkten.
Het doel voor 2019 was om 6.000 werkzoekenden op te roepen voor een (her)onderzoek. Uiteindelijk zijn 6.325 (her)onderzoeken uitgevoerd. Handhaving en uitvoeren van (her)onderzoeken wordt in deze collegeperiode gecontinueerd met 6.000 (her)onderzoeken per jaar.
Om de doorlooptijd van besluitvorming op bijstandsaanvragen te optimaliseren heeft de gemeente de belangrijkste bottlenecks in de primaire aanvraag- en mutatieprocessen gedetecteerd en ingezet op de reductie hiervan. De gemeente is een aantal pilots gestart, deze lopen nog door in 2020, met als doel de doorlooptijd te verkorten.
De gemeente streeft een vermindering van het aantal bejegeningsklachten na. In het door de Gemeenteraad vastgestelde beleidskader 'Mensenwerk' zetten wij als gemeente daarom in op passende dienstverlening en bejegening. Deze inzet wordt deze collegeperiode gecontinueerd.
Het Regionaal Bureau Zelfstandigen biedt aan Rotterdamse (aspirant) ondernemers en zzp’ers financiële ondersteuning en advies. De wettelijke kaders hiervoor zijn Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz) en Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ). Daarnaast maken ondernemers gebruik van flankerende dienstverlening via De Rotterdamse Zaak en trajecten schuldhulpverlening. Hierdoor is inzet van het wettelijk instrumentarium soms niet meer nodig.
Effectindicatoren | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
1.1 Saldo tekort BUIG | Streefwaarde | € 0 | € 0 | € 0 | € 0 | € 0 | |
Realisatie | € -/- 29,5 mln | + € 0,9 mln | + € 16,2 mln | ||||
1.2 Rechtmatige verstrekking van bijstand (%) | Streefwaarde | >97,00% | >97,00% | >97,00% | >97,00% | >97,00% | |
Realisatie | 99,78% | 97,86% | 99,13% | ||||
2.2 Klachten over bejegening | Streefwaarde | n.v.t. | -10% | -10% | -10% | -10% | |
Realisatie | n.v.t. | -15% | -26% |
Prestatie-indicatoren | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
1.1 Percentage besluiten bijstandsaanvraag (Levensonderhoud en Bijzondere Bijstand) binnen 8 weken | Streefwaarde | >90,0% | >90,0% | >90,0% | >90,0% | >90,0% | |
Realisatie | 92,3 % (LO) 92 % (BB) |
91,7% | 91,8% | ||||
1.2 Tijdig (binnen 4 weken) verwerken van inkomstenverrekeningen | Streefwaarde | >90,0% | >90,0% | >90,0% | >90,0% | >90,0% | |
Realisatie | 75,2% | 90,9% | 96,0% | ||||
1.3 Heronderzoeken (aantal) |
Streefwaarde | 6.000 | 6.000 | PM | PM | ||
Realisatie | 2.601 € 2,5 mln |
6.074 | 6.325 | ||||
2.1 Telefonische bereikbaarheid | Streefwaarde | 90% | 90% | 90% | 90% | ||
Realisatie | 85% |
84% |
88% |
Overzicht van baten en lasten Inkomensregelingen - Inkomen | Oorspr. Begroting 2019 | Bijgestelde Begroting 2019 | Realisatie 2019 | Afwijking | |
---|---|---|---|---|---|
Baten exclusief reserves | 505.639 | 532.942 | 536.138 | 3.196 |
|
Bijdragen rijk en medeoverheden | 505.639 | 532.942 | 533.872 | 930 | |
Overige opbrengsten derden | 0 | 0 | 95 | 95 | |
Overige baten | 0 | 0 | 2.172 | 2.172 | |
Lasten exclusief reserves | 579.326 | 586.335 | 584.136 | -2.199 |
|
Apparaatslasten | 45.461 | 48.569 | 48.047 | -522 | |
Inhuur | 8.206 | 9.670 | 10.362 | 692 | |
Overige apparaatslasten | 1.283 | 1.206 | 1.125 | -81 | |
Personeel | 35.972 | 37.693 | 36.560 | -1.133 | |
Interne resultaat | 4.981 | 3.675 | 3.239 | -436 | |
Interne resultaat | 4.981 | 3.675 | 3.239 | -436 | |
Programmalasten | 528.884 | 534.091 | 532.850 | -1.241 | |
Inkopen en uitbestede werkzaamheden | 17.768 | 15.641 | 15.480 | -161 | |
Kapitaallasten | 2.016 | 2.264 | 2.264 | 0 | |
Overige programmalasten | 101 | 101 | 16 | -85 | |
Salariskosten WSW en WIW | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Sociale uitkeringen | 505.417 | 512.588 | 511.596 | -992 | |
Subsidies en inkomensoverdrachten | 3.582 | 3.498 | 3.494 | -3 | |
Saldo voor vpb en reserveringen | -73.688 | -53.393 | -47.998 | 5.395 | |
Saldo voor reserveringen | -73.688 | -53.393 | -47.998 | 5.395 | |
Reserves | 7.396 | 12.197 | 10.585 | -1.612 |
|
Onttrekking reserves | 7.396 | 3.721 | 2.109 | -1.612 | |
Toevoeging reserves | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Vrijval Reserves | 0 | 8.476 | 8.476 | 0 | |
Saldo | -66.291 | -41.196 | -37.413 | 3.783 |
Overzicht afwijkingen | Afwijking baten | Afwijking lasten | Afwijking reserves | Afwijking saldo |
---|---|---|---|---|
1. Bijstandsuitkeringen | -259 | -1.871 | -1.612 | 0 |
2. Voorziening debiteuren bijstandsgerechtigden | 2.172 | 0 | 0 | 2.172 |
3. Hogere personeel gerelateerde bijdragen en interne detacheringen | 487 | -496 | 0 | 983 |
4. Uitbreiding activiteiten contractgemeenten | 300 | 0 | 0 | 300 |
5. Overige afwijkingen | 496 | 168 | 0 | 328 |
Totaal | 3.196 | -2.199 | -1.612 | 3.783 |
1. Bijstandsuitkeringen
Bij de Voorjaarsnota 2019 is een positief saldo van € 26,4 mln op de verstrekking van bijstandsuitkeringen (BUIG) ingeboekt. Dit saldo bestond uit een meevaller van € 18,0 mln over 2019 en uit een vrijval uit de bestemmingsreserve BUIG ter hoogte van € 8,5 mln. In de 10-maandsrapportage is de meevaller van € 18,0 mln naar beneden bijgesteld tot € 14,6 mln. Bij jaarrekening blijkt nu dat de gemiddelde kosten per uitkering iets lager zijn uitgevallen dan ten tijde van de 10-maandsrapportage werd verwacht, met als gevolg € 1,2 mln lagere lasten. Ook is minder dan begroot uitgegeven aan loonkostensubsidies € 424. Per saldo hoeft er € 1,6 mln minder aan de bestemmingsreserve BUIG te worden onttrokken dan begroot, waardoor het positieve resultaat op BUIG (exclusief vrijval) over 2019 uitkomt op € 16,2 mln.
2. Voorziening debiteuren bijstandsgerechtigden
De gemeente heeft door de jaren heen een voorziening getroffen om het risico van het niet volledig innen van vorderingen op bijstandsgerechtigden op te vangen. In 2019 kende de gemeente hogere ontvangsten dan verwacht op de openstaande vorderingen. Dit heeft geleid tot een voordelig financieel effect op het jaarrekening resultaat 2019 van € 2,2 mln.
3. Hogere personeel gerelateerde bijdragen en interne detacheringen
Er is voor € 487 aan vergoedingen vanuit het UWV ontvangen voor zwangerschap en ziekte waarmee geen rekening was gehouden. Daarnaast hebben interne detacheringen geleid tot een positief financieel effect van € 496.
4. Uitbreiding activiteiten contractgemeenten
In 2019 zijn drie nieuwe gemeenten een overeenkomst aangegaan met het Regionaal Bureau Zelfstandigen (RBZ) van gemeente Rotterdam. Dit heeft geleid tot extra opbrengsten van € 300.
5. Overige afwijkingen
Op diverse budgetten zijn kleine afwijkingen, die leiden tot een voordeel van € 496 op de baten en een nadeel op de lasten van € 168.
Binnen het taakveld Inkomensregelingen biedt de gemeente inkomensondersteuning aan Rotterdammers die dit nodig hebben door het verstrekken van uitkeringen. Daarnaast vindt er binnen dit taakveld handhaving plaats, wat bijdraagt aan de rechtmatigheid van de verstrekte uitkeringen.
Dienstverlening is niet alleen een product of dienst die de gemeente biedt, maar ook de manier waarop ze deze product of dienst levert: de persoonlijke bejegening door de ambtenaar. De ambtenaren zijn attent en werken Rotterdammergericht: Ze handelen proactief, situationeel, passen het gedrag aan de klant en de omstandigheden aan. De dienstverlening is mensgericht. Het contact is vriendelijk, open, respectvol en beleefd. Ze luisteren, leven zich in in de situatie van de ander en zijn betrokken. Ze nemen persoonlijk contact op als de situatie erom vraagt. Ze zijn bereikbaar en service wordt geboden door een medewerker met kennis van zaken.
De dienstverlening is duidelijk. Er is inzicht in de servicenormen en hoe de gemeente daarop presteert. Informatie over de tevredenheid van de dienstverlening wordt gebruikt voor verbetering van de dienstverlening. De informatie is eenduidig, duidelijk, volledig, juist en actueel. Informatie over producten en diensten is digitaal beschikbaar of afneembaar.
Klachten en bezwaren worden gezien als een aanleiding om te leren hoe de dienstverlening aan de uitkeringsgerechtigden kan worden verbeterd. Fouten maken mag en zijn aanleiding om te verbeteren. Klachten gaan vaak over tijdigheid en kwaliteit van de organisatie en over de bejegening van ambtenaren. De klachten, met name bejegeningsklachten, worden tot een minimumniveau teruggedrongen.
Tot het taakveld Inkomensregelingen behoren: