Beleid
Beleidsmatig en financieel kader
De gemeente heeft veel onderhoudsgevoelige kapitaalgoederen: wegen, groen en bomen, oppervlaktewater, civiele kunstwerken, openbare verlichting, spelen en beeldende kunst en monumenten, parkeervoorzieningen, containers en gebouwen. Het beleid hiervoor is opgenomen in 2 nota’s; de Kadernota Vastgoed (2018) en de Nota Onderhoud Kapitaalgoederen 2019-2022. De nieuwe nota onderhoud kapitaalgoederen is in oktober 2019 vastgesteld door de gemeenteraad. Financieel vallen deze kapitaalgoederen onder de taakvelden 'Verkeer en vervoer - Beheer’ en ‘Openbaar groen en (openlucht) recreatie - Beheer’. De nota geeft een beeld van de technische staat van de kapitaalgoederen in de Rotterdamse buitenruimte. De conclusie is tweeledig. Enerzijds zijn de Rotterdamse kapitaalgoederen in de openbare ruimte veilig voor de gebruikers. Anderzijds zijn er achterstanden. Hiervoor heeft het college extra middelen beschikbaar gesteld, vanuit het Coalitieakkoord 2018-2022 – Nieuwe energie voor Rotterdam.
Riolering heeft een eigen financiering en beleidskader. Deze staan weergegeven in het op 17 december 2015 door de gemeenteraad vastgestelde Gemeentelijk Rioleringsplan 2016-2020. Het gemeentelijk Rioleringsplan 2021-2025 wordt in het najaar 2020 vastgesteld.
Het vastgoed valt financieel onder het taakveld ‘Beheer overige gebouwen en gronden’. Hier is de Kadernota Vastgoed van kracht.
Bestuursopdracht vervangingsinvestering kapitaalgoederen openbare ruimte
Bij het vaststellen van de laatste Nota Onderhoud Kapitaalgoederen is aan Stadsbeheer de bestuursopdracht Vervangingsinvesteringen gegeven om het financiële perspectief voor investeringen voor de langere termijn (50 jaar) inzichtelijk te maken. Deze bestuursopdracht is op 7 juli 2020 vastgesteld. Het college heeft de raad hierover met een collegebrief geïnformeerd. Als vervolg op deze bestuursopdracht wordt een vier jaarlijkse ‘Nota Vervangingsinvesteringen Kapitaalgoederen’ opgesteld voor alle assetgroepen in de openbare ruimte. De eerste nota is eind 2020 gereed ten behoeve van de voorjaarsnota 2021 en ten behoeve van opname van de uitkomsten in de Nota Onderhoud kapitaalgoederen 2023-2026.
Op basis van de berekeningen in de uitwerking van de bestuursopdracht stijgen de kapitaalslasten voor de vervangingsinvesteringen openbare ruimte in de periode 2020-2025 met ca. 3,3 mln euro oplopend per jaar. In de vervolgopdracht voor de Nota Vervangingsinvesteringen zullen deze berekeningen worden aangescherpt voor alle assetgroepen en (nogmaals) gevalideerd om tot een onderbouwde structurele stijging van lasten te komen voor de Voorjaarsnota 2021. Vooruitlopend op de vaststelling van de 1e Nota Vervangingsinvesteringen Kapitaalgoederen in het voorjaar van 2021, zijn vanaf 2020 al extra vervangingsinvesteringen noodzakelijk.