Jaarstukken 2019

Met nieuwe energie bouwen aan de stad van morgen

Arbeidsparticipatie - Werk Pagina 91

Arbeidsparticipatie - Werk

Beleidskaders, -monitors en wetgeving

Zoveel mogelijk Rotterdammers werken (geheel of gedeeltelijk) en verdienen zo hun eigen inkomen.

Arbeidsontwikkeling: gericht op het versterken van de arbeidsmarktpositie werkzoekenden.

Het via (regionale) samenwerking en werkgeversdienstverlening versterken van de arbeidsmarkt.

Ontwikkelingen en voortgang

Ga naar vorig P&C-document

Mensenwerk. Meer kansen voor Rotterdammers
In 2019 is ‘Mensenwerk’, het beleidskader Participatiewet 2019-2022 door de gemeenteraad vastgesteld. Het beleid kent drie duidelijke speerpunten: passende dienstverlening en maatwerk, duurzame uitstroom en inkomenszekerheid. Deze speerpunten dragen bij aan de ambitie om in deze collegeperiode een doorbraak in de bijstand te realiseren (30.000 werkzoekenden eind 2021). We werken onder meer met een brede intake die zorgt dat de Rotterdammer én wijzelf zicht hebben op kansen en ontwikkelmogelijkheden. We zetten zo snel mogelijk die dienstverlening in die de Rotterdammer verder helpt. En we zorgen dat Rotterdammers merken dat er naar hen gekeken en geluisterd wordt.

Onze dienstverlening richt zich ook op werkgevers in Rotterdam en omliggende gemeenten. We zoeken passende banen voor werkzoekenden en zoeken geschikte kandidaten met (nu nog) een bijstandsuitkering voor werkgevers. Zowel online als offline. Met aandacht voor de duurzaamheid van de uitstroom. Er wordt regionaal gewerkt aan het bevorderen van de samenwerking tussen verschillende gemeenten.
Met het sluiten van Leerwerkakkoorden tussen gemeente, onderwijs en bedrijfsleven zorgen we voor een betere aansluiting tussen onderwijs en werk en van werk naar werk trajecten, zodat instroom in de uitkering kan worden voorkomen. Daarnaast bieden de Leerwerkakkoorden nieuwe baankansen voor Rotterdammers met een uitkering. Zij kunnen zich blijven ontwikkelen nadat de uitkering is beëindigd, zodat ze duurzaam aan het werk blijven. Begin 2019 is het Leerwerkakkoord (LWA) alsmede het LWA Haven en het LWA MKB vastgesteld. Op 4 juli is het LWA Energietransitie gebouwde omgeving getekend, op 31 oktober het LWA Facilitaire Dienstverlening en op 9 december het LWA Zorg.

 

Volume bijstand
Het volume bijstandsuitkeringen bedroeg op 31 december 2019 33.666. Ten opzichte van de beginstand 2018 (35.292) is het uitkeringenbestand met 1.626 gedaald. Hiermee is de tussentijdse mijlpaal voor eind 2019 (33.700) gehaald. De totale uitstroom in 2019 bedraagt 8.555 en is lager dan de uitstroom in 2018 (9.561). De afname in de uitstroom hangt samen met een kleiner bijstandsvolume. Bij een kleiner aantal Rotterdammers in de bijstand zullen er logischerwijs ook minder uitstromen door een verhuizing naar buiten de gemeente Rotterdammers. Ook zullen er minder uitkeringen worden beëindigd door onvoldoende inlichtingen of medewerking. Belangrijke factor in de uitstroom is dat de doelstelling ‘uitstroom naar werk’ vrijwel geheel is gerealiseerd: 4.433 ten opzichte van de norm van 4.500. De instroom in de bijstand is ten opzichte van 2018 licht gedaald naar 6.929 (in 2018: 7.186).


Jeugdwerkgelegenheid
In deze snel veranderende maatschappij met steeds hogere eisen aan werknemers en een sterke doorontwikkeling naar beroepen voor de toekomst, blijft aandacht voor de aanpak van kwetsbare jongeren richting werk of school een aandachtspunt. De inzet op het verder terugdringen van jeugdwerkloosheid in Rotterdam is dan ook in 2019 onverlet doorgegaan. De inzet op jeugdwerkgelegenheid is integraal onderdeel van het Leerwerkakkoord en gericht op het creëren en vergroten van duurzame werkgelegenheid voor jongeren (tot 27 jaar), door verbinding te leggen tussen competenties en vaardigheden van jongeren en de mogelijkheden die er zijn in onderwijs en werk. Voor de doorontwikkeling jeugdwerkgelegenheid zijn vooral de pijlers van school naar werk en weer aan het werk van belang.

Tot en met 31 december 2019 zijn 1.553 jongeren de bijstandsuitkering ingestroomd. Op 31 december is het aantal jongeren met een bijstandsuitkering teruggebracht tot 2.037. Dit maakt dat de oorspronkelijke jaardoelstelling om het bestandsvolume terug te brengen tot 2.375 jongeren niet alleen is behaald, maar met 14% positief is overschreden. Bij de Voorjaarsnota is deze oorspronkelijke jaardoelstelling echter aangescherpt naar 2.200 jongeren met een bijstandsuitkering. Dit maakt dat met 2.037 jongeren in de bijstand op 31 december 2019 ook deze aangescherpte doelstelling ruimschoots is behaald. Van de jongeren die zijn uitgestroomd zijn er tot en met 31 december in totaal 610 begeleid naar betaald werk. Naast uitstroom naar werk vormt uitstroom naar het onderwijs, zeker voor jongeren, een belangrijke uitstroomreden. In 2019 zijn er totaal 326 jongeren naar het onderwijs uitgestroomd. Ook zijn er in 2019 in totaal 409 jongeren om ‘overige’ redenen uit de bijstandsuitkering gestroomd. Deze uitstroomreden heeft betrekking op exogene factoren zoals verhuizing, overlijden en detentie en vallen daarmee vrijwel volledig buiten de invloedssfeer van W&I en het Jongerenloket. Voor 121 jongeren, oftewel 9% van alle uitgestroomde jongeren, geldt dat zij 6 maanden nadat zij uit de bijstand zijn uitgestroomd, om welke reden dan ook, wederom een bijstandsuitkering hebben aangevraagd.

 

Statushouders
De Rotterdamse Aanpak Statushouders 2019–2022 bevat alle basiscomponenten voor een succesvolle participatie in de samenleving. In deze aanpak krijgt ‘werken’ een grotere rol dan voorheen. Werken helpt om volwaardig in te burgeren, de taal te leren, sociale contacten op te doen en een eigen bestaan op te bouwen. Maar anderzijds is een basisniveau van taal nodig om te kunnen gaan werken. Dat betekent dat werken en inburgeren elkaar versterken en het één niet vanzelf na het ander volgt.  Met de komst van de specialistische teams is een intensieve maatwerkaanpak gericht op werk mogelijk en krijgen statushouders eerder in het proces een gesprek met de professionals op het gebied van werk en scholing.
In 2019 zijn 506 uitkeringen beëindigd en zijn 888 statushouders parttime aan het werk. Van het totaal aantal in de bijstand was in 2019 5,2% statushouder. Onder jongeren tot 27 jaar ligt dit percentage hoger: 17%. Net als in 2018 is ook in 2019 de instroom lager dan de uitstroom.

 

Ontwikkelingen (landelijke) arbeidsmarkt
De gunstige ontwikkeling van het economisch beeld van de afgelopen jaren kende in 2019 een stagnatie. Desondanks waren er ook gunstige signalen. Volgens het CBS is in het derde tertaal (september-december) 2019 het aantal werklozen gedaald tot 302.000 (eind augustus 2019: 321.000). Hiermee is het aantal werklozen eind 2019, na een lichte stijging in de loop van het tweede en derde tertaal, weer vrijwel gelijk aan het aantal werklozen aan het einde van het eerste tertaal.
Het aantal ww-uitkeringen in Rotterdam is in 2019 verder gedaald. Het aantal faillissementen in Zuid-Holland liet in het derde tertaal een daling zien ten opzichte van de eerste twee tertalen. Tot slot liet ook de verwachte inzet van personeel aan het eind van het jaar een stijging zien ten opzichte van de verwachting medio van het jaar. Het consumentenvertrouwen verandert in de laatste maanden van 2019 nauwelijks. Met een cijfer van -2 ligt het consumentenvertrouwen eind 2019 boven het gemiddelde over de afgelopen twintig jaar (-4).

Wat willen we bereiken?

Effect indicatoren

1.2 Deeltijd werken als opstap naar volledige uitstroom uit de bijstand

1.3 Minder werkloosheid op Zuid

2.1 Wegnemen van belemmeringen

2.2 Speciale inzet kwetsbare doelgroepen

2.3 Arbeidsontwikkeling gericht op de vraag vanuit de markt

3.1 Goede regionale samenwerking (onderwijs, overheid en werkgevers) ondersteunend aan een beter functionerende arbeidsmarkt

3.2 Verhogen participatiegraad van mensen uit het doelgroepregister

Wat hebben we daarvoor gedaan?

Prestatie indicatoren

1.1 b Matchen, begeleiden naar werk

1.2 Begeleiden naar deeltijdwerk

1.3 Aanpak werk op zuid

2.1 a De werkzoekende centraal

2.1 b Meer maatwerk

2.1 c Inzetten op taaleis

2.2 Aanpak jongeren

3.1 a Transparantie binnen de arbeidsmarkt verhogen

3.1 b SROI verplichtingen opbouwen en invullen (aansluiten bij gebiedsontwikkelingen, stedelijke investeringen, transities)

3.1 c Investeren in de (digitale) dienstverlening aan werkgevers (acquisitie, dealmaking)

Effectindicatoren 201720182019202020212022
Collegetarget: Minder Rotterdammers in de bijstand: in deze collegeperiode daalt het aantal bijstandsuitkeringen in Rotterdam naar 30.000 Streefwaarde   36.000 33.700 32.000 30.000  
Realisatie 37.667 35.292 33.666      
1.2 NPRZ (aandeel) in de bijstand (%) Streefwaarde   38,9% 38,4% 37,9% 37,4%  
Realisatie 40,6% 40,3% 40,1%      
2.2 Jongeren in de bijstand (incl. statushouders) Streefwaarde   2.550 2.200 2.200 2.080  
Realisatie 2.784 2.251 2.037      

Indicatoren

Prestatie-indicatoren 201720182019202020212022
1.1 Instroom in de bijstand (aantal) Streefwaarde   7.800 7.600 7.050 6.550  
Realisatie 8.646 7.186 6.929      
1.2 Uitstroom naar werk (aantal) Streefwaarde   4.500 4.500 4.500 4.500  
Realisatie 4.513 4.506 4.433      
1.3 Parttime werk (€ mln) Streefwaarde   13,5 14,5 14,5 14,5  
Realisatie 11,3 12,2 13,6      
1.4 Uitstroom Jongeren (aantal) Streefwaarde   1.150 1.150 1.150 1.150  
Realisate 1.103 1.553 1.350      
1.5 Uitstroom naar werk in Rotterdam Zuid (NPRZ) Streefwaarde   2.100 2.200 2.200 2.200  
Realisatie 1.874 1.909 1.854      

Wat heeft het gekost?

Overzicht baten en lasten

Overzicht van baten en lasten Arbeidsparticipatie - WerkOorspr.
Begroting
2019
Bijgestelde
Begroting
2019
Realisatie
2019
Afwijking
Baten exclusief reserves6.3937.7587.197-561

Bijdragen rijk en medeoverheden 6.393 7.408 6.880 -528
Overige opbrengsten derden 0 350 317 -33
Overige baten 0 0 0 0
Lasten exclusief reserves59.98758.54863.4124.864

Apparaatslasten 38.896 44.113 45.363 1.251
Inhuur 9.806 21.428 20.957 -471
Overige apparaatslasten 855 920 965 44
Personeel 28.235 21.764 23.442 1.678
Interne resultaat 958 1.477 2.239 762
Interne resultaat 958 1.477 2.239 762
Programmalasten 20.133 12.958 15.809 2.851
Financieringslasten 0 0 0 0
Inkopen en uitbestede werkzaamheden 19.351 11.318 14.809 3.491
Overige programmalasten 0 0 195 195
Salariskosten WSW en WIW 200 194 -1 -196
Sociale uitkeringen 582 612 613 1
Subsidies en inkomensoverdrachten 0 834 193 -641
Saldo voor vpb en reserveringen -53.594 -50.790 -56.215 -5.425
Saldo voor reserveringen -53.594 -50.790 -56.215 -5.425
Reserves01.5561.184-372

Onttrekking reserves 0 1.556 1.184 -372
Toevoeging reserves 0 0 0 0
Vrijval Reserves 0 0 0 0
Saldo -53.594 -49.234 -55.031 -5.797

Overzicht afwijkingen

Overzicht afwijkingenAfwijking batenAfwijking lastenAfwijking reservesAfwijking saldo

1. Lagere subsidiebaten ESF-regelingen

-1.460

0

0

-1.460

2. Eenmalige ontvangst Participatiewet 2012

700

0

0

700

3. Overige baten

199

0

0

199

4. Overschrijding arbeids- en beveiligingskosten

0

1.545

0

-1.545

5. Hogere programmalasten voor begeleiding naar werk

0

2.976

0

-2.976

6. Groepsdetachering productiemedewerkers

0

715

0

-715

7. Social Return

0

-372

-372

0

Totaal afwijkingen

-561

4.864

-372

-5.797

Toelichting overzicht afwijkingen

1. Lagere subsidiebaten regelingen Europees Sociaal Fonds (ESF)

Op de ESF-regelingen, Arbeidsmarktregio’s (AMR) en Geïntegreerde Territoriale Investering (GTI) (NPRZ) is een geringer bedrag gerealiseerd. Voor AMR geldt dat het nog voor 2019 resterende subsidiebedrag lager was dan begroot. Het over 2018 te declareren bedrag is bij controle op de jaarrekening 2018 met € 142 verhoogd en verder is circa 25% (€ 374) naar het Jongerenloket gegaan. Hierdoor resteerde er minder voor 2019. De beschikbare ESF subsidie is namelijk gemaximeerd.

Voor de ESF-GTI-regeling is de definitieve declaratie nog niet opgesteld. Er is nu een bedrag geboekt dat lager is dan het in 2018 gedeclareerde bedrag. Hierdoor is ten opzichte van de begroting sprake van een nadeel van € 622. Hier geldt bovendien dat voor deze regeling de vordering in 2018 met € 322 is verlaagd. Voor 2019 resteerde minder om te declareren.  
 

2. Eenmalige ontvangst Participatiewet 2012

De gemeente Rotterdam heeft bezwaar aangetekend tegen een correctie van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op de declaratie Participatiewet 2012. In 2019 heeft de rechter de gemeente in het gelijk gesteld. Hierdoor zijn de baten in 2019 eenmalig € 700 hoger.
 

3. Overige baten

Dit betreft een saldo van verschillende gerealiseerde baten, zoals vergoedingen voor zwangerschap en ziekte en bedraagt € 199.
 

4. Overschrijding arbeids- en beveiligingskosten

De arbeidskosten (salarislasten vast personeel en externe inhuur) zijn ten opzichte van de begroting met € 1,2 mln (3%) overschreden. Dit heeft te maken met de hogere inzet van personeel, zowel vast als externe inhuur, om werkzoekenden te begeleiden naar werk. Daarnaast zijn de beveiligingskosten vanwege extra beveiligingsmaatregelen op de diverse uitvoeringslocaties € 300 hoger uitgevallen.
 

5. Hogere programmalasten voor begeleiding naar werk

De uitgaven aan diverse vormen van begeleiding naar werk vielen € 3,0 mln hoger uit dan begroot. Zo is de begroting voor ontwikkelnetwerken met € 900 overschreden door nagekomen kosten van trajecten uit 2018 en de start van veel nieuwe trajecten in de laatste maanden van 2019. Ook zijn er in het laatste kwartaal meer trajecten ingekocht voor taaltrainingen en andere opleidingen voor werkzoekenden (€ 600 overschrijding), en is er voor € 600 meer als reiskostenvergoeding voor werkzoekenden (scholing of traject) uitgekeerd dan begroot.
 

6. Groepsdetachering productiemedewerkers

In 2017 is er een contract gesloten voor de groepsdetachering van productiemedewerkers in de sociale werkvoorziening. De kosten hiervan liepen door in 2019, maar waren niet begroot. Binnen het taakveld Arbeidsparticipatie – Werk heeft dit geresulteerd in een nadeel van € 700.
 

7. Social Return

In 2019 zijn minder kosten gemaakt waardoor geen onttrekking van € 372 nodig was vanuit de bestemmingsreserve Spaarsaldo Participatiebudget voor de uitvoering van Social Return on Investment.

Omschrijving taakveld

Ondanks de resultaten van de afgelopen periode is Rotterdam nog steeds de stad met de hoogste bijstandsdichtheid van Nederland. De afgelopen jaren heeft ‘de kortste weg naar werk’ centraal gestaan. Hierdoor bestaat het bestand nu uit vaak relatief oudere en laagopgeleide werkzoekenden die al langere tijd een uitkering ontvangen. Om ook deze groep te activeren en aan het werk te krijgen is een andere aanpak nodig, waarbij meer wordt ingezet op het ontwikkelen van arbeidspotentie. Het uiteindelijke doel is dat zoveel mogelijk Rotterdammers mee kunnen doen in en bijdragen aan de stad.
 
Tot het taakveld Arbeidsparticipatie behoren de volgende op arbeid gerichte participatie- en re-integratievoorzieningen:

  • re-integratie-instrumenten, waaronder WerkLoont, proefplaatsing, participatieplaatsen, vrijwilligerswerk of sociale activering, detacheringsbanen, scholing, duale trajecten
  • stimuleringsmaatregelen, waaronder Inkomensvrijlating, stimuleringspremies, vrijlating onkostenvergoeding vrijwilligerswerk, onkostenvergoedingen
  • voorzieningen, waaronder Jobcoach, begeleiding werkvoorzieningen zoals: werkplekaanpassingen, vervoersvoorzieningen, doventolk, brailleregels, aangepaste rolstoel etc.
  • loonwaardebepaling en loonkostensubsidie
  • onderhouden van contacten met werkgevers en brancheorganisaties