Binnen het programma Werk en Inkomen is een aantal prioriteiten benoemd. Hieronder volgt per prioriteit een toelichting op de voortgang in 2018.
Minder Rotterdammers in de bijstand
Een van de grote ambities van dit college is om het aantal bijstandsuitkeringen te laten dalen naar 30.000 aan het einde van deze collegeperiode. Zo moeten meer Rotterdammers kunnen profiteren van de economische groei. Dit is een forse opgave. Met deze ambitie is Rotterdam koploper in Nederland. Om meer Rotterdammers aan het werk te helpen en te houden is een doorbraak nodig. Iedere werkzoekende Rotterdammer kan door persoonlijke groei en gepaste ondersteuning een stap maken naar (maatschappelijk) werk. Daarvoor zetten we in op meer maatwerk, kijken we breder naar wat er in iemands leven speelt en helpen we meer Rotterdammers van werk naar werk. We kijken meer naar de mens achter de werkzoekende. En zorgen dat de ondersteuning die nodig is meteen in beeld is en waar mogelijk tegelijk en integraal wordt ingezet. We noemen dit beetpakken en niet meer loslaten.
Het aantal bijstandsuitkeringen in Rotterdam is in 2018 gedaald van 37.667 naar 35.292. Dat is een forse daling met 6,3% (2.375). In 2017 bedroeg de daling 3%, terwijl er in de periode 2009 – 2016 steeds sprake was van een stijging van het bijstandsvolume. Met de gerealiseerde daling tot 35.292 uitkeringen is de tussentijdse mijlpaal van 36.000 uitkeringen op 31 december 2018 gehaald. Voor de komende jaren moeten we echter rekening houden met een afvlakking van de economische groei. Juist dan is het van belang dat de daling van het bijstandsvolume zich doorzet. Rotterdam werkt daar hard aan.
Aanvragen levensonderhoud
In 2018 zijn 15.624 aanvragen ingediend. In 2017 lag dit aantal hoger, namelijk op 17.324. De economie draait op volle toeren en dat merken we.
Instroom in de bijstand
In 2018 is de daling in het bijstandsvolume met name veroorzaakt door een sterke daling in de instroom. In totaal bedraagt de instroom in 2018 7.186 en is daarmee 16,9% lager dan de instroom in 2017 (8.646). De belangrijkste verklaringen hiervoor zijn de economische voorspoed en onze inspanningen om instroom in de bijstand te voorkomen. Dit uit zich onder andere in een lagere instroom vanuit de WW.
Uitstroom naar werk
Het volume bijstandsuitkeringen bedroeg op 31 december 2018 35.292. Ten opzichte van de beginstand 2018 (37.667) is het uitkeringenbestand tot en met december met 2.375 uitkeringen gedaald. De totale uitstroom in 2018 bedraagt 9.561 en is lager dan de uitstroom in 2017 (9.815). De afname in de uitstroom komt vooral doordat er minder Rotterdammers in de bijstand zitten en er daardoor ook minder verhuizingen zijn naar buiten de gemeente Rotterdam of beëindigde uitkeringen door onvoldoende inlichtingen of medewerking. Belangrijkste factor in de uitstroom is dat de doelstelling ‘uitstroom naar werk’ in 2018 is gerealiseerd (4.506). De lagere instroom in de bijstand leidt ertoe dat er meer inspanningen nodig zijn om de bestaande groep bijstandsgerechtigden aan een baan te helpen. Door een kleiner uitkeringsbestand zal het moeilijker worden om de doelstelling ‘uitstroom naar werk’ te blijven realiseren.
Uitgevoerde heronderzoeken
Extra inspanningen op het gebied van handhaven waarvoor het college voor 2018 en 2019 extra middelen beschikbaar heeft gesteld, beïnvloeden de uitkeringslasten. De afspraak daarbij was dat de gemeente 12.000 rechtmatigheidsonderzoeken in 2018 en 2019 uitvoert. Per jaar onderzoekt de gemeente 6.000 dossiers en beoordeelt ze de woon-, inkomens- en vermogenssituatie van werkzoekenden. In 2018 zijn 6.074 uitkeringsgerechtigden uitgenodigd voor een heronderzoek. De doelstelling om 6.000 heronderzoeken te starten in 2018 is daarmee behaald.
Gemiddelde kosten bijstandsuitkering
De gemiddelde kosten van een bijstandsuitkering bedragen in 2018 14.434 euro. In 2017 was dat 14.271 euro.
Volume bijstandsuitkeringen
Er is sprake van een aanhoudende daling in het volume sinds juni 2017. Het volume bijstandsuitkeringen bedroeg op 31 december 2018 35.292. Daarmee is de tussentijdse mijlpaal van 36.000 uitkeringen op 31 december 2018 ruimschoots gehaald. Ten opzichte van de beginstand 2018 (37.667) is het uitkeringenbestand tot en met december met 2.375 uitkeringen gedaald.
Jeugdwerkgelegenheid
In 2018 zijn 1.514 jongeren de bijstandsuitkering ingestroomd. Dit betekent dat in vergelijking met 2017 in 2018 28% minder jongeren de bijstand zijn ingestroomd. Op 31 december is het aantal jongeren met een bijstandsuitkering teruggebracht tot 2.235. Dit maakt dat de jaardoelstelling om het bestandsvolume terug te brengen tot 2.535 jongeren niet alleen is behaald, maar met 13% positief is overschreden. Van de jongeren die zijn uitgestroomd zijn er tot en met 31 december in totaal 623 begeleid naar betaald werk. Dit betekent dat ook de jaardoelstelling om minimaal 600 jongeren naar werk te begeleiden, ruimschoots is behaald.
Indicator | Soort indicator | Monitor | Realisatie 2017 | Doel 2018 | Realisatie 2018 |
---|---|---|---|---|---|
Aanvragen levensonderhoud | Overig | Monitor Werk en Inkomen | 17.324 | n.v.t. | 15.624 |
Instroom in de bijstand |
Overig | Monitor Werk en Inkomen | 8.646 | n.v.t. | 7.186 |
Uitstroom naar werk |
College-doelstelling | Monitor Werk en Inkomen | 4.513 | 4.500 | 4.506 |
Uitgevoerde heronderzoeken rechtmatigheid |
Overig | Monitor Werk en Inkomen | 2.601 | 6.000 | 6.074 |
Gemiddelde kosten bijstandsuitkering |
Overig | Monitor Werk en Inkomen | € 14.271 | n.v.t. | € 14.434 |
Volume bijstandsuitkeringen |
Overig | Monitor Werk en Inkomen | 37.667 | n.v.t. | 35.292 |
Aantal jongeren met bijstandsuitkering |
Overig | Monitor Werk en Inkomen | 2.784 | 2.535 | 2.235 |
Overzicht baten en lasten Werk en inkomen | Rekening 2017 | Oorspr. Begroting 2018 | Bijgestelde Begroting 2018 | Realisatie 2018 | Afwijking | |
---|---|---|---|---|---|---|
Baten exclusief reserves | 548.334 | 512.243 | 561.800 | 566.844 | 5.044 |
|
Totaal baten | 548.334 | 512.243 | 561.800 | 566.844 | 5.044 | |
Bijdragen rijk en mede-overheden | 535.866 | 503.337 | 550.468 | 553.719 | 3.251 | |
Financieringsbaten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Opbrengsten derden | 12.663 | 8.905 | 10.444 | 12.341 | 1.897 | |
Overige baten | -196 | 0 | 888 | 784 | -104 | |
Lasten exclusief reserves | 749.833 | 742.722 | 733.502 | 737.325 | 3.823 |
|
Apparaatslasten | 103.902 | 96.634 | 100.535 | 107.139 | 6.604 | |
Inhuur | 31.071 | 7.963 | 25.530 | 32.385 | 6.855 | |
Overige apparaatslasten | 2.590 | 2.943 | 1.634 | 2.459 | 825 | |
Personeel | 70.241 | 85.727 | 73.370 | 72.294 | -1.076 | |
Interne Lasten | -3.830 | -2.834 | -3.172 | -3.659 | -487 | |
Concernbrede bedrijfsvoeringskosten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Overige doorbelastingen | -3.830 | -2.834 | -3.172 | -3.659 | -487 | |
Programmalasten | 649.761 | 648.922 | 636.140 | 633.846 | -2.295 | |
Financieringslasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Inkopen en uitbestede werkzaamheden | 27.261 | 31.668 | 35.134 | 30.455 | -4.679 | |
Kapitaallasten | 522 | 2.238 | 1.639 | 1.634 | -5 | |
Overige programmalasten | 2.656 | 2.614 | 6.127 | 3.001 | -3.125 | |
Salarislasten WSW en WIW | 59.291 | 56.819 | 55.987 | 57.793 | 1.806 | |
Sociale uitkeringen | 554.971 | 551.217 | 533.091 | 535.334 | 2.243 | |
Subsidies en inkomensoverdrachten | 5.059 | 4.367 | 4.163 | 5.628 | 1.465 | |
Saldo voor vpb en reserveringen | -201.499 | -230.479 | -171.702 | -170.482 | 1.221 | |
Vennootschapsbelasting | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Saldo voor reserveringen | -201.499 | -230.479 | -171.702 | -170.482 | 1.221 | |
Mutaties reserves | -33.659 | 58.241 | 43.244 | 42.902 | -342 | |
Toevoeging aan reserves | 64.925 | 0 | 5.895 | 5.895 | 0 | |
Onttrekking aan reserves | 31.101 | 58.241 | 3.012 | 2.670 | -342 | |
Vrijval reserves | 165 | 0 | 46.127 | 46.127 | 0 | |
Saldo voor overhead | -235.158 | -172.238 | -128.459 | -127.579 | 879 |
Toerekening overhead aan Werk en inkomen | Rekening 2017 | Oorspr. begroting 2018 | Bijgestelde Begroting 2018 | Realisatie 2018 | Afwijking | |
---|---|---|---|---|---|---|
Overhead concernondersteuning en concernhuisvesting | 50.831 | 49.098 | 49.098 | 49.098 | 0 | |
Overhead clustermanagement en ondersteuning | 13.517 | 13.499 | 16.767 | 16.969 | 202 | |
Saldo na overhead | -299.505 | -234.835 | -194.324 | -193.647 | 677 |
Het resultaat van het programma Werk en inkomen is € 879 hoger dan verwacht. De belangrijkste afwijkingen zijn:
Beschrijving BBV-indicator | Eenheid | Bron | ||
---|---|---|---|---|
1. Banen |
Aantal per 1.000 inwonders in de leeftijd 15-74 jaar | Streefwaarde | n.v.t. | LISA |
Realisatie | 759,2 (2017) | |||
2. Kinderen in uitkeringsgezin | % kinderen tot 18 jaar | Streefwaarde | n.v.t. | Verwey Jonker Instituut - Kinderen in Tel |
Realisatie | 18,06% (2015) | |||
3. Netto arbeidsparticipatie | % van de werkzame beroepsbevolking ten opzichte van de beroepsbevolking | Streefwaarde |
n.v.t. | CBS |
Realisatie | 60,6% (2017) | |||
4. Werkloze jongeren | % 16 t/m 22 jarigen | Streefwaarde | n.v.t. | Verwey Jonker instituut - Kinderen in Tel |
Realisatie | 3,75% (2015) | |||
5. Personen met een bijstandsuitkering | Aantal per 10.000 inwoners | Streefwaarde | n.v.t. | CBS |
Realisatie | 94,4 (1e halfjaar 2018 | |||
6. Lopende reintegratievoorzieningen | Aantal per 10.000 inwoners van 15-74 jaar | Streefwaarde | n.v.t. | CBS |
Realisatie | 29,5 (1e halfjaar 2018) |
Alle gemeenten moeten vanwege het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) een aantal door het Rijk voorgeschreven beleidsindicatoren in hun begroting opnemen. Dit met oog op onder andere het vergroten van de onderlinge vergelijkbaarheid tussen gemeenten. Alle gemeenten moeten gebruik maken van dezelfde bronnen en peildata.