Bevorderen van kansengelijkheid in het onderwijs
Het stimuleren van een passend, toegankelijk, gedifferentieerd en kwalitatief hoogwaardig onderwijsaanbod in de hele stad
Voldoende goede leraren, pedagogische medewerkers, schoolleiders en instructeurs
Het verminderen van schooluitval
Binnen het programma Onderwijs voert de gemeente wettelijke taken uit, zoals leerlingenvervoer, voor- en vroegschoolse educatie (vve), voortijdig schoolverlaten, onderwijs aan kinderen van statushouders en asielzoekers en onderwijshuisvesting. Daarnaast ontwikkelt de gemeente stedelijk onderwijsbeleid waarvoor ze zowel gemeentelijke als rijksmiddelen inzet. Ook voert de gemeente stedelijk beleid uit op schoolzwemmen.
Beschrijving BBV-indicator | Eenheid | Bron | ||
---|---|---|---|---|
Absoluut verzuim | Aantal per 1.000 leerlingen | Streefwaarde | In 2022 hetzelfde lage niveau (0,43) | DUO |
Realisatie | 0,26 (2018) | |||
Relatief verzuim | Aantal per 1.000 leerlingen | Streefwaarde | 55 in 2022 | DUO |
Realisatie | 49,36 (2018) | |||
Vroegtijdig schoolverlaters zonder startkwalificatie (vsv-ers) | % deelnemers aan het VO en MBO onderwijs | Streefwaarde | 2,82% in schooljaar 19-20 (cijfers beschikbaar eind 2021) | DUO |
Realisatie | 3,1% (schooljaar 17-18) | |||
Meer informatie over de BBV-indicatoren is te vinden op www.waarstaatjegemeente.nl. |
Absoluut verzuim
Jongeren tussen de 5 en 18 jaar moeten onderwijs volgen (leerplicht). De gemeente heeft de wettelijke taak om in de gaten te houden of kinderen ook echt naar school komen. Bij absoluut verzuim is een leerling niet ingeschreven op school. Het cijfer geeft het aantal leerplichtigen weer dat niet staat ingeschreven op een school, per 1.000 inwoners in de leeftijd 5-18 jaar (leerplichtige leeftijd). Rotterdam doet het goed op het gebied van absoluut verzuim: in Rotterdam is het cijfer absoluut verzuim (0,26) een stuk lager dan het gemiddelde in Nederland (1,91) en de 4 grote gemeenten (G4) (2,68) Doelstelling is het behouden van deze kleine aantallen ten opzichte van het G4 gemiddelde. Hiervoor worden de leerplichtambtenaren ingezet. De leerplichtambtenaar zorgt ervoor dat alle kinderen gebruik kunnen maken van hun recht op onderwijs. En dat betekent dat een jongere hulp krijgt, zodra blijkt dat een jongere geen onderwijs meer krijgt. Maar ook bemiddelt de ambtenaar met school, denkt hij/zij mee met de ouders en met de jongere over welke school het beste is.
Relatief verzuim
Er is sprake van relatief verzuim als een leerplichtige jongere wel in een school staat ingeschreven, maar zonder geldige reden les- of praktijktijd verzuimt (spijbelen). Het cijfer geeft het aantal leerplichtigen weer dat wel staat ingeschreven op een school, maar ongeoorloofd afwezig is, per 1.000 inwoners in de leeftijd 5-18 jaar (leerplichtige leeftijd). Op dit moment is het relatief verzuim in Rotterdam (49,36) een stuk hoger dan het gemiddeld in Nederland (23,28) en het G4 gemiddelde (36,24). De achterstand van Rotterdam is mede te verklaren door een lager opgeleide bevolking. Het is de laatste jaren al gelukt om het verzuim terug te dringen (in 2014 was het cijfer 61,65). Doelstelling is een lager relatief verzuim cijfer (50 in 2022), waarmee wij dichter bij het G4 gemiddelde komen. Een effectieve aanpak is afhankelijk van goede samenwerking tussen partijen (scholen, gemeente, hulpverlening, zorg e.a.). Om dit te bewerkstelligen zullen wij onze inzet, gezamenlijk met de scholen verbeteren. In 2018 is gestart met het verzuimprotocol, waarin werkafspraken met de scholen zijn gemaakt. Voor het terugdringen van het verzuim is een goede verzuimadministratie op de scholen cruciaal. Daarom is ook het Regionaal Aanwezigheidsbeleid Audit Team (RAAT) gestart. De doelstelling van RAAT is een kwaliteitsverbetering van de aan- en afwezigheidsregistratie en de verzuimaanpak op scholen.
Vroegtijdig schoolverlaters zonder startkwalificatie
Jongeren die met een diploma van school gaan, hebben meer kans op een baan en op succesvol deelnemen aan de maatschappij. Daarom willen wij dat zoveel mogelijk jongeren een startkwalificatie halen. Dit is een diploma havo, vwo of mbo (niveau 2) of hoger. Het cijfer geeft het percentage van het totaal aantal leerlingen voortgezet onderwijs en MBO (12-23 jaar) weer dat voortijdig, dat wil zeggen zonder startkwalificatie, het onderwijs verlaat. Op dit moment is het percentage in Rotterdam (3,1%), hoger dan het gemiddelde in Nederland (1,9%) en het G4gemiddelde (2,9%). Doelstelling is een lager percentage (2,82% in 2022), waarmee wij dichter bij het G4 gemiddelde komen. Hiervoor gaan we verder met de uitrol van de regionale vsv-aanpak Regio Rijnmond 2016-2020.
Overzicht van baten en lasten Onderwijs | Realisatie 2018 | Begroting 2019 | Begroting 2020 | Raming 2021 | Raming 2022 | Raming 2023 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Baten exclusief reserves | 67.104 | 60.502 | 59.200 | 59.200 | 59.200 | 59.200 |
|
Bijdragen rijk en medeoverheden | 65.709 | 59.874 | 58.490 | 58.490 | 58.490 | 58.490 | |
Overige opbrengsten derden | 1.395 | 628 | 710 | 710 | 710 | 710 | |
Lasten exclusief reserves | 184.450 | 195.636 | 198.714 | 194.891 | 196.081 | 193.652 |
|
Apparaatlasten | 13.259 | 15.638 | 15.003 | 14.934 | 14.887 | 14.887 | |
Inhuur | 421 | 930 | 109 | 109 | 109 | 109 | |
Overige apparaatslasten | 262 | 379 | 388 | 396 | 396 | 396 | |
Personeel | 12.576 | 14.328 | 14.506 | 14.429 | 14.382 | 14.382 | |
Interne resultaat | 61.459 | 63.901 | 64.210 | 67.169 | 71.971 | 76.611 | |
Interne resultaat | 61.459 | 63.901 | 64.210 | 67.169 | 71.971 | 76.611 | |
Programmalasten | 109.732 | 116.098 | 119.500 | 112.788 | 109.223 | 102.153 | |
Financieringslasten | 0 | 500 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Inkopen en uitbestede werkzaamheden | 10.726 | 11.484 | 14.812 | 14.945 | 13.951 | 13.768 | |
Kapitaallasten | 112 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Overige programmalasten | -95 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Salariskosten WSW en WIW | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Sociale uitkeringen | 10.628 | 11.621 | 11.658 | 11.881 | 9.307 | 9.540 | |
Subsidies en inkomensoverdrachten | 88.361 | 92.493 | 93.030 | 85.961 | 85.965 | 78.844 | |
Saldo voor vpb en reserveringen | -117.346 | -135.134 | -139.514 | -135.691 | -136.881 | -134.452 | |
Saldo voor reserveringen | -117.346 | -135.134 | -139.514 | -135.691 | -136.881 | -134.452 | |
Reserves | 212 | -2.266 | 1.570 | -5.181 | 8.043 | 800 |
|
Onttrekking reserves | 212 | 5.984 | 9.820 | 8.319 | 8.043 | 800 | |
Toevoeging reserves | 0 | 8.250 | 8.250 | 13.500 | 0 | 0 | |
Vrijval Reserves | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Saldo | -117.134 | -137.400 | -137.944 | -140.872 | -128.838 | -133.652 |
De totale baten bestaan met name uit bijdragen van het Rijk voor Onderwijsachterstandenbeleid (OAB).
Onderwijsbeleid en leerlingzaken
De middelen onderwijsbeleid dienen ter uitvoering van het onderwijsbeleid “Gelijke kansen voor elk talent”. Uit deze middelen worden met name subsidies verstrekt voor vroeg- en voorschoolse educatie, schoolontwikkeling, burgerschap en leraren. Ook worden middelen besteed aan ouderbetrokkenheid, overgangsmomenten in het onderwijs, loopbaanoriëntatie en leerlingenvervoer. Tevens wordt de inzet van medewerkers van het Jongerenloket en Leerplicht, die werkzaamheden uitvoeren gericht op het voorkomen van verzuim, hieruit bekostigd.
Onderwijshuisvesting
De lasten voor onderwijshuisvesting bestaan voornamelijk uit huurlast voor schoolgebouwen. Ook de inzet op bewegingsonderwijs wordt hieruit betaald.
De Regiodeal bevat een samenhangende aanpak van Rijk en regio om de verschillende opgaven in Rotterdam Zuid aan te pakken. Om de specifieke middelen voor het thema ‘School’ inzichtelijk te houden is er een bestemmingsreserve gevormd. De rijksmiddelen die ontvangen worden voor de Regiodeal Rotterdam Zuid worden via deze reserve aangewend.
Twee bestemmingsreserves in het kader van het Nationaal Programma Rotterdam Zuid (NPRZ) worden over meerdere jaren ingezet. Het betreft de bestemmingsreserves Leertijduitbreiding en Vakmanschap in zorg, haven en techniek.
In 2016 is een bestemmingsreserve gevormd voor de implementatie van de Harmonisatie VVE. De reserve Harmonisatie VVE wordt volledig in 2020 ingezet.
Het meerjarig verloop fluctueert. Enerzijds stijgen jaarlijks de huurlasten voor Onderwijshuisvesting vanwege oplevering van geplande investeringen. Anderzijds dalen de lasten van het Onderwijsbeleid vanaf 2022 vanwege de afloop van de Regiodeal Rotterdam Zuid.