De in 2016 vastgestelde intensivering van sportvelden en sportaccommodaties is in 2019 verder uitgevoerd.
In 2019 zijn de subsidieregelingen voor sportverenigingen en hun accommodaties uitgevoerd: de investeringssubsidie regeling (1/3 regeling), de subsidieregeling energiebesparende maatregelen en de regeling achterstallig onderhoud clubgebouwen.
In 2019 is begonnen met het opstellen van het programma Vervanging Sportaccommodaties (Integraal Huisvestingsplan Sport 2020-2030). Hierin wordt aangegeven welke inspanningen de komende tien jaar nodig zijn om kwalitatief hoogwaardige, duurzame, goed toegankelijke en voldoende sportvoorzieningen te behouden en te realiseren. Ook de clubgebouwen van de buitensportverenigingen zullen hierbij worden betrokken. Dit programma zal naar verwachting einde eerste kwartaal 2020 vastgesteld kunnen worden. In het Integraal Huisvestingsplan Sport 2020-2030 zullen voorstellen worden opgenomen voor renovatie of vervanging van sportaccommodaties.
In 2019 zijn ‘referentiewaarden’ voor maatschappelijke voorzieningen vastgesteld, ook voor sportvoorzieningen (sportterreinen, zwembaden en sporthallen). Dit zijn kengetallen die aangeven hoeveel aantal m² maatschappelijke voorzieningen in gebiedsontwikkelingen (vanaf 500 woningen) nodig zijn.
Kwalitatief hoogwaardige, duurzame, goed toegankelijke en voldoende sportvoorzieningen
Sportvoorzieningen zijn een randvoorwaarde om Rotterdammers aan het sporten te krijgen en te houden. Het college zet zich in voor uitnodigende sportvoorzieningen. Knelpunten in de capaciteit worden zo mogelijk opgelost. Uitgangspunten zijn hierbij: handhaving van de bestaande capaciteit, intensiever gebruiken van de bestaande capaciteit (bijvoorbeeld door spreiding van gebruik en/of aanleg van kunstgras) en investeren in uitbreiding of nieuwbouw waar echt noodzakelijk.
Verenigingen dienen te kunnen beschikken over clubgebouwen die voldoen aan de minimale gebruikerseisen en die in voldoende staat van onderhoud zijn. De clubgebouwen zijn in principe economisch eigendom van de verenigingen. Het onderhoud is dan ook in beginsel een verantwoordelijkheid van de verenigingen zelf. Financieel blijkt dat echter niet altijd gemakkelijk. In 2017 is daarom een eenmalige subsidieregeling achterstallig onderhoud clubgebouwen vastgesteld ter ondersteuning van de verenigingen. De uitvoering daarvan loopt nog.
Bij renovatie en nieuwbouw van gemeentelijke sportaccommodaties zorgen we ervoor dat de voorzieningen toegankelijk zijn voor mensen met een beperking. Verenigingen worden via de 1/3e regeling gestimuleerd om hun eigen accommodatie toegankelijk te maken.
Het college spant zich in om de bestaande voorzieningen intensiever te gebruiken, zodat het maatschappelijk rendement ervan toeneemt. Ingezet wordt op het verhogen van naschools gebruik van binnensportvoorzieningen (gymzalen en voor sporthallen buiten de verenigingsperiode), het meer buiten de verenigingsuren om gebruiken van sportcomplexen en het – waar mogelijk - organisatorisch meer spreiden van verenigingsactiviteiten. Sportbedrijf Rotterdam is hiervoor de uitvoeringspartner. Het College onderzoekt of parkmanagement of clubverzamelgebouwen een bijdrage kunnen leveren aan intensiever gebruik.
Het college neemt energiebesparende en duurzaamheidsmaatregelen rond de sportaccommodaties. Daarnaast stimuleert het college dat sportverenigingen duurzaamheidsmaatregelen nemen rond de eigen opstallen, met gebruik van landelijke en stedelijke subsidieregelingen.
Kwalitatief hoogwaardige, duurzame, goed toegankelijke en voldoende sportvoorzieningen
Inzet op optimalisatie bezettingsgraad door innovatie en vernieuwing en een verbeterde communicatie (via het Sportbedrijf).
Wat betreft buitensport:
Wat betreft binnensport:
Effectindicatoren | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Stijging bezetting naschools gebruik gymzalen. | Streefwaarde | 24% | 24% | 25% | 26% | 26% | |
Realisatie | 24% | 24% | |||||
Stijging bezetting naschools gebruik sporthallen* | Streefwaarde | 46% | 46% | 48% | 48% | 48% | |
Realisatie | 46% | 46% | |||||
Bezettingspercentage buitensportvelden** | Streefwaarde | N.v.t. | PM | PM | PM | PM | |
Realisatie | N.v.t. |
Toelichting effectindicatoren
* Dit betreft het gebruik over het hele jaar, in de verenigingsperiode zitten de sporthallen al vol
** Hiervoor wordt nog een meetinstrument ontwikkeld en volgt nog een nulmeting.
Prestatie-indicatoren | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Percentage opstallen van verenigingen dat minimaal op niveau 3 is* | |||||||
Klanttevredenheid sportvoorzieningen** | Streefwaarde | 92% | 97% | 100% | 100% | 100% | |
Realisatie | 83% | ||||||
Gymzalen | Streefwaarde | 6,3 | 6,7 | ||||
Realisatie | 6,4 | ||||||
Sporthallen | Streefwaarde | 6,9 | 7,2 | ||||
Realisatie | 7,1 | ||||||
Zwembaden | Streefwaarde | 7,5 | 7,6 | ||||
Realisatie | 7,7 | ||||||
Buitensport | Streefwaarde | 6,3 | 7,5 | ||||
Realisatie | 7,5 | ||||||
Aantal bezoeken zwembaden*** | Streefwaarde | 2,1 mln | 2,2 mln | 2,2 mln | 2,3 mln | 2,3 mln | |
Realisatie | 2,05 mln | 1,97 mln | 1,97 mln | ||||
Aantal sportaccommodaties waar een duurzaamheidsmaatregel is toegepast**** | Streefwaarde | N.v.t. | PM | PM | PM | PM | |
Realisatie | N.v.t. |
* Het gaat hierbij om de 86 verenigingsopstallen waarvoor een schouw is uitgevoerd en die in aanmerking komen voor de subsidie “Achterstallig onderhoud”. Er zijn nog 9 opstallen waarvan geen schouwrapport is gemaakt. Uiterlijk per 2021 dienen ook die 9 opstallen op voldoende niveau te zijn.
** Deze wordt om de drie jaar gemeten. De eerstvolgende meting is in 2021.
*** Uit het beleidskader Zwemmen
**** Over de wijze van meting worden in 2020 afspraken gemaakt.
Overzicht van baten en lasten Sportaccommodaties | Oorspr. Begroting 2019 | Bijgestelde Begroting 2019 | Realisatie 2019 | Afwijking | |
---|---|---|---|---|---|
Baten exclusief reserves | 437 | 332 | 219 | -113 |
|
Bijdragen rijk en medeoverheden | 0 | 40 | 49 | 9 | |
Overige opbrengsten derden | 437 | 292 | 170 | -122 | |
Lasten exclusief reserves | 51.516 | 53.802 | 52.731 | -1.071 |
|
Apparaatslasten | 577 | 646 | 558 | -88 | |
Inhuur | 23 | 34 | 27 | -7 | |
Overige apparaatslasten | 14 | 16 | 17 | 1 | |
Personeel | 540 | 596 | 514 | -82 | |
Interne resultaat | 15.378 | -2.006 | -2.263 | -257 | |
Interne resultaat | 15.378 | -2.006 | -2.263 | -257 | |
Programmalasten | 35.562 | 55.162 | 54.436 | -726 | |
Inkopen en uitbestede werkzaamheden | 28.662 | 891 | 750 | -140 | |
Kapitaallasten | 1.143 | 1.092 | 1.319 | 227 | |
Overige programmalasten | 7 | 7 | -4 | -11 | |
Salariskosten WSW en WIW | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Subsidies en inkomensoverdrachten | 5.750 | 53.172 | 52.370 | -802 | |
Saldo voor vpb en reserveringen | -51.079 | -53.470 | -52.512 | 958 | |
Saldo voor reserveringen | -51.079 | -53.470 | -52.512 | 958 | |
Reserves | 1.105 | 1.264 | 679 | -585 |
|
Onttrekking reserves | 1.105 | 1.264 | 679 | -585 | |
Toevoeging reserves | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Saldo | -49.974 | -52.206 | -51.833 | 373 |
Overzicht afwijkingen | Afwijking baten | Afwijking lasten | Afwijking reserves | Afwijking saldo |
---|---|---|---|---|
1. Sportpark Noordrand | 0 | -395 | 0 | 395 |
2. Onderbesteding 1/3 regeling | 0 | -159 | 0 | 159 |
3. Lagere uitgaven onderhoud opstallen verenigingen | 0 | -585 | -585 | 0 |
4. Diverse afwijkingen | -113 | 68 | -181 | |
Totaal afwijkingen | -113 | -1.071 | -585 | 373 |
1. Sportpark Noordrand
Vanwege vertraging in het project zal het overgrote deel van de werkzaamheden van het project Sportpark Noordrand pas in 2020 worden afgerond. Hierdoor komt een kwart van de subsidie ten laste van het budget 2019.
2. Onderbesteding 1/3 regeling
Mede doordat de uitvoering van de werkzaamheden bij 4 van de 11 gehonoreerde aanvragen is verschoven naar 2020 is het subsidiebudget voor de 1/3 regeling in 2019 niet in zijn geheel verbruikt.
3. Lagere uitgaven onderhoud opstallen verenigingen
Een tweetal grote subsidieaanvragen zijn vanwege uiteenlopende oorzaken in 2019 (nog) niet verleend.
Voor het project Honkbal op Zuid vindt nog nader onderzoek plaats. Onderzocht wordt of het wegwerken van het achterstallig onderhoud de beste optie is voor deze locatie.
4. Diverse afwijkingen
Onder deze post vallen diverse verschillen binnen dit taakveld, waaronder een betaling van de garantiestelling banklening sporthal WION.
Het college staat voor een hoogwaardige, duurzame en goed toegankelijke infrastructuur aan sportvoorzieningen, zodat dit gezamenlijk voorziet in de vraag aan ruimte voor sport en beweging, evenredig verspreid over de stad.