Begroting 2022 en Tweede Herziening 2021

Met nieuwe energie bouwen aan de stad van morgen

Onderwijsbeleid en leerlingzaken Pagina 58

Onderwijsbeleid en leerlingzaken

Beleidskaders, -monitors en wetgeving

Bevorderen van kansengelijkheid in het onderwijs.

Het stimuleren van een passend, toegankelijk, gedifferentieerd en kwalitatief hoogwaardig onderwijsaanbod in de hele stad.

Voldoende goede leraren, pedagogisch medewerkers, schoolleiders en instructeurs.

Het verminderen van schooluitval.

Met het programma ‘Gelijke kansen voor elk talent’ investeren we in kansengelijkheid in het Rotterdamse onderwijs, zodat alle Rotterdamse kinderen het beste uit zichzelf kunnen halen.
 

Om het effect van de corona crisis te ondervangen is vanuit het Rijk het Nationaal Programma Onderwijs (NPO) beschikbaar gesteld. Met het investeringsprogramma beoogt het Rijk leervertragingen in te lopen en leerlingen te ondersteunen die het moeilijk hebben vanwege de gevolgen van de coronacrisis. Gemeenten krijgen tot en met schooljaar 2022-2023 geld uit het NPO-budget voor hun rol in de voorschoolse educatie en het primair en voortgezet onderwijs. Dit is in aanvulling op en ter ondersteuning van de middelen die scholen zelf krijgen. In Rotterdam werken we aan een integrale aanpak zodat de middelen op een effectieve en duurzame manier ingezet worden. Het programma wordt in overleg met schoolbesturen nader uitgewerkt en wordt de komende twee jaar uitgevoerd.
 

Om leervertragingen in te halen, is ook in 2021 een zomerprogramma georganiseerd. Zomertalent010 gaf kinderen en jongeren een steuntje in de rug met een inspirerende en uitdagende invulling van de zomervakantie. Zomertalent010 heeft een leerzaam programma geboden verspreid over verschillende locaties in de stad.
 

Ondanks de extra activiteiten als gevolg van corona, werken we daarnaast aan de uitvoering van ‘Gelijke kansen voor elk talent’. We richten ons op het verkleinen van de kwaliteitsverschillen tussen scholen, een sterk, gevarieerd en aantrekkelijk aanbod aan scholen in de buurt, de aanpak van het lerarentekort en op een succesvolle overgang tussen verschillende onderwijssoorten. We werken daarnaast aan passende zorg en ondersteuning voor leerlingen, een Rotterdamse werkwijze van democratisch burgerschap, de verbinding tussen onderwijs en arbeidsmarkt, talentontwikkeling, ouderbetrokkenheid en veiligheid binnen het onderwijs.

 

Overgangsmomenten in het onderwijs
De overgangen in het onderwijs zijn cruciale momenten voor de schoolcarrières van leerlingen. In het Rotterdamse onderwijsbeleid ‘Gelijke kansen voor elk talent’ spraken we af om de kansengelijkheid te bevorderen door de overgangen tussen schoolsoorten te verbeteren.
Hieronder enkele voorbeelden van maatregelen die we inzetten om die overgangen te verbeteren:

  • Overgang vve-po
    Om de kwaliteit van de doorgaande leerlijn te verbeteren, formuleerde de gemeente met alle voor- en vroegschoolse (vve) partners afspraken voor het verbeteren van de doorgaande lijn tussen de voor- en vroegschool en het versterken van de vroegschool (groep 1 en 2). Scholen werken hierdoor doelgericht aan het verder verbeteren van de kwaliteit van groep 1 en 2. Om de resultaatafspraken inzichtelijker te maken, ontwikkelen we momenteel een tool voor de scholen.
  • Overgang po-vo
    Bij de overgang van het basisonderwijs naar voortgezet onderwijs is een schooladvies van belang voor de verdere schoolloopbaan van een kind. Met alle Rotterdamse vo-besturen maakten we afspraken over goede opstroom- en doorstroommogelijkheden voor alle kinderen. Vanwege de schoolsluitingen en het bieden van thuisonderwijs, liep de uitvoering van de afspraken vertraging op. Dit krijgt komend schooljaar (2021-2022) de aandacht. Om doorlopende leerroutes te realiseren, zetten we onder andere in op een programmatische aansluiting tussen de verschillende onderwijsniveaus. Ook hanteren alle scholen dezelfde overgangsnormen, zodat leerlingen gemakkelijker kunnen doorstromen.
  • Overgang vo-mbo-ho
    Gewerkt wordt aan de uitvoering van het convenant ‘Samen werken aan een betere aansluiting vo-mbo’. Rotterdamse vo- en mbo-besturen formuleerden in het convenant afspraken voor succesvolle en kansrijke loopbanen voor vmbo- en havo-leerlingen in het mbo. Door beschikbare data te analyseren, wordt gekeken hoe schoolloopbanen verlopen en of de infrastructuur die de stad biedt daar ook op aansluit of om aanpassingen vraagt.

 

Kwaliteit en toegankelijkheid
Om de kwaliteit en de toegankelijkheid van het onderwijs te verbeteren, zetten we samen met het onderwijs in op onderstaande sporen:

  • Voor het verbeteren van de schoolprestaties, het verkleinen van de schoolverschillen en het wegwerken van coronavertragingen, zijn afspraken gemaakt met scholen. De hiervoor verstrekte subsidies zijn onder andere ingezet voor taal en rekenen, mentorprogramma’s en huiswerkbegeleiding. Het beleid van dit college om de schoolverschillen te verkleinen, lijkt de juiste stimulans om leervertragingen te voorkomen en weg te werken. Recent onderzoek toont aan dat het verbeteren van de basiskwaliteit van het reguliere onderwijs het meest duurzaam en effectief is om mogelijke leervertragingen door de coronacrisis weg te werken. Uit inspectiegegevens blijkt dat in Rotterdam in 2021 vijf scholen in het basisonderwijs en twee afdelingen van een school in het voorgezet onderwijs als ‘onvoldoende’ zijn beoordeeld: een stabilisering ten opzichte van het voorgaande jaar. Het goede nieuws is dat er in Rotterdam 35 scholen in het basis- en voortgezet onderwijs zijn met het oordeel ‘goed’. In 2020 waren dit er 32.
     
  • Om het bereik van de voorschool te vergroten, is de subsidieregeling ‘Voorschoolse Educatie’ aangevuld met de indicatie ‘Gelijke kansen’. Met deze indicatie hoeven ouders met schuldproblemen geen ouderbijdrage te betalen voor de voorschool. Hun peuter kan gratis naar de voorschool, want juist deze peuters hebben veel baat bij deelname aan de voorschoolse educatie. Via medewerkers schuldsanering, schuldhulpverlening en bijstandsuitkeringen brengen we de regeling bij deze gezinnen onder de aandacht. In 2020 maakten 74 peuters gebruik van de indicatie ‘Gelijke kansen’. Voor gezinnen die nog niet zijn bereikt startte een gerichte informatiecampagne. Vanuit verschillende principes binnen de gemeente streven wij ernaar ouders goed te informeren. Via de opvangmakelaars willen we ze leiden naar gesubsidieerde ‘Voorschoolse Educatie’. Ook in de wijken zijn wij actief om organisaties te informeren, zodat ook zij ouders van doelgroeppeuters kunnen informeren. Verder zijn we vanaf het nieuwe schooljaar gestart met een campagne waarbij doelgroeppeuters de voorschool kunnen uitproberen zonder dat ouders een vaste verplichting hoeven aan te gaan.

 

Aansluiting onderwijs en jeugdhulp
Voor een goede aansluiting van onderwijs op jeugdhulp zorgen gemeente, schoolbesturen en de samenwerkingsverbanden passend onderwijs dat de basis op orde is. Voor elk kind is er een passende plek in het onderwijs, een stevige ondersteuningsstructuur op school en een goed pedagogisch klimaat. Verder kan elk kind rekenen op een vroegtijdige signalering van problematiek. Hiervoor zetten we in op een stevige rol van het schoolmaatschappelijk werk, goede afspraken tussen de school en het wijkteam en de voorbereiding van nieuwe inkoop van onderwijszorgarrangementen. 

Vooruitlopend op de landelijke ontwikkelingen, heeft Rotterdam het leerrecht van elk kind centraal gezet. Ook voor kinderen met een leerplichtontheffing op fysieke of psychische gronden. Er is een toename van het aantal vrijstellingen van onderwijs. We hebben een nieuwe werkwijze ingevoerd en kijken steeds welke maatregelen nodig zijn om het aantal vrijstellingen terug te brengen. Het aanbieden van passend onderwijs en passende zorg vraagt een goede samenwerking en flexibiliteit van alle partijen. De concrete uitwerking van de stedelijke aanpak zijn de leerrechtpilots. We zijn gestart met de eindevaluatie van de leerrechtpilots. Doel van die evaluatie is om de opgedane inzichten uit de pilots structureel te verankeren.

De aanpak thuiszitters door inzet van de Taskforce Thuiszitters en de landelijke G4 thuiszittersaanpak. De aanpak van de Taskforce om op tijd te zorgen voor een passend aanbod van onderwijs en/of jeugdhulp voor jongeren, is de afgelopen periode verder verfijnd door aansluiting van de wijkteams. Daarnaast zetten we in op preventie om te voorkomen dat (ziekte)verzuim van een leerling leidt tot thuiszitten. Dit doen we bijvoorbeeld met de campagne ‘Oog voor jou, van verzuim naar aanwezigheid’, het beter signaleren en ondersteunen van zieke leerlingen (interventie PATS van het CJG) en met een campagne over het stimuleren van aanwezigheid op school.

 

Leraren
De Rotterdamse aanpak voor leraren is een samenwerking tussen schoolbesturen en gemeente om het lerarentekort en de tekorten in de kinderopvang tegen te gaan. Het lerarentekort neemt weer toe. Het probleem kan niet opgelost worden door alleen de gemeente en de schoolbesturen. In samenwerking met de G4 en Almere lobbyen we daarom bij het Rijk voor structurele maatregelen.

  • Vergroten instroom
    Het aantal zij-instromers in het onderwijs dat dit jaar is gestart komt uit op 86 en blijft groeien. Dat is ruim boven de streefwaarde van 53 nieuwe zij-instromers. De eerste lichting van 38 mensen rondde de opleiding af en staat nu volledig zelfstandig voor de klas. Ook het aantal pabostudenten steeg. Potentiële leraren worden via het project ‘Leraar van buiten’ actief begeleid en voorgelicht over de mogelijkheden van werken in het onderwijs.
  • Beperken uitstroom, professionaliseren en binden aan de stad
    Alle vo-besturen en grote mbo-instellingen zijn aangesloten bij de Opleidingsschool Rotterdam. Hier werken lerarenopleidingen en scholen nauw samen om aankomende leraren voor te bereiden op de onderwijspraktijk. Het aantal opleidingsplaatsen bij de Opleidingsschool is dit jaar uitgebreid van 591 naar 830 plaatsen. Ook zijn er in 2021 subsidies toegekend voor projecten gericht op het verminderen van de werkdruk en het begeleiden van starters en stagiair(e)s. Het is mede hierdoor gelukt om voor alle pabostudenten en studenten van de lerarenopleiding een stageplaats te vinden. Leraren kunnen daarnaast gebruik maken van de lerarenbeurs en de Rotterdampas. Als blijk van waardering zijn er 12.880 gratis Rotterdampassen uitgegeven aan pedagogisch medewerkers en leraren en zijn er ruim 630 lerarenbeurzen toegekend. Ook kunnen leraren onder bepaalde voorwaarden voorrang krijgen op de huizenmarkt.
  • Anders organiseren en opleiden
    In het kader van anders organiseren werken het Rijk, schoolbesturen en gemeenten samen. Hiervoor zijn extra landelijke middelen beschikbaar. De komende jaren blijft er een tekort aan traditioneel opgeleide leraren. Daarom zetten we steeds vaker andere professionals in, zoals onderwijsassistenten en vakkrachten. Daarnaast stimuleren we nieuwe opleidingsvormen en werken hiervoor samen met de opleidingsinstanties. Zo zijn we gestart met de ‘brede route’: een opleiding waar studenten van verschillende disciplines, zoals onderwijs en zorg en welzijn, gezamenlijk stagelopen. Een mooi voorbeeld van anders organiseren van het onderwijs is het onderwijsconcept Rotterdams Goud. Kern van deze aanpak is de splitsing van zakelijk en onderwijskundig leiderschap: leraren kunnen zich concentreren op het onderwijs en worden ontzorgd op andere terreinen. Vanaf 2021 krijgen leerlingen van zes scholen voor het eerst les op deze manier.

 

Burgerschap
In 2020 stelden alle onderwijssectoren in Rotterdam gezamenlijk, van voorschool tot en met hoger onderwijs, een manifest op. In lijn met het manifest werken we samen met het scholenveld verder aan een veilige oefenplaats voor burgerschap. Hierdoor kan het Rotterdamse onderwijs beter omgaan met actualiteiten die leven onder jongeren. Dat is namelijk de bedoeling van het manifest: lastige onderwerpen bespreekbaar maken op een manier die past bij de leerlingen en het karakter van de school. Het belangrijkste is dat alle scholen lastige onderwerpen in de klas kunnen bespreken en hun docenten steunen in deze soms moeilijke opgaven. Het uitgangspunt is dat de school een veilige oefenplaats moet zijn. De gemeente ondersteunt scholen onder andere via subsidie voor deskundigheidsbevordering en het ontplooien van goede initiatieven op het gebied van burgerschap.

 

Aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt
Om loopbaanoriëntatie en -begeleiding (lob) te versterken in het onderwijs, is subsidie verstrekt aan scholen die extra investeren in de doorontwikkeling van lob. Ook is subsidie verstrekt voor bliksemstages en netwerkactiviteiten voor leerlingen in het po en vo.

Door corona blijft het voor veel mbo-studenten lastig om een geschikte stageplek of leerbaan te vinden. Dit heeft mogelijk gevolgen voor het aantal studenten dat een bbl-opleiding volgt. In samenwerking met mbo-instellingen en de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven is een actieplan ontwikkeld om de stage- en leerbaanproblematiek in het mbo aan te pakken. Resultaat is dat de stagetekorten zijn teruggebracht. Hierin neemt de gemeente als erkend leerbedrijf ook haar verantwoordelijkheid door het bieden van (extra) stages en leerbanen. Naast de inzet voor de stageproblematiek zet de gemeente breder in op het verbeteren van de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt:

  • via het Leerwerkloket stimuleren we de beroepsbegeleide leerweg (bbl). Het Leerwerkloket helpt en adviseert scholieren, werknemers en werkgevers op het gebied van leren en werken vanuit de visie Leven Lang Ontwikkelen. Omdat de bbl-informatiemarkt 2021 door corona niet fysiek kon plaatsvinden, is er behoefte om de informatiemarkt via een digitaal platform voort te zetten. De functionaliteit van dit platform wordt momenteel vormgegeven;
  • door corona is het besef toegenomen dat digitale geletterdheid noodzakelijk is om mee te kunnen doen in de maatschappij. Samen met de schoolbesturen verkent de gemeente de digitalisering van het onderwijs. De beschikbaarheid van (snel) internet, devices en modern lesmateriaal is namelijk cruciaal voor gelijke kansen in schoolsucces;
  • net als vorig jaar organiseren we ook in 2021 het begeleidingstraject Expeditie Digitaal. Scholen uit het primair, voortgezet en speciaal onderwijs werken onder professionele begeleiding aan een eigen digitaliseringsplan. Daarnaast wordt digitale geletterdheid in de Dagprogrammering voortgezet en krijgen kinderen in het basisonderwijs en voortgezet onderwijs gratis programmeerlessen;
  • de gemeente ondersteunt de verdere ontwikkeling van de IT Campus. Voor de programmering van de IT Campus 2021 is subsidie toegekend;
  • de gemeente heeft het Rotterdams Scholingsfonds opgericht, waardoor gediplomeerde jongeren zich kosteloos kunnen om- of bijscholen in kansrijke sectoren, zoals de zorg, bouw of techniek.
  • met de Rotterdamse Leerwerkakkoorden werken we samen met het onderwijs en bedrijfsleven aan een toekomstbestendige en inclusieve arbeidsmarkt in de regio Rotterdam-Rijnmond.

 

Talentontwikkeling
Om gelijke kansen te realiseren en talenten van kinderen beter te benutten, werken wij in het Nationaal Programma Rotterdam-Zuid met onderwijsinstellingen en vele partners aan de Dagprogrammering: tien uur extra schooltijd. In die uren bieden scholen extra activiteiten aan op het gebied van onder andere taal, rekenen, sociaal-emotioneel leren, sport en gezondheid, kunst en cultuur, wetenschap en techniek, ICT en media.  

Vanaf het schooljaar 2020-2021 geven alle dertig po-scholen binnen de Children’s Zone invulling aan tien uur Dagprogrammering. Inmiddels zijn er ook zes scholen buiten de Children’s Zone gestart. Daarnaast is een pilot gestart voor acht vo-scholen in het NPRZ-gebied. Deze scholen testen gedurende anderhalf jaar hoe de Dagprogrammering werkt in het voortgezet onderwijs.

Het schooljaar 2020-2021 werd overigens zwaar belast door de corona-epidemie, met opnieuw schoolsluitingen en beperkende maatregelen. Tijdens de lockdown vanaf eind 2020 lag de Dagprogrammering hierdoor grotendeels stil. Scholen boden in sommige gevallen online lessen aan en/of buitenactiviteiten op het schoolplein. Daarnaast werden aanbieders van de Dagprogrammering in de coronanoodopvang ingezet. Ook zijn medewerkers van Dagprogrammering ingezet om schoolteams te ontlasten toen de scholen weer opengingen.

 

Veiligheid
Het actieplan Veiligheid is in uitvoering. Het doel is het verstevigen van de sociale veiligheid in het voortgezet onderwijs en mbo. Er wordt structureel gewerkt aan een nauwere samenwerking tussen scholen en veiligheidspartners. Verschillende maatregelen uit het actieplan zijn in werking, zoals:

  • het doen van aangifte wordt makkelijker voor onderwijspersoneel. Dat moet de drempel voor grensoverschrijdend gedrag verhogen voor leerlingen en studenten;
  • inmiddels wordt grenzenstellend jongerenwerk ingezet op vijftien onderwijslocaties in de stad. Grenzenstellend jongerenwerk opereert daarnaast in de onlinewereld van jongeren, in de wijk en bij jongeren thuis;
  • in het voortgezet onderwijs kreeg het orthopedagogisch didactisch centrum (OPDC) de opdracht om namens alle Rotterdamse vo-schoolbesturen de kennis op het terrein van veiligheid te verstevigen. Scholen en leerlingen krijgen op basis van onderzoek extra handvatten om (nieuw) grensoverschrijdend gedrag te voorkomen;
  • het onderwijs en het Zorg- en Veiligheidshuis Rotterdam Rijnmond werken samen. Zodra een jongere betrokken was bij een steekincident, wordt de school gelijk geïnformeerd en uitgenodigd voor een maatgerichte aanpak;
  • het voortgezet onderwijs en het mbo kregen in 2021 een aanvullende subsidie om extra te investeren in de preventieve aanpak van ondermijning onder jongeren.

 

Voortijdig schoolverlaten

  • Met de samenwerkingspartners (scholen, gemeenten en samenwerkingsverbanden) startte het nieuwe programma VSV Rijnmond 2020-2024.
  • Jongeren die het vmbo verlaten zijn gevolgd in hun overstap naar een vervolgopleiding. Wanneer ze geen nieuwe schoolinschrijving hadden, zijn ze benaderd en is ondersteuning aangeboden. Hierbij was extra aandacht voor kwetsbare jongeren.
  • De doorontwikkeling van de RMC(Regionaal Meld- en Coördinatiepunt)-functie is voorbereid om in het komend schooljaar voortijdig schoolverlaters te benaderen en te begeleiden via zowel schoolgericht- als wijkgericht-werken.
  • Een regionale pilot is voorbereid om jongeren op Mbo-scholen die mogelijk uitvallen vroegtijdig te benaderen.
  • We voeren de leerplichtwet en de RMC-regelgeving uit en pakken alle verzuimmeldingen van de scholen op.
  • Er is contact met de scholen om de (afhandeling van de) verzuimmeldingen verder te verbeteren. Daarbij wordt onder andere het regionale verzuimprotocol gebruikt als stelregel.
  • Met scholen en partijen uit het domein arbeid startte een samenwerking rond de aanpak van jeugdwerkloosheid en de bijbehorende regionale rijksmiddelen.
  • Leerlingen van praktijkonderwijs en voortgezet speciaal onderwijs zijn gemonitord. Daarbij begeleidden onze partners arbeidsbeperkte jongeren naar garantiebanen.
  • Scholen bieden via hun ondersteuningsstructuur extra begeleiding aan hun leerlingen/studenten en werken beter samen met zorgorganisaties.
  • In coronatijd werkten we nauw samen met de scholen en andere organisaties om het contact te herstellen met onbereikbaar gemelde scholieren en mbo-studenten.

 

Leerlingenvervoer

In het leerlingenvervoer constateerden we de afgelopen jaren een groei. Er is een toename van het aantal afgegeven indicaties en een stijging van duurdere vormen van vervoer. Zowel het aantal leerlingen in Rotterdam als het aandeel leerlingen dat gebruik maakt van leerlingenvervoer steeg. Er zijn maatregelen genomen om de (budgettaire) groei terug te dringen. Er is ingezet op een professionalisering en verbetering van de beoordeling van de aanvragen en de kwaliteit van het vervoer.

Daarnaast is onderzocht hoe leerlingen het beste geholpen kunnen worden op weg naar zelfredzaamheid. De opbrengsten van dit onderzoek zetten we in het najaar van 2021 om in concrete acties om de zelfredzaamheid van leerlingen in het vervoer te vergroten en zo het aantal leerlingen dat gebruik maakt van aangepast vervoer te verminderen of om te buigen naar andere vervoersvormen. Het vergroten van de zelfredzaamheid heeft ook een positieve invloed op de ontwikkeling van de leerling.

We sturen op de goede samenwerking met de scholen, vervoerder Trevvel en de Adviesraad Leerlingenvervoer. Het sluiten en vervolgens weer opstarten van het onderwijs vroeg bij elke lockdown veel inzet van alle betrokkenen. Tijdens de schoolsluitingen ging het leerlingenvervoer voor leerlingen in de noodopvang op school gewoon door.

Ontwikkelingen 2022-2025

Het is waarschijnlijk dat de coronacrisis nog lange tijd gevolgen heeft. Om het effect van de corona crisis te ondervangen heeft het Rijk het Nationaal Programma Onderwijs (NPO) in het leven geroepen. Het programma moet onderwijsvertragingen inlopen en leerlingen ondersteunen die het moeilijk hebben door de gevolgen van de coronacrisis.

De onzekerheden van de coronacrisis vragen ook om flexibiliteit en wendbaarheid. Inzet op digitale voorzieningen en vaardigheden is hiervoor noodzakelijk. De gemeente verkent samen met schoolbesturen de digitalisering van het onderwijs: omdat de beschikbaarheid van (snel) internet en modern lesmateriaal cruciaal is voor gelijke kansen in schoolsucces.

Wat willen we bereiken

Effect indicatoren

Wat gaan we daar voor doen

Prestatie indicatoren
Effectindicatoren 

2018

(2017-2018

2019

(2018-2019)

2020

(2019-2020)

2021

(2020-2021)

2022

(2021-2022)

Collegetarget 6: Meer kinderen/jongeren bereiken een hoger onderwijsniveau            
Doelgroep peuters Streefwaarde 89% 89% 89% 89%  
Realisatie 80% 81%      
Referentie taal Streefwaarde 55,3% 55,8% 56,3% 56,9%  
Realisatie 58% 57,4%      
Referentie lezen Streefwaarde 62,4% 63,9% 65,4% 67,4%  
Realisatie 67% 69,7%      
Referentie rekenen Streefwaarde 35,5% 36,2% 37% 37,8%  
Realisatie 36% 42,9%      
Derde leerjaar VO Streefwaarde 78% 78% 79% 80%  
Realisatie 77% 77% 76,4%    
Beroepsbegeleidende leerweg (bbl) Streefwaarde 14% 15,5% 17% 18%  
Realisatie 14% 16% 18%    
Aantal jongeren/kinderen dat langer dan 3 maanden thuiszit zonder passend aanbod van onderwijs- en/of zorg Streefwaarde N.v.t. 110

55

28 14
Realisatie N.v.t. 280 289    
NPRZ Onderwijsbeleid: Een hogere gemiddelde score op de Centrale Eindtoets Streefwaarde - - - - 531,9 (2021-2022)
Realisatie N.v.t. N.v.t. N.v.t.    
Prestatie-indicatoren 201820192020202120222023
Actie leerplichtambtenaar op ongeoorloofd verzuimmelding po en vo Streefwaarde 100% 100% 100% 100% 100% 100%
Realisatie 100% 100% 100% 100%    
Actie leerplichtambtenaar op ongeoorloofd verzuimmelding mbo Streefwaarde 100% 100% 100% 100% 100% 100%
Realisatie 100% 100% 100% 100%    
Alle Rotterdamse vsv-ers zijn in beeld en we werken met hen aan een passende vervolgstap. Streefwaarde 100% 100% 100% 100% 100% 1005
Realisatie 100% 100% 100% 100%    

Toelichting indicatoren

Kijkend naar de collegetargets zien we dat we goed op koers zijn als het gaat om de stijging van het aantal Rotterdamse basisschoolleerlingen dat het streefniveau op taal, lezen en rekenen bereikt. Ook het aantal Rotterdammers dat de beroepsbegeleidende leerweg (bbl) volgt aan een Rotterdamse mbo-opleiding stijgt boven verwachting. Wel zien we dat het percentage leerlingen in het derde leerjaar van het voortgezet onderwijs dat op het niveau van het basisschooladvies of op een niveau hoger zit, nog niet gelijk is aan het ambitieniveau van het college. Dat geldt ook voor het bereik van driejarige doelgroeppeuters met het aanbod ‘spelen en leren’. We blijven de komende jaren inzetten op verbetering van het bereik.

De verwachting is dat we volgend jaar de gevolgen van corona voor Rotterdamse kinderen en jongeren terugzien in de cijfers van de collegetargets en beleidsindicatoren. In welke mate is nu nog onzeker. Maar samen met het onderwijsveld blijven we inzetten op gelijke kansen en proberen we de negatieve gevolgen van corona zoveel mogelijk te beperken. Onderstaand de voortgang op de collegetargets:

 

Meer kinderen/jongeren bereiken een hoger onderwijsniveau
Hieronder vallen vier meetbare sub targets voor de verschillende sectoren van de onderwijsportefeuille:

 

1. Het percentage driejarige doelgroeppeuters dat gebruik maakt van het extra aanbod ‘spelen en leren’ blijft minimaal gelijk. 
Het extra aanbod ‘spelen en leren’ is het wettelijk verplichte aanbod voorschoolse educatie aan peuters met een risico op taalachterstand (zogenaamde doelgroeppeuters). Bij de lancering van ‘Gelijke kansen voor elk talent’ gaven we aan dat het een hele uitdaging wordt om 89% van de driejarige doelgroeppeuters te bereiken vanwege het personeelstekort in de kinderopvang, nieuwe wettelijke eisen, een veranderde definitie van de doelgroep en een toename van het aantal driejarige peuters. Dat bleek ook zo te zijn: in 2019 bereikten we 81% van alle driejarige doelgroeppeuters in Rotterdam.

Als gevolg van de corona-pandemie melden kinderopvang instellingen een daling in het bereik van 10% of meer. Dit zien we ook terug in het bereik van de driejarige doelgroeppeuters. In 2020 was het bereik 80%. Deze geringe daling in het percentuele bereik wordt verklaard doordat de omvang van de doelgroep populatie ook daalde. Mogelijk gaat een deel van de doelgroeppeuters die niet naar een kinderopvanglocatie gaan wel naar de gastouderopvang. Uit landelijke cijfers blijkt dat naar schatting 11-14% van de doelgroeppeuters gebruik maakt van gastouderopvang.

 

2. Het aantal Rotterdamse basisschoolleerlingen op het streefniveau van de referentieniveaus stijgt in 2021 naar het landelijk gemiddelde van 2017. 
De referentieniveaus beschrijven welke basiskennis en vaardigheden leerlingen moeten beheersen voor taal, rekenen en lezen. In het schooljaar 2018-2019 stegen de scores op de referentieniveaus lezen en rekenen ten opzichte van 2017-2018. Bij taal zien we in deze periode een lichte daling. Wel bevinden de referentieniveaus taal en lezen zich boven het jaarlijkse ambitieniveau van dit college en liggen ze stevig op koers voor de collegetargets. De niveaus 1S en 2F bij rekenen zijn vanaf het schooljaar 2018-2019 samengenomen in de DUO-data. Dit betekent dat we geen goede vergelijking kunnen maken met de collegemijlpalen die gebaseerd zijn op niveau 1S.

 

3. Het percentage leerlingen in het derde leerjaar van het vo dat zit op het niveau van het advies van de basisschool of hoger stijgt van 77% in 2017 naar 80% in 2021.
Rotterdamse leerlingen presteren iets onder het ambitieniveau. Van de Rotterdamse leerlingen in het derde leerjaar van het voortgezet onderwijs zit 76,4% op of boven het door de bassischool geadviseerde niveau. Wat verder opvalt is dat de Rotterdamse leerlingen nauwelijks afwijken van leerlingen in de andere grote steden in Nederland. We zien dat steeds meer kinderen in het derde leerjaar op het geadviseerde niveau onderwijs krijgen. Dit kan erop wijzen dat meer kinderen passend advies krijgen van de basisschool en dat het voortgezet onderwijs erin slaagt om leerlingen op het geadviseerde niveau te houden.

 

4. Het aandeel Rotterdamse jongeren dat de beroepsbegeleidende leerweg volgt aan een Rotterdamse mbo-instelling stijgt.
De bbl in het mbo is een goede opmaat voor doorstroom naar werk en levert een bijdrage aan de economie. Het is een vorm van een leven lang ontwikkelen. In 2019-2020 is het percentage mbo-studenten dat de bbl volgt toegenomen van 16% in 2018-2019 naar 18% nu. Daarmee is het aandeel bbl’ers groter dan de collegemijlpaal van 15,5% en vergelijkbaar met het percentage in de vier grote steden.

 

Aantal jongeren/kinderen dat langer dan drie maanden thuis zit zonder passend aanbod van onderwijs- en /of zorg
Het aantal thuiszitters neemt net als in de rest van Nederland nog steeds toe. Deze toename komt met name door het steeds beter in beeld brengen van (on)geoorloofd langdurige thuiszitters en door de complexiteit van de casussen. Tijdige aandacht voor de specifieke situatie van iedere leerling is dan ook van het allergrootste belang.

In het schooljaar 2019-2020 waren er 289 leerlingen langer dan drie maanden thuis zonder aanbod van onderwijs en/of zorg. Goed nieuws is dat het oplossingspercentage op het totaal aantal thuiszitters is gestegen van 85% in 2018-2019 naar 90% in 2019-2020.

Om het aantal thuiszitters te verminderen en de duur van thuiszitten te verkorten, wordt de Taskforce Thuiszitters ingezet. De Taskforce werkt als een doorbraakteam door korte lijnen, heldere communicatie en een doortastende aanpak waarbij jongeren en hun ouders of verzorgers centraal staan. De aanpak van de Taskforce is het afgelopen jaar verder aangescherpt.

 

NPRZ Onderwijsbeleid: een hogere gemiddelde score op de Centrale Eindtoets
Het hoofddoel van de pijler school van het NPRZ is het behalen van hogere onderwijsresultaten. Het in te lopen verschil in onderwijsresultaten tussen die in Rotterdam Zuid en de rest van de G4 wordt vooralsnog gemeten aan de hand van de prestaties op de Centrale Eindtoets (Cito). Eerder is gemeld dat steeds minder scholen gebruik maken van de Cito en dat er in de komende jaren met andere indicatoren van de onderwijsinspectie zal worden gewerkt; er zal dan gewerkt worden met referentieniveaus (fundamenteel en streef) en daarnaast met eindadviezen. Dit gebeurt echter geleidelijk, en tot dat moment blijft het vastgestelde doel de gemiddelde score op de Centrale Eindtoets te verhogen naar 531,9.

Het afgelopen schooljaar hebben er geen eindtoetsen plaatsgevonden vanwege de coronamaatregelen. Hierdoor is niet meetbaar of de scores van de Cito-toets tussen Rotterdam Zuid en de rest van de G4 is ingelopen.

Wat kost het

Tweede HerzieningBegroting 2022
Overzicht van baten en lasten Onderwijsbeleid en leerlingzakenRealisatie
2020
Begroting
2021
Begroting
2022
Raming
2023
Raming
2024
Raming
2025
Baten exclusief reserves65.07270.82767.85359.44458.42656.526

Bijdragen rijk en medeoverheden 64.618 69.671 67.279 58.871 57.852 55.953
Overige opbrengsten derden 454 1.156 573 573 573 573
Overige baten 0 0 0 0 0 0
Lasten exclusief reserves132.043140.677136.644119.865118.651116.666

Apparaatslasten 12.626 13.282 13.640 13.640 13.640 13.643
Inhuur 545 176 394 394 394 394
Overige apparaatslasten 238 292 321 322 322 324
Personeel 11.843 12.815 12.925 12.925 12.925 12.925
Intern resultaat 10.006 9.850 10.276 9.917 9.917 9.917
Intern resultaat 10.006 9.850 10.276 9.917 9.917 9.917
Programmalasten 109.412 117.545 112.728 96.307 95.093 93.106
Financieringslasten 0 0 0 0 0 0
Inkopen en uitbestede werkzaamheden 6.559 10.880 6.513 7.777 7.777 7.353
Kapitaallasten 0 0 0 0 60 47
Overige programmalasten 1 0 0 0 0 0
Sociale uitkeringen 12.816 13.813 14.673 11.105 11.105 11.105
Subsidies en inkomensoverdrachten 90.037 92.852 91.543 77.425 76.150 74.601
Saldo voor vpb en reserveringen -66.972 -69.850 -68.791 -60.421 -60.225 -60.140
Saldo voor reserveringen -66.972 -69.850 -68.791 -60.421 -60.225 -60.140
Reserves1.765164500312289219

Onttrekking reserves 1.700 225 435 312 289 219
Toevoeging reserves 0 126 0 0 0 0
Vrijval reserves 65 65 65 0 0 0
Saldo -65.207 -69.686 -68.292 -60.109 -59.936 -59.920

Financiële bijstellingen

Tweede
Herziening
Begroting 2022
Bijstellingen Onderwijsbeleid en leerlingzakenBegroting
2021
Begroting
2022
Raming
2023
Raming
2024
Raming
2025
Eerste Herziening / Voorjaarsnota 2021 -69.968 -66.910 -58.929 -58.710 -58.713
Bijstellingen Tweede Herziening 2021 / Begroting 2022 282 -1.382 -1.180 -1.226 -1.208
Actualisatie kapitaallasten Ramingsbijstellingen onvermijdelijk 0 0 0 -60 -47
Breed offensief tegen georganiseerde ondermijnende criminaliteit Ramingsbijstellingen onvermijdelijk 0 0 0 0 0
Regeling regionale aanpak voortijdig schoolverlaten Ramingsbijstellingen onvermijdelijk 0 0 0 0 0
Concernbrede opgave Integriteit Ramingsbijstellingen vermijdbaar 0 10 4 4 4
Concernbrede opgave Wob Ramingsbijstellingen vermijdbaar 3 8 8 8 8
Vervanging financieel administratie systeem (project GREAT) Ramingsbijstellingen vermijdbaar 0 17 0 0 0
Wijk aan Zet Ramingsbijstellingen vermijdbaar 9 24 23 23 23
Bestemmingsreserve Convenant ID-banen Reserves 0 0 0 0 0
Bestemmingsreserves Leertijduitbreiding en Vakmanschap in Zorg, haven en techniek Reserves 0 0 0 0 0
Technische wijzigingen Technische wijzigingen 270 -1.441 -1.213 -1.199 -1.194
Begroting na wijzigingen -69.686 -68.292 -60.109 -59.936 -59.920

Toelichting financiële bijstellingen

Actualisatie kapitaalslasten
De kapitaallasten zijn voor de jaren 2024 en 2025 aangepast op basis het investeringskrediet "Toekomstbestendige digitalisering primair/voortgezet onderwijs".
 

Breed offensief tegen georganiseerde ondermijnende criminaliteit (BOTOC)
Voor het actieprogramma "veiligheid in en om scholen’ wordt voor de jaren 2021 en 2022 € 150 gedekt vanuit de rijksmiddelen BOTOC.
 

Regeling regionale aanpak voortijdig schoolverlaten
Dit betreft de inzet van rijksmiddelen (€ 1,7 mln) voor het jaar 2022 t/m 2024 voor de aanpak voortijdig Schoolverlaten (VSV). Deze middelen worden ingezet voor subsidies aan scholen, overdrachten aan regiogemeentes en eigen inzet ten behoeve van het regionale programma VSV 2020-2024.
 

Concernbrede opgave Integriteit
Het Actieplan Integriteit omvat een samenhangend pakket van ruim 30 maatregelen waarmee we de aanbevelingen uit verschillende (externe) rapporten en onderzoeken opvolgen. Daarmee intensiveren en verstevigen we ons integriteitsbeleid. Financiële dekking komt vanuit bijdragen uit het hele concern.
 

Concernbrede opgave Wob
Om verzoeken uit hoofde van de Wet openbaarheid van bestuur (WOB) nu én in de toekomst professioneler en binnen de wettelijke termijn te kunnen afhandelen, wordt een centrale eenheid (“Wob-unit”) opgericht. Deze unit heeft het afhandelen van Wob verzoeken als kerntaak en heeft daarvoor ook de benodigde expertise in huis. Financiële dekking komt vanuit bijdragen uit het hele concern.


Vervanging financieel administratie systeem (project GREAT)
Vanaf 2022 wordt het huidige financiële administratiesysteem vervangen. Omdat wordt overgestapt naar een cloudapplicatie, kunnen deze kosten beperkt worden geactiveerd. Dit zorgt voor een (incidentele) dekkingsopgave van € 8,7 mln.
De opgave wordt enerzijds ingevuld door een aantal meevallers/onderbestedingen in 2021. Het restant van ca € 2 mln wordt (voor)gefinancierd door bijdragen vanuit het hele concern. 
 

Wijk aan zet
Deze budgetverschuiving naar programma Bestuur en Dienstverlening is ter dekking van kosten voor de implementatie van Wijk aan zet/Werken in stad en wijk.

Bestemmingsreserve Convenant ID-banen
Het convenant is afgesloten omdat de gemeentelijke subsidie voor het bekostigen van instroom/doorstroombanen (ID-banen) is afgebouwd. Er is een bestemmingsreserve gevormd om de aangegane verplichtingen vanaf 2022 te dekken. Met deze mutatie wordt er in 2021 € 216 toegevoegd aan deze reserve. Voor de jaren 2022 en verder wordt er een onttrekking begroot  (€ 328 in 2022 tot € 220 in 2025) 
 

Bestemmingsreserve Leertijduitbreiding en bestemmingsreserve Vakmanschap in zorg, haven en techniek
De inzet van de bestemmingsreserve Leertijduitbreiding en de bestemmingsreserve Vakmanschap in zorg, haven en techniek zijn geactualiseerd. In 2022 wordt er € 106 onttrokken.
 

Technische wijzigingen
Op het taakveld Onderwijsbeleid en leerlingzaken zijn diverse technische wijzigingen geweest. Direct achter de technische wijziging is het effect op het saldo weergegeven.

  • Indexering 2022 en verder. De budgetten zijn vanaf het jaar 2022 geactualiseerd naar het prijspeil 2022. Nadere informatie is opgenomen bij Grondslagen (- € 1,4 mln in 2022 tot - € 1,2 mln in 2025).
  • Herstelaanpak jongeren (€ 250 in 2021). Dit betreft een verschuiving van kosten naar het programma Maatschappelijke ondersteuning.
  • Diverse kleine wijzigingen van (- € 56).

Omschrijving taakveld

Binnen het taakveld Onderwijsbeleid en Leerlingzaken voert de gemeente wettelijke taken uit, zoals leerlingenvervoer, voor- en vroegschoolse educatie (vve), voortijdig schoolverlaten (vsv) en onderwijs aan kinderen van statushouders en asielzoekers. Daarnaast ontwikkelt de gemeente stedelijk beleid – waarvoor ze zowel gemeentelijke als rijksmiddelen inzet - ter verbetering van onderwijsresultaten, kansengelijkheid in het onderwijs, talentontwikkeling, burgerschap, vermindering van het lerarentekort, passend onderwijs en vermindering van schooluitval. Ook voert de gemeente stedelijk beleid uit voor schoolzwemmen.