Begroting 2024 en Tweede Herziening 2023

Rotterdam: Eén stad

Reserves Pagina 227

Reserves

Reserves zijn middelen die in het verleden opzij zijn gezet om in de toekomst te kunnen besteden. De meeste reserves hebben een specifiek bestedingsdoel. De Algemene Reserve is vrij aanwendbaar.

Vermogensspecificatie reserves

Extra reserveringen voor de dekking van toekomstige investeringen zorgen voor een toename van het eigen vermogen in de komende jaren. De bespaarde rente over de reserves en voorzieningen is een belangrijke jaarlijkse voedingsbron voor de RIM.

Hieronder staat de verloopstaat van de bestemmingsreserves van de gemeente Rotterdam. Door op het informatie-icoontje te klikken is het meerjarig verloop te zien en een algemene toelichting per reserve.

Rotterdamse Investeringsmotor (RIM)

De gemeenteraad heeft juli 2020 ingestemd met het raadsvoorstel ”Herijking Investeringsfonds Rotterdam (IFR); oprichting van de Rotterdamse Investeringsmotor (RIM)”. Hiermee is besloten om vanaf 2021 het IFR, dat investeringsprojecten in het kader van de” Stadsvisie 2030” dekt, af te schaffen en de daarbij horende investeringen over te hevelen naar de RIM. Naast de middelen uit het IFR zijn de opbrengsten van de verkoop van Eneco toegevoegd aan de RIM.

De RIM is opgebouwd uit negen verschillende cilinders, elk met een specifieke functie. 

Cilinder 0 - Allocatie Investeringsmiddelen

Cilinder 0 is de allocatiecilinder van de RIM. Exploitatiemiddelen zoals exploitatiebijdragen, bespaarde rente en verkoopopbrengsten van deelnemingen worden toegevoegd en vervolgens aan de andere cilinders toegekend. De bijdrage vanuit de begroting is ook afhankelijk gemaakt van de de verwachte groei van inkomsten uit de algemene uitkering uit het Gemeentefonds en de belastingen.

Cilinder 1 - Dekking afgeronde investeringen

Cilinder 1 dekt de kapitaallasten van materiële vaste activa, zoals vastgoed, wegen, bruggen en parken, voor zover ze de groei of modernisering van de stad accommoderen. Hierin is een deel van het IFR ondergebracht en de kapitaallasten van nieuwe investeringen. Jaarlijks wordt ca. € 100 mln toegekend aan nieuwe investeringen, waarvan € 10 mln voor kleinschalige gebiedsontwikkeling.

Cilinder 2 - Dekking lopende investeringen

Cilinder 2 dekt de uitgaven die worden gedekt uit de RIM, maar niet worden geactiveerd. Deze uitgaven worden direct ten laste van de exploitatiebegroting gebracht.

Cilinder 3 - Dekking financiële activa

Cilinder 3 dekt de risico’s en lasten van financiële vaste activa  (kapitaalverstrekkingen, verstrekte leningen) die vanuit cilinder 7 met de verkoopopbrengst Eneco zijn verworven. Hierbij valt te denken aan het Energietransitiefonds Rotterdam en een kapitaalverstrekking aan Stedin.

Cilinder 4 - Egalisatie nieuwe investeringen

Cilinder 4 egaliseert de verschillen tussen de de lasten die uit de cilinders 1 en 2 worden gedekt en de hiervoor beschikbare dekkingsmiddelen.

Cilinder 5 - Dekking vervangingsinvesteringen, renovaties en restauraties

Cilinder 5 bevat aanvullende dekkingsmiddelen die de gemeente in staat stelt bestaand bezit (materiele vaste activa) tijdig te vervangen, renoveren of restaureren.

Cilinder 6 - Investeringsmiddelen genererend vermogen

Cilinder 6 stelt de gemeente in staat om binnen de RIM het vermogen af te zonderen dat louter wordt gebruikt om bespaarde rente te genereren.

Cilinder 7 - Verkoopopbrengst Eneco

Cilinder 7 is gevuld met de verkoopopbrengst van Eneco. Voor het inzetten van deze middelen is een externe adviescommissie in het leven geroepen. De verkoopopbrengst wordt gebruikt voor investeringen die tot bezit leiden, tenminste voor 50% door andere partijen worden gefinancierd en waarbij het geld op enig moment weer naar de gemeente terugvloeit, zodat het opnieuw kan worden aangewend (revolveert). Deze cilinder relateert met de financiële vaste activa die worden gedekt uit cilinder 3 en enkele out-of-pocketuitgaven die worden gedekt uit cilinder 2. Het doel is de omvang van de Enecomiddelen zoveel mogelijk in stand te houden. Daarnaast wordt een relatief klein deel van de verkoopopbrengst gebruikt om de structureel geraamde inkomsten uit dividend geleidelijk neerwaarts bij te stellen.

Cilinder 8 - Verkoopopbrengst erfpachtconversie

Cilinder 8 is gevuld vanuit de eeuwigdurende afkoop van erfpachtcanonverplichtingen door de woningcorporaties in 2022 en 2023. De middelen worden gebruikt voor investeringen die leiden tot (eigen of andermans) bezit (‘bezit voor bezit’), zonder dat dit voor de gemeente tot structurele lasten leidt.

 

Hieronder wordt per project een factsheet getoond waarin de projectomschrijving, het voorgenomen resultaat en bijbehorende activiteiten 2024 zijn opgenomen. In de tabel zijn alleen projecten opgenomen waarvoor in 2024 een begrote onttrekking aan de bestemmingsreserve RIM is opgenomen.

Verloopstaat Bestemmingsreserve RIM

Gebiedsontwikkeling (GO)

In 2018 is de bestemmingsreserve Gebiedsontwikkeling (GO) gevormd door de gemeentelijke middelen voor buitenruimte projecten in één bestemmingsreserve onder te brengen (raadsbesluit 14 november 2017). De bestemmingsreserve van rijksgelden voor stedelijke vernieuwing (ISV), de bestemmingsreserve Investeringsprojecten zonder gronduitgifte (IPzG) en het Gebiedsontwikkelingsfonds zijn hier per 1 januari 2018 aan toegevoegd.

In de bestemmingsreserve GO zijn tot 2020 nieuwe buitenruimte projecten met een omvang tot € 5 mln opgenomen. Deze projecten worden afgerond waarna de bestemmingsreserve GO wordt opgeheven.

Vanaf 2021 worden nieuwe buitenruimte projecten (jaarlijks € 10 mln voor kleinschalige gebiedsontwikkeling) onderdeel van het nieuwe Rotterdamse investeringsprogramma. De middelen voor deze nieuwe projecten worden vanaf 2021 opgenomen in de Rotterdamse Investeringsmotor (RIM). Zie hiervoor de toelichting op de RIM en de cilinders hierin.

 

Hieronder wordt per project een factsheet getoond waarin de projectomschrijving, het voorgenomen resultaat en bijbehorende activiteiten 2024 zijn opgenomen. In de tabel zijn alleen projecten opgenomen waarvoor in 2024 een begrote onttrekking aan de bestemmingsreserve GO is opgenomen.

Nationaal Programma Rotterdam Zuid pijler Wonen (NPRZ)

In 2017 is door de gemeenteraad een bestemmingsreserve gevormd voor het Nationaal Programma Rotterdam Zuid pijler wonen (NPRZ-wonen). Hieruit worden investeringsprojecten gedekt in de focuswijken, tuinsteden en tuindorpen in Rotterdam Zuid, zoals benoemd zijn in het Uitvoeringsprogramma NPRZ 2015-2018 en het Werkprogramma Rotterdam Zuid pijler wonen 2019-2022.

Bij de vorming van de bestemmingsreserve is deze gevoed door bundeling van middelen voor projecten in Rotterdam Zuid die tot nu toe waren ondergebracht in het Investeringsfonds Rotterdam (IFR), het Investeringsbudget stedelijke vernieuwing (ISV3) en de financiële impuls NPRZ-2012-2015.

Vanaf 2018 is de bestemmingsreserve aangevuld met de gemeentelijke middelen, die door de gemeenteraad beschikbaar zijn gesteld als cofinanciering bij de korting op de verhuurdersheffing, die woningcorporaties van het Rijk hebben ontvangen voor de transformatie-opgave in de focuswijken in Rotterdam Zuid.

In 2018 zijn hieraan tevens de rijksmiddelen toegevoegd die het Rijk in 2018 in het kader van de Regiodeal Rotterdam Zuid 2019-2025 – pijler wonen beschikbaar heeft gesteld. De Regiodeal middelen voor de pijler wonen van het Rijk zijn vanaf 2019 beschikbaar gesteld als specifieke uitkering en deze worden in een apart fonds beheerd.

In samenhang met de rijksmiddelen Regiodeal Rotterdam Zuid worden gemeentelijke bedragen aan de bestemmingsreserve NPRZ-wonen toegevoegd, om de met het Rijk afgesproken gemeentelijke cofinanciering na te komen. Dit is jaarlijks onderdeel van het investeringsvoorstel.

Vanaf 2021 worden ook de middelen, voortkomend uit het Volkshuisvestingsfonds 2021-2031 (rijks beschikking 14 juli 2021), toegevoegd aan de bestemmingsreserve. Hieruit worden projecten gedekt voor drie soorten ingrepen (sloop/nieuwbouw, samenvoegen/ vergroten en winkelaanpak) in drie deelgebieden (Hillesluis, Carnisse, Oud Charlois/ Tarwewijk). De middelen Volkshuisvestingsfonds (VHfonds) die het Rijk de komende jaren beschikbaar stelt, worden als specifieke uitkering beschikbaar gesteld en deze worden in een apart fonds beheerd.

In samenhang met de rijksmiddelen VHfonds worden gemeentelijke bedragen aan de bestemmingsreserve NPRZ-wonen toegevoegd, om de met het Rijk afgesproken gemeentelijke cofinanciering na te komen. Dit is jaarlijks onderdeel van het investeringsvoorstel.

In het collegeakkoord 2022-2026 is vastgelegd dat het NPRZ-programma wordt voortgezet. Hiervoor is Rotterdam ook afhankelijk van aanvullende financiering vanuit het Rijk. Binnen de nieuwe coalitieperiode wordt binnen de gemeentelijke middelen aanvullend € 80 mln gereserveerd voor de pijler wonen van het NPRZ. Deze zullen onder andere worden ingezet als benodigde cofinanciering bij aanvullende rijksmiddelen voor de pijler wonen van het NPRZ. De € 80 mln voor de periode 2023 t/m 2026 is in 2022 in één keer toegevoegd aan de bestemmingsreserve NPRZ-wonen.

In onderstaande tabel is de opbouw en het verloop van het NPRZ 2023-2027 weergegeven. Voor 2024 en verdere jaren gaat het om ramingen op basis van de verwachte toevoegingen en onttrekkingen aan de reserve, bestemd voor de investeringsprojecten die een bijdrage uit het NPRZ ontvangen.

 

Hieronder wordt per project een factsheet getoond waarin de projectomschrijving, het voorgenomen resultaat en bijbehorende activiteiten 2024 zijn opgenomen. In de tabel zijn alleen projecten opgenomen waarvoor in 2024 een begrote onttrekking aan de bestemmingsreserve NPRZ is opgenomen.

Energietransitiebudget (ETB)

Het Uitvoeringsplan Energietransitie 2020-2022 (Energietransitiebudget/ETB) eindigde eind 2022. De gemeente heeft € 68,2 mln beschikbaar gesteld voor projecten die een bijdrage leveren aan de energietransitie. Met dit budget:

  • Vergrootten we het aantal zonnepanelen in de stad en verstrekten we de subsidie Smart Energy Systems om innovaties van slimme energiesystemen te versnellen.
  • Stimuleerden we het oprichten van lokale energiecoöperaties en zetten we energiecoaches in om energiearmoede te bestrijden.
  • Leverden we bijdragen aan de verduurzaming van bedrijventerreinen, de realisatie van walstroomvoorzieningen en gaven we energievouchers voor ondernemers uit.
  • Droegen we bij aan het verduurzamen van VvE’s, vooral gericht op de kleinere mindere draagkrachtige VvE’s. Ook deelden we energiebespaarpakketten (energievouchers) voor huurders uit.
  • Voerden we diverse verkeersexperimenten Schone Lucht uit, leverden een bijdrage aan het programma Zero Emissie Stadslogistiek (ZES) en investeerden we in laadinfrastructuur ter bevordering van emissieloze mobiliteit.
  • Leverde de gemeente onder meer een bijdrage aan het MKB voor innovaties ten behoeve van de energietransitie en zijn diverse maatregelen rondom circulariteit genomen.

Wanneer er onderbesteding bij projecten optreedt zal dit vrijvallen in het ETB en toegevoegd worden aan het Duurzaamheidtransitiebudget (DTB). Bij de jaarrekening 2023 zal de stand van zaken omtrent de vrijval en toevoeging concreet worden gemaakt.

 

Hieronder wordt per project een factsheet getoond waarin de projectomschrijving, het voorgenomen resultaat en bijbehorende activiteiten 2024 zijn opgenomen. In de tabel zijn alleen projecten opgenomen waarvoor in 2024 een begrote onttrekking aan de bestemmingsreserve ETB is opgenomen.

 

Duurzaamheidstransitiebudget (DTB)

Als opvolger van het Energietransitiebudget (ETB) kan het Duurzaamheidstransitiebudget (DTB) worden gezien welke in januari 2023 is gestart. De successen en lessen voortkomend uit een door Concern Auditing uitgevoerde audit zijn verwerkt in de organisatie van het DTB-proces. Specifiek betreft dit een betere borging van de adviezen van de Adviescommissie evenals het beter inrichten van de monitoring op de voortgang en behaalde resultaten.

Voor de periode 2023 tot en met 2026 is vanuit het Coalitieakkoord €100 miljoen beschikbaar gesteld voor het DTB. Van enkele ETB-projecten lopen er kosten door (kapitaallasten) die ten laste komen van het DTB-budget. Hiernaast valt er budget vrij uit het ETB wat terugvalt in de bestemmingsreserve van het DTB.

Met het vaststellen van het coalitieakkoord is besloten tot de inrichting van een Duurzaamheidstransitiebudget (DTB) ter grootte van € 100 mln om de juiste innovaties in de regio te versnellen, ondernemers te ondersteunen, en zo het verdienvermogen voor de stad en de werkgelegenheid voor Rotterdammers te bevorderen. In de gemeenteraad van 10 november 2022 is het afwegingskader voor het toetsen van projecten die aanspraak willen maken op middelen uit het Duurzaamheidstransitiebudget vastgesteld. Eind 2022 heeft de raad het toetsingskaders vastgesteld voor het Duurzaamheidstransitiebudget (DTB), die gebruikt wordt om te komen tot een  beoordeling en advies welke projecten toe te kennen. Het DTB kan gezien worden als opvolger van het Energietransitiebudget. Voor 2023 en 2024 zijn in de eerste aanvraagronde veertien projecten toegekend:

  • 0% lening voor verduurzaming VvE’s
  • Rotterdams Burgerberaad Klimaat
  • Rotterdam Circulair
  • Toekomstbestendig MKB – Duurzaam ondernemen
  • Gebiedsgerichte aanpakken isoleren koopwoningen
  • Toekomstbestendig MKB – Circulair ondernemerschap
  • Laadinfrastructuur
  • Toekomstbestendig MKB – Groeiversnelling MKB
  • Smart Energy Systems
  • Verduurzaming VvE's
  • Inzet Haven en Industrieel Cluster –aanvraag walstroom
  • Werkgeversaanpak Mobiliteit
  • Zero Emissie Stadslogistiek
  • Programma Zon

In januari 2023 is gestart met het Duurzaamheidstransitiebudget (DTB). Voor 2023 en 2024 zijn in de tweede aanvraagronde de volgende acht projecten toegekend

  • Ontwikkeling aanpak Circulair afdeling Vastgoed
  • Rotterdams Burgerberaad Klimaat (RBK)
  • Rotterdamse Klimaataanjagers
  • Thermische energiewinning uit afvalwater - potentie en pilots
  • Verduurzaming mobiele werktuigen
  • Verduurzaming van het gemeentelijk wagenpark
  • Waterstofbudget
  • Versnellen emissieloze taxivoertuigen door subsidieregeling

Een aantal projecten komt voort uit het Energietransitiebudget (ETB) en hebben een vervolg gekregen in het DTB, zoals verduurzaming van het gemeentelijk wagenpark en de thermische energiewinning uit afvalwater. Het Rotterdams Burgerberaad heeft middelen toegekend gekregen voor het uitvoeren van concrete projecten. Met de aanpak van circulair vastgoed optimaliseren van bestaande werkwijzen naar meer circulaire werken. Door middel van het waterstofbudget 5 tot 10 projecten ondersteunen wat voor een versnelling kan zorgen in vroege, innovatieve projecten en startende organisaties.

 

Hieronder wordt per project een factsheet getoond waarin de projectomschrijving, het voorgenomen resultaat en bijbehorende activiteiten 2024 zijn opgenomen. In de tabel zijn alleen projecten opgenomen waarvoor in 2024 een begrote onttrekking aan de bestemmingsreserve DTB is opgenomen.

Meerjarig Verloop RIM GO NPRZ ETB DTB

In onderstaande tabel is de opbouw en het verloop in 2023-2027 weergegeven. Voor 2024 en verdere jaren gaat het om ramingen op basis van de verwachte toevoegingen en onttrekkingen aan de reserve, bestemd voor de investeringsprojecten.

Meerjarig verloop RIM20232024202520262027
Saldo begin (stand 1-1) 1.971.933 1.981.742 1.993.863 2.024.882 2.063.407
Toevoeging 178.989 95.321 113.583 116.156 104.763
Onttrekking 169.181 83.199 82.564 77.631 58.604
Vrijval 0 0 0 0 0
Saldo eind (stand 31-12) 1.981.742 1.993.863 2.024.882 2.063.407 2.109.565
Meerjarig verloop GO20232024202520262027
Saldo begin (stand 1-1) 38.211 25.783 22.766 20.816 20.316
Toevoeging 0 0 0 0 0
Onttrekking 9.828 3.016 1.951 500 500
Vrijval 2.600 0 0 0 0
Saldo eind (stand 31-12) 25.783 22.766 20.816 20.316 19.816
Meerjarig verloop NPRZ20232024202520262027
Saldo begin (stand 1-1) 158.795 159.917 168.315 180.205 190.910
Toevoeging 23.300 18.300 18.200 14.300 1.500
Onttrekking 22.178 9.902 6.311 3.595 3.513
Vrijval 0 0 0 0 0
Saldo eind (stand 31-12) 159.917 168.315 180.205 190.910 188.897
Meerjarig verloop ET20232024202520262027
Saldo begin (stand 1-1) 23.047 7.827 3.348 1.787 1.787
Toevoeging 0 0 0 0 0
Onttrekking 10.707 4.479 1.560 0 0
Vrijval 4.513 0 0 0 0
Saldo eind (stand 31-12) 7.827 3.348 1.787 1.787 1.787
Meerjarig verloop DTB20232024202520262027
Saldo begin (stand 1-1) 20.000 32.746 35.785 55.135 75.135
Toevoeging 33.951 20.000 20.000 20.000 20.000
Onttrekking 15.509 16.961 650 0 0
Vrijval 5.695 0 0 0 0
Saldo eind (stand 31-12) 32.746 35.785 55.135 75.135 95.135