Coalitieakkoord: Basispad
Loonkostenproblematiek
De loonkosten worden sinds 2013 genormeerd begroot, het gehanteerde model is herijkt en wordt verder toegelicht in de paragraaf Bedrijfsvoering.
Ondanks de resultaten van de afgelopen periode is Rotterdam nog steeds de stad met de hoogste bijstandsdichtheid van Nederland. De afgelopen jaren heeft ‘de kortste weg naar werk’ centraal gestaan. Dit was, ook gezien de omvang en zwaarte van het bestand, voor de afgelopen jaren een succesvolle aanpak. Maar daardoor stuit Werk en Inkomen nu steeds meer op ‘het granieten bestand’; vaak relatief oudere en laagopgeleide werkzoekenden die al langere tijd een uitkering ontvangen. Om ook deze groep te activeren en aan het werk te krijgen is een andere aanpak nodig, waarbij meer wordt ingezet op het ontwikkelen van arbeidspotentie. Het uiteindelijke doel is dat zoveel mogelijk Rotterdammers mee kunnen doen in en bijdragen aan de stad.
De gemeente Rotterdam wil dat zoveel mogelijk Rotterdammers die nu nog bijstand ontvangen profiteren van de groeiende en nieuwe werkgelegenheid. De gemeente zet mensen en middelen in ten bate van werk en arbeidsontwikkeling om de zelfredzaamheid van burgers te bevorderen en daarmee de afhankelijkheid van uitkeringen zo veel mogelijk te beperken. Werk en Inkomen wil dit voor elkaar krijgen door het beperken van de instroom, het vergroten van de uitstroom en het stimuleren van de doorstroom.
De vaste baan met een contract voor onbepaalde tijd komt, zeker aan de onderkant van de arbeidsmarkt, steeds minder voor. Voor werkzoekenden die verdiensten uit arbeid onder de bijstandsnorm hebben, en geen belemmeringen hebben om toch fulltime aan de slag te gaan, heeft de gemeente het instrument ‘Van Deel naar Heel’ ingericht. Het instrument richt zich op hoogfrequent contact met de werkzoekende om deze via zelfsturing uit de uitkering te krijgen. Hetzij door urenuitbreiding bij de huidige werkgever, hetzij door op zoek te gaan naar een andere baan die tot volledige uitstroom leidt.
De gemeente en het Nationaal Programma Rotterdam Zuid willen dat mensen met een bijstandsuitkering naar vermogen zoveel mogelijk duurzaam meedoen op de arbeidsmarkt. Elke volwassen Rotterdammer die dat kan, dient zichzelf en zijn gezin door arbeid in het levensonderhoud te voorzien. Aan het eind van de programmaperiode van het Nationaal Programma Rotterdam Zuid, in 2031, moet het aantal uitkeringen zodanig zijn teruggebracht dat het overeenkomt met de omvang van de bevolking van Rotterdam Zuid ten opzichte van de rest van Rotterdam.
Als werkzoekenden (nog) niet in staat zijn op eigen kracht aan het werk te gaan of nog niet
kunnen voldoen aan de vraag van werkgevers, dan biedt de gemeente ondersteuning gericht op arbeidsontwikkeling. Arbeidsontwikkeling is gericht op het duurzaam ontwikkelen van het gedrag, kennis en vaardigheden van werkzoekenden in relatie tot arbeid.
Voor vrijwel alle doelgroepen binnen het bestand van bijstandsgerechtigden is de reguliere aanpak van de gemeente van toepassing. De gemeente spant zich maximaal in om al deze doelgroepen te ondersteunen. Er zijn enkele doelgroepen waarvoor de gemeente besluit om extra capaciteit in te zetten. Bijvoorbeeld statushouders. Het Jongerenloket begeleidt daar waar mogelijk jonge statushouders naar onderwijs om een startkwalificatie (diploma mbo3 of hoger) te halen.
We willen dat zoveel mogelijk werkzoekenden toegang hebben tot betaald werk op de (bij voorkeur reguliere) arbeidsmarkt. De vraag naar werk wordt bepaald door de stand van de economie, werkgevers, ondernemers en opdrachtgevers. Via de werkgeversbenadering en samenwerking met intermediairs wordt geprobeerd geschikte vacatures/banen te ontsluiten voor de werkzoekenden.
Om de forse uitdaging aan te gaan om te komen tot een bijstandsbestand van 30.000 Rotterdammers is meer en een gewijzigde inzet nodig van de gemeente. Maar ook inzet en commitment van partijen uit de stad. De gemeente gaat met partijen in gesprek over hoe deze opgave gerealiseerd kan worden en hoe partijen hieraan samen met de gemeente een bijdrage kunnen leveren.
In Rotterdam wonen relatief veel inwoners met een kwetsbare arbeidsmarktpositie. Een deel van hen profiteert niet van de aantrekkende economie en groeiende werkgelegenheid. Vaak is een arbeidsbeperking hiervan een oorzaak en het niet of minder kunnen voldoen aan de eisen die werkgevers stellen op de reguliere arbeidsmarkt. Rotterdam wil ook deze mensen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt passend werk en begeleiding kunnen bieden, zowel binnen als buiten de gemeentelijke organisatie. Als zij daarvoor kiezen, willen we deze mensen stimuleren te leren en zich te ontwikkelen en hen daarvoor de nodige begeleiding en ondersteuning bieden.
Rotterdam zet nadrukkelijk in op preventie: voorkomen dat mensen afhankelijk worden van de bijstand en het aantal bijstandsaanvragen beperken. Bijvoorbeeld door samenwerking met het UWV en uitzendbureaus. Het doel is dat de instroom in de bijstand vanuit de WW met de helft afneemt van 900 personen naar 450 personen.
Effect is bereikt als de dienstverlening duurzaam bijdraagt aan het vergroten/stabiliseren van de mate van de economische en/of maatschappelijk toegevoegde waarde van een werkzoekende/werkende. In principe wordt gegaan voor het hoogste maatschappelijke resultaat op lange termijn. Dit laat onverlet dat iedereen die kan werken, ook naar vermogen moet werken. Het doel is om in deze collegeperiode in totaal 18.000 (jaarlijks 4.500) mensen uit de bijstand te laten stromen doordat ze een baan hebben gevonden.
Door de opkomst van een klus- en deeleconomie is voor een groot aantal werkloze laagopgeleiden de vaste baan uit het zicht verdwenen. De vaste baan met een contract voor onbepaalde tijd komt, zeker aan de onderkant van de arbeidsmarkt, steeds minder voor. Flexwerk, tijdelijke contracten en uitzend- en zzp-constructies zijn de nieuwe norm. Nu en in de toekomst zal de deeleconomie een steeds grotere rol spelen. De verdiensten die worden behaald met parttime werk moeten toenemen van € 11,3 miljoen in 2017 naar € 14,5 miljoen in 2019.
Het is de kunst om zoveel mogelijk Rotterdamse jongeren concurrerend te maken en aan degenen die de concurrentie niet aankunnen ondersteuning te bieden. Dit om een werkzaam leven te kunnen leiden. Jongeren aan de onderkant van de arbeidsmarkt kunnen met de juiste opleiding en het aanleren van vaardigheden verdere stappen maken, mits er op school, via de hulpverlening of de werkgever goede begeleiding wordt gegeven. De inzet is het stoppen van de instroom van schoolverlaters in de bijstand, 700 jongeren op dit moment.
De gemeente en het Nationaal Programma Rotterdam Zuid willen dat mensen met een bijstandsuitkering naar vermogen zoveel mogelijk duurzaam meedoen op de arbeidsmarkt. Elke volwassen Rotterdammer die dat kan, dient voor zichzelf en zijn gezin door arbeid in het levensonderhoud te voorzien. In aanvulling op de reguliere teams worden in elke wijk senior werkconsulenten actief die, samen met de werkconsulenten uit de reguliere organisatie, de beoogde doelen van de aanpak realiseren. Aan het eind van de programmaperiode van het Nationaal Programma Rotterdam Zuid, in 2031, moet het aantal uitkeringen zodanig zijn teruggebracht dat het overeenkomt met de omvang van de bevolking van Rotterdam Zuid ten opzichte van de rest van Rotterdam.
Werk en Inkomen stimuleert werkzoekenden om zo snel mogelijk werk te vinden. Dit begint tijdens het intakeproces. De intakes creëren een duidelijke en transparante situatie, waardoor de werkzoekende zelf verantwoordelijkheid kan nemen. Uiteindelijk wordt op basis van de diagnose bepaald in hoeverre de werkzoekende daadwerkelijk zelfstandig de regie kan voeren over zijn of haar arbeidsontwikkeling en financiën. Een goede diagnose draagt ertoe bij dat passende instrumenten worden ingezet.
Om werkzoekenden een kwalitatief hoogwaardige en continue ontwikkelingslijn richting hun maximale vermogen te laten doorlopen, wordt het belang van de klant centraal gezet. De werkzoekende ervaart een doorlopende klantreis van kwalitatief hoogwaardige dienstverlening door het bieden van maatwerk en gerichte aandacht.
Mensen die een uitkering aanvragen en niet voldoen aan de eisen van de Wet Taaleis moeten zich inspannen om aan de taaleis te kunnen voldoen. Dat kan door een traject te volgen waarmee een diploma of een certificaat behaald kan worden. Ook kan hieraan worden voldaan door de taal op informele wijze te leren. Taal vergroot kansen op werk en op zelfstandigheid, zo komen meer Rotterdammers blijvend uit de bijstand.
Voor vrijwel alle doelgroepen binnen het bestand van bijstandsgerechtigden is de reguliere aanpak van de gemeente van toepassing. De gemeente spant zich maximaal in om al deze doelgroepen te ondersteunen. Er zijn enkele doelgroepen, zoals statushouders en jongeren, waarvoor de gemeente besluit om extra capaciteit in te zetten.
Meer evenwicht wordt aangebracht in de verdeling van mensen en middelen voor de dienstverlening gericht op enerzijds de mensen die niet of alleen vrijwillig of gesubsidieerd kunnen werken, en anderzijds op het deel van het bestand dat wel kan uitstromen naar regulier werk. Daarbij blijft Werk en Inkomen doen wat goed werkt, als het gaat om de effectieve aanpak gericht op het beperken van instroom en het bevorderen van uitstroom.
Rotterdam zet in op het transparanter krijgen van de arbeidsmarkt. Dit is van groot maatschappelijk belang. Hoe eenvoudiger en effectiever vraag en aanbod elkaar vinden, hoe efficiënter de arbeidsmarkt werkt. De arbeidsmarkt is de laatste jaren veranderd in een ondoorzichtige jungle. Verder zetten we in op het uniformeren van werkgeversregelingen.
Voor het realiseren van soepele transities is de beschikbaarheid van en een snelle toegang tot actuele arbeidsmarktinformatie nodig. De uitdaging is om deze arbeidsmarkt- en scholingsinformatie zodanig te organiseren dat vraag en aanbod elkaar op sectoraal en regionaal niveau kunnen vinden.
Social return gaat over afspraken die de gemeente maakt met haar leveranciers en opdrachtnemers. Doel van die afspraken is mensen die al lang zonder baan zitten aan werk te helpen. Als bedrijven een opdracht voor de gemeente willen doen, moeten ze zorgen voor extra (leer)banen of stageplaatsen voor mensen die anders moeilijk aan het werk komen. Zo krijgen mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt meer kans op een baan.
De uitdaging voor de gemeente is om de kwetsbare doelgroep van werkzoekenden met slimme ICT te begeleiden naar werk en hen tot die tijd inkomenszekerheid te bieden. Automatisering schept hierbij ruimte voor burgers die meer van ons vragen. Tegelijkertijd biedt digitalisering nieuwe kansen om bijvoorbeeld de uitkeringsgerechtigde, werkgever of andere partners in het sociaal domein in co-creatie te betrekken bij het leveren van passende dienstverlening.
Het WerkgeversServicepunt Rijnmond (WSPR) ondersteunt werkgevers in de regio Rijnmond bij hun personeelsvraag en zorgt ervoor dat het aanbod voldoet aan deze vraag. Het WSPR is een samenwerkingsverband tussen de regiogemeenten en het UWV en is de vraagbaak voor de werkgevers in de regio Rijnmond over arbeidsmarktvraagstukken. En met de komst van de Participatiewet ook over garantiebanen. De doelstelling van het WSPR is bijdragen aan de uitstroomdoelstelling door het vervullen van lokale en regionale vacatures.
Beschrijving effectindicator | Realisatie 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
1.1 Minder Rotterdammers in de bijstand: in deze collegeperiode (eind 2021) daalt het aantal bijstandsuitkeringen in Rotterdam naar 30.000 (collegetarget) | Streefwaarde (ultimo) | 36.000 | 34.400 | 32.300 | 30.000 | ||
Realisatie | 37.667 | ||||||
1.2 NPRZ (aandeel) in de bijstand (%) | Streefwaarde | 38,9% | 38,4% | 37,9% | 37,4% | ||
Realisatie | 40,6% | ||||||
2.2 Jongeren in de bijstand (incl. statushouders) | Streefwaarde | 2.550 | 2.375 | 2.200 | 2.080 | ||
Realisatie | 2.784 |
Beschrijving prestatie-indicatoren | Realisatie 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
1.1 Instroom in de bijstand (aantal) | Streefwaarde | 7.800 | 7.600 | 7.050 | 6.550 | ||
Realisatie | 8.646 | ||||||
1.2 Uitstroom naar werk (aantal) | Streefwaarde | 4.500 | 4.500 | 4.500 | 4.500 | ||
Realisatie | 4.513 | ||||||
1.3 Parttime werk (€ mln) | Streefwaarde | 13,5 | 14,5 | 14,5 | 14,5 | ||
Realisatie | 11,3 | ||||||
1.4 Uitstroom Jongeren (aantal) | Streefwaarde | 1.150 | 1.150 | 1.150 | 1.150 | ||
Realisatie | 1.103 | ||||||
1.5 Uitstroom naar werk in Rotterdam Zuid (NPRZ) | Streefwaarde | 2.100 | 2.200 | 2.200 | 2.200 | ||
Realisatie | 1.874 |
Overzicht van baten en lasten Arbeidsparticipatie - Werk | Realisatie 2017 | Begroting 2018 | Begroting 2019 | Raming 2020 | Raming 2021 | Raming 2022 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Baten exclusief reserves | 8.747 | 7.917 | 6.393 | 6.523 | 4.400 | 0 |
|
Bijdragen rijk en medeoverheden | 8.408 | 6.679 | 6.393 | 6.523 | 4.400 | 0 | |
Overige opbrengsten derden | 339 | 350 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Overige baten | 0 | 888 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Lasten exclusief reserves | 58.694 | 57.525 | 59.987 | 57.150 | 54.661 | 50.448 |
|
Apparaatlasten | 29.352 | 28.311 | 30.677 | 31.144 | 31.781 | 31.672 | |
Inhuur | 6.079 | 3.511 | 1.587 | 1.584 | 1.593 | 1.590 | |
Overige apparaatslasten | 1.363 | 591 | 855 | 855 | 855 | 855 | |
Personeel | 21.910 | 24.210 | 28.235 | 28.704 | 29.334 | 29.227 | |
Interne resultaat | 2.044 | 1.054 | 958 | 958 | 958 | 958 | |
Interne resultaat | 2.044 | 1.054 | 958 | 958 | 958 | 958 | |
Programmalasten | 27.297 | 28.160 | 28.352 | 25.048 | 21.922 | 17.818 | |
Financieringslasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Inkopen en uitbestede werkzaamheden | 25.003 | 27.521 | 27.570 | 24.266 | 21.140 | 17.036 | |
Overige programmalasten | -2 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Salariskosten WSW en WIW | 151 | 122 | 200 | 200 | 200 | 200 | |
Sociale uitkeringen | 448 | 602 | 582 | 582 | 582 | 582 | |
Subsidies en inkomensoverdrachten | 1.698 | -85 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Saldo voor vpb en reserveringen | -49.947 | -49.609 | -53.594 | -50.627 | -50.261 | -50.448 | |
Vennootschapsbelasting | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Saldo voor reserveringen | -49.947 | -49.609 | -53.594 | -50.627 | -50.261 | -50.448 | |
Reserves | 540 | 1.512 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Onttrekking reserves | 375 | 1.512 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Vrijval Reserves | 165 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Saldo | -49.407 | -48.097 | -53.594 | -50.627 | -50.261 | -50.448 |
Bijstellingen (x1000) | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
---|---|---|---|---|---|
Oorspronkelijke begroting | -52.985 | -50.390 | -49.997 | -49.997 | |
Coalitieakkoord: Basispad | -318 | -180 | -150 | -150 |
|
Loonkostenproblematiek | -501 | -509 | -516 | -516 | |
Formatie-aanpassing flexibele schil vanwege volumeontwikkeling | 183 | 329 | 366 | 366 | |
Coalitieakkoord: Ramingsbijstellingen vermijdbaar | 166 | 136 | 126 | 126 |
|
Gedeeltelijk terugdraaien trend jaarschijf 2019 | 166 | 136 | 126 | 126 | |
Coalitieakkoord: Intensiveringen | -3.400 | -3.400 | -2.400 | -2.400 |
|
Ontwikkeling collegeprogramma | -3.400 | -3.400 | -2.400 | -2.400 | |
Coalitieakkoord: Bezuinigingen | 77 | 62 | 52 | 46 |
|
Invulling structurele stelpost coalitieakkoord | 77 | 62 | 52 | 46 | |
Ramingsbijstellingen onvermijdelijk | 2.085 | 2.298 | 223 | -71 |
|
Correctie besparing programma innovatie | -141 | -58 | -10 | -10 | |
Raming bijdragen Europees Sociaal Fonds (ESF) | 2.393 | 2.523 | 400 | 0 | |
Uitbreiding formatie vervanging Socrates en structurele vervanging | -167 | -167 | -167 | -61 | |
Taakmutaties | 754 | 754 | 1.742 | 1.852 |
|
Taakmutaties WSW, Nieuw Begeleiding en Nieuw Wajong | 0 | 0 | 989 | 1.099 | |
Taakmutaties Gemeentefonds Participatiemiddelen | 754 | 754 | 753 | 753 | |
Technische wijzigingen | 27 | 94 | 145 | 148 |
|
Beveiliging | -170 | -170 | -170 | -170 | |
Overige bijstellingen | 197 | 264 | 314 | 317 | |
Begroting na wijzigingen | -53.594 | -50.627 | -50.261 | -50.448 |
De loonkosten worden sinds 2013 genormeerd begroot, het gehanteerde model is herijkt en wordt verder toegelicht in de paragraaf Bedrijfsvoering.
Een deel van de formatie van programma Werk en Inkomen volgt het volume BUIG. Jaarlijks wordt de formatie van programma Werk en Inkomen op dit punt aan de hand van een formatierekenregel ontwikkeld door Berenschot herijkt. In tijden van een verwachte volumestijging werd er extra formatie geclaimd. Nu is de verwachting dat het bijstandsvolume in 2019 en verder zal dalen. Daarom wordt een deel van de formatie conform de afgesproken spelregels ingeleverd.
Als uitwerking van het coalitieakkoord is de bij de 4-maandsrapportage 2018 opgenomen trend/indexatie aangepast. Het percentage op de trendcategorie materieel is verlaagd van 0,9% naar 0%. Het trendpercentage subsidies is gehalveerd naar 2,1%.
Rotterdams Leer-Werk akkoord
De gemeente wil dat de werkloosheid in Rotterdam sneller daalt dan in de rest van Nederland. Rotterdammers worden klaar gemaakt voor de baan van morgen. Om dat te bereiken wordt er een Leer-Werk akkoord gesloten met het praktijkonderwijs, het voortgezet onderwijs, MBO, HBO, het Havenbedrijf en het bedrijfsleven.
Ook worden bedrijven gestimuleerd om kwetsbare Rotterdammers, mensen die niet in staat zijn zelf 100% loonwaarde te verdienen, in dienst te nemen.
Vrijwilligerswerk is een goede springplank naar betaald werk. Bedrijven en organisaties worden gestimuleerd om dit mogelijk te maken door stages en de opleiding van werkzoekenden. Daarnaast zal de gemeente investeren in een intensievere begeleiding van deze mensen.
Extra inzet statushouders richting werk
Tenslotte wordt er extra ingezet om statushouders aan het werk te helpen of klaar te stomen voor een baan.
Het Leer-Werk akkoord en de extra inzet voor statushouders worden gedekt uit de regio-deal Nationaal programma Rotterdam Zuid (NPRZ) met het Rijk, uit herschikking van middelen voor re-integratie en onderwijs en uit de algemene middelen (€ 3,4 mln in 2019 en 2020 en € 2,4 mln in 2021 en 2022).
Dit betreft een invulling van de in het coalitieakkoord opgenomen structurele stelpost.
De vertraging in het programma innovatie zorgt ervoor dat ingeboekte formatiebesparingen later worden gerealiseerd.
Om de veranderingen als gevolg de vervanging Socrates en structurele vervanging binnen de gemeente voor te bereiden en in te kunnen bedden is er extra capaciteit nodig.
De integratie-uitkering Sociaal Domein daalt met ingang van 2018.
Herschikking van budget ter dekking van hogere verwachte beveiligingskosten.
Daarnaast is een aantal geringe technische wijzigingen doorgevoerd.
Tot het taakveld arbeidsparticipatie behoren de volgende op arbeid gerichte participatie- en re-integratievoorzieningen: