Samenhangende aanpak voor kwetsbare jongeren en/of kwetsbare gezinnen.
Versterken van next skills en jong leiderschap.
Passende, tijdige en integrale hulp van het lokale wijknetwerk, om het beroep op dure gespecialiseerde jeugdhulp te verminderen (verschuiving van de achterkant naar de voorkant).
In Rotterdam hoeft niemand op straat te slapen.
Mensen wonen zo zelfstandig mogelijk in de wijk, eventueel met ambulante ondersteuning gericht op versterking of behoud van de zelfredzaamheid en participatie.
Eerder en beter in beeld brengen huiselijk geweld en het duurzaam oplossen hiervan.
Gezonde en vitale Rotterdammers.
Waarborgen van de kwaliteit van de kinderopvangvoorzieningen.
Kinderen gezond, veilig en kansrijk op laten groeien tot zelfstandige, zelfredzame en participerende burgers.
Uitvoeren wettelijke taak bestrijding infectieziekten inclusief bestrijding bijzonder resistente micro-organismen.
De gemeente bewaakt en bevordert de gezondheid van haar bewoners en grijpt, indien nodig, in om de gezondheid te beschermen. Rotterdammers werken in de eerste plaats zelf aan hun gezondheid en de gemeente stimuleert hen zo lang mogelijk zelfstandig mee te doen. Voor Rotterdammers die dat – al dan niet tijdelijk – nodig hebben, zorgt de gemeente Rotterdam voor passende en tijdige zorg, hulp en ondersteuning.
Zorgen voor adequate ondersteuning en zorg voor (jonge) Rotterdammers
De gemeente zet in op het nog verder toegankelijk maken van de zorg. De gemeente wil het makkelijker maken voor ouderen en mensen met een beperking om langer zelfstandig te wonen en mee te doen in de maatschappij. Zij zorgt er voor dat Rotterdammers met een beperking gebruik kunnen blijven maken van een woning, zich kunnen verplaatsen in en rondom die woning en sociale contacten kunnen onderhouden.
We stimuleren elke jongere in Rotterdam actief mee te doen in de stad, bieden lichte ondersteuning als dat - zelfstandig of als gezin - niet voldoende lukt en wanneer de omgeving dat zelf niet kan bieden. In die gevallen bieden we samenhangende hulp aan kwetsbare jongeren en/of hun gezin. Tegelijkertijd investeren we ook in jongeren met wie het wel goed gaat. We versterken beschermende factoren als next skills en jong leiderschap en scheppen goede voorwaarden op basis waarvan zij zich nog beter kunnen ontwikkelen.
Steeds meer Rotterdammers weten de weg naar zorg en ondersteuning te vinden. Dat sluit aan bij de beleidsdoelstelling om zorg dichtbij te bieden aan Rotterdammers die dat nodig hebben. Deze stijging van het aantal cliënten betekent dat de uitgaven meegroeien, zonder dat dit afdoende wordt gecompenseerd in de groei van de rijksbijdragen. Deze lijn zet zich ook in 2019 door en dat leidt tot de noodzaak om in de zorg te blijven investeren. Tegelijk is het noodzakelijk om goed te letten op de efficiency en waar mogelijk kosten te besparen. De gemeente heeft daarom een pakket aan maatregelen in gang gezet om meer grip te krijgen op de kostenontwikkeling en op termijn de uitgaven aan Wmo en jeugdhulp terug te dringen binnen het beschikbare budget. Uitgangspunt daarbij blijft dat Rotterdammers die zorg en ondersteuning nodig hebben, deze ook krijgen.
Het beschermen en bevorderen van de gezondheid van Rotterdammers en hun leefomgeving
Rotterdam zet in op een vitale stad met vitale Rotterdammers. Om dit te kunnen realiseren leggen we dwarsverbanden met taakvelden die (in)direct bijdragen aan een vitaler Rotterdam. Zo zijn investeringen in gezondheidsvaardigheden, in het opleidingsniveau en de inkomenspositie van Rotterdammers essentieel. De gemeente werkt samen met partners uit de stad aan het stimuleren van gezonder gedrag en een gezondere leefomgeving. Daarbij besteden we aandacht aan gezond gewicht en terugdringen van diabetes type 2, psychische en seksuele gezondheid, minder roken en alcoholgebruik, het tegengaan van drugsgebruik en de inzet van E-publieke gezondheid. Ook zet de gemeente in op haar wettelijke beschermingstaken (zoals infectieziektebestrijding), een gezondere leefomgeving en het tegengaan van gehoorschade bij jongeren.
Overzicht van baten en lasten Volksgezondheid en zorg | Oorspr. Begroting 2019 | Bijgestelde Begroting 2019 | Realisatie 2019 | Afwijking | |
---|---|---|---|---|---|
Baten exclusief reserves | 29.502 | 31.623 | 31.981 | 357 |
|
Bijdragen rijk en medeoverheden | 22.379 | 23.177 | 24.865 | 1.688 | |
Overige opbrengsten derden | 7.123 | 8.446 | 7.115 | -1.331 | |
Overige baten | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Lasten exclusief reserves | 616.632 | 662.855 | 648.037 | -14.818 |
|
Apparaatslasten | 69.317 | 83.854 | 83.230 | -624 | |
Inhuur | 2.063 | 7.242 | 6.285 | -957 | |
Overige apparaatslasten | 1.357 | 1.708 | 2.020 | 312 | |
Personeel | 65.897 | 74.904 | 74.925 | 21 | |
Interne resultaat | 798 | 1.592 | 2.921 | 1.329 | |
Interne resultaat | 798 | 1.592 | 2.921 | 1.329 | |
Programmalasten | 546.516 | 577.410 | 561.886 | -15.524 | |
Financieringslasten | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Inkopen en uitbestede werkzaamheden | 65.504 | 65.319 | 65.476 | 156 | |
Kapitaallasten | 2.194 | 834 | 834 | 0 | |
Overige programmalasten | 0 | 0 | 180 | 180 | |
Salariskosten WSW en WIW | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Sociale uitkeringen | 297.967 | 307.489 | 300.099 | -7.390 | |
Subsidies en inkomensoverdrachten | 180.851 | 203.767 | 195.297 | -8.470 | |
Saldo voor vpb en reserveringen | -587.130 | -631.232 | -616.056 | 15.176 | |
Saldo voor reserveringen | -587.130 | -631.232 | -616.056 | 15.176 | |
Reserves | 61 | -15.510 | -23.487 | -7.977 |
|
Onttrekking reserves | 61 | 27.423 | 19.446 | -7.977 | |
Toevoeging reserves | 0 | 42.933 | 42.933 | 0 | |
Vrijval Reserves | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Saldo | -587.068 | -646.742 | -639.544 | 7.198 |
Het rekeningresultaat 2019 op het Programma Volksgezondheid en zorg is vooral positief beïnvloed door incidentele meevallers. Daarbij wordt opgemerkt dat in 2019 nog steeds sprake was van hogere zorgkosten ten opzichte van het rijksbudget. Het verschil is door diverse oorzaken alleen kleiner dan eerder werd voorzien, waardoor een deel van de extra middelen die door het college aan het budget toegevoegd waren niet in 2019 ingezet hoefde te worden. Voor 2020 en verder wordt een stevige financiële opgave verwacht bij zorg, welzijn en jeugdhulp. De ontwikkelingen die afgelopen jaar gemeld zijn bij de Voorjaarsnota 2019 zijn structureel van aard en hebben onder meer geresulteerd in de bestuursopdracht zorg. Deze richt zich op het meerjarig financieel kader voor zorg en jeugdhulp waarbij rekening gehouden wordt met de autonome groei van cliënten en demografische en maatschappelijke ontwikkelingen. De rol van de gemeente in de zorg en ondersteuning neemt toe, en het beschikbare rijksbudget groeit niet evenredig mee. Ten tijde van de 1e herziening 2020 zijn de uitkomsten van de bestuursopdrachten bekend. Naast de bestuursopdracht zorg speelt ook de onzekere uitkomst van de herijking van het gemeentefonds. De planning hiervoor was om de uitkomsten van deze herijking te implementeren vanaf 1 januari 2021 (publicatie in de meicirculaire 2020). De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft in een brief van 26 februari 2020 aangegeven dat de ingangsdatum van de nieuwe verdeling van het Gemeentefonds wordt uitgesteld tot 1 januari 2022. Dit omdat nader onderzoek naar aansluitverschillen nodig is.
Voor een alternatieve aanwending van de incidentele meevallers moeten de nog te presenteren uitkomsten van de bestuursopdracht zorg en de onzekerheid over de uitkomst van de herijking gemeentefonds, worden meegewogen.
Het saldo van dit programma bedraagt € 7,2 mln voordelig. De belangrijkste oorzaken hiervan zijn:
Wijkteams en WMO-loketten: € 600
Op dit taakveld was per saldo sprake van een voordeel van € 600. Tegenover lagere lasten op inzet Bureau Frontlijn door onder meer lagere kosten inhuur en een niet-begrote teruggave BTW, staan hogere beheerskosten wijkteams (onder meer door hogere beveiligingskosten van de vraagwijzerlocaties en de toename van vragen en meldingen aan het servicenummer 14010).
Eigen bijdragen: € 1,9 mln
Door invoering van het abonnementstarief is meer gebruik gemaakt van maatwerkvoorzieningen waardoor hogere eigen bijdragen worden ontvangen. Er is per saldo € 1,9 mln meer ontvangen dan begroot.
Wmo maatwerkvoorzieningen: € 3,4 mln
Er is sprake van hogere kosten voor hulpmiddelen vanwege nieuwe contracten waarin hogere tarieven zijn afgesproken. Verder heeft de invoering van het abonnementstarief een aanzuigende werking gehad, omdat het hierdoor aantrekkelijker/goedkoper is geworden om maatwerkvoorzieningen via de gemeente aan te vragen. Hier staan lagere uitgaven voor Wmo-arrangementen tegenover onder andere door afloop van duurdere arrangementen in verband met overgangsrecht Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) .
Verder waren er voor 2019 meer middelen gereserveerd voor verhoging van de loonschaal voor huishoudelijke verzorging dan benodigd. Overigens was er in 2019 nog steeds sprake van hogere zorgkosten ten opzichte van het rijksbudget. Het verschil is door genoemde oorzaken alleen kleiner dan eerder werd voorzien, waardoor een deel van de extra middelen die aan het budget toegevoegd waren niet in 2019 ingezet hoefden te worden.
Bovenstaande ontwikkelingen zijn meegenomen in de Bestuursopdracht Zorg. Deze richt zich op het meerjarig financieel kader voor zorg en jeugdhulp waarbij rekening gehouden wordt met de autonome groei van cliënten en demografische en maatschappelijke ontwikkelingen. De rol van de gemeente in de zorg en ondersteuning neemt toe, en het beschikbare rijksbudget groeit niet evenredig mee.
Jeugdhulp: - € 5,2 mln
De druk op de budgetten voor jeugdhulp is groot. De budgetten voor jeugdhulp zijn gedurende 2019 fors naar boven bijgesteld. Financiering hiervoor is gevonden door het bij voorjaarsnota toevoegen van middelen aan de bestemmingsreserve Tweedelijns Wmo en Jeugdhulp. Uiteindelijk zijn minder middelen uit deze bestemmingsreserve onttrokken dan begroot. Reden hiervoor is dat er overschotten bij Wmo zijn die het tekort van Jeugd (€ 5,2 mln) opheffen. Daarom is in totaal minder nodig uit de bestemmingsreserve Tweedelijns Wmo en Jeugdhulp.
Terugvordering van subsidie: € 3,2 mln
Voor Zorg en Maatschappelijke opvang zijn subsidies over 2018 lager afgerekend.
Diverse afwijkingen: € 3,3 mln
Er is een voordeel van € 3,3 mln vanwege kleinere afwijkingen op diverse budgetten, waaronder Veilig Thuis Rotterdam Rijnmond (door gewijzigde kostenverdeelsystematiek), vrouwenopvang (door minder benodigde overbruggingsubsidies en minder aanspraak op budget voor verbouwingen), huiselijk geweld (vanwege overgangsperiode tussen aflopen programma en vaststellen nieuw beleidskader) en nachtopvang (door zachte weersomstandigheden).
Beschrijving BBV-indicator | Eenheid | Bron | ||
---|---|---|---|---|
Jongeren met jeugdhulp | % van alle jongeren tot 18 jaar | Streefwaarde | 13,9% | CBS |
Realisatie | 11,6% (eerste half jaar 2019) | |||
Jongeren met jeugdbescherming | % van alle jongeren tot 18 jaar | Streefwaarde | 1,8% | CBS |
Realisatie | 1,6% (eerste half jaar 2019) | |||
Jongeren met jeugdreclassering | % van alle jongeren van 12 tot 23 jaar | Streefwaarde | 1,0% | CBS |
Realisatie | 0,8% (2018) | |||
Cliënten met een maatwerkarrangement WMO | Aantal per 1.000 inwoners | Streefwaarde | N.v.t. | GMSD |
Realisatie | 83 (2019) | |||
Meer informatie over de BBV-indicatoren is te vinden op www.waarstaatjegemeente.nl. |
Alle gemeenten zijn in het kader van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) verplicht een aantal door het rijk voorgeschreven beleidsindicatoren in hun begroting op te nemen. Dit met oog op onder andere het vergroten van de onderlinge vergelijkbaarheid tussen gemeenten. Alle gemeenten moeten gebruik maken van dezelfde bronnen en peildata. Via de website waarstaatjegemeente.nl is vergelijking met andere gemeenten mogelijk.
Jongeren met jeugdhulp
Het percentage jongeren tot 18 jaar met jeugdhulp ten opzichte van alle jongeren tot 18 jaar. Onder jeugdhulp wordt dan verstaan de hulp en zorg zoals deze bedoeld en beschreven is in de Jeugdwet (2014). Het betreft hulp en zorg aan jongeren en hun ouders bij psychische, psychosociale en of gedragsproblemen, een verstandelijke beperking van de jongere, of opvoedingsproblemen van de ouders.
Jongeren met jeugdbescherming
Het percentage jongeren tot 18 jaar met een jeugdbeschermingsmaatregel ten opzichte van alle jongeren tot 18 jaar. Onder jeugdbescherming wordt verstaan een maatregel die de rechter dwingend oplegt. Dat gebeurt als een gezonde en veilige ontwikkeling van een kind of jeugdige wordt bedreigd en vrijwillige hulp niet of niet voldoende helpt. Een kind of jongere wordt dan ‘onder toezicht gesteld’ of ‘onder voogdij geplaatst’.
Jongeren met jeugdreclassering
Het percentage jongeren tussen 12 en 23 jaar met jeugdreclassering ten opzichte van alle jongeren in dezelfde leeftijdscategorie. Onder jeugdreclassering wordt verstaan de begeleiding voor jongeren die een proces verbaal hebben gehad met de bedoeling om ze op het rechte pad te brengen en te houden.
Cliënten met een maatwerkarrangement Wmo
Deze indicator geeft een inschatting van het aandeel van de Rotterdamse bevolking dat gebruik maakt van een Wmo maatwerkvoorziening. Dit kan gaan om een integraal Wmo-arrangement, maar ook om een woningaanpassing of vervoer op maat. Het gaat namelijk om alle vormen van ondersteuning die op grond van de Wmo verstrekt worden en waarvoor in Rotterdam een beschikking vereist is. De indicator toont het aantal cliënten met een Wmo maatwerkvoorziening per 1.000 inwoners.