Jaarstukken 2019

Met nieuwe energie bouwen aan de stad van morgen

Grondexploitatie (niet-bedrijventerreinen) Pagina 72

Grondexploitatie (niet-bedrijventerreinen)

Beleidskaders, -monitors en wetgeving

Het initiëren en sturen van ruimtelijke ontwikkelingen door actief gemeentelijk grondbeleid: verwerving, verkoop, sanering, bouwrijp maken en inrichten van gronden.

Ontwikkelingen en voortgang

Ga naar vorig P&C-document

Externe ontwikkelingen

  • Het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) is de wetgeving die de gemeente voorschrijft hoe zij zich financieel moet verantwoorden. In 2019 heeft de Commissie BBV de notitie “Grondbeleid in begroting en jaarstukken” uitgebracht met nieuwe en aangescherpte regelgeving voor het (actieve) grondbeleid, de grondexploitaties en het faciliterend grondbeleid. In 2019 is de administratie van de grondexploitaties in lijn gebracht met de gewijzigde regelgeving.

 

Interne ontwikkelingen

  • Het (gemeentelijke) grondbeleid is in 2019 vernieuwd en verruimd om zo een bijdrage te kunnen leveren aan de gewenste versnelling in de woningbouwopgave. Het is nu mogelijk om in te gaan op ongevraagde initiatieven (‘unsolicited proposals’), vaker enkelvoudige partijselectie toe te passen en het mandaat van het college voor het in uitvoering nemen van grondexploitaties is verruimd.
  • In 2019 is een start gemaakt met de nieuwe nota Grondbeleid. In deze nota wordt onder andere uitgewerkt hoe de gemeente kan en wil sturen met grond, hoe gronden kunnen worden ingezet voor maatschappelijke doeleinden en hoe de bevoegdheden optimaal ingeregeld kunnen worden. In 2020 wordt verder gewerkt aan deze nota en zal de nota worden afgerond.
  • In 2019 heeft de gemeenteraad diverse nieuwe grondexploitaties in uitvoering genomen, zoals Nieuw Kralingen, Carnissepoort, Groningerstraat, Smeetsland en Haïfa. Ook zijn enkele lopende grondexploitaties herzien en opnieuw vastgesteld. Een voorbeeld hiervan is de grondexploitatie Maasranden.
  • Door de aantrekkende markt en het natuurlijk verloop van het personeelsbestand blijft de werkdruk hoog. Het aantrekken van ervaren medewerkers in het werkveld van dit taakveld blijft lastig. Daarom is de eerder ingezette koers vervolgd om startende nieuwe medewerkers via een intern traject op te leiden tot vakspecialist.

Wat willen we bereiken?

Wat hebben we daarvoor gedaan?

Wat heeft het gekost?

Overzicht baten en lasten

Overzicht van baten en lasten Grondexploitatie (niet-bedrijventerreinen)Oorspr.
Begroting
2019
Bijgestelde
Begroting
2019
Realisatie
2019
Afwijking
Baten exclusief reserves63.35962.33568.9456.610

Bijdragen rijk en medeoverheden 1.130 940 2.918 1.978
Overige opbrengsten derden 112.542 73.315 71.334 -1.981
Overige baten -50.313 -11.919 -5.307 6.612
Lasten exclusief reserves59.18856.74142.822-13.918

Apparaatslasten 5.959 7.433 6.676 -757
Inhuur 201 2.348 1.884 -464
Overige apparaatslasten 72 114 171 57
Personeel 5.686 4.972 4.621 -351
Interne resultaat 13.393 15.512 5.118 -10.394
Interne resultaat 13.393 15.512 5.118 -10.394
Programmalasten 39.835 33.795 31.028 -2.767
Inkopen en uitbestede werkzaamheden 43.370 36.133 32.376 -3.757
Kapitaallasten -3.535 -2.338 -2.546 -208
Overige programmalasten 0 0 1.198 1.198
Salariskosten WSW en WIW 0 0 0 0
Saldo voor vpb en reserveringen 4.171 5.595 26.122 20.528
Saldo voor reserveringen 4.171 5.595 26.122 20.528
Reserves2.60221.95110.186-11.765

Onttrekking reserves 2.602 16.951 5.186 -11.765
Toevoeging reserves 0 0 0 0
Vrijval Reserves 0 5.000 5.000 0
Saldo 6.773 27.545 36.308 8.763

Overzicht afwijkingen

Overzicht afwijkingen

Afwijking baten

Afwijking lasten

Afwijking reserves

Afwijking saldo

1. Baten en lasten grondexploitaties en projecten voor derden

-13.963

-13.963

0

0

2. Resultaatnemingen

18.340

0

0

18.340

3. Overige effecten

0

45

0

-45

4. Onttrekking reserve Investeringsfonds Rotterdam (IFR)

0

0

-281

-281

5. Onttrekking reserve Gebiedsontwikkeling

0

0

-1.870

-1.870

6  Onttrekking reserve Nationaal Programma Rotterdam Zuid (NPRZ)

0

0

 

-9.593

-9.593

7.Onttrekking reserve Infrastructuur

0

0

-21

-21

8.Onttrekking ten gevolge van balans

2.233

0

0

2.233

Totaal afwijkingen

6.610

-13.918

-11.765

8.763

Toelichting overzicht afwijkingen

1. Baten en lasten grondexploitaties en projecten voor derden

De gerealiseerde baten en lasten op de grondexploitaties en de projecten voor derden zijn lager dan begroot. De oorzaak hiervan is drieledig. Ten eerste is het een keuze om in de grondexploitatieportefeuille rekening te houden met overprogrammering (circa 30%) om te zorgen dat er voldoende planaanbod is om in een jaar aan de vraag te kunnen voldoen. Deze overprogrammering (hogere raming) vertaalt zich in een verhoudingsgewijze even grote verhoging van de investeringen (lasten) als van de desinvesteringen (baten). Voor het resultaat op het product is deze afwijking ten opzichte van de begroting saldoneutraal, omdat de niet gerealiseerde baten en lasten doorschuiven naar de daaropvolgende jaren. Op portefeuilleniveau wordt getracht deze budgetovermaat binnen de grondexploitaties te beperken, maar de overmaat is nooit helemaal te voorkomen.
Een tweede oorzaak ligt in de wijze waarop in de begroting keuzes rondom budgetsturing zijn gemaakt. De werkwijze van budgetsturing vereist dat voor een aangegane verplichting (bijv. een aanbesteding) het volledige budget beschikbaar is, ook als de besteding over meerdere jaren is verspreid. De last moet dan dus feitelijk in het lopende boekjaar worden begroot terwijl de realisatie (deels) pas in latere jaren plaatsvindt.
Ten derde worden de interne en overige verrekeningen volledig onder de lasten gepresenteerd. Ook als de verrekening een baat betreft. Omdat in de grondexploitaties deze verrekeningen als baten worden gezien, levert de afwijking tussen begroting en realisatie een hoger verschil aan zowel de baten- als aan de lastenkant op.

 

2. Resultaatnemingen

De resultaatnemingen zijn op te delen in winstnemingen, verliesnemingen en mutaties in de voorzieningen. Het verschil tussen de begrote en gerealiseerde resultaatnemingen bedraagt  € 18.340.  Een deel van dit resultaat leidt tot mutaties in bestemmingsreserves. Rekening houdend met deze mutaties die samenhangen met de resultaatnemingen bedraagt het verschil uiteindelijk € 8,7 mln. (De afwijkingen op de bestemmingsreserves worden hieronder nader toegelicht).

In onderstaande tabel wordt per type resultaatneming het verschil tussen begroting en realisatie gepresenteerd, zowel exclusief als inclusief de mutaties in de reserves. Het totale resultaat is afhankelijk van (tussentijdse) winsten, verliesnemingen en mutaties van de reserves. Deze subonderdelen worden niet afzonderlijk begroot.

Resultaatnemingen Begroot Realisatie Verschil
Winstnemingen -22.700 -34.759 12.059
Verliesnemingen 0 2.435 -2.435
Voorzieningen 14.843 6.127 8.716
Totaal excl. reserves -7.857 -26.197 18.340
Onttrekking reserves -14.350 -4.686 -9.664
Totaal incl. reserves -22.207 -30.883 -8.676

Winstnemingen

De totale winstnemingen van € 34,8 mln zijn € 12,1 mln hoger dan begroot. De winstnemingen bestaan uit tussentijdse winstnemingen, waarbij in een aantal gevallen ook reeds genomen winsten in het verleden zijn teruggedraaid, en winstnemingen op in 2019 afgesloten projecten.

Op projecten die in 2019 zijn afgesloten is in totaal € 2,4 mln verlies genomen.
Voor de grondexploitaties met een verwacht verlies (negatieve netto contante waarde) wordt een verliesvoorziening getroffen. Indien middelen beschikbaar zijn in bestemmingsreserves mogen deze niet direct als baat worden toegerekend aan de grondexploitaties om het verwachte verlies binnen het project (deels) te compenseren.

De middelen in de bestemmingsreserves kunnen wel worden ingezet ter dekking van de te treffen verliesvoorziening. In 2019 is de mutatie verliesvoorziening grondexploitaties € 8,7 mln lager uitgevallen dan begroot. Onder andere was een verlies (voorziening) ingecalculeerd op de projecten Groningerstraat en Carnissepoort van € 13,6 mln wat gedekt zou worden middels een onttrekking aan de bestemmingsreserve NPRZ. Door een verandering van de financieringssytematiek van het rijk worden de daadwerkelijke kosten nu gedekt door een bijdrage uit een specifieke uitkering. Daarnaast is er verliesvoorziening getroffen voor het project Urkersingel van € 3,9 mln.

Ontwikkeling verliesvoorziening 2019.

Begin 2018 was de stand van de voorziening € 46,8 mln. De mutatie in 2019 bedraagt € 6,8 mln verslechtering waardoor de stand van de verliesvoorziening eind 2019 € 53,6 mln bedraagt.

De grootste mutaties betreffen onder andere toevoegingen aan de grondexploitaties Urkersingel (€ 3,9 mln), Carnissepoort (€ 1,9 mln), Heijplaat (€ 1,0 mln), Vierhavenstrip (€ 0,9 mln), diverse grondexploitaties (€ 1,6 mln). Daarnaast heeft een vrijval plaatsgevonden op de grondexploitatie  Tweebosbuurt (-€ 2,1 mln). Aangezien het verlies op deze grondexploitatie destijds is getroffen ten laste van de bestemmingsreserve Nationaal Programma Rotterdam Zuid (NPRZ) dient de vrijval toegevoegd te worden aan de bestemmingsreserve NPRZ. Hiertoe is een bestemmingsvoorstel type 1 onvermijdelijk ingediend.

Voor de toevoeging voor de grondexploitatie Vierhavenstrip zijn de in de begroting beschikbaar gestelde middelen voor middensegment huur ingezet.

 

3. Overige effecten

Er is geen sprake van een significante afwijking.
 

4. Bestemmingsreserve Investeringsfonds Rotterdam (IFR)

De onttrekking is € 0,3 mln lager uitgevallen dan begroot. Dit betreft met name de onttrekking ten behoeve van de verliesvoorziening voor de grondexploitatie Noorderboulevard supermarkt.
 

5. Bestemmingsreserve Gebiedsontwikkeling (GO)

De onttrekking is € 1,9 mln lager uitgevallen dan begroot. Dit betreft met name de projecten Buitenruimte RCD (bijdrage vanuit water die niet was begroot) en Willem Telhof. De uitvoering verloopt volgens verwachting, maar de uitgaven (en inkomsten) komen niet volledig overeen met de geraamde fasering in jaarschijven.

 

6. Bestemmingsreserve Nationaal Programma Rotterdam Zuid (NPRZ)

De onttrekking is lager uitgevallen dan begroot (€ 9,5 mln). Dit wordt onder andere veroorzaakt door de grondexploitaties Groningerstaat en Carnissepoort en Urkersingel. Met betrekking tot de grondexploitaties Groningerstraat en Carnisepoort  (€ 13,6 mln) is de financieringssystematiek gewijzigd van een decentrale uitkering Rijk naar een specifieke uitkering rijk. Dit betekent een verschuiving van de reserves naar de bijdrage rijk- en medeoverheden, waardoor de opbrengst als baat in de grondexploitatie wordt ingerekend. Daarnaast heeft in 2019 een onttrekking plaatsgevonden van (€ 3,9 mln) ter dekking van het verwachte verlies van de grondexploitatie Urkersingel.
 

7. Bestemmingsreserve Infrastructuur

De onttrekking is € 21 lager uitgevallen door diverse kleinere afwijkingen

 

8. Onttrekkingen ten gevolge van de balans

Voor de projecten die op de balans staan leidt een lagere onttrekking aan de reserves niet direct tot lagere exploitatielasten, maar tot een lagere activering op de balans. Per saldo gaat het om een lagere activering van € 2,2 mln.

Omschrijving taakveld

Bij actief grondbeleid initieert de gemeente een ruimtelijke ontwikkeling door de verwerving van gronden, sloop van panden en eventuele sanering. Na bouwrijp maken wordt de grond verkocht aan een ontwikkelende partij. Na de realisatie van de gebiedsontwikkeling wordt het openbaar gebied aangelegd door de gemeente. Grondexploitaties zijn de financiële weergave van gebiedsontwikkelingen.